TOELICHTING
§ 1. Inleiding
Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling diervoeders. In
de eerste plaats worden door middel van de onderhavige wijzigingsregeling
diverse aanpassingen in de retributiebepalingen in hoofdstuk 9 doorgevoerd.
Gelet op de hoeveelheid wijzigingen, wordt hoofdstuk 9 omwille van de
duidelijkheid opnieuw vastgesteld. In de tweede plaats worden via deze regeling
analysemethoden vastgesteld als bedoeld in artikel 24 van de Kaderwet
diervoeders. De wijzigingen zullen hieronder nader worden toegelicht.
§ 2. Wijzigingen retributiebepalingen in hoofdlijnen
De wijziging van de Regeling diervoeders omvat in de eerste plaats
een verhoging van de retributies. De achtergronden van deze verhoging worden in
de navolgende paragraaf beschreven.
Tevens is een wijziging doorgevoerd ten aanzien van het aanvraag-
en starttarief. In dat kader zij gewezen op het volgende. Op 1 maart 2008 is
het zogenaamde kostprijsmodel ingevoerd, in welk verband zowel de
tariefbepalingen in de Regeling diervoeders, als de Regeling retributies
veterinaire en hygiënische aangelegenheden en de retributieregelgeving van het
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zijn aangepast. In de
toelichting bij de veterinaire retributieregeling is aangekondigd dat in de
loop van 2008 een evaluatie van de (maatregelen in) de retributieregelgeving
zou plaatsvinden. Deze evaluatie is ook toegezegd aan de Tweede Kamer
(Kamerstukken II, 2008/09,
26 991, nr.
161). Deze evaluatie heeft inmiddels plaatsgevonden. Het doel van de
evaluatie was een beeld te krijgen van de werking van het planningskader, de
uitwerking van de regeling op de verschillende sectoren en de mate van
kostendekkendheid van de retributies. De evaluatie bestond uit een enquête die
aan het bedrijfsleven (brancheorganisaties) is verstuurd, uit gesprekken met
brancheorganisaties en uit een interne evaluatie. Er is een hoeveelheid
informatie verzameld. De uit de evaluatie uit voortvloeiende resultaten zijn
bestudeerd en hebben de aanleiding gegeven tot onderhavige wijzing. De Tweede
Kamer is begin maart 2009 geïnformeerd over deze resultaten (Kamerstukken II,
2008/09, 26 991, nr.
248).
Uit de evaluatie is ten algemene gebleken dat het bedrijfsleven
de retributieregelgeving veelal complex en moeilijk te doorgronden acht,
ondanks de vereenvoudigingen in de systematiek die per 1 maart 2008 zijn
doorgevoerd. Verder worden diverse toeslagen als disproportioneel of
onduidelijk ervaren. Voorts acht het bedrijfsleven het planningskader van de
VWA inflexibel.
Naar aanleiding van deze evaluatie wordt het aanvraagtarief dat
ingevolge diverse bepalingen in rekening wordt gebracht, thans verdisconteerd
in het starttarief. Verder is de toeslagensystematiek aangepast om de
helderheid daarvan te bevorderen.
Ten slotte is de volgorde van bepalingen en zijn formuleringen van
artikelen gewijzigd omwille van de transparantie en ten behoeve van een betere
aansluiting bij de overige LNV- en VWS-retributieregelgeving die betrekking
heeft op de werkzaamheden van de VWA.
§ 3. Advisering bedrijfsleven
Een ontwerp van de regeling tot wijziging van hoofdstuk 9 van de
Regeling diervoeders is voor advies gezonden aan de betrokken
brancheorganisaties, zijnde Bonda veevoeders,
Dieren Benodigdheden en Voeders (Dibevo), de Koninklijke
Vereniging Het Comité van Graanhandelaren, de Nederlandse Vereniging
Diervoederindustrie (Nevedi), de Nederlandse Voedingsindustrie
Gezelschapsdieren (NVG), de Overleggroep Producenten Natte Veevoeders (OPNV),
het Productschap diervoeders (PDV) en de Vereniging van Nederlandse Fabrikanten
van Voedertoevoegingen (Nefato). Reacties zijn ontvangen van Dibevo, NVG en
PDV. Hieronder wordt op de belangrijkste aangedragen punten ingegaan. Overige
opmerkingen worden in het kader van de artikelsgewijze toelichting
besproken.
Ten algemene onderschrijven de organisaties het streven naar
uniformiteit, transparantie en leesbaarheid. Zo noemt PDV de verdiscontering
van het aanvraagtarief in het starttarief een positieve ontwikkeling. Verder
zijn opmerkingen gemaakt omtrent de verhoging van de retributies en systematiek
rond het aanvragen van werkzaamheden (mede in relatie tot toeslagen voor onder
meer te late aanvraag en uitloop van werkzaamheden). Deze punten zullen in de
daarop betrekking hebbende paragrafen worden besproken.
§ 4. Verhoging retributies
Door middel van de onderhavige wijzigingsregeling zijn de
retributies verhoogd. Een belangrijk uitgangspunt van het in de Regeling
diervoeders opgenomen retributiestelsel is het hanteren van kostendekkende
tarieven. Met de invoering van het nieuwe VWA-kostprijsmodel in het voorjaar
van 2008 is een stap in de richting van kostendekkende tarieven gezet. Uit de
de voor- en nacalculaties is gebleken dat de VWA nog altijd niet kostendekkend
opereert. Dit beeld is bevestigd door de evaluatie. Dit vloeit onder andere
voort uit het feit dat in 2009 sprake is van een stijging van de VWA-kostprijs
in relatie tot de kostprijs in 2008. Deze stijging is onder meer veroorzaakt
door additionele investeringen in mensen en middelen bij de VWA, waartoe de
rapporten omtrent het functioneren van de VWA van de heer Hoekstra en de heer
Vanthemsche aanleiding hebben gegeven. Deze investeringen worden deels gedragen
door de overheid, en deels (via de retributieregelgeving) door het
bedrijfsleven. De tarieven, die per januari 2009 geïndexeerd zijn met een
percentage van 4,55%, worden in onderhavige regeling daarom verhoogd.
Oorspronkelijk was deze stap naar kostendekkendheid voorzien per 1 januari
2009.
Hiermee wordt een belangrijke vervolgstap gezet richting de
beoogde kostendekkendheid van de tarieven. Het percentage waarmee de tarieven
worden verhoogd verschilt per sector. De reden hiervoor is dat het huidige
retributiestelsel gestoeld is op het bovengenoemde kostprijsmodel, op basis
waarvan kosten worden toegerekend aan specifieke producten. De verhoging van de
tarieven wordt berekend op basis van schattingen omtrent de kosten en
marktontwikkelingen. Deze kosten kunnen verschillen per sector, als gevolg
waarvan de verhoging van de tarieven per sector verschillend uitvalt. Voor
zover een afzonderlijke tariefverhoging in het kader van kostendekkendheid zou
uitstijgen boven 30%, is de betreffende verhoging ten gunste van de sector voor
dat tarief gemaximeerd op 30%. In die sectoren is dan nog geen sprake van
kostendekkendheid.
Naar aanleiding van de conceptregeling hebben NVG en het PDV
gesuggereerd dat de opbouw van de tarieven onduidelijk is, waardoor er een
gebrek zou zijn aan transparantie. Met name NVG vraagt zich af, mede gelet op
het beweerdelijke gebrek aan transparantie, of de retributies naar verhouding
niet te hoog zijn. In dit verband zij het volgende opgemerkt. Bij de
vaststelling van de tarieven die de VWA in rekening brengt, geldt een aantal
uitgangspunten. Ten eerste wordt uitgegaan van het door het kabinet
onderschreven principe van kostendekkende tarieven. Beoogd wordt om gefaseerd
te komen tot kostendekkende tarieven in 2011, binnen de toepasselijke
juridische Europese en nationale kaders. Voor zover deze kaders nationale
beleidsruimte bieden, zijn de uitgangspunten neergelegd in het Rapport Maat
Houden bepalend (Kamerstukken II 1996/97,
24 036, nr. 6;
Stcrt. 2000, 90). Op de voet van dit rapport wordt bepaald welke kosten voor
rekening van de overheid en welke voor rekening van het bedrijfsleven komen.
Tenslotte vormt het principe ‘de veroorzaker betaalt’ een belangrijk
uitgangspunt van het retributiestelsel. De kosten worden in beginsel daar
neergelegd waar zij worden gemaakt. De hoogte van de tarieven wordt bepaald
door de kosten die de VWA jaarlijks maakt; de kosten zijn afhankelijk van de
volumes en de aard van de afgenomen VWA-diensten op jaarbasis. Economische
omstandigheden kunnen effecten hebben op die volumes en aard van de afgenomen
diensten.
Een deel van deze kosten komt voor rekening van de overheid.
Hierbij valt te denken aan bepaalde ICT-kosten, investeringskosten voor
bepaalde projecten en reorganisatiekosten. De resterende kosten die de VWA
maakt worden, volgens het principe ‘de veroorzaker betaalt’ toegerekend aan
tarifeerbare en niet-tarifeerbare werkzaamheden, op basis van het
kostprijsmodel. Op deze wijze worden de kosten daar neergelegd waar zij worden
gemaakt. Hierbij wordt opgemerkt dat de VWA op haar website (www.vwa.nl) een
uitgebreide onderbouwing publiceert van de concrete tarieven en de werking van
het kostprijsmodel. Hieruit volgt hoe de tarieven zijn opgebouwd, en wordt
duidelijk gemaakt ter dekking van welke kosten de tarieven in concreto in
rekening worden gebracht.
§ 5. Aanvraagtarief is verdisconteerd in het starttarief
Op 1 maart 2008 is met het kostprijsmodel ook het aanvraagtarief
als afzonderlijk tarief naast het starttarief geïntroduceerd. Het
aanvraagtarief is ingevoerd ten behoeve van de transparantie en eenvoud van het
retributiestelsel. Uit voornoemde evaluatie van de werking en effecten van de
Regeling retributies veterinaire en hygiënische aangelegenheden, hoofdstuk 9
van de Regeling diervoeders en de VWS-retributieregeling is echter naar voren
gekomen dat het in rekening brengen van een aanvraagtarief niet het beoogde
effect heeft gehad. Het aanvraagtarief is voor de aanvrager ondoorzichtig omdat
de facturering van dit tarief niet gekoppeld is aan de uitvoering van de
aangevraagde werkzaamheden. Bovendien bleek het aanvraagtarief voor de VWA
onvoorziene administratieve problemen met zich te brengen. Het afzonderlijke
aanvraagtarief is daarom afgeschaft en verdisconteerd in het starttarief. Deze
ontwikkeling is door de brancheorganisaties positief gewaardeerd. Dit heeft tot
gevolg dat het starttarief is gestegen.
§ 6. Wijziging toeslagsystematiek
Indien bij de VWA aangevraagde werkzaamheden plaatsvinden buiten
openingstijden, te laat worden aan- of afgemeld, uitlopen, worden onderbroken
of uitgesteld, of geheel of gedeeltelijk niet plaatsvinden, brengt dit extra
kosten voor de VWA met zich mee. Dergelijke bijzondere situaties leiden er
immers toe dat planningen moeten worden gewijzigd, arbeidstoeslagen aan
VWA-medewerkers moeten worden uitbetaald en additionele reiskosten moeten
worden gemaakt. Ter vergoeding van dergelijke extra kosten worden toeslagen bij
het bedrijfsleven in rekening gebracht. Deze systematiek wordt in ieder geval
reeds sinds de jaren ’90 gehanteerd. De toeslagsystematiek wordt thans echter
onduidelijk en niet transparant gevonden. Om de toeslagsystematiek te
verbeteren en te verduidelijken, is een aantal wijzigingen doorgevoerd. Deze
worden hieronder worden geschetst.
Vervanging toeslagpercentages door vaste bedragen
Afhankelijk van het soort werkzaamheden ten aanzien waarvan de
onregelmatigheid zich voordeed, werd bij wijze van toeslag in ieder geval ofwel
een vast bedrag, ofwel een percentage van een kwartiertarief in rekening
gebracht (en in sommige gevallen bijvoorbeeld nog een starttarief).
In deze regeling wordt dit gewijzigd, in die zin dat de
percentages vervangen worden door vaste bedragen in de regeling. Hiermee wordt
aangesloten bij de veterinaire retributieregeling en de retributieregelgeving
van VWS en wordt een meer eenduidige toeslagensystematiek gecreëerd. Bovendien
vormt dit een verbetering van de leesbaarheid van de bepalingen.
Gewijzigde toeslagsystematiek bij uitloop van werkzaamheden
(niet zijnde invoercontroles)
Voorts wordt de toeslagsystematiek bij uitloop van
werkzaamheden gewijzigd. Zoals aangegeven brengt uitloop van werkzaamheden
extra kosten mee, vanwege bijvoorbeeld extra inzet van VWA-medewerkers, extra
inhuur van practitioners, het aanpassen van routes en de met dit alles gemoeide
planningskosten. Ter dekking van deze kosten werd bij uitloop van werkzaamheden
altijd een aanvraagtarief, een starttarief en een tarief van 30% van het
kwartiertarief in rekening gebracht. Het gevolg van deze systematiek was, dat
de totale toeslag ingeval van een slechts korte uitloop van werkzaamheden
relatief hoog uitviel. Blijkens de bovengenoemde evaluatie werd dit als
disproportioneel ervaren, onder meer omdat deze kosten niet gerelateerd zijn
aan de duur van de uitloop. Daar komt bij dat uitloop voor de VWA kosten
oplevert naarmate dit langer voortduurt. De toeslagsystematiek was hier echter
onvoldoende op toegesneden, waardoor de VWA op dit punt niet kostendekkend kon
opereren. Een en ander heeft geleid tot een gewijzigde toeslagsystematiek bij
uitloop van werkzaamheden. Het aanvraagtarief en het starttarief bij uitloop
van werkzaamheden zijn komen te vervallen. Voorts is het niet kostendekkende
toeslagelement van 30% van het toepasselijke kwartiertarief aangepast. De
nieuwe extra retributie bij uitloop zal een toeslag van 100% op het
kwartiertarief bedragen, in plaats van 30% (waarbij het vroegere extra
aanvraag- en starttarief thans, als aangegeven, vervallen).
De toeslag wordt voortaan met andere worden uitsluitend
gekoppeld aan het kwartiertarief. Dit heeft als neveneffect dat de toeslag meer
proportioneel wordt in relatie tot de duur van de uitloop. Daar waar slechts
sprake is van een korte uitloop van werkzaamheden, zal deze gewijzigde
systematiek in het voordeel van het bedrijf werken.
Wijziging toeslagsystematiek bij onderbreking, uitstel of
geheel of gedeeltelijk niet plaatsvinden van werkzaamheden (niet zijnde
invoercontroles)
Ook ten aanzien van de toeslag voor onderbreking, uitstel of
geheel of gedeeltelijk afstel van werkzaamheden zijn er wijzigingen doorgevoerd
in de systematiek. Wanneer de uitvoering van werkzaamheden wordt onderbroken of
uitgesteld, of geheel of gedeeltelijk niet plaatsvindt vanwege omstandigheden
die buiten de invloedsfeer liggen van de met de werkzaamheden belaste
VWA-medewerker, en hiervan niet tijdig een melding is gedaan, wordt er een
toeslag in rekening gebracht. Voor het deel dat de werkzaamheden wel werden
uitgevoerd, werd eerder de ingevolge het betreffende artikel verschuldigde
retributie in rekening gebracht, bestaande uit een aanvraag-, start- en
kwartiertarief. Voor het deel dat de werkzaamheden niet werden uitgevoerd, werd
naast reguliere aanvraagtarief en het starttarief de toeslag per kwartier
doorberekend. De VWA maakt in deze situaties echter veelal geen extra reis- en
administratiekosten die het in rekening brengen van een aanvraag- en
starttarief zouden kunnen rechtvaardigen. Daarentegen worden wel de reguliere
uurkosten gemaakt. Tegen deze achtergrond wordt het starttarief niet langer in
rekening gebracht ingeval van geheel niet plaatsvinden van werkzaamheden. Het
starttarief wordt wél naast de toeslag in rekening gebracht ingeval van
uitstel, onderbreking of gedeeltelijk niet plaatsvinden van werkzaamheden.
Daar het aanvraagtarief per 1 juli 2009 sowieso in het
starttarief wordt verdisconteerd, wordt ook het aanvraagtarief in deze gevallen
niet meer geretribueerd. Hiermee wordt tevens tegemoet gekomen aan de kritiek
van het bedrijfsleven in het kader van de evaluatie op deze systematiek.
Wijziging toeslagsystematiek bij uitloop, onderbreking,
uitstel of geheel of gedeeltelijk niet plaatsvinden van
invoercontrolewerkzaamheden
In het kader van de consultatieprocedure is gebleken dat de
toepassing van de voorgestelde toeslagsystematiek in zekere zin onevenredig zou
uitwerken ten aanzien van de invoersector. Dibevo, dat participeert in het
Agrarisch Import Platform (AIP), heeft dit in haar reactie tot uitdrukking
gebracht. Het verhogen van de toeslagen voor bijvoorbeeld uitloop van
werkzaamheden van 30% naar 100% wordt hier, anders dan in andere sectoren, niet
gecompenseerd door het voorgestelde verval van een aanvraag- en starttarief;
ten aanzien van de betreffende werkzaamheden werd immers een gewichtstarief in
rekening gebracht in plaats van een aanvraag- , start- en kwartiertarief.
Teneinde bepaalde disproportionele effecten weg te nemen bij deze sector is in
overleg met het AIP c.q. Dibevo besloten de vroegere toeslagen die in bepaalde
gevallen in rekening werden gebracht teverdisconteren in het gewichtstarief dat
voor de controlewerkzaamheden in rekening wordt gebracht. De hoogte van het
gewichtstarief (met daarin verdisconteerde toeslag) dat in rekening wordt
gebracht is afhankelijk van dag en tijdstip waarop de controlewerkzaamheden
worden uitgevoerd. In de invoer- en doorvoersector is de VWA bij de grotere
keurpunten structureel werkzaam tussen 06:00 en 23:00 uur. De VWA is dan
permanent of in bepaalde tijdsblokken aanwezig. Voor de hier bedoelde
werkzaamheden wordt het gewichtstarief ex artikel 92, eerste lid, in rekening
gebracht. Hierin zijn toeslagen voor uitloop, onderbreking, uitstel of geheel
of gedeeltelijk niet plaatsvinden van de controlewerkzaamheden verdisconteerd.
Het oorspronkelijke gewichtstarief (alsook het daarmee samenhangende minimum-
en maximumtarief) dat was opgenomen in de ontwerpregeling, is hiertoe verhoogd
met een percentage van 2%.
Voor zover de werkzaamheden plaatsvinden tussen 23:00 uur en
06:00 uur, in het weekend, op algemeen erkende feestdagen of op 5 mei, wordt
het gewichtstarief ex artikel 92, vierde lid, in rekening gebracht. Het betreft
een hoger gewichtstarief dan in het eerste lid van artikel 92, aangezien de
kosten van de VWA die gemoeid zijn met uitvoering van werkzaamheden op de
genoemde bijzondere c.q. afwijkende dagen en tijdstippen beduidend hoger zijn
dan ingeval deze werkzaamheden op werkdagen binnen de genoemde tijden worden
uitgevoerd. Om aan deze situatie recht te doen, is gekozen voor een afwijkende
systematiek en is de vergoeding ter dekking van dergelijke kosten afzonderlijk
verdisconteerd in het gewichtstarief. Het aldus hanteren van twee verschillende
tarieven voor invoerwerkzaamheden, afhankelijk van dag en tijdstip van
uitvoering van de werkzaamheden, past binnen het streven naar kostendekkendheid
en doet recht aan het principe ‘de veroorzaker betaalt’. Bovendien draagt deze
opzet bij aan de transparantie van de regeling en tarieven. Vroegere
afzonderlijke toeslagen voor uitloop van werkzaamheden en dergelijke, komen te
vervallen. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de uitdrukkelijke wens van het
betrokken bedrijfsleven tot vermindering van administratieve lasten en een meer
transparante en werkbare toeslagensystematiek.
Toeslag te late aan- of afmelding van verzoeken tot afgifte
van certificaten, geleidebiljetten en gewaarmerkte afschriften daarvan
Tot slot wordt er een nieuwe toeslag geïntroduceerd voor de
werkzaamheden in verband met de afgifte van certificaten of geleidebiljetten op
afstand. Dit betreft de afgifte van certificaten of biljetten zonder dat
daarvoor voorafgaand onderzoek wordt uitgevoerd door een officiële dierenarts
of een officiële assistent. Er was tot op heden nog geen mogelijkheid om een
toeslag in rekening te brengen bij het niet tijdig aanmelden en bij het niet of
slechts gedeeltelijk plaatsvinden van werkzaamheden ten behoeve van deze
certificaten en biljetten. Er worden door de VWA echter kosten gemaakt. Om
kostendekkend te werken, worden hiervoor thans toeslagen opgenomen.
§ 7. Gewijzigde formuleringen en volgorde van bepalingen
Een laatste belangrijke wijziging is dat de formuleringen van
diverse artikelen is aangepast. Het gaat om de artikelen 90, 94, 94b, 95 en
95d. Daarbij zij opgemerkt dat het oude artikel 95 thans is opgesplitst in
meerdere afzonderlijke artikelen. Met deze aanpassingen is beoogd de
leesbaarheid, duidelijkheid en transparantie van hoofdstuk 9 van de Regeling
diervoeders te verbeteren, en ook op dit punt aansluiting te vinden bij de
veterinaire retributieregeling van het ministerie van LNV. Met ditzelfde
oogmerk is ook de opbouw van het hoofdstuk aangepast. De aanpassingen zullen
naar verwachting ook de werkbaarheid voor de VWA ten goede komen.
Hieronder zal in het kader van de artikelsgewijze toelichting
worden aangegeven tot welke wijzigingen dit in concreto heeft geleid.
§ 8. Vaststelling en goedkeuring analysemethoden
Naast de wijzigingen in de retributiebepalingen, wordt door middel
van de onderhavige wijzigingsregeling uitvoering gegeven aan artikel 24
Kaderwet diervoeders. Op basis van die bepaling geschieden analyses
overeenkomstig bij communautaire maatregel vastgestelde methoden of
overeenkomstig door de Minister vastgestelde of goedgekeurde methoden. Tot op
heden werden de monsters van diervoeders en diervoedergrondstoffen die zijn
genomen in het kader van de monitoring, toezicht en opsporing van overtredingen
van diervoederregelgeving, waar mogelijk onderzocht aan de hand van de
officiële communautaire analysemethoden. Voor diverse situaties was echter geen
communautaire analysemethode vastgesteld. Ten aanzien van die situaties worden
via de onderhavige wijzigingsregeling (nationale) analysemethoden vastgesteld
die toegepast mogen worden ten aanzien van de monsters van diervoeders en
diervoedergrondstoffen. De analysemethoden worden opgenomen in een bijlage bij
de Regeling diervoeders (artikel I, onderdelen B en C van de
wijzigingsregeling).
§ 9. Artikelsgewijze toelichting bij Artikel I, onderdeel A
Artikel 89
Het aanvraagtarief is nu verdisconteerd in het starttarief,
waardoor het starttarief hoger is dan voorheen. De achtergronden hiervan zijn
uiteengezet in het algemeen deel van de toelichting. Verder zijn de tarieven
verhoogd om op het niveau van kostendekkendheid te komen. Dit niveau wordt met
de onderhavige verhoging echter nog niet volledig bereikt, aangezien de
stijging van het onderhavige starttarief is gemaximeerd op 30%.
Artikel 90
Dit artikel bevat het tarief dat in rekening wordt gebracht
indien de VWA een bedrijf dat erkend is overeenkomstig artikel 10, eerste lid,
van de Kaderwet diervoeders, bezoekt om ter plaatse te controleren of aan de
erkenningseisen wordt voldaan (erkenningenonderhoud). De formulering van dit
artikel is gewijzigd teneinde deze te laten aansluiten op de formulering die
doorgaans voor retribuering van erkenningenonderhoud in de veterinaire
retributieregeling wordt gebruikt.
Artikel 91
Er is een nieuw artikel geïntroduceerd (artikel 94a) waarin ten
algemene wordt voorzien in een retributie voor laboratoriumonderzoek, voor
zover dat in voorkomende gevallen wordt verricht in het kader van het uitvoeren
van de werkzaamheden, bedoeld in hoofdstuk 9 van de Regeling diervoeders.
Artikel 91, onderdeel b, is hierop aangepast.
Artikel 94 en artikel 94b
In artikel 94, eerste lid, is het tot op heden geldende
aanvraagtarief verdisconteerd in het starttarief, hetgeen tot een verhoging van
het starttarief heeft geleid. De achtergronden hiervan zijn uiteengezet in het
algemeen deel van de toelichting.
Voorts is het vroegere onderdeel d van het eerste lid
verwijderd vanwege de introductie van artikel 94a (zie in dit verband ook de
bovenstaande toelichting bij artikel 91).
Artikel 94, tweede lid, bevat een gestaffeld tarief voor de
afgifte van certificaten en geleidebiljetten waarvoor geen onderzoek ter
plaatse door een officiële dierenarts of een officiële assistent nodig is.
Wanneer er meerdere certificaten of geleidebiljetten tegelijk worden
aangevraagd, ten aanzien van een zelfde lading dieren of producten van
dierlijke oorsprong, wordt er onder voorwaarden, voor ieder certificaat of
biljet dat na het eerste wordt aangevraagd, een lager bedrag in rekening
gebracht. Ter verduidelijking is in het artikellid nu expliciet de voorwaarde
opgenomen dat de lading waarvoor meerdere certificaten of geleidebiljetten
wordt afgegeven, op dezelfde dag moet worden afgevoerd.
Het tot op heden geldende tweede lid van artikel 94 gaf weer op
welke wijze het starttarief, bedoeld in het eerste lid, werd toegepast en in
rekening werd gebracht. Omdat deze wijze van toepassing niet alleen behoort te
gelden ten aanzien van het starttarief in artikel 94, maar ook ten aanzien van
de overige starttarieven die ingevolge hoofdstuk 9 van de Regeling diervoeders
in rekening worden gebracht, is dit lid nu als een nieuw, afzonderlijk artikel
in de regeling opgenomen (artikel 94b). Hierdoor heeft is het toepassingsbereik
niet langer beperkt tot het starttarief in artikel 94, maar ziet het op alle
starttarieven in hoofdstuk 9. Dit is ook in lijn met de wijze waarop dit
element in de veterinaire retributieregeling is neergelegd.
Artikel 94a
Dit nieuwe artikel heeft betrekking op het in rekening brengen
van een retributie voor laboratoriumonderzoek dat in het kader van de
werkzaamheden, bedoeld in hoofdstuk 9 van de Regeling diervoeders, wordt
verricht. Tot op heden was een vergelijkbare bepaling als afzonderlijk lid
opgenomen in de artikelen 91, onderdeel b, en artikel 94, eerste lid, onderdeel
d. Dit maakte dat de laboratoriumkosten alleen in rekening konden worden
gebracht indien het laboratoriumonderzoek werd uitgevoerd in het kader van de
werkzaamheden, bedoeld in de artikel 91 en 94. Laboratoriumonderzoek kan echter
ook noodzakelijk zijn in het kader van andere werkzaamheden, zoals in het kader
van het verlenen of onderhouden van een erkenning als bedoeld in artikel 10 van
de wet. Op basis van het nieuwe artikel 94a kan dergelijk laboratoriumonderzoek
voortaan in rekening worden gebracht. NVG heeft ten aanzien van deze
laboratoriumkosten nog opgemerkt dat deze relatief hoog zijn in vergelijking
met de kosten die een commercieel laboratorium doorgaans in rekening brengt. In
reactie hierop wordt benadrukt dat de kosten voor monstername en transport voor
commerciële laboratoria doorgaans lager liggen, onder meer vanwege de veelal
beperktere afstanden tot het laboratorium zelf.
Artikel 94c
Anders dan in de veterinaire retributieregeling en de
retributieregelgeving van VWS, en in afwijking van het planningskader van de
VWA, kende de Regeling diervoeders geen uiterste aanmeldtijdstip van
werkzaamheden die op verzoek van de aanvrager worden uitgevoerd in het weekend,
op een nationale erkende feestdag, of op een werkdag in de avond of nacht (dus
buiten openingstijden). Zoals PDV zelf reeds heeft opgemerkt, is het hanteren
van een dergelijk tijdstip van wezenlijk belang voor de planning door de VWA.
Indien de VWA tijdig op de hoogte is van de van haar verwachte werkzaamheden,
kan zij tijdig de benodigde capaciteit regelen en een strakkere planning in
acht nemen. Aangezien het regelen van beschikbare capaciteit voor weekenden en
feestdagen complexer is, is de aanmeldtermijn in dat geval langer en op zes
weken gesteld. Bij inachtneming van een strakkere planning en efficiëntie inzet
van dierenartsen zal ook het bedrijfsleven gebaat zijn, mede daar een en ander
een positieve uitwerking kan hebben op de logistieke processen binnen een
bedrijf.
De werking van het planningskader zal in de tweede helft van
2009 overigens opnieuw geëvalueerd worden, waarbij de mogelijkheid tot
verruiming bestudeerd zal worden.
Deze omissie is hersteld door de introductie van artikel 94c,
eerste lid. Dit sluit aan op het planningskader van de VWA. Overigens wordt op
grond van artikel 95c een toeslag in rekening gebracht voor deze uitvoering van
werkzaamheden buiten openingstijden.
De Regeling diervoeders kende tot op heden evenmin een uiterste
aanmeldtijdstip voor aanvragen tot afgifte van een certificaat, geleidebiljet
of gewaarmerkt afschrift van een certificaat of geleidebiljet, zonder
voorafgaand onderzoek ter plaatse, een en ander overeenkomstig artikel 94,
tweede lid. In het tweede lid van dit nieuwe artikel 94c is nu bepaald wanneer
dergelijke verzoeken tot afgifte uiterlijk bij de VWA moeten zijn ingediend.
Indien dit verzoek niet tijdig is gedaan, alsook indien de werkzaamheden niet
tijdig worden afgemeld, wordt ingevolge artikel 95b of artikel 95d een toeslag
in rekening gebracht.
Artikel 95
Het onderhavige, nieuwe artikel 95 omvat (enkel) de eerste twee
leden van het oude artikel 95. Verder is een onderdeel b ingevoegd (het oude
onderdeel b is nu onderdeel c), waarin is aangegeven wanneer de werkzaamheden
die buiten openingstijden zouden moeten plaatsvinden (ex artikel 94c) uiterlijk
zouden moeten zijn afgemeld indien deze uiteindelijk niet doorgaan of worden
uitgesteld vanwege de aanvrager.
Artikel 95a
Het nieuwe artikel 95a komt inhoudelijk overeen met artikel
95b(oud). Het artikel bepaalt hoe de VWA handelt ingeval werkzaamheden te laat
zijn aangemeld. Werkzaamheden zijn te laat aangemeld, indien het uiterste
aanmeldtijdstip, bedoeld in artikel 84, derde lid, artikel 94c
onderscheidenlijk artikel 104, tweede lid, niet in acht genomen is. Omwille van
de duidelijkheid is het derde lid toegevoegd.
Artikel 95b
Het nieuwe artikel 95b omvat (enkel) de vroegere leden 3 en 4
van artikel 95b(oud). Het betreft de extra retributie (toeslag) die in rekening
wordt gebracht voor de uitvoering van te laat aangemelde werkzaamheden (zie ook
de toelichting bij artikel 95a). Inhoudelijk is van belang dat waar in het oude
vierde lid van het toenmalige artikel 95b een toeslagpercentage per kwartier is
gebruikt, dit percentage is vervangen door een vast bedrag per kwartier. In het
algemeen deel van de onderhavige toelichting is uiteengezet wat de
achtergronden zijn van de omzetting van percentages in vaste bedragen.
Nieuw is voorts de toeslag in artikel 95b, tweede lid,
onderdelen c en d, voor te late aanmelding van werkzaamheden tot afgifte van
certificaten en geleidebiljetten overeenkomstig artikel 94, tweede lid. Een
dergelijke toeslag werd tot op heden niet in rekening gebracht. De te late
aanmelding van deze werkzaamheden brengt echter wel extra kosten voor de VWA
met zich. De VWA heeft dan immers het aangevraagde document opgesteld en
verzendklaar gemaakt, zodat het document de aanvrager tijdig zou bereiken. De
onderhavige toeslag is geïntroduceerd ter dekking van de hiermee gemoeide
kosten.
Artikel 95c
Dit nieuwe artikel 95c komt inhoudelijk overeen met artikel 95a
(oud). Het artikel heeft betrekking op de extra retributie die in rekening
wordt gebracht indien de aangevraagde werkzaamheden buiten openingstijden
plaatsvinden. Ook hier is het vroegere toeslagpercentage vervangen door een
vast bedrag dat bij wijze van toeslag per kwartier dat de werkzaamheden buiten
openingstijden plaatsvinden, in rekening wordt gebracht. In het algemeen deel
van de onderhavige toelichting is reeds uiteengezet wat de achtergronden zijn
van de omzetting van percentages in vaste bedragen en van de stijging van de
toeslag per kwartier.
Artikel 95d
Dit nieuwe artikel 95d komt inhoudelijk grotendeels overeen met
de vroegere leden 3 tot en met 5 van artikel 95(oud). Het artikel ziet op de
extra retributie die in rekening wordt gebracht indien werkzaamheden worden
onderbroken of uitgesteld, of geheel of gedeeltelijk niet plaatsvinden (en de
onderbreking of het uitstel of afstel niet vooraf tijdig bij de VWA is gemeld
overeenkomstig artikel 95 (nieuw).
Gewijzigd is het volgende. In artikel 95(oud), vierde lid, werd
wat betreft de hoogte van de onderhavige toeslag gerefereerd aan het
kwartiertarief dat normaliter in rekening wordt gebracht voor de werkzaamheden
waar het in het desbetreffende geval om gaat. In de onderhavige toeslagbepaling
zelf wordt het bedrag genoemd dat per kwartier in rekening wordt gebracht
(artikel 95d, eerste lid). Dit bevordert de leesbaarheid en de duidelijkheid
van deze bepaling.
Voorts is nu in het tweede lid van artikel 95d de toeslag
opgenomen ingeval de werkzaamheden tot afgifte van certificaten,
geleidebiljetten en gewaarmerkte afschriften van deze documenten overeenkomstig
artikel 94, tweede lid, te laat zijn afgemeld. Deze toeslag kende de Regeling
diervoeders voorheen niet. In de praktijk is echter gebleken dat ingeval de VWA
te laat bericht ontvangt dat het gevraagde document niet meer afgegeven hoeft
te worden, de VWA al kosten heeft gemaakt voor het opstellen van de
(uiteindelijk kennelijk niet meer benodigde) documenten. De nu geïntroduceerde
toeslag dient ter dekking van deze kosten. Uit het derde lid van artikel 95d
vloeit verder voort dat er naast de toeslag géén starttarief in rekening wordt
gebracht indien de werkzaamheden als bedoeld in artikel 94 geheel niet
plaatsvinden. Dit starttarief wordt logischerwijs wél in rekening gebracht
indien de werkzaamheden worden uitgesteld (en dus uiteindelijk wel
plaatsvinden), of indien de werkzaamheden zijn aangevangen maar worden
onderbroken of slechts gedeeltelijk worden verricht. In deze gevallen worden
immers wel reiskosten gemaakt en wordt een aanvang met de werkzaamheden
gemaakt, en is derhalve een starttarief verschuldigd.
De toeslag die in rekening wordt gebracht indien werkzaamheden
worden onderbroken of uitgesteld, of geheel of gedeeltelijk niet plaatsvinden
is ten aanzien van de invoersector verdisconteerd in het gewichtstarief
(artikel 92).
Artikel 95e
Dit nieuwe artikel 95e komt inhoudelijk grotendeels overeen met
het oude artikel 95c. In dit artikel is de extra retributie voor uitloop van
werkzaamheden neergelegd. Ten opzichte van het oude artikel 95c is een aantal
inhoudelijke elementen gewijzigd. Allereerst wordt het in het oude artikel 95c,
tweede lid, onderdeel a, bedoelde bedrag niet langer in rekening gebracht bij
uitloop van werkzaamheden op verzoek. Dit bedrag werd voorheen aangewend om de
VWA-kosten voor wijzigingen in de planning vanwege de uitloop van werkzaamheden
te dekken en is aldus vergelijkbaar met het aanvraagtarief. Dit wordt voortaan
niet meer in rekening gebracht. De redenen voor het niet langer in rekening
brengen van aanvraagtarieven zijn in het algemeen deel van deze toelichting
uiteengezet. In de tweede plaats wordt het in het oude artikel 95c, tweede lid,
onderdeel b, bedoelde starttarief niet meer in rekening gebracht. Ook deze
systematiekwijziging is in het algemeen deel van de onderhavige toelichting
nader belicht.
Ten slotte was in het oude artikel 95c, tweede lid, onderdeel
c, een toeslag opgenomen van 30% van het kwartiertarief dat normaliter voor de
desbetreffende werkzaamheden in rekening wordt gebracht. Dit percentage is
vervangen door een bedrag per kwartier dat overeenkomt met een percentage van
het kwartiertarief van 100%. Hier tegenover staat het hierboven genoemde feit
dat het aanvraag- en starttarief voortaan niet meer in rekening worden gebracht
in deze gevallen. De achtergronden van het vervallen van het starttarief en de
verhoging van de toeslag zijn eveneens in het algemeen deel van deze
toelichting geschetst. De toeslag voor uitloop van werkzaamheden is ten aanzien
van de invoersector verdisconteerd in het gewichtstarief (artikel 92).
§ 10. Administratieve lasten
De tarieven als zodanig worden niet aangemerkt als kosten die
voortvloeien uit bij wet of regelgeving ingevoerde informatieverplichtingen, en
gelden bijgevolg niet als administratieve lasten. Het zijn financiële lasten.
De formele vaststelling van analysemethoden via het nieuwe artikel 99a van de
regeling diervoeders leidt evenmin tot administratieve lasten voor het
bedrijfsleven.
§ 11. Vaste verandermomenten (VVM)
Deze regeling treedt begin juli 2009 in werking. Daarmee wordt
afgeweken van het LNV-beleid van vaste verandermomenten voor regelgeving, die
inhouden dat nieuwe regelingen slechts op 1 januari of 1 juli in werking treden
en publicatie minimaal drie maanden voorafgaand aan inwerkingtreding van de
regeling plaatsvindt. Dit beleid is neergelegd in de brief van de Minister van
LNV van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II
2007/08, 29 515, nr.
243.
De reden voor deze afwijking is dat publicatie per 1 april zou in
de weg hebben gestaan aan een zorgvuldige totstandkoming van de regeling
(inclusief evaluatie, consultatie en voorhang). Bovendien vond in de Tweede
Kamer op 2 juli 2009 nog een plenair debat plaats over het Verslag Algemeen
Overleg (VAO) betreffende de VWA, waardoor publicatie en inwerkingtreding met
ingang van 1 juli 2009 niet opportuun was. Uitstel tot het volgende vaste
verandermoment van 1 januari 2010 (en publicatie drie maanden voorafgaand) zou
tot hoge kosten hebben geleid.
De Minister van
Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit,
G. Verburg.