Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2025, 386 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2025, 386 | AMvB |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 september 2025, nr. 2025-0000532625;
Gelet op de artikelen 56, eerste, tweede en zevende lid, 78, eerste, tweede en zevende lid, 92, 120, vierde lid, en 121, derde lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 oktober 2025, nr. W04.25.00261/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 31 oktober 2025, nr. 2025-0000602001;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. De tabel in het eerste lid wordt vervangen door:
|
Gezaghebber |
|
|---|---|
|
Klasse |
Bezoldiging |
|
1 |
USD 73.586 |
|
2 |
USD 87.603 |
|
3 |
USD 101.618 |
|
4 |
USD 115.634 |
|
5 |
USD 129.651 |
2. De tabel in het tweede lid wordt vervangen door:
|
Eilandgedeputeerde |
|
|---|---|
|
Klasse |
Bezoldiging |
|
1 |
USD 65.607 |
|
2 |
USD 74.817 |
|
3 |
USD 84.027 |
|
4 |
USD 93.237 |
|
5 |
USD 102.446 |
3. De tabel in het derde lid wordt vervangen door:
|
Eilandsraadslid |
||
|---|---|---|
|
Klasse |
Vergoeding |
Tegemoetkoming in de kosten |
|
1 |
USD 9.307 |
USD 1.369 |
|
2 |
USD 10.493 |
USD 1457 |
|
3 |
USD 11.680 |
USD 1.548 |
|
4 |
USD 12.865 |
USD 1.640 |
|
5 |
USD 14.052 |
USD 1.728 |
B
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. De tabel in het eerste lid wordt vervangen door:
|
Gezaghebber |
|
|---|---|
|
Klasse |
Bezoldiging |
|
1 |
USD 74.690 |
|
2 |
USD 88.917 |
|
3 |
USD 103.142 |
|
4 |
USD 117.369 |
|
5 |
USD 131.596 |
2. De tabel in het tweede lid wordt vervangen door:
|
Eilandgedeputeerde |
|
|---|---|
|
Klasse |
Bezoldiging |
|
1 |
USD 66.591 |
|
2 |
USD 75.939 |
|
3 |
USD 85.287 |
|
4 |
USD 94.636 |
|
5 |
USD 103.983 |
3. De tabel in het derde lid wordt vervangen door:
|
Eilandsraadslid |
||
|---|---|---|
|
Klasse |
Vergoeding |
Tegemoetkoming in de kosten |
|
1 |
USD 9.447 |
USD 1.390 |
|
2 |
USD 10.650 |
USD 1.479 |
|
3 |
USD 11.855 |
USD 1.571 |
|
4 |
USD 13.058 |
USD 1.665 |
|
5 |
USD 14.263 |
USD 1.754 |
C
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. De tabel in het eerste lid wordt vervangen door:
|
Gezaghebber |
|
|---|---|
|
Klasse |
Bezoldiging |
|
1 |
USD 75.810 |
|
2 |
USD 90.251 |
|
3 |
USD 104.689 |
|
4 |
USD 119.130 |
|
5 |
USD 133.570 |
2. De tabel in het tweede lid wordt vervangen door:
|
Eilandgedeputeerde |
|
|---|---|
|
Klasse |
Bezoldiging |
|
1 |
USD 67.590 |
|
2 |
USD 77.078 |
|
3 |
USD 86.566 |
|
4 |
USD 96.056 |
|
5 |
USD 105.543 |
3. De tabel in het derde lid wordt vervangen door:
|
Eilandsraadslid |
||
|---|---|---|
|
Klasse |
Vergoeding |
Tegemoetkoming in de kosten |
|
1 |
USD 9.589 |
USD 1.411 |
|
2 |
USD 10.718 |
USD 1.501 |
|
3 |
USD 12.033 |
USD 1.595 |
|
4 |
USD 13.254 |
USD 1.690 |
|
5 |
USD 14.477 |
USD 1.780 |
D
In artikel 6a, eerste lid, wordt «74 USD» vervangen door «USD 91».
E
In artikel 6a, eerste lid, wordt «USD 91» vervangen door «USD 92».
F
In artikel 6a, eerste lid, wordt «USD 92» vervangen door «USD 93».
G
Aan artikel 7 wordt toegevoegd «Als de bezoldiging niet met een voor alle ambtenaren gelijk percentage wijzigt, wordt voor de toepassing van dit artikel uitgegaan van het percentage waarmee de bezoldiging gemiddeld wijzigt of het percentage dat met toepassing van artikel 2.2 van het Besluit overlegstelsel BES is afgesproken.»
H
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. De tabel in het eerste lid wordt vervangen door:
|
Lid commissie eilandsraad |
|
|---|---|
|
Klasse |
Vergoeding per vergadering |
|
1 |
USD 72 |
|
2 |
USD 78 |
|
3 |
USD 82 |
|
4 |
USD 86 |
|
5 |
USD 91 |
2. Aan het vierde lid wordt toegevoegd: «Als de bezoldiging niet met een voor alle ambtenaren gelijk percentage wijzigt, wordt voor de toepassing van dit lid uitgegaan van het percentage waarmee de bezoldiging gemiddeld wijzigt of het percentage dat met toepassing van artikel 2.2 van het Besluit overlegstelsel BES is afgesproken.»
I
De tabel in artikel 9, eerste lid, wordt vervangen door:
|
Lid commissie eilandsraad |
|
|---|---|
|
Klasse |
Vergoeding per vergadering |
|
1 |
USD 73 |
|
2 |
USD 79 |
|
3 |
USD 83 |
|
4 |
USD 87 |
|
5 |
USD 92 |
J
De tabel in artikel 9, eerste lid, wordt vervangen door:
|
Lid commissie eilandsraad |
|
|---|---|
|
Klasse |
Vergoeding per vergadering |
|
1 |
USD 74 |
|
2 |
USD 80 |
|
3 |
USD 84 |
|
4 |
USD 88 |
|
5 |
USD 93 |
K
Artikel 15, zesde lid, komt te luiden:
6. In het geval, bedoeld in het eerste lid, onder c, alsmede indien de gezaghebber of de eilandgedeputeerde binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar geen opgave of verklaring als bedoeld in het eerste lid heeft ingezonden of niet heeft voldaan aan het vijfde lid, en het bestuurscollege niet uit anderen hoofde kan vaststellen tot welk bedrag er verrekend moet worden, stelt het bestuurscollege de bezoldiging over het afgelopen jaar vast op 65% van de bezoldiging op jaarbasis.
L
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste en tweede lid vervallen, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot eerste tot en met derde lid.
2. In het eerste lid (nieuw) wordt «artikel 91 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba» vervangen door «artikel 90 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba».
3. In het tweede lid (nieuw) wordt «bedoeld in het derde lid» vervangen door «bedoeld in het eerste lid» en wordt «is dit besluit» vervangen door «zijn de bepalingen in dit besluit, voor zover die betrekking hebben op de rechtspositie van de gezaghebber,».
4. In het derde lid (nieuw) wordt «het derde lid» vervangen door «het eerste lid» en wordt «het vierde lid» vervangen door «het tweede lid».
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdelen C, F en J, die in werking treden met ingang van 1 januari 2026.
2. Artikel I, onderdelen A, D en H, werken terug tot en met 1 januari 2024.
3. Artikel I, onderdelen B, E en I, werken terug tot en met 1 januari 2025.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 4 november 2025
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Herstel Groningen, Koninkrijksrelaties en Digitalisering, E. van Marum
Uitgegeven de vierentwintigste november 2025
De Minister van Justitie en Veiligheid, F. van Oosten
In december 2023 is in het Sectoroverleg Caribisch Nederland op Bonaire tussen de vertegenwoordiger van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de vertegenwoordigers van de vakorganisaties ABVO, ACOM, NAPB en STrAF overeenstemming bereikt over een nieuw loongebouw voor het overheidspersoneel in dienst van de Rijksdienst Caribisch Nederland (hierna: RCN). Op 13 december 2023 is de arbeidsvoorwaardenovereenkomst Rijksambtenaren Caribisch Nederland over de periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026 (hierna: Cao CN 2024–2026) definitief vastgesteld.
Ingevolge artikel 7 van het Rechtspositiebesluit politieke gezagdragers BES (hierna: het rechtspositiebesluit) worden de bedragen voor de bezoldiging van de gezaghebbers en de eilandgedeputeerden, de bedragen voor de vergoeding voor de werkzaamheden en de tegemoetkoming in de kosten voor de eilandsraadsleden en het maximumbedrag voor de vergoeding per vergadering voor de leden van het kiescollege bij ministeriële regeling gewijzigd wanneer de bezoldiging van de Rijksambtenaren BES wijziging ondergaat. Hetzelfde geldt ingevolge artikel 9, vierde lid, van het rechtspositiebesluit voor de maximumbedragen voor de vergoeding per vergadering voor de leden van commissies.
In de Cao CN 2024–2026 is echter niet, zoals gebruikelijk, een vast verhogingspercentage voor alle salarissen vastgesteld, maar is een geheel nieuw, enigszins genivelleerd, loongebouw overeengekomen. In het nieuwe loongebouw stijgen de verschillende bezoldigingsbedragen met verschillende percentages: de lage bedragen stijgen met een veel hoger percentage dan de hoge bedragen. Hierdoor is geen sprake van één generiek percentage dat één op één kan worden overgenomen voor de verhoging van het beloningsniveau van politieke gezagdragers, maar dient een vertaalslag te worden gemaakt.
Deze vertaalslag is gemaakt door het beloningsniveau van de gezaghebbers, de eilandgedeputeerden en de eilandsraadsleden in inwonersklassen 1 tot en met 5 te paren met het meest nabijgelegen maandelijkse loon van ambtenaren in dienst van RCN. Zo was in het jaar 2023 de maandelijkse bezoldiging van een gezaghebber in inwonersklasse 1 (USD 5.672) het meest nabijgelegen bij het maandelijkse loon van een ambtenaar van RCN ingeschaald in schaal 14, trede 3 (USD 5.699). Vervolgens is gekeken naar het stijgingspercentage van dit loon tussen 2023 (USD 5.699) en 2024 (USD 6.365) naar aanleiding van de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor RCN-medewerkers. In dit geval betreft het een stijgingspercentage van 11,69%. Deze werkwijze – het «paren» van de bezoldiging van gezaghebbers met het meest nabijgelegen maandelijkse loon van ambtenaren in dienst van RCN en vervolgens het inzichtelijk maken van het stijgingspercentage van dit loon tussen 2023 en 2024 – is vervolgens ook gevolgd voor de bedragen die gelden voor inwonersklassen 2 tot en met 5. Voor de berekening van de uiteindelijke percentuele verhoging van het beloningsniveau van de gezaghebbers in alle vijf inwonersklassen is het gemiddelde genomen van de stijgingspercentages van de ambtenarensalarissen tussen 2023 en 2024. In tabel 1 wordt de besproken exercitie voor de gezaghebbers inzichtelijk gemaakt.
|
Gezaghebber |
Per jaar |
Per maand |
Ambt. schaal en trede |
Ambt. bedrag 2023 |
Ambt. bedrag 2024 |
Verschil ambt. 2023–2024 |
|---|---|---|---|---|---|---|
|
Klasse 1 |
68.060 |
5.672 |
14, tr. 3 |
5.699 |
6.365 |
11,69% |
|
Klasse 2 |
81.024 |
6.752 |
15, tr. 5 |
6.738 |
7.410 |
9,97% |
|
Klasse 3 |
93.986 |
7.832 |
16, tr. 8 |
7.814 |
8.370 |
7,12% |
|
Klasse 4 |
106.950 |
8.913 |
17, tr. 11 |
8.912 |
9.470 |
6,26% |
|
Klasse 5 |
119.915 |
9.993 |
17, tr. 15 |
9.388 |
9.910 |
5,56% |
|
Gemiddeld |
8,12% |
Dezelfde werkwijze is gehanteerd, en weergegeven in tabel 2, voor het berekenen van de percentuele verhoging van het beloningsniveau van de eilandgedeputeerden naar aanleiding van de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor RCN-medewerkers.
|
Eiland-gedeputeerde |
Per jaar |
Per maand |
Ambt. schaal en trede |
Ambt. bedrag 2023 |
Ambt. bedrag 2024 |
Verschil ambt. 2023–2024 |
|---|---|---|---|---|---|---|
|
Klasse 1 |
59.621 |
4.968 |
12, tr. 11 |
4.969 |
5.580 |
12,30% |
|
Klasse 2 |
67.991 |
5.666 |
13, tr. 11 |
5.654 |
6.345 |
12,22% |
|
Klasse 3 |
76.360 |
6.363 |
14, tr. 10 |
6.346 |
7.030 |
10,78% |
|
Klasse 4 |
84.730 |
7.061 |
16, tr. 1 |
7.056 |
7.600 |
7,71% |
|
Klasse 5 |
93.099 |
7.758 |
16, tr. 7 |
7.706 |
8.260 |
7,19% |
|
Gemiddeld |
10,04% |
De beschreven werkwijze is niet direct geschikt voor de aanpassing van de vergoeding voor de werkzaamheden voor leden van de eilandsraad. Deze vergoeding ligt namelijk een stuk lager. Daarnaast is het lidmaatschap van een lid van de eilandsraad een neven- of deeltijdfunctie. Gemiddeld besteden eilandsraadsleden 16 tot 20 uur per week aan het raadswerk. Dat is ongeveer 0,5 FTE (50% van de tijd van een voltijdsfunctie). De salarisbedragen van de Rijksambtenaren BES zijn daarentegen berekend op voltijdsdienstverbanden. Om een zinvolle vergelijking te kunnen maken met de loonontwikkeling van ambtenaren BES wordt de vergoeding per maand voor de eilandsraadsleden daarom eerst fictief verdubbeld. Vervolgens wordt de eerder beschreven werkwijze alsnog toegepast, zoals weergegeven in tabel 3.
|
Eilands-raadslid |
Per jaar |
Per maand x2 |
Ambt. schaal en trede |
Ambt. bedrag 2023 |
Ambt. bedrag 2024 |
Verschil ambt. 2023–2024 |
|---|---|---|---|---|---|---|
|
Klasse 1 |
6.505 |
(542)2=1.084 |
1, tr. 1 |
1.056 |
– |
– |
|
Klasse 2 |
7.334 |
(611)2=1.222 |
1, tr. 10 |
1.217 |
1.905 |
56,53% |
|
Klasse 3 |
8.164 |
(680)2=1.360 |
2, tr. 10 |
1.351 |
1.995 |
47,67% |
|
Klasse 4 |
8.992 |
(749)2=1.498 |
3, tr. 8 |
1.495 |
1.995 |
33,44% |
|
Klasse 5 |
9.822 |
(819)2=1.638 |
3, tr. 13 |
1.649 |
2.220 |
34,63% |
|
Gemiddeld |
43,07% |
Naar aanleiding van de Cao CN 2024–2026 dienen de bezoldigingsbedragen per 1 januari 2024 voor de gezaghebbers dus met 8,12%, voor de eilandgedeputeerden met 10,04% en voor de eilandsraadsleden met 43,07% te worden verhoogd. De nieuwe bedragen zijn in de tabellen in artikel 6, eerste, tweede en derde lid, opgenomen.
Bij het sluiten van de arbeidsvoorwaardenovereenkomst is daarnaast door partijen afgesproken om overige toelagen en vergoedingen per 1 januari 2024 met 12% te verhogen. Het stijgingspercentage van 12% wordt in het onderhavige geval toegepast voor het bedrag van de tegemoetkoming in de kosten voor de eilandsraadsleden (artikel 6, derde lid), voor het maximumbedrag van de vergoeding per vergadering voor de leden van het kiescollege (artikel 6a, eerste lid) en voor de maximumbedragen van de vergoeding per vergadering voor de leden van commissies (artikel 9, eerste lid).
Daarnaast zijn de in de artikelen 7 en 9, vierde lid, van het rechtspositiebesluit opgenomen grondslagen om bedragen met de loonontwikkeling van Rijksambtenaren BES mee te laten groeien in die zin aangevuld dat, als de bezoldiging niet met een voor alle ambtenaren gelijk percentage wijzigt, bij de verhoging van de desbetreffende vergoedingen wordt uitgegaan van het percentage waarmee de bezoldiging gemiddeld wijzigt dan wel het percentage dat in het sectoroverleg is afgesproken. Hiermee kunnen de bedragen in de toekomst in een vergelijkbare situatie als de onderhavige direct bij ministeriële regeling worden aangepast.
Ten slotte strekt onderhavig besluit tot het formaliseren van de afspraak uit de Cao CN 2024–2026 om de salarissen en overige vergoedingen – op gelijke voet met RCN-medewerkers – per 1 januari 2025 structureel te verhogen met 1,5% en per 1 januari 2026 nog eens met 1,5%.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen heeft voor de regeldruk.
Deze onderdelen behelzen de verhogingen van de in artikel 6 genoemde bedragen, namelijk de bezoldiging van de gezaghebber (eerste lid) en de eilandgedeputeerden (tweede lid) evenals de vergoeding voor de werkzaamheden en de tegemoetkoming in de kosten voor leden van de eilandsraad (derde lid). Zoals toegelicht in het algemeen deel worden naar aanleiding van de Cao CN 2024–2026 de bedragen met wisselende percentages verhoogd per 1 januari 2024 (onderdeel A) en nogmaals met 1,5% per 1 januari 2025 (onderdeel B) respectievelijk per 1 januari 2026 (onderdeel C).
De maximale vergoeding voor kiescollegeleden voor het bijwonen van de vergaderingen van het kiescollege wordt in deze onderdelen verhoogd. Bij de introductie van de kiescolleges is ten aanzien van de vergoeding voor de leden ervan aansluiting gezocht bij de maximale vergoeding voor leden van een eilandsraadscommissie (Stb. 2018, 215). Sinds 2019 is de maximale vergoeding voor kiescollegeleden niet meer verhoogd, maar thans wordt wederom aangesloten bij de hoogste vergoeding voor commissieleden op grond van artikel 9, eerste lid, namelijk per 1 januari 2024 USD 91, per 1 januari 2025 USD 92 en per 1 januari 2026 USD 93 (zie onderdelen H, I en J).
Dit onderdeel behelst het aanvullen van de grondslag in artikel 7 voor het bij ministeriële regeling mee laten groeien van de bezoldigingsbedragen en bedragen van vergoedingen voor politieke gezagdragers met de loonontwikkeling van ambtenaren in dienst van RCN. In navolging van een recente wijziging van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES (Stb. 2024, 281) wordt de grondslag in dit artikel in die zin aangevuld dat, als de bezoldiging van ambtenaren niet met een voor alle ambtenaren gelijk percentage wijzigt, bij de verhoging van de in artikel 7 bedoelde bedragen wordt uitgegaan van het percentage waarmee de bezoldiging gemiddeld wijzigt dan wel het percentage dat in het Sectoroverleg Caribisch Nederland is afgesproken. Hiermee kunnen de bedragen in de toekomst in een vergelijkbare situatie als de onderhavige bij ministeriële regeling worden aangepast.
De maximale aan leden van een eilandsraadscommissie toe te kennen bedragen worden ingevolge onderdeel H per 1 januari 2024 verhoogd met het in het sectoroverleg afgesproken percentage van 12%. Ook de grondslag in het vierde lid om de vergoeding met de loonontwikkeling mee te laten stijgen wordt aangevuld om in een toekomstige vergelijkbare situatie de bedragen bij ministeriële regeling te kunnen wijzen (zie ook de artikelsgewijze toelichting bij onderdeel G). De onderdelen I en J betreffen de verhoging van de maximumbedragen met 1,5% per 1 januari 2025 respectievelijk 1 januari 2026.
In artikel 15 is geregeld op welke wijze gegevens over de neveninkomsten van de gezaghebber of de eilandgedeputeerde moeten worden verstrekt en wat de gevolgen zijn van het niet-verstrekken van deze gegevens. Onderdeel K strekt ertoe om in navolging van een recente wijziging van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers (Stb. 2025, 4) het zesde lid van artikel 15 te verduidelijken. De maximale korting van 35% van de bezoldiging, bedoeld in het zesde lid, is een uitvloeisel van de verrekensystematiek van artikel 3 van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de verrekensystematiek waarnaar in de artikelen 56 en 78 van de WolBES wordt verwezen. De feitelijke verrekening met de bezoldiging vindt plaats door het bestuurscollege. Het ministerie van BZK biedt al sinds 2013 een applicatie aan waarmee de bestuurscolleges worden ondersteund bij de berekening van de toe te passen verrekening. Deze applicatie kent een deadline voor het gebruik ervan. Indien deze wordt overschreden, worden de bestuurscolleges geadviseerd de maximale korting toe te passen van 35% van de bezoldiging. Deze situatie komt vaker voor dan de twee specifieke situaties in de huidige redactie waarin tot deze maximale korting kon worden overgegaan. Thans wordt verduidelijkt dat het bestuurscollege geen maximale korting hoeft toe te passen als het na sluiting van de applicatie toch alle informatie heeft; bijvoorbeeld doordat de politieke gezagdrager alsnog met de verklaring komt dat geen sprake is geweest van neveninkomsten. Deze wijziging betreft een verduidelijking van de bestaande bepaling.
Met dit onderdeel komen in artikel 16 verouderde bepalingen te vervallen en wordt een incorrecte verwijzing naar de WolBES gecorrigeerd in verband met een ingrijpende wijziging van de vervangingsregeling voor gezaghebbers per 1 februari 2016. De verouderde eerste twee leden regelden de vergoedingen voor de waarneming van de gezaghebber door een eilandgedeputeerde of een eilandsraadslid. Deze mogelijkheid van vervanging door een eilandgedeputeerde of een eilandsraadslid, destijds opgenomen in artikel 90 van de WolBES, is per 1 februari 2016 komen te vervallen; zodoende evenals per onderhavig besluit de eerste twee leden van artikel 16. Een regeling ten aanzien van de Rijksvertegenwoordiger, die voorheen in artikel 91 van de WolBES was opgenomen, is naar artikel 90 van de WolBES verplaatst: het is sindsdien uitsluitend de verantwoordelijkheid van de Rijksvertegenwoordiger om een waarnemend gezaghebber aan te wijzen of om zelf in de waarneming te voorzien. De verwijzing in het nieuwe eerste lid, voorheen derde lid, van artikel 16 is thans aangepast van artikel 91 naar artikel 90 van de WolBES. Bij externe vervanging is de afgelopen jaren in de praktijk – vooruitlopend op deze correctie van de verwijzing naar de WolBES – voor de vergoeding en overige emolumenten van de vervanger artikel 16 van het Rechtspositiebesluit op de bedoelde, in onderhavig besluit geformaliseerde, wijze toegepast.
Aan artikel I, onderdelen A, D en H, is terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2024, zijnde de datum van inwerkingtreding van de Cao CN 2024–2026. De overeengekomen stijging van de bezoldiging en vergoedingen per 1 januari 2025 is in de onderdelen B, E en I geformaliseerd, en de stijging per 1 januari 2026 in de onderdelen C, F en J. De terugwerkende kracht van de genoemde onderdelen is niet bezwaarlijk, aangezien de wijzigingen een begunstigende werking voor de betrokkenen hebben.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Herstel Groningen, Koninkrijksrelaties en Digitalisering, E. van Marum
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2025-386.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.