Regeling vergoedingen van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 14 december 2008, nr. WJZ/8195108, houdende regels inzake de vaststelling van de vergoedingen voor werkzaamheden en diensten van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit voor 2009 (Regeling vergoedingen OPTA 2009)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, derde lid, 5, 5a, eerste lid, 5b, derde lid, en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet, artikel 5 van het Besluit vergoedingen Postwet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet.

Artikel 2

  • 1. Het grensbedrag, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, van het besluit, bedraagt € 20.000.000.

  • 2. Het minimum, bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel b, van het besluit, bedraagt € 2.000.000.

Artikel 3

Voor de kosten van het door het college verrichten van werkzaamheden of diensten zijn met betrekking tot de categorieën en subcategorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage, voor het kalenderjaar 2009 de in de bijlage genoemde vergoedingen verschuldigd.

Artikel 4

  • 1. Indien sprake is van een overdracht van activiteiten als bedoeld in artikel 5b, derde lid, van het besluit, en indien de overdracht van activiteiten heeft plaatsgevonden na het jaar dat op grond van artikel 5c, eerste lid, van het besluit als referentiejaar geldt, wordt de omzet van de vergoedingsplichtige aanbieder gebaseerd op:

    • a. bij een splitsing in de zin van artikel 334a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek: het relevante deel van de omzet van de aanbieder waaruit de vergoedingsplichtige aanbieder is ontstaan;

    • b. bij een overdracht van activiteiten op een andere wijze dan bedoeld in onderdeel a: de omzet van de aanbieder of de aanbieders wiens respectievelijk wier activiteiten zijn overgedragen aan de vergoedingsplichtige aanbieder.

  • 2. Indien sprake is van een overdracht van activiteiten als bedoeld in artikel 5b, derde lid, van het besluit, en indien de overdracht van activiteiten heeft plaatsgevonden in het jaar dat op grond van artikel 5c, eerste lid, van het besluit als referentiejaar geldt, wordt de omzet van de vergoedingsplichtige aanbieder gebaseerd op:

    • a. de omzet van de vergoedingsplichtige aanbieder; en

    • b. de in het eerste lid bedoelde omzet.

  • 3. Als relevant deel van de omzet, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt in aanmerking genomen het gedeelte van de omzet dat betrekking heeft op activiteiten die bij de splitsing zijn overgedragen aan de vergoedingsplichtige aanbieder, voor zover deze activiteiten betrekking hebben op het in Nederland leveren van openbare elektronische communicatienetwerken, openbare elektronische communicatiediensten of bijbehorende faciliteiten.

Artikel 5

  • 1. Indien het bij Koninklijke boodschap van 26 april 2006 ingediende voorstel van wet houdende regels inzake de volledige liberalisering van de postmarkt en de garantie van de universele postdienstverlening (Postwet 20..) (Kamerstukken I 2006/07, 30536, nr. A) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt gedurende het jaar 2009 of per 1 januari 2010, vindt voor de vergoeding voor het toezicht op de concessie post een verrekening plaats aan de hand van de volgende formule:

    Vp09 – GKp09 + (Vp08 – GKp08),

    waarbij

    • Vp09 voorstelt: de voor 2009 in rekening gebrachte en door de concessiehouder betaalde vergoeding voor het toezicht op de postconcessie;

    • GKp09 voorstelt: de voor 2009 tot aan het tijdstip van inwerkingtreding van de eerder genoemde wet gerealiseerde kosten voor het toezicht op de postconcessie;

    • Vp08 voorstelt: de voor 2008 in rekening gebrachte en door de concessiehouder betaalde vergoeding voor het toezicht op de postconcessie;

    • GKp08: de voor 2008 gerealiseerde kosten voor het toezicht op de postconcessie.

  • 2. Het college stelt het te verrekenen bedrag vast en draagt zorg voor de verrekening met de houder van de concessie.

Artikel 6

De jaarlijkse vergoeding voor het toezicht genoemd in de bijlage voor het aanbieden of afgeven van gekwalificeerde certificaten aan het publiek wordt over het eerste jaar van registratie berekend over het aantal aan het publiek afgegeven certificaten per datum van registratie bij het college. Indien registratie heeft plaatsgevonden vóór 2009 geldt 1 januari 2009 als de peildatum voor het vaststellen van het aantal aan het publiek afgegeven certificaten waarover de jaarlijkse vergoeding voor het toezicht wordt berekend.

Artikel 7

Degene die de vergoeding verschuldigd is, behoeft de vergoeding voor werkzaamheden of diensten voor registratie, genoemd in de bijlage onder de categorieën 1 en 3, niet bij vooruitbetaling te voldoen.

Artikel 8

Het kostencalculatiemodel, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van het besluit, wordt door het college bekend gemaakt door middel van ter inzage legging ten kantore van het college.

Artikel 9

De Regeling vergoedingen OPTA 2008 wordt ingetrokken, met dien verstande dat die regeling van toepassing blijft met betrekking tot de in die regeling bedoelde werkzaamheden of diensten die in het kalenderjaar 2008 zijn verricht.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen OPTA 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 december 2008

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk.

BIJLAGE, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 3.

Voor het kalenderjaar 2009 zijn de volgende vergoedingen verschuldigd:

 

Categorie

Vergoeding voor registratie

Jaarlijkse vergoeding voor het toezicht

1

Het aanbieden van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, openbare elektronische communicatiediensten of bijbehorende faciliteiten:

  
 

– als is aangetoond dat de omzet1 in 2007 minder dan € 2.000.000,– bedraagt

€ 250

nihil2

 

– bij een omzet in 2007 van ten minste € 2.000.000,– en ten hoogste € 20.000.000,–

€ 250

€ 8.081

 

– bij een omzet in 2007 van meer dan € 20.000.000,–

€ 250

0,073% van de omzet3

2

Concessie post

 

€ 911.000

3

Het aanbieden of afgeven van gekwalificeerde certificaten aan het publiek (TTP-diensten):

  
 

• met een geldig bewijs van toetsing4:

  
 

– per certificatiedienstverlener

€ 250

 
 

– per aan het publiek afgegeven certificaat

 

€ 0,20

 

• zonder een geldig bewijs van toetsing

  
 

– per certificatiedienstverlener

€ 3.000

 
 

– per aan het publiek afgegeven certificaat

 

€ 0,40

XNoot
1

De in onderdeel 1 bedoelde omzet betreft op grond van artikel 1, onderdeel d, van het besluit de omzet uit het in Nederland leveren van openbare elektronische communicatienetwerken, openbare elektronische communicatiediensten of bijbehorende faciliteiten.

XNoot
2

Indien de aanbieder kan aantonen dat zijn omzet minder bedraagt dan € 2.000.000,– wordt de hoogte van de door hem verschuldigde toezichtsvergoeding op nihil gesteld op grond van artikel 5a, tweede lid, van het besluit.

XNoot
3

Dat wil zeggen 0,073% van de omzet die de aanbieder in 2007 uit het in Nederland leveren van openbare elektronisch communicatienetwerken, openbare elektronische communicatiediensten of bijbehorende faciliteiten heeft gerealiseerd.

XNoot
4

Het betreft het bewijs van toetsing dat wordt afgegeven aan de certificatiedienstverlener door een organisatie die is aangewezen op grond van artikel 18.16, eerste lid, Telecommunicatiewet.

4. Nummers als bedoeld in het ‘Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten’ beginnend met de cijfers:

Omschrijving

Tariefklasse5

01 (m.u.v. 014)

Geografisch

Tariefklasse 2

02

  

03

  

04 (m.u.v. 044)

  

05

  

07

  

014

Netwerkinterne diensten

Tariefklasse 1

044

Europese telefoonnummerruimte

Tariefklasse 1

061

Mobiele telefonie

Tariefklasse 2

062

  

063

  

064

  

065

  

068

  

066

Semafonie

Tariefklasse 2

067

Toegang tot datanetwerken

Tariefklasse 1

0800 kort (8 cijfers)

Gratis informatie kort

Tariefklasse 3

0800 lang (11 cijfers)

Gratis informatie lang

Tariefklasse 4

082

Virtual Private Network (VPN)

Tariefklasse 1

084

087

Persoonlijke assistentdienst

Tariefklasse 2

085

Elektronische communicatie algemeen

Tariefklasse 2

088

Bedrijfsnummers

Tariefklasse 7

090X kort (8 cijfers)

Betaalde informatie kort

Tariefklasse 5

090X lang (11 cijfers)

Betaalde informatie lang

Tariefklasse 6

091

Elektronische communicatie algemeen

Tariefklasse 2

10

Bijzondere korte nummers

Tariefklasse 1

11

  

12

  

13

  

14

  

16

  

18

  

Overige, hierboven niet genoemde nummers van het Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten

 

Tariefklasse 1

XNoot
5

In de tariefklassentabel onder categorie 6 is per tariefklasse aangeduid welke vergoedingen voor het toekennen van nummers en voor het toezicht op het gebruik van nummers is verschuldigd.

5. Overige nummerplannen:

Omschrijving

Tariefklasse

Nummers als bedoeld in het ‘Nummerplan internationale signaleringspuntcodes’

ISPC (internationale puntcode)

Tariefklasse 1

Nummers als bedoeld in het ‘Nummerplan transitnetwerk signaleringspuntcodes”

TSPC (nationale puntcode)

Tariefklasse 1, per octet

(IMSI-nummers)’

MNC (mobiele netwerkcode)

Tariefklasse 1

Nummers als bedoeld in het ‘Nummerplan telexdiensten’

Telex

Tariefklasse 2

Nummers als bedoeld in het ‘Nummerplan voor pakket en circuitgeschakelde datadiensten’

DNIC

Tariefklasse 1, per 1/10 DNIC

6. Overige diensten

Vergoeding

Spoedbehandeling van een nummeraanvraag6

€ 550

Entreegeld loting

€ 200

Entreegeld veiling

€ 200

Verstrekking van gewaarmerkt kopie

€ 25

XNoot
6

Het betreft een behandeling van een nummeraanvraag binnen 24 uur. Spoedbehandeling van een nummeraanvraag is niet in alle gevallen mogelijk.

Tariefklassentabel7

Tarief-klassen

Per aantal nummers

Vergoeding voor het toekennen van nummers

Vergoeding voor het omzetten van een reservering in een toekenning

Jaarlijkse vergoeding voor het toezicht op toegekende nummers

Jaarlijkse vergoeding voor het toezicht op gereserveerde nummers

Tarief klasse 1

1

€ 500

€ 40

€ 80

€ 40

Tarief klasse 2

1000

€ 15 met minimum-bedrag van € 150

€ 2 met minimum-bedrag van € 20

€ 4 met minimum-bedrag van € 40

€ 2 met minimum-bedrag van € 20

Tarief klasse 3

1

€ 75

 

€ 30

 

Tarief klasse 4

1

€ 25

€ 5

€ 10

€ 5

Tarief klasse 5

1

€ 81

 

€ 36

 

Tarief klasse 6

1

€ 27

€ 6

€ 12

€ 6

Tarief klasse 78

100

€ 35

 

€ 4

 
XNoot
7

Het reserveren van nummers is vanaf 15 oktober 2008 niet meer mogelijk ingevolge de inwerkingtreding per die datum van onderdeel C van de Wet van 17 februari 2007 tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met het vaststellen van nadere bepalingen over het gebruik van nummers ter bescherming van de consument (Stb. 2007, 158). Bestaande reserveringen blijven in stand tot drie jaar na de reservering.

XNoot
8

De in tariefklasse 7 genoemde bedragen zijn tevens minimumbedragen indien OPTA besluit nummers in blokken kleiner dan 100 nummers toe te kennen.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

In de onderhavige regeling zijn de vergoedingen vastgesteld die door het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (verder: OPTA) in rekening zullen worden gebracht voor door OPTA jegens een marktpartij verrichte of te verrichten werkzaamheden of diensten die voortvloeien uit de Telecommunicatiewet. De vergoedingen betreffende de Telecommunicatiewet worden onderscheiden naar de categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten die zijn genoemd in artikel 4, tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet. Sommige van deze categorieën worden weer verdeeld in subcategorieën.

Op basis van artikel 3, eerste lid, onder a, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet worden directe en indirecte kosten die worden toegerekend aan de betreffende categorieën en subcategorieën geraamd voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Uitgangspunt is een zo volledig mogelijke kostendekking door middel van doorberekening van de geraamde kosten per categorie. De verdeling van de kosten binnen een (sub)categorie geschiedt op basis van het aantal registraties, de relatieve omzet van aanbieders, het aantal aanbieders met een omzet binnen een bepaalde bandbreedte, het aantal afgegeven certificaten, c.q. het aantal toegekende en gereserveerde nummers binnen die (sub)categorie. Indien na afloop van een kalenderjaar blijkt dat de gerealiseerde kosten en opbrengsten afwijken van de geraamde kosten en opbrengsten, komt het positieve of negatieve saldo ten goede aan respectievelijk ten laste van de balanspost “te verrekenen met de markt” (voorheen de zogenaamde tarievenbestemmingsreserve van OPTA.) Dit saldo wordt betrokken bij de vaststelling van de vergoedingen voor latere jaren.

De kosten van de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en van de beoordeling van ontwerpen van regelgeving, z.g. uitvoeringstoetsen, worden niet doorberekend. Dit is in lijn met het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het in het kader van de operatie marktwerking deregulering en wetgevingskwaliteit (MDW) opgesteld rapport “Maat houden, een kader voor doorberekening van toelatings- en handhavingskosten” (Kamerstukken II 1995/96, 24 036, nr. 22). Dit vloeit ook voort uit het feit dat deze werkzaamheden niet als werkzaamheden of diensten in de zin van artikel 16.1 Telecommunicatiewet kunnen worden aangemerkt.

2. De hoogte van de vergoedingen

In de toelichting bij artikel 3 wordt ingegaan op de specifieke wijzigingen in de hoogte van de vergoedingen voor 2009 ten opzichte van de vergoedingen die zijn vastgesteld in de Regeling vergoedingen OPTA 2008. Bij het bepalen van de hoogte van de vergoedingen is uitgegaan van de begroting van OPTA voor 2009, zoals goedgekeurd door de Staatssecretaris.

3. Administratieve lasten

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten van vergoedingsplichtige marktpartijen.

II. Artikelsgewijs

Artikel 2

In dit artikel zijn overeenkomstig de Regeling vergoedingen OPTA 2008 de minimale en de maximale omzet voor aanbieders die een forfaitaire vergoeding verschuldigd zijn, bepaald op € 2 miljoen respectievelijk € 20 miljoen. Bij de bepaling van de bovengrens van € 20 miljoen heeft voorop gestaan dat het grootste deel van de relevante toezichtskosten naar rato van omzet wordt omgeslagen over de grote partijen door middel van een vergoeding die een promillage van de omzet bedraagt. De overige kosten worden gelijkelijk (onafhankelijk van de omzet) toegerekend aan de kleine en middelgrote bedrijven. Het omzetbedrag waaronder de vergoeding op nihil wordt gesteld (€ 2 miljoen), dient ertoe zeer kleine aanbieders te ontlasten, mede om te voorkomen dat de vergoeding de toegang tot de markt kan belemmeren.

Artikel 3

In dit artikel wordt voor een aanduiding van de vergoedingen die per categorie of subcategorie van gelijksoortige werkzaamheden of diensten in rekening worden gebracht verwezen naar de bijlage. De vergoedingen bestaan uit eenmalige vergoedingen voor werkzaamheden of diensten van OPTA ter uitvoering van de Telecommunicatiewet en uit vergoedingen voor het toezicht door OPTA op de naleving van de Telecommunicatiewet die jaarlijks in rekening worden gebracht. De per categorie en subcategorie geraamde directe en indirecte kosten van deze werkzaamheden en diensten worden vertaald in een desbetreffende vergoeding, rekening houdend met het aantal keren dat de vergoeding naar verwachting zal worden opgelegd.

De vergoedingen die in 2009 in rekening worden gebracht voor toezicht betreffende de marktcategorie elektronische communicatie zijn 4% lager dan in 2008. Dit geldt voor aanbieders in alle omzetklassen. De oorzaak is gelegen in de lagere begrote kosten.

Mogelijk treedt het voorstel van wet houdende regels inzake de volledige liberalisering van de postmarkt en de garantie van de universele postdienstverlening (Postwet 20..) (Kamerstukken I 2006/07, 30536, nr. A) (hierna: wetsvoorstel Postwet), waarvoor een voorstel thans wordt behandeld door de Eerste Kamer, in de loop van 2009 in werking. Vooralsnog is bij de opstelling van deze regeling uitgegaan van de uitvoering van de huidige Postwet en is de vergoeding voor de postconcessie bepaald op basis van de voor geheel 2009 geraamde kosten. Zoals toegelicht bij artikel 5 vindt een compensatie plaats indien het wetsvoorstel Postwet in de loop van 2009 in werking treedt.

De hoogte van de vergoeding voor de postconcessie is aanmerkelijk gestegen in vergelijking met de vergoeding voor de afgelopen jaren. Allereerst is het bedrag voor 2009 met € 25.000 verhoogd in verband met tekorten uit 2007. De vergoeding voor de postconcessie kon in 2007 en 2008 relatief laag zijn omdat een overschot uit voorgaande jaren is betrokken bij de vaststelling van de vergoeding 2007 respectievelijk omdat OPTA in 2008 te maken had met een onderbezetting. De verhoging van de vergoeding is hiernaast te wijten aan hogere geraamde kosten als gevolg van diverse ontwikkelingen. Naast een stijging van de loonkosten als gevolg van CAO-afspraken bevat de raming voor de postconcessie een kostenstijging in verband met een voorgenomen toename van toezichtswerkzaamheden. Het betreft onder meer een marktonderzoek en deelname aan internationaal overleg met toezichthouders van andere lidstaten van de Europese Unie over het toezicht op de postsector. Verder is van belang dat bepaalde werkzaamheden moeten worden verricht in het geval van invoering van het wetsvoorstel Postwet terwijl tegelijkertijd in samenhang met het uitstel van het tijdstip van de liberalisering is voorzien in een verhoogde inzet op de naleving van de monopoliegrenzen in de huidige Postwet.

De tarieven voor het toezicht op de verlening van TTP-diensten blijven in 2009 op hetzelfde niveau als vorig jaar.

Voorts zijn de vergoedingen voor toekenning en toezicht op betaalde informatienummers (090X-nummers) enigszins verhoogd in verband met de aanscherping van het wettelijke regime voor deze nummers. De vergoedingen voor overige nummers blijven ongewijzigd.

Tenslotte is in de bijlage een vergoeding vastgesteld voor het verstrekken van een gewaarmerkt kopie. De aanleiding hiervoor is dat in een aantal gevallen degene aan wie een nummer is toegekend verzoekt om een afschrift van de toekenningsbeschikking. Een dergelijk verzoek wordt gedaan indien de beschikking bij betrokkene is zoekgeraakt en hij tegenover derden wil kunnen aantonen dat hij gerechtigd is tot het gebruik van het nummer. De vergoeding geldt ongeacht of slechts een of enkele pagina's worden verstrekt.

Artikel 4

Dit artikel bevat een nadere regeling voor de wijze waarop de omzet moet worden bepaald indien de vergoedingsplichtige aanbieder recentelijk de activiteiten van een andere aanbieder heeft overgenomen, voor zover de desbetreffende registratie op grond van artikel 2.1 van de Telecommunicatiewet daarbij is overgegaan. Op grond van artikel 5b, derde lid, wordt de hoogte van de vergoeding dan bepaald met inachtneming van de omzet van de aanbieder of aanbieders waaruit de vergoedingsplichtige aanbieder is voortgekomen. Voor de oplegging van een vergoeding voor jaar t geldt jaar t-2 als referentiejaar en indien de overdracht van activiteiten plaats heeft gevonden in jaar t-1, is alleen de omzet van die voorgaande aanbieder of aanbieders relevant. Op deze situatie heeft het eerste lid betrekking. Indien de overdracht van activiteiten heeft plaatsgevonden in jaar t-2, dient de omzet van de voorgaande aanbieder of aanbieders tot het tijdstip van overdracht te worden samengeteld met de omzet die de vergoedingsplichtige aanbieder vanaf dat tijdstip heeft behaald. Het tweede lid heeft op deze situatie betrekking.

Bij een splitsing vindt een overdracht van activiteiten plaats aan meer dan één aanbieder. De omzet van het gesplitste bedrijf dient dan naar rato van de overgedragen activiteiten te worden betrokken bij de omzetbepaling in het kader van de toezichtsvergoeding. Deze maatstaf is in het derde lid tot uitdrukking gebracht. Bij andere gevallen van overdracht van activiteiten, zoals in geval van fusie, dient de omzet van het bedrijf dat de activiteiten heeft overgedragen ten volle te worden betrokken bij de omzetbepaling, althans voor zover deze activiteiten betrekking hebben op het in Nederland aanbieden van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, openbare elektronische communicatiediensten of bijbehorende faciliteiten.

Artikel 5

Het wetsvoorstel Postwet is in behandeling bij de Eerste Kamer. Het kan zijn dat dit wetsvoorstel, na aanvaarding door de Eerste Kamer, in de loop van 2009 in werking treedt. Alsdan verandert het wettelijke stelsel en ook de werkzaamheden van OPTA ter uitvoering daarvan. Het nieuwe wettelijke stelsel bevat een grondslag voor de doorberekening van kosten van OPTA ter uitvoering van het wetsvoorstel Postwet die worden gemaakt vanaf de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. Gelet hierop dient een voorziening te worden getroffen opdat de vergoeding voor de postconcessie die is gebaseerd op de voor 2009 geraamde kosten van OPTA, wordt gematigd. Anders zou de concessiehouder een vergoeding verschuldigd zijn die betrekking heeft op een kalenderjaar terwijl de concessie in de loop van het jaar is komen te vervallen.

Bij de vaststelling van de vergoeding wordt in het algemeen mede rekening gehouden met een eventueel overschot of tekort dat in een voorgaand jaar is ontstaan doordat de geraamde kosten en de geïnde vergoedingen meer, respectievelijk minder bedroegen dan de gerealiseerde kosten. Bij de overgang van de huidige Postwet naar het wetsvoorstel Postwet is een dergelijke verrekening niet mogelijk omdat de aard van de werkzaamheden voor en na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Postwet verschillen. Dit maakt het noodzakelijk thans te voorzien in een verrekening van een dergelijk tekort of overschot over 2008 en 2009, althans een deel van 2009.

Met het oog hierop is in artikel 5, eerste lid, bepaald dat bij de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Postwet in de loop van 2009 of per 1 januari 2010 een verrekening plaatsvindt ten aanzien van eventuele overschotten of tekorten, ontstaan doordat de gerealiseerde kosten in 2008 en 2009 lager, respectievelijk hoger waren dan geraamd. Deze verrekening omvat derhalve zowel de voornoemde compensatie in verband met de kortere duur van het op de concessiehouder uitgeoefende toezicht als de verrekening van het verschil tussen geraamde en feitelijk gerealiseerde kosten.

Op grond van het tweede lid wordt het bedrag van de verrekening door OPTA vastgesteld waarna de feitelijke verrekening met de concessiehouder kan plaatsvinden.

Artikel 6

De hoogte van de toezichtsvergoeding voor certificatiedienstverleners is gerelateerd aan het aantal aan het publiek afgegeven certificaten. In dit artikel is nader aangeduid op welk tijdstip dit aantal dient te worden bepaald.

Artikel 7

Ingevolge artikel 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet dient de vergoeding door degene die de vergoeding is verschuldigd, bij vooruitbetaling te worden voldaan, tenzij hiervan wordt afgeweken bij ministeriële regeling. Evenals in de Regeling vergoedingen OPTA 2008 wordt in de onderhavige regeling bepaald dat vooruitbetaling niet is vereist ten aanzien van vergoedingen voor registratie inzake elektronische communicatie en TTP-diensten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk.

Naar boven