Besluit van 17 december 2021 tot wijziging van onder andere het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB in verband met de uitwerking van het taalschakeltraject als opleiding educatie en de onderwijsroute in het inburgeringsstelsel

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 7 oktober 2021, nr. WJZ/29289938 (163515), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op de artikelen 7.4.3, eerste lid, en 7.4.5a, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 60, tweede en vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, de artikelen 12, zesde lid, en 24, tweede lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers en artikel 1.7a, eerste en tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 november 2021, nr. W05.21.0301/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 december 2021, nr. WJZ/30510997 (12026), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING EXAMEN- EN KWALIFICATIEBESLUIT BEROEPSOPLEIDINGEN WEB

Het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische volgorde worden ingevoegd:

basisvakken:

onderdelen van een taalschakeltraject waarvoor op grond van artikel 7.3.3, eerste lid, van de wet eindtermen zijn vastgesteld bij ministeriële regeling en die noodzakelijk zijn voor de toelating tot de beoogde vervolgopleiding;

maatwerkvakken:

onderdelen van een taalschakeltraject waarvoor op grond van artikel 7.3.3, eerste lid, van de wet eindtermen zijn vastgesteld bij ministeriële regeling en die naar het oordeel van het bevoegd gezag noodzakelijk zijn voor de toelating tot de beoogde vervolgopleiding;

examenonderdeel kennis van de Nederlandse maatschappij:

examenonderdeel dat de examinering betreft van de eindtermen met betrekking tot de kennis van de Nederlandse maatschappij, bedoeld in artikel 8, vierde lid, onderdeel b, van de Wet inburgering 2021;

taalschakeltrajecten:

opleidingen educatie als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet educatie en beroepsonderwijs aan instellingen met diploma-erkenning als bedoeld in artikel 1.4a.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, welke opleidingen zijn gericht op het begeleiden van anderstaligen richting het beroeps- of wetenschappelijk onderwijs;

2. Aan de begripsbepaling examenonderdeel wordt toegevoegd «of een taalschakeltraject».

B

Na artikel 17d wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk IIIA. Taalschakeltraject

Paragraaf 1. Algemeen
Artikel 17e. Reikwijdte

Dit hoofdstuk is van toepassing op de examens van een taalschakeltraject.

Artikel 17f. Het examen van een taalschakeltraject
  • 1. Het examen van een taalschakeltraject bestaat uit de volgende examenonderdelen:

    • a. examenonderdelen basisvakken;

    • b. examenonderdelen maatwerkvakken;

    • c. examenonderdeel kennis van de Nederlandse maatschappij;

    • d. examenonderdeel leervaardigheden; en

    • e. examenonderdeel vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze.

  • 2. Het examen voor een basisvak of een maatwerkvak bestaat uit een instellingsexamen, met uitzondering van het examen voor de vakken «Nederlands als tweede taal ERK-niveau B1» en «Nederlands als tweede taal ERK-niveau B2» dat uit een staatsexamen als bedoeld in artikel 17h bestaat.

  • 3. Het examen voor het examenonderdeel kennis van de Nederlandse maatschappij bestaat uit een examen als bedoeld in artikel 17i.

  • 4. Voor de examenonderdelen leervaardigheden en vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze stelt het bevoegd gezag eisen vast waaraan de deelnemer moet voldoen met inachtneming van de eindtermen die voor het taalschakeltraject zijn vastgesteld op grond van artikel 7.3.3, eerste lid, van de wet.

  • 5. Indien naar het oordeel van het bevoegd gezag geen maatwerkvakken noodzakelijk zijn voor de toelating tot de beoogde vervolgopleiding, hoeft het examen van een taalschakeltraject in afwijking van het eerste lid niet uit maatwerkvakken te bestaan.

Artikel 17g. Vrijstellingen
  • 1. De examencommissie kan op verzoek van de deelnemer vrijstelling verlenen voor een examenonderdeel dat wordt geëxamineerd met een instellingsexamen of een deel daarvan, alsmede voor de examenonderdelen leervaardigheden en vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze of een deel daarvan.

  • 2. De examencommissie beslist met ten minste inachtneming van de eindtermen die voor het taalschakeltraject zijn vastgesteld op grond van artikel 7.3.3, eerste lid, van de wet, en met ten minste inachtneming van de eisen voor de vaststelling van de uitslag, bedoeld in de artikelen 17m en 17n.

  • 3. Indien de examencommissie vrijstelling verleent, telt de eerder behaalde waardering mee voor de eindwaardering, bedoeld in artikel 17k.

  • 4. De examencommissie kan op verzoek van de deelnemer een vrijstelling verlenen van het basisvak «Nederlands als tweede taal ERK-niveau B1» of een deel daarvan, indien de deelnemer beschikt over een van de volgende bewijsstukken, en daaruit blijkt dat ten minste een voldoende resultaat is behaald voor de examinering van de Nederlandse taal op het betreffende niveau:

    • a. een certificaat ter afronding van het examenonderdeel lezen, schrijven, luisteren of spreken van het staatsexamen Nederlands als tweede taal ERK-niveau B1, of een diploma van het staatsexamen Nederlands als tweede taal op ten minste niveau B1;

    • b. een cijferlijst als bedoeld in artikel 52 van het Eindexamenbesluit VO of een certificaat als bedoeld in artikel 53 van het Eindexamenbesluit VO of artikel 31 van het Staatsexamenbesluit VO;

    • c. een van de volgende certificaten van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal:

      • i. Certificaat Profiel Maatschappelijk Formeel op ERK-niveau B1;

      • ii. Certificaat Profiel Zakelijk Professioneel op ERK-niveau B2;

      • iii. Certificaat Profiel Educatief Startbekwaam op ERK-niveau B2;

      • iv. Certificaat Profiel Educatief Professioneel op ERK-niveau C1; of

    • d. een buitenlands diploma of certificaat behaald bij een door de overheid van het land waar de opleiding is gevolgd erkende instelling, waaruit blijkt dat de deelnemer een of meerdere van de schriftelijke en mondelinge vaardigheden in de Nederlandse taal op ten minste het niveau B1 beheerst.

  • 5. De examencommissie kan op verzoek van de deelnemer een vrijstelling verlenen van het basisvak of maatwerkvak «Nederlands als tweede taal ERK-niveau B2» of een deel daarvan, indien de deelnemer beschikt over een van de volgende bewijsstukken, en daaruit blijkt dat een voldoende resultaat is behaald voor de examinering van de Nederlandse taal op het betreffende niveau:

    • a. een certificaat ter afronding van het examenonderdeel lezen, schrijven, luisteren of spreken van het staatsexamen Nederlands als tweede taal ERK-niveau B2, of een diploma van het staatsexamen Nederlands als tweede taal op niveau B2;

    • b. een cijferlijst als bedoeld in artikel 52 van het Eindexamenbesluit VO of een certificaat als bedoeld in artikel 53 van het Eindexamenbesluit VO of artikel 31 van het Staatsexamenbesluit VO;

    • c. een van de volgende certificaten van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal:

      • i. Certificaat Profiel Zakelijk Professioneel op ERK-niveau B2;

      • ii. Certificaat Profiel Educatief Startbekwaam op ERK-niveau B2;

      • iii. Certificaat Profiel Educatief Professioneel op ERK-niveau C1; of

    • d. een buitenlands diploma of certificaat behaald bij een door de overheid van het land waar de opleiding is gevolgd erkende instelling, waaruit blijkt dat de deelnemer een of meerdere van de schriftelijke en mondelinge vaardigheden in de Nederlandse taal op ten minste het niveau B2 beheerst.

Paragraaf 2. Wijze van examinering
Artikel 17h. Vakken Nederlands als tweede taal ERK-niveau B1 of B2

De examens voor de vakken «Nederlands als tweede taal ERK-niveau B1» of «Nederlands als tweede taal ERK-niveau B2» vinden plaats overeenkomstig de regels van het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal.

Artikel 17i. Examenonderdeel kennis van de Nederlandse maatschappij

Het examen voor het examenonderdeel kennis van de Nederlandse maatschappij vindt plaats overeenkomstig de regels bij of krachtens hoofdstuk 3, afdeling 3, van het Besluit inburgering 2021 gesteld.

Artikel 17j. Gang van zaken instellingsexamen

Het instellingsexamen vindt plaats overeenkomstig de door de examencommissie krachtens de wet vastgestelde regels.

Paragraaf 3. Uitslag van het examen
Artikel 17k. Eindwaardering
  • 1. De eindwaardering van de basisvakken en de maatwerkvakken wordt uitgedrukt op een van de volgende wijzen:

    • a. in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond; of

    • b. met een waardering uit een reeks:

      • die in ieder geval de waarderingen «onvoldoende», «voldoende» en «goed» bevat; en

      • waarin tevens uitsluitend de waarderingen «zeer slecht», «slecht», «ruim onvoldoende», «bijna voldoende», «ruim voldoende», «zeer goed» en «uitmuntend» kunnen worden opgenomen.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de eindwaardering van:

    • a. de basisvakken «op weg naar Engels ERK-niveau A1» en «op weg naar mbo-rekenniveau 2» uitgedrukt in «voldaan» of «niet voldaan»; en

    • b. de vakken «Nederlands als tweede taal ERK-niveau B1» en «Nederlands als tweede taal ERK-niveau B2» uitgedrukt overeenkomstig het door het College voor toetsen en examens op grond van artikel 14 van het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal vastgestelde resultaat.

  • 3. De eindwaardering van het examenonderdeel kennis van de Nederlandse maatschappij wordt uitgedrukt overeenkomstig de op grond van artikel 3.5, vierde lid, van het Besluit inburgering 2021 vastgestelde wijze van beoordeling.

  • 4. De eindwaardering voor de examenonderdelen leervaardigheden en vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze worden uitgedrukt in «voldaan» of «niet voldaan».

Artikel 17l. Vaststelling uitslag

De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast met inachtneming van de artikelen 17m en 17n.

Artikel 17m. Uitslag taalschakeltrajecten naar het middelbaar beroepsonderwijs
  • 1. Het examen voor het taalschakeltraject naar de basisberoepsopleiding is met goed gevolg afgelegd, indien:

    • a. voor alle basisvakken en het examenonderdeel kennis van de Nederlandse maatschappij een eindwaardering van ten minste het cijfer 6 of ten minste «voldoende» is behaald met uitzondering van de basisvakken «op weg naar «Engels ERK-niveau A1» en «op weg naar mbo-rekenniveau 2»; en

    • b. voor de examenonderdelen leervaardigheden en vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze en voor de basisvakken «op weg naar Engels ERK-niveau A1» en «op weg naar mbo-rekenniveau 2» een eindwaardering «voldaan» is behaald.

  • 2. Het examen voor het taalschakeltraject naar de vakopleiding is met goed gevolg afgelegd, indien:

    • a. voor alle basisvakken en het examenonderdeel kennis van de Nederlandse maatschappij een eindwaardering van ten minste het cijfer 6 of ten minste «voldoende» is behaald; en

    • b. voor de examenonderdelen leervaardigheden en vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze een eindwaardering «voldaan» is behaald.

  • 3. Het examen voor het taalschakeltraject naar de middenkaderopleiding is met goed gevolg afgelegd, indien:

    • a. voor alle basis- en maatwerkvakken en het examenonderdeel kennis van de Nederlandse maatschappij een eindwaardering van ten minste het cijfer 6 of ten minste «voldoende» is behaald; en

    • b. voor de examenonderdelen leervaardigheden en vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze een eindwaardering «voldaan» is behaald.

Artikel 17n. Uitslag taalschakeltrajecten naar het hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs

Het examen voor de taalschakeltrajecten naar het hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs is met goed gevolg afgelegd, indien:

  • a. voor alle basis- en maatwerkvakken en het examenonderdeel kennis van de Nederlandse maatschappij een eindwaardering van ten minste het cijfer 6 of ten minste «voldoende» is behaald; en

  • b. voor de examenonderdelen leervaardigheden en vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze een eindwaardering «voldaan» is behaald.

C

Na artikel 19a wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 19b. Omhangbepaling

Dit besluit berust mede op artikel 7.4.3, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

ARTIKEL II. WIJZIGING STAATSEXAMENBESLUIT NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL

Het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «€ 180» vervangen door «€ 200» en wordt «€ 45» vervangen door «€ 50».

2. Er wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het eerste lid kunnen kandidaten die inburgeringsplichtig zijn als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet inburgering 2021, het examen afleggen als examenonderdeel van een taalschakeltraject als bedoeld in artikel 8 van de Wet inburgering 2021, en deelnemen aan een volledig examen of een examenonderdeel van programma I of II, twee kosteloze examenpogingen doen overeenkomstig artikel 3.7 van het Besluit inburgering 2021.

B

Artikel 17, derde lid, vervalt.

C

Na artikel 23 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 24. Overgangsbepaling vanwege de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021

Op een inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inburgering zoals die luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021, op wie het Besluit inburgering van toepassing was op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het Besluit inburgering 2021, blijft artikel 17, derde lid, van het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal, zoals dit luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021, van toepassing.

ARTIKEL III. WIJZIGING BESLUIT REGISTER ONDERWIJSDEELNEMERS

Het Besluit register onderwijsdeelnemers wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 16, onderdeel r, wordt «de Wet inburgering» vervangen door «de Wet inburgering 2021».

B

In artikel 22, vierde lid, vervalt «uit het Informatiesysteem inburgering, bedoeld in artikel 47 van de Wet inburgering,».

C

In de artikelen 39, eerste lid, en 49 wordt «de Wet inburgering» vervangen door «de Wet inburgering 2021».

D

In hoofdstuk 5 wordt voor artikel 57 een paragraafaanduiding met opschrift ingevoegd, luidende:

Paragraaf 5.1. Wijziging van besluiten

E

Na artikel 74 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 5.2. Overgangsrecht

Artikel 74a. Overgangsbepaling vanwege de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021

Op een onderwijsdeelnemer waar de Wet inburgering op van toepassing was op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021, blijven de artikelen 16, onderdeel r, 22, vierde lid, 39, eerste lid, en 49, en de bijlage, zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021, van toepassing.

F

Voor artikel 75 wordt een paragraafaanduiding met opschrift ingevoegd, luidende:

Paragraaf 5.3. Overige bepalingen

G

In de bijlage bij het Besluit register onderwijsdeelnemers wordt «Wet inburgering» vervangen door «Wet inburgering 2021».

ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN HET BESLUIT EXPERIMENTEN FLEXIBEL HOGER ONDERWIJS

In artikel 17b, derde lid, van het Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs wordt «geldend voor het desbetreffende studiejaar, gedeeld door 60» vervangen door «geldend voor het desbetreffende studiejaar van de desbetreffende opleiding, gedeeld door de studielast van die opleiding voor dat studiejaar.

ARTIKEL V. INWERKINGTREDING

  • 1. Dit besluit, met uitzondering van artikel IV, treedt in werking op het tijdstip dat artikel 45, onderdeel E, van de Wet inburgering 2021 in werking treedt.

  • 2. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na het tijdstip dat artikel 45, onderdeel E, van de Wet inburgering 2021 in werking treedt, treedt dit besluit, met uitzondering van artikel IV, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 3. Artikel IV treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 december 2021

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Uitgegeven de drieëntwintigste december 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Met de Wet inburgering 20211 wordt een nieuw inburgeringsstelsel geïntroduceerd dat beoogt dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren en volwaardig aan de Nederlandse samenleving gaan deelnemen, het liefst via betaald werk. In het nieuwe inburgeringsstelsel worden drie leerroutes onderscheiden: de onderwijsroute, de B1-route en de zelfredzaamheidsroute (hierna: Z-route). Om aan hun inburgeringsplicht te voldoen, moeten inburgeringsplichtigen één van deze leerroutes en daarnaast het participatieverklaringstraject afronden. Voor de B1-route en de Z-route geldt bovendien dat de inburgeringsplichtigen de Module arbeidsmarkt en participatie moeten afronden.2

De onderwijsroute, bedoeld in artikel 8 van de Wet inburgering 2021, bestaat uit een taalschakeltraject. Een taalschakeltraject is een opleiding educatie en valt onder de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB). Tijdens een taalschakeltraject leren inburgeringsplichtigen de Nederlandse taal op ten minste ERK-niveau B1.3 Daarnaast worden ze door middel van een aantal andere vakken en vaardigheden voorbereid om zo snel mogelijk in te stromen in een opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (hierna: mbo), hoger beroepsonderwijs (hierna: hbo) of wetenschappelijk onderwijs (hierna: wo). Op deze manier wordt ernaar gestreefd dat de inburgeringsplichtigen een Nederlands schooldiploma behalen en zo een goede startpositie op de arbeidsmarkt hebben. Zie voor een nadere toelichting bij het doel en de invulling van de onderwijsroute de memorie van toelichting bij de Wet inburgering 2021.4

In deze algemene maatregel van bestuur (hierna: amvb), tot stand gekomen in overeenstemming met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: SZW), worden de regels over de examens van het taalschakeltraject vastgelegd.

2. Aanleiding

Op grond van artikel 7.4.3, eerste lid, WEB kunnen bij of krachtens amvb regels over de examens van het taalschakeltraject worden vastgelegd.5 Dit besluit geeft daar invulling aan door een nieuw hoofdstuk toe te voegen aan het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB (hierna: EKB). In deze paragraaf zal worden toegelicht waarom dit nodig is.

2.1 Taalschakeldiploma geeft geen toelatingsrecht tot vervolgopleiding

Een deelnemer6 aan een taalschakeltraject wordt voorbereid op toelating tot een vervolgopleiding in het mbo, hbo of wo. Bij de totstandkoming van de Wet inburgering 2021 is er echter voor gekozen om aan een taalschakeldiploma geen toelatingsrecht tot het vervolgonderwijs te verbinden.

Gezien deze keuze is het van belang om de diplomawaarde van een taalschakeldiploma zoveel mogelijk anderszins te borgen, zodat de mbo- en ho-instellingen daarop kunnen vertrouwen en weten welke kennis en vaardigheden een geslaagde deelnemer bezit. Ook voor de deelnemer zelf is het van belang om op de diplomawaarde van het taalschakeldiploma te kunnen vertrouwen en een reëel perspectief te hebben op succesvolle doorstroom naar de beoogde vervolgopleiding. De deelnemer moet weten hoe hij of zij het taalschakeldiploma kan halen om zo aan de inburgeringsplicht te kunnen voldoen.7

De reden om aan een taalschakeldiploma geen toelatingsrecht tot het vervolgonderwijs te verbinden, is dat het taalschakeltraject niet gelijk kan worden gesteld aan een afgeronde opleiding in het reguliere voortgezet onderwijs (hierna: vo). Het taalschakeltraject heeft namelijk niet dezelfde inhoud: voor de eindtermen voor het taalschakeltraject is een selectie van vo-vakken gemaakt. Binnen die vo-vakken is vervolgens nog eens een selectie uit de examenprogramma’s gemaakt. Door toelatingsrecht aan een taalschakeldiploma te verbinden, zou bovendien rechtsongelijkheid met vo-leerlingen ontstaan. Vo-diploma’s geven toelatingsrecht tot vervolgonderwijs, maar daar staat ook een ander en langduriger curriculum tegenover.

Ondanks het feit dat een taalschakeldiploma geen toelatingsrecht tot vervolgonderwijs geeft, wordt verwacht dat de inhoudelijke invulling van de taalschakeltrajecten tezamen met de eventueel opgedane werk- en onderwijservaring in het land van herkomst voldoende zullen zijn om toegang tot het vervolgonderwijs mogelijk te maken.8 Ook wordt taalschakelinstellingen aangeraden afspraken te maken met mbo- en ho-instellingen over de toelating van geslaagde taalschakeldeelnemers.9

2.2 Adviesrapport Commissie eindtermen

Om het vertrouwen in de diplomawaarde van het taalschakeldiploma zoveel mogelijk te ondersteunen, zijn tevens eindtermen voor de inhoud van de taalschakeltrajecten vastgesteld met een wijziging van de Regeling eindtermen 2013.10 Het onderwijs-en examenprogramma van een taalschakeltraject moet de voor dat traject toepasselijke eindtermen dekken. Deze eindtermen zijn gebaseerd op het adviesrapport van een hiertoe ingestelde adviescommissie (hierna: Commissie eindtermen) met daarin onder andere experts uit het veld.11

Er zijn verschillende soorten taalschakeltrajecten. De Commissie eindtermen heeft eindtermen voorgesteld die voor alle taalschakeltrajecten hetzelfde zijn, evenals eindtermen die per taalschakeltraject verschillen. Ook binnen elk taalschakeltraject zelf zijn vervolgens verschillende varianten te onderscheiden. Wat voor taalschakeltraject een individuele deelnemer volgt en uit welke onderdelen dat bestaat, hangt af van het niveau, profiel en/of de voertaal van de door de deelnemer beoogde vervolgopleiding. De door de commissie voorgestelde systematiek en eindtermen zijn grotendeels overgenomen. Wel zijn er beperkte aanpassingen gedaan aan de inhoud, systematiek en redactie van de voorgestelde eindtermen. Naar aanleiding van de internetconsultatie begin 2021 zijn de taalschakeltrajecten naar hbo- en wo-opleidingen bijvoorbeeld opgesplitst aan de hand van de profielen12, waardoor er voor hbo en wo vier in plaats van twee taalschakeltrajecten zijn. Op die manier is meer maatwerk mogelijk en hoeft de taalschakelinstelling per taalschakeltraject minder vakken aan te kunnen bieden. Verder zijn de eindtermen voor rekenen voor de taalschakeltrajecten naar mbo-opleidingen bijvoorbeeld aangepast aan de nieuwe rekeneisen in het mbo die op 1 augustus 2022 ingaan.13

Ook heeft de Commissie eindtermen voorstellen en aanbevelingen gedaan voor de beoordeling van de eindtermen. Voor de meeste basisvakken moet volgens de commissie een voldoende worden gehaald, maar voor twee basisvakken volstaat het niveau «op weg naar».14 Verder geeft de commissie aan dat het van belang is dat deelnemers alle deficiënte vakken met een voldoende afsluiten15, voor het onderdeel leervaardigheden een ontwikkeling laten zien16 en voor het onderdeel loopbaan- en beroepskeuzevaardigheden een keuze voor een vervolgopleiding maken.17 Aangezien dit niet alleen betrekking heeft op de onderwijsinhoud maar ook op de voorwaarden om voor een taalschakeltraject te kunnen slagen, is naast vaststelling van de eindtermen in de Regeling eindtermen 2013 nodig dat in dit besluit de regels omtrent de examinering en diplomering (zoals een slaag-/zakbeslissing) worden vastgelegd.

2.3 Examinering door het CvTE en SZW

Verder beoogt de Wet inburgering 2021 dat de examenonderdelen Nederlands als tweede taal (hierna: Nt2) op ERK-niveau B1 of B2 en kennis van de Nederlandse maatschappij (hierna: KNM) centraal worden afgenomen. Voor Nt2 op B1- en B2-niveau is dit ook aanbevolen door de Commissie eindtermen.18 Nt2 op ten minste B1-niveau en KNM zijn namelijk essentieel voor een succesvolle doorstroom naar een vervolgopleiding en een succesvolle inburgering in het algemeen. Dit maakt het van belang om de examenkwaliteit van deze onderdelen extra te borgen. Bovendien maken Nt2 op ten minste B1-niveau en KNM tevens onderdeel uit van de B1-route. Deelnemers voor wie de onderwijsroute niet haalbaar blijkt, kunnen onder voorwaarden naar de B1-route overstappen.19 Het is dus eveneens van belang om extra te borgen dat de exameninhoud en afnamecondities telkens gelijk zijn.20 Indien ervoor zou zijn gekozen om elke taalschakel- of B1-instelling de examens voor Nt2 en KNM naar eigen inzicht vorm te laten geven in plaats van centraal af te nemen, zouden de onderlinge verschillen tussen instellingen groter zijn en daarmee mogelijk minder vertrouwen bestaan in de diplomawaarde op deze onderdelen.

Voor Nt2 op B1- of B2-niveau houdt dit in dat de examens worden afgenomen door het College voor toetsen en examens (hierna: CvTE). Het CvTE neemt hiervoor staatsexamens Nt2 af op basis van het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal (hierna: Staatsexamenbesluit Nt2). Voor KNM houdt dit in dat de examens worden afgenomen door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: Ministerie van SZW). De taalschakelinstelling kan de examens voor Nt2 en KNM dus niet zelf afnemen en heeft te maken met drie soorten examens: de eigen instellingsexamens, de staatsexamens Nt2 van het CvTE en het KNM-examen van het Ministerie van SZW. Ook dit moet in het besluit worden vastgelegd.

2.4 Samenvattend: complexiteit regels rondom taalschakeltraject

Gezien het bovenstaande kan het complex zijn om te bepalen hoe het samenstel van toepasselijke eindtermen voor een individuele deelnemer eruit dient te zien, hoe die eindtermen moeten worden beoordeeld en geëxamineerd en wanneer de deelnemer voor het taalschakeltraject is geslaagd. De algemene voorschriften in artikel 7.1.2, derde lid, en hoofdstuk 7, titel 4, WEB en de Regeling eindtermen 2013 geven hiervoor onvoldoende houvast. Onderhavig besluit biedt de taalschakelinstellingen duidelijkheid in wat van hen wordt verwacht. Ook deelnemers weten op deze manier wat zij moeten doen om te slagen.

Artikel 7.4.3, eerste lid, WEB biedt overigens de mogelijkheid om niet alleen voorschriften voor de examens van het taalschakeltraject vast te stellen, maar ook voor de examens van andere opleidingen educatie (uitgezonderd opleidingen vavo en Nederlands als tweede taal I en II) waaraan een erkend diploma is verbonden.21 Voor dit laatste wordt vooralsnog echter niet gekozen. De andere opleidingen educatie kennen namelijk minder variabelen en hebben alleen instellingsexamens (wederom uitgezonderd opleidingen vavo en Nederlands als tweede taal I en II).22 Deze opleidingen educatie zijn qua inrichting dus minder complex dan het taalschakeltraject en hebben vooralsnog geen extra regels nodig. Wel zal beleidsmatig worden verkend of dit voor de langere termijn toch wenselijk zou kunnen zijn.

3. Samenhang met andere wet- en regelgeving

De Wet inburgering 2021 valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van SZW, maar raakt ook aan beleidsterreinen van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: OCW). Hier wordt toegelicht welke wet- en regelgeving van toepassing is op de taalschakeltrajecten en wat de onderlinge verhouding is tussen de wet- en regelgeving van SZW en OCW.

3.1 Taalschakeltraject algemeen

De voorschriften voor de onderwijsroute volgen niet alleen uit de Wet inburgering 2021, maar ook uit de WEB. De onderwijsroute bestaat namelijk uit een taalschakeltraject en dat is een opleiding educatie als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, WEB.

Sommige opleidingen educatie moeten eerst als zodanig door de minister worden aangewezen op grond van artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel f, WEB. Dit geldt ook voor de taalschakeltrajecten, die als opleidingen educatie zijn aangewezen in de Regeling aanwijzing opleidingen educatie.23 Voorts kunnen op grond van artikel 7.3.3, eerste lid, WEB eindtermen voor een opleiding educatie worden vastgesteld (uitgezonderd opleidingen vavo). Ook dat is voor de taalschakeltrajecten gedaan door daarvoor eindtermen op te nemen in bijlage 9 van de Regeling eindtermen educatie 2013.24 Bij het voldoen aan de eindtermen voor een taalschakeltraject kan een erkend diploma als bedoeld in artikel 7.4.6 WEB worden uitgereikt, indien de instelling daarvoor het recht op diploma-erkenning heeft als bedoeld in artikel 1.4a.1, eerste lid, WEB.25

In artikel 1.4a.1 WEB is vastgelegd aan welke eisen van de WEB taalschakelinstellingen moeten voldoen om het recht op diploma-erkenning voor een taalschakeltraject te krijgen en te behouden. Het gaat hierbij om eisen aan het onderwijs, de examens en de kwaliteitszorg. Ook artikel 7.4.3 WEB valt hieronder. Zoals gezegd geeft dat artikel de mogelijkheid om bij of krachtens amvb nadere eisen aan de examinering (en daarmee diplomering) van het taalschakeltraject te stellen. Dit besluit geeft daar invulling aan door bedoelde eisen op te nemen in het EKB. Het EKB bevat reeds regels voor de examinering van beroepsopleidingen. Voor de examinering van taalschakeltrajecten wordt een nieuw hoofdstuk aan het EKB toegevoegd. Onder «4. Hoofdlijnen van het voorstel» wordt verder ingegaan op de inhoud hiervan. Waar mogelijk is het hoofdstuk op eenzelfde manier vormgegeven als voor de beroepsopleidingen is gedaan.

3.2 Nt2

Het examen voor Nt2 op B1- of B2-niveau kan niet worden afgenomen door de taalschakelinstelling zelf, maar wordt als staatsexamen afgenomen door het CvTE. Dit wordt geregeld in artikel 17h EKB, waaruit volgt dat het Staatsexamenbesluit Nt2 op de examinering van Nt2 van toepassing is. De niveaus B1 en B2 komen zoals gezegd uit het ERK. In bijlage 9 van de Regeling eindtermen educatie 2013 wordt voor de eindtermen voor Nt2 daarom verwezen naar het ERK.

Deelnemers aan de B1-route doen ook examen voor Nt2 op ten minste B1-niveau; dit volgt uit artikel 7, eerste lid, onder a, van de Wet inburgering 2021. Ook zij doen hiervoor een staatsexamen van het CvTE. Dit is verder uitgewerkt in hoofdstuk 3, afdeling 3, van het Besluit inburgering 2021. Voor de deelnemers in de onderwijsroute gebeurt dat met tussenkomst van het EKB, aangezien taalschakeltrajecten opleidingen educatie zijn zoals bedoeld in de WEB. Deelnemers aan de Z-route hoeven geen examen voor Nt2 te doen.

In de Regeling inburgering 2021 is geregeld dat asielstatushouders in de B1-route in totaal twee kosteloze examenpogingen kunnen doen voor de staatsexamens Nt2 op B1- of B2-niveau. Voor asielstatushouders in de onderwijsroute wordt met dit besluit hetzelfde geregeld in het Staatsexamenbesluit Nt2.

Daarnaast is in artikel 3.9 van het Besluit inburgering 2021 geregeld dat door de inburgerinsplichtige kosteloos een deskundigenverklaring kan worden aangevraagd, waarin een door de minister van SZW aangewezen arts zich uitlaat over de noodzaak tot het treffen van aangepaste examenomstandigheden bij het afleggen van de examens Nt2 op B1- of B2-niveau. Hiervan kunnen inburgeringsplichtigen in alle leerroutes gebruik maken onder bepaalde voorwaarden. Dit advies kan dan worden gebruikt bij een aanvraag tot aangepaste wijze van afname bij het CvTE; de beslissing of dit wordt toegestaan is aan het CvTE op grond van artikel 20 van het Staatsexamenbesluit Nt2.

3.3 KNM

Het examen voor KNM kan niet worden afgenomen door de taalschakelinstelling zelf, maar wordt afgenomen door het Ministerie van SZW.

Deelnemers aan de B1-route doen ook examen voor KNM; dit volgt uit artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inburgering 2021. Voor hen is dit verder uitgewerkt in hoofdstuk 3, afdeling 3, van het Besluit inburgering 2021. Voor de deelnemers in de onderwijsroute gebeurt dat met tussenkomst van het EKB, aangezien taalschakeltrajecten opleidingen educatie zijn zoals bedoeld in de WEB. In artikel 17i EKB wordt daarom geregeld dat het examen voor KNM plaatsvindt overeenkomstig de regels die volgen uit hoofdstuk 3, afdeling 3, van het Besluit inburgering 2021. Verder wordt in bijlage 9 van de Regeling eindtermen educatie 2013 voor de eindtermen voor KNM verwezen naar bijlage 2 bij de Regeling inburgering 2021. Deelnemers aan de Z-route hoeven geen examen voor KNM te doen.

3.4 Overzicht

In grote lijnen ziet de verhouding tussen de wet- en regelgeving van SZW en OCW voor taalschakeltrajecten er dus als volgt uit:

 

Toepasselijke wet- en regelgeving OCW

Toepasselijke wet- en regelgeving SZW

Inburgering

Algemeen

N.v.t.

– Wet inburgering 2021

Voldoen aan inburgeringsplicht via drie leerroutes

N.v.t.

– Artikel 6 tot en met 9 Wet inburgering 2021

Vrijstelling inburgeringsplicht

N.v.t.

– Artikel 4 Wet inburgering 2021

– Hoofdstuk 2, afdeling 2, Besluit inburgering 2021

– Hoofdstuk 2, afdeling 1, Regeling inburgering 2021

Ontheffing inburgeringsplicht

N.v.t.

– Artikel 5 Wet inburgering 2021

– Hoofdstuk 2 afdeling 4, Besluit inburgering 2021

– Hoofdstuk 2, afdeling 2, Regeling inburgering 2021

Onderwijs taalschakeltraject

Algemeen

– WEB

– Regeling eindtermen educatie 2013, bijlage 9

– N.v.t.

Onderwijs Nt2

– Regeling eindtermen educatie 2013, bijlage 9 (verwijst naar ERK)

– N.v.t.

Onderwijs KNM

– Regeling eindtermen educatie 2013, bijlage 9 (verwijst naar Regeling inburgering 2021, bijlage 2)

– Niet rechtstreeks

Examinering taalschakeltraject

Algemeen

– WEB

– EKB

– N.v.t.

Examinering Nt2 B1/B2

– EKB (bepaalt dat de regels uit het Staatsexamenbesluit Nt2 van toepassing zijn)

– N.v.t.

Examinering KNM

- EKB (bepaalt dat de regels uit hoofdstuk 3, afdeling 3, van het Besluit inburgering 2021 van toepassing zijn1)

– Niet rechtstreeks

Vrijstelling examenonderdelen

– WEB

– EKB (stemt voor Nt2 op B1-niveau inhoudelijk overeen met artikel 3.12 van de Regeling inburgering 20212)

– Niet rechtstreeks

Randvoorwaarden

Kosteloze examenpogingen staatsexamen Nt2 asielstatushouders

– Staatsexamenbesluit Nt2 (bepaalt dat artikel 3.7 Besluit inburgering 2021 van toepassing is voor kosteloze examenpogingen3)

– Niet rechtstreeks

Kosteloze examenpogingen KNM asielstatushouders

– N.v.t.

– Artikel 3.5, tweede lid, Regeling inburgering 2021

Kosteloze deskundigenverklaring aangepaste examenomstandigheden asielstatushouders

– N.v.t.

– Artikel 3.9 Besluit inburgering 2021

X Noot
1

Nader uitgewerkt in Hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Regeling inburgering 2021.

X Noot
2

Gebaseerd op artikel 7, derde lid, van de Wet inburgering 2021 en artikel 3.12 van het Besluit inburgering 2021.

X Noot
3

Nader uitgewerkt in artikel 3.5 van de Regeling inburgering 2021.

4. Hoofdlijnen van het voorstel

In het EKB wordt voor elk taalschakeltraject vastgelegd uit welke examenonderdelen dat bestaat (zie paragraaf 4.1). Zoals gezegd worden de examens voor Nt2 afgenomen door het CvTE en de examens voor KNM door SZW. Ook dit wordt in het EKB vastgelegd (zie paragraaf 4.2). Verder wordt in het EKB vastgelegd in welke gevallen een deelnemer wel of geen vrijstelling voor examenonderdelen kan krijgen (zie paragraaf 4.3) en wanneer een deelnemer is geslaagd (zie paragraaf 4.4).

In het Staatsexamenbesluit Nt2 wordt het examengeld verhoogd. Ook wordt in het Staatsexamenbesluit Nt2 vastgelegd welke deelnemers aan het taalschakeltraject twee kosteloze examenpogingen krijgen via het Ministerie van SZW. Bovendien komt een verwijzing naar de Wet inburgering in het Staatsexamenbesluit Nt2 te vervallen (zie paragraaf 4.5).

Tot slot worden in het Staatsexamenbesluit Nt2 en het Besluit register onderwijsdeelnemers een aantal technische wijzigingen doorgevoerd, zoals het vervangen van verouderde verwijzingen naar de Wet inburgering door verwijzingen naar de Wet inburgering 2021 (zie artikelsgewijze toelichting bij Artikel II, onderdelen B en C en Artikel III).

4.1 Examenonderdelen taalschakeltraject

Er bestaan zeven verschillende taalschakeltrajecten. Elk van deze zeven taalschakeltrajecten is een opleiding educatie waarvoor de taalschakelinstelling apart het recht op diploma-erkenning moet aanvragen. Het betreft de volgende taalschakeltrajecten:

  • Het taalschakeltraject naar mbo-niveau 2;

  • Het taalschakeltraject naar mbo-niveau 3;

  • Het taalschakeltraject naar mbo-niveau 4;

  • Het taalschakeltraject naar hbo-opleidingen in het profiel Maatschappij, economie en informatietechnologie;

  • Het taalschakeltraject naar hbo-opleidingen in het profiel Natuur, techniek en gezondheid;

  • Het taalschakeltraject naar wo-opleidingen in het profiel Maatschappij, economie en informatietechnologie; en

  • Het taalschakeltraject naar wo-opleidingen in het profiel Natuur, techniek en gezondheid.

Elk taalschakeltraject bestaat uit de volgende onderdelen, tevens examenonderdelen:

  • Basisvakken;

  • Maatwerkvakken;

  • KNM;

  • Leervaardigheden; en

  • Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze.

In navolging van artikel 3 EKB, waarin de examenonderdelen van een beroepsopleiding zijn opgenomen, worden de examenonderdelen van een taalschakeltraject opgenomen in artikel 17f EKB.

4.1.1 Basisvakken

De basisvakken verschillen per taalschakeltraject en volgen uit bijlage 9 van de Regeling eindtermen educatie 2013. Elk basisvak is een apart examenonderdeel als bedoeld in artikel 17f, eerste lid, onder a, EKB. De basisvakken kennen verschillende niveaus voor Nt2, Engels en rekenen of wiskunde.26 Voor de niveau-aanduiding voor Nederlands en Engels wordt gebruik gemaakt van het ERK. Voor Nt2 ligt het niveau telkens ten minste op B1-niveau en bestaan de eindtermen uit alle vijf de taalvaardigheden uit het ERK. Voor Engels kan het niveau ook lager liggen en bestaan de eindtermen in sommige gevallen slechts uit een deel van de vijf taalvaardigheden uit het ERK.

Voor de taalschakeltrajecten naar mbo-opleidingen zijn de volgende basisvakken verplicht:

Taalschakeltraject

Basisvakken

Naar mbo-niveau 2

– Nt2 B1

– Op weg naar Engels A1

– Op weg naar mbo-rekenniveau 2

Naar mbo-niveau 3

– Nt2 B1

– Engels A1

– Mbo-rekenniveau 2

Naar mbo-niveau 4

– Nt2 B1

– Engels A2

– Mbo-rekenniveau 3

Voor de taalschakeltrajecten naar hbo- en wo-opleidingen zijn de volgende basisvakken verplicht, waarbij er bovendien een verschil is tussen deelnemers die een Nederlands- of Engelstalige vervolgopleiding willen gaan volgen:

Taalschakeltraject

Basisvakken Nederlandstalige hbo- of wo-opleiding

Basisvakken Engelstalige hbo- of wo-opleiding

Naar hbo-opleidingen in het profiel Maatschappij, economie en informatietechnologie

– Nt2 B2

– Engels B1

– Rekenen 3F

– Nt2 B1

– Engels B2

– Rekenen 3F

Naar hbo-opleidingen in het profiel Natuur, techniek en gezondheid

– Nt2 B2

– Engels B1

– Wiskunde A havo of Wiskunde B havo

– Nt2 B1

– Engels B2

– Wiskunde A havo of Wiskunde B havo

Naar wo-opleidingen in het profiel Maatschappij, economie en informatietechnologie

– Nt2 B2

– Engels B2

– Wiskunde A vwo of Wiskunde B vwo

– Nt2 B1

– Engels B2

– Wiskunde A vwo of Wiskunde B vwo

Naar wo-opleidingen in het profiel Natuur, techniek en gezondheid

– Nt2 B2

– Engels B2

– Wiskunde A vwo of Wiskunde B vwo

– Nt2 B1

– Engels B2

– Wiskunde A vwo of Wiskunde B vwo

De taalschakelinstelling kan alle basisvakken zelf examineren door middel van instellingsexamens, behalve Nt2, zie paragraaf «4.2 Examinering Nt2 en KNM».

4.1.2 Maatwerkvakken

Uit bijlage 9 van de Regeling eindtermen educatie 2013 volgt per taalschakeltraject welke maatwerkvakken daaraan gekoppeld zijn. De maatwerkvakken verschillen per deelnemer en hangen af van de vervolgopleiding die de deelnemer beoogt. Het is aan de taalschakelinstelling om te bepalen welke maatwerkvakken een deelnemer al dan niet nodig heeft voor een succesvolle toelating tot en deelname aan de vervolgopleiding.

Elk maatwerkvak is een apart examenonderdeel als bedoeld in artikel 17f, eerste lid, onder b, EKB. Daarbij moet worden opgemerkt dat er voor de taalschakeltrajecten naar opleidingen op mbo-niveau 2 en 3 géén maatwerkvakken zijn. Ook voor de taalschakeltrajecten naar opleidingen op hogere niveaus kan het voorkomen dat er geen maatwerkvakken nodig zijn voor de vervolgopleiding die de deelnemer kiest. De taalschakelinstelling kan alle maatwerkvakken zelf examineren door middel van instellingsexamens, behalve Nt2, zie paragraaf «4.2 Examinering Nt2 en KNM».

Alleen de onderwijsinstelling die de beoogde vervolgopleiding (mbo, hbo of wo) verzorgt, kan uiteindelijk bepalen of de deelnemer na afronding van het taalschakeltraject daadwerkelijk de juiste kennis en vaardigheden heeft om met de vervolgopleiding te kunnen starten. Daarom is het van belang dat de taalschakelinstelling (regionaal) samenwerkt en/of afspraken maakt met deze onderwijsinstellingen over het toelaten van deelnemers met een taalschakeldiploma. Zodra een individuele deelnemer een keuze voor een vervolgopleiding heeft gemaakt, kan de ontvangende onderwijsinstelling bijvoorbeeld aangeven welke maatwerkvakken of optionele eindtermen noodzakelijk zijn. Kortom: een taalschakeltraject vraagt per deelnemer om maatwerk.

4.1.3 KNM

Elk taalschakeltraject omvat het onderdeel KNM. Dit is vastgelegd in bijlage 9 van de Regeling eindtermen educatie 2013, die voor de eindtermen voor KNM verwijst naar bijlage 2 van de Regeling inburgering 2021. Tevens is het opgenomen als examenonderdeel in artikel 17f, eerste lid, onder c, EKB. De taalschakelinstelling kan het examen voor KNM niet zelf afnemen, zie paragraaf «4.2 Examinering Nt2 en KNM».

4.1.4 Leervaardigheden

Elk taalschakeltraject omvat leervaardigheden. Dit is eveneens vastgelegd in bijlage 9 van de Regeling eindtermen educatie 2013. Tevens is het opgenomen als examenonderdeel in artikel 17f, eerste lid, onder d, EKB.

Met leervaardigheden worden competenties bedoeld die niet direct gerelateerd zijn aan een vakinhoud, maar die een deelnemer wel nodig heeft om succesvol te kunnen doorstromen naar het onderwijs. Het gaat hierbij niet alleen om cognitieve vaardigheden, maar ook om houdingsaspecten in leer- en werksituaties en om praktische vaardigheden.

Bij de beheersing van deze vaardigheden gaat het erom dat de deelnemer een ontwikkeling laat zien. Het onderwijs voor de leervaardigheden hoeft dus niet te worden afgesloten met een examen; het is aan het bevoegd gezag van de taalschakelinstelling om te beoordelen wanneer de deelnemer hieraan heeft voldaan. De leervaardigheden worden echter wel aangeduid als «examenonderdeel», omdat dit aansluit bij de bestaande systematiek en terminologie van het EKB. Aangezien dit examenonderdeel zich niet leent voor een cijfermatige beoordeling wordt de eindwaardering uitgedrukt in een oordeel «voldaan» of «niet voldaan», zie paragraaf «4.4 Eindwaardering examenonderdelen en slaag-/zakbeslissing».

De eindtermen voor de leervaardigheden gelden voor alle taalschakeltrajecten. Daarom zijn ze in de Regeling eindtermen educatie 2013 zoveel mogelijk zonder context geformuleerd. De eindtermen zullen dan ook per taalschakeltraject verschillend kunnen en moeten worden uitgewerkt en beoordeeld, afhankelijk van het niveau van het taalschakeltraject. Zie hierover tevens de toelichting bij de wijziging van de Regeling eindtermen 201327 en het adviesrapport van de Commissie eindtermen28.

4.1.5 Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze

Elk taalschakeltraject omvat vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze. Dit is vastgelegd in bijlage 9 van de Regeling eindtermen educatie 2013. Tevens is het opgenomen als examenonderdeel in artikel 17f, eerste lid, onder e, EKB.

Aangezien het doel van een taalschakeltraject is om een deelnemer zo goed mogelijk voor te bereiden op instroom in een Nederlandse vervolgopleiding, is het noodzakelijk dat de deelnemer een daadwerkelijke keuze voor een beoogde vervolgopleiding maakt. De eindtermen voor de vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze zijn hierop gericht. Het onderwijs voor deze vaardigheden hoeft dus niet te worden afgesloten met een examen; het is aan het bevoegd gezag van de taalschakelinstelling om te beoordelen wanneer de deelnemer hieraan heeft voldaan. De vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze worden echter wel aangeduid als «examenonderdeel», omdat dit aansluit bij de bestaande systematiek en terminologie van het EKB. Aangezien dit examenonderdeel zich niet leent voor een cijfermatige beoordeling wordt de eindwaardering uitgedrukt in een oordeel «voldaan» of «niet voldaan», zie paragraaf «4.4 Eindwaardering examenonderdelen en slaag-/zakbeslissing».

De taalschakelinstelling kan het beste vroeg in het taalschakeltraject aandacht besteden aan de vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze, aangezien de samenstelling van het taalschakeltraject moet aansluiten bij de beoogde vervolgopleiding. De eindtermen voor de vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze gelden voor alle soorten taalschakeltrajecten. Zie hierover tevens de toelichting bij de wijziging van de Regeling eindtermen 201329 en het adviesrapport van de Commissie eindtermen30.

4.1.6 Extra onderdelen

Het kan voorkomen dat de ontvangende onderwijsinstelling aangeeft dat voor een bepaalde vervolgopleiding meer of andere onderdelen zijn vereist dan waar (de eindtermen voor) bovengenoemde vakken en vaardigheden in voorzien. Het is aan de taalschakelinstelling om (in overleg met de gemeente) te bepalen of het haalbaar is om hieraan tegemoet te komen binnen het beschikbare tijdsbestek, budget en de aanwezige inhoudelijke expertise. Indien de taalschakelinstelling er inderdaad voor kiest om extra onderdelen te verzorgen die niet zijn gebaseerd op de eindtermen, maken deze geen onderdeel uit van de diploma-erkenning van het taalschakeltraject en kan het afronden van deze onderdelen ook geen voorwaarde zijn om het taalschakeldiploma te halen.

4.2 Examinering Nt2 en KNM

De taalschakelinstelling dient het onderwijs voor Nt2 op B1- en B2-niveau en KNM wel zelf te verzorgen, maar kan de examens hiervoor niet zelf afnemen.31 Deelnemers voor wie het taalschakeltraject niet haalbaar blijkt, maar die wel Nt2 op ten minste B1-niveau en KNM hebben afgerond, kunnen toch aan hun inburgeringsplicht voldoen als zij daarnaast het participatieverklaringstraject en de module Arbeidsmarkt en Participatie hebben afgerond.32

4.2.1 Nt2

Het examen voor Nt2 op B1- en B2-niveau wordt als staatsexamen Nt2 afgenomen door het CvTE, in de praktijk uitgevoerd door DUO.33 Dit is tot uitdrukking gebracht in artikel 17f, tweede lid, EKB. Ook is in artikel 17h EKB bepaald dat het staatsexamen Nt2 plaatsvindt volgens de regels van het Staatsexamenbesluit Nt2. De staatsexamens Nt2 zijn landelijke taalexamens voor anderstalige volwassenen die Nederlands als tweede taal leren. Met het diploma voor Nt2 op B1- of B2-niveau kunnen zij laten zien het Nederlands goed genoeg te beheersen om in Nederland te werken of te studeren.

De staatsexamens Nt2 bestaan uit vier examenonderdelen: lezen, luisteren, spreken en schrijven.34 Daarbij zijn er twee programma’s, de programma’s I en II. Programma I is vergelijkbaar met B1-niveau en programma II is vergelijkbaar met B2-niveau. Het ERK onderscheidt vijf taalvaardigheden: luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Bij de staatsexamens Nt2 wordt de ERK-taalvaardigheid gesprekken voeren getoetst onder het onderdeel spreken. De indeling in vijf taalvaardigheden van het ERK correspondeert dus niet geheel met de indeling in vier onderdelen van het staatsexamen Nt2, maar sluit inhoudelijk wel op het staatsexamen Nt2 aan.

Voor deelnemers die vrijwillig Nt2 op B2-niveau willen doen of dat als basis- of maatwerkvak moeten doen, is het aan de taalschakelinstelling en de deelnemer om samen te bepalen of de deelnemer het staatsexamen Nt2 meteen op B2-niveau aflegt of eerst op B1- en dan pas op B2-niveau. Het voordeel van laatstgenoemde optie is dat als het staatsexamen Nt2 op B2-niveau niet haalbaar blijkt, de deelnemer altijd nog het staatsexamen Nt2 op B1-niveau heeft om op terug te vallen en indien nodig kan afstromen naar een taalschakeltraject op een lager niveau of naar de B1-route. Als een deelnemer het staatsexamen Nt2 meteen op B2-niveau aflegt, kan dat daarentegen enige tijd besparen. In dat geval hoeft hij/zij namelijk niet ook nog eens het staatsexamen Nt2 B1 te doen, zie paragraaf «4.3 Vrijstelling van examenonderdelen». Bij de keuze kan tevens van belang zijn dat asielstatushouders in de onderwijsroute per onderdeel van het staatsexamen Nt2 twee examenpogingen van SZW vergoed krijgen. Een asielstatushouder die al twee examenpogingen per onderdeel vergoed heeft gekregen voor het staatsexamen op B1-niveau, kan dat dus niet nog eens krijgen door daarna het staatsexamen Nt2 op B2-niveau te doen en andersom.

4.2.2 KNM

Het examen voor KNM wordt afgenomen door het Ministerie van SZW, in de praktijk eveneens uitgevoerd door DUO. Dit is tot uitdrukking gebracht in artikel 17f, derde lid, EKB. Ook is in artikel 17i EKB bepaald dat het examen plaatsvindt volgens de regels van hoofdstuk 3, afdeling 3, van het Besluit inburgering 2021. Hieruit volgen ook regels over de aanmelding, het examengeld, aangepaste examenomstandigheden, et cetera. KNM is een verplicht onderdeel voor alle inburgeringsplichtigen en biedt een kennismaking met de Nederlandse maatschappij aan de hand van verschillende domeinen, zoals werk en inkomen, gezondheidszorg, onderwijs, geschiedenis en staatsinrichting en normen en waarden. In de Regeling eindtermen educatie 2013 wordt voor de eindtermen van KNM verwezen naar bijlage 2 van de Regeling inburgering 2021.

4.3 Vrijstellingen van examenonderdelen of delen daarvan

Sommige deelnemers zullen al diploma’s hebben gehaald of werkervaring hebben opgedaan in het land van herkomst. Op basis daarvan kan een deelnemer van mening zijn bepaalde onderdelen van het taalschakeltraject al te beheersen en de examencommissie van de taalschakelinstelling verzoeken om een vrijstelling van bijbehorend examenonderdeel of een deel daarvan.

De deelnemer is verantwoordelijk voor het aanvragen van een vrijstelling bij de examencommissie. Het is aan de examencommissie om dit zorgvuldig te beoordelen en te toetsen aan de geldende eindtermen. Indien de examencommissie kan onderbouwen dat de deelnemer de eindtermen inderdaad al beheerst, kan zij een vrijstelling van (een deel van) het examenonderdeel geven. Dit is tot uitdrukking gebracht in artikel 17g, eerste lid, EKB. De formulering van dit artikel is zoveel mogelijk in overeenstemming met artikel 3b EKB gebracht, waarin de regels voor vrijstelling van (delen van) examenonderdelen van beroepsopleidingen zijn opgenomen.

De examencommissie kan alleen voor de (delen van) examenonderdelen die worden afgesloten door middel van een instellingsexamen en voor de examenonderdelen leervaardigheden en vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze naar eigen inzicht een vrijstelling verlenen. Voor de (delen van) examenonderdelen waarvan de taalschakelinstelling de examens niet zelf mag afnemen, zijn er specifieke regels.

Als een deelnemer afschaalt naar een taalschakeltraject op een lager niveau, kunnen vrijstellingen worden verleend indien de deelnemer op het hoger niveau reeds examens heeft afgelegd en de eindtermen op het lager niveau op die manier worden beheerst door de deelnemer. De examencommissie van de taalschakelinstelling op het hogere niveau kan hiertoe een instellingsverklaring35 verstrekken en de examencommissie van de ontvangende taalschakelinstelling kan op basis daarvan eventueel vrijstellingen verlenen. Indien er wordt overgestapt binnen dezelfde taalschakelinstelling gebruikmakende van dezelfde examencommissie, is de instellingsverklaring niet nodig. Het (examen)dossier van de deelnemer moet echter wel altijd inzicht geven in hoe vrijstellingsbesluiten tot stand zijn gekomen.

4.3.1 Internationale diplomawaardering

De examencommissie van de taalschakelinstelling zal wellicht niet alle in het buitenland behaalde diploma’s gemakkelijk op waarde kunnen schatten. De deelnemer kan in dat geval zelf om een diplomawaardering vragen bij een aantal instanties die daar wel in gespecialiseerd zijn. Afhankelijk van de situatie kan dit bij de Nederlandse organisatie voor internationalisering in onderwijs (Nuffic) of de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven (SBB). Dit verrichten zij in opdracht van het Ministerie van SZW. In sommige gevallen is het diploma overigens al (gedeeltelijk) door een van deze partijen gewaardeerd tijdens de brede intake door de gemeente, voorafgaand aan de keuze voor een leerroute. De diplomawaardering wordt gefinancierd door het Ministerie van SZW. De deelnemer kan de uitkomst van de diplomawaardering vervolgens overleggen aan de examencommissie van de taalschakelinstelling.

Het blijft altijd aan de examencommissie zelf om een goed onderbouwd vrijstellingsbesluit te nemen. Indien de uitkomst van de diplomawaardering daartoe (alsnog) onvoldoende handvatten biedt, kan er mogelijk naar aanvullende bewijsstukken worden gevraagd. Als er twijfel is over de aangeleverde informatie en bewijsstukken is dat voldoende reden om geen vrijstelling te verlenen. In dat geval kan er ook nog voor worden gekozen om de deelnemer meteen het examen voor het betreffende (deel van het) examenonderdeel te laten afleggen. Als de deelnemer meteen slaagt, hoeft deze geen onderwijs meer te volgen. Slaagt de deelnemer niet, kan deze alsnog het onderwijs volgen en daarna wederom het examen afleggen.

4.3.2 Specifieke regels voor vrijstelling Nt2

Voor vrijstelling van het examenonderdeel Nt2 gelden, zoals gezegd, specifieke regels en is er dus sprake van een gebonden bevoegdheid. Dit houdt in dat de examencommissie alleen in bepaalde gevallen een vrijstelling mag verlenen. De mogelijkheden hiertoe zijn limitatief opgesomd in artikel 17g, vierde en vijfde lid, EKB. Deze vrijstellingsgronden zijn inhoudelijk gelijk aan die voor deelnemers aan de B1-route, neergelegd in artikel 3.12 van de Regeling inburgering 2021.36 Een deelnemer kan bijvoorbeeld vrijstelling krijgen van (een deel van) het examenonderdeel Nt2 op B1-niveau als hij of zij (het betreffende deel van) het staatsexamen Nt2 op B1-niveau reeds heeft gehaald. Dit kan voorkomen als de deelnemer al vóór het ontstaan van de inburgeringsplicht staatsexamen Nt2 heeft gedaan. Ook kan het voorkomen dat de deelnemer reeds een staatsexamen Nt2 op B2-niveau heeft gedaan in het kader van een taalschakeltraject naar een Nederlandstalige hbo-opleiding, maar later afstroomt naar een taalschakeltraject naar een opleiding op mbo-niveau 4.

Verder kan de examencommissie vrijstelling geven van (delen van) het examenonderdeel Nt2 op basis van een examen vavo voor het vak Nederlands, een staatsexamen VO Nederlands of een CNaVT-examen37 waarmee minstens B1-niveau gehaald is. Daarnaast kan dit met buitenlandse diploma’s of certificaten, als in een ander land onderwijs is gevolgd binnen het reguliere onderwijs aan een door de betreffende buitenlandse overheid erkende instelling waarmee de beheersing van de Nederlandse taal op niveau B1 of hoger kan worden aangetoond.38 Alvorens de deelnemer een vrijstelling voor (een deel van) het examenonderdeel Nt2 bij de examencommissie van de taalschakelinstelling aanvraagt op grond van een buitenlands diploma of certificaat, kan hij/zij DUO verzoeken een diplomawaardering te doen. De examencommissie kan op grond van de door DUO gedane diplomawaardering al dan niet een vrijstelling verlenen, zie hierover de vorige paragraaf.

4.3.3 Vrijstelling KNM niet mogelijk

Voor het examenonderdeel KNM kan de examencommissie van de taalschakelinstelling geen vrijstelling geven. Daarom is deze mogelijkheid ook niet gegeven in artikel 17g EKB. De reden hiervoor is dat er geen ander (buitenlands) diploma is dat de eindtermen voor KNM volledig dekt. Het kan wel voorkomen dat het examenonderdeel KNM niet hoeft te worden afgerond wegens een vrijstelling of (gedeeltelijke) ontheffing van de inburgeringsplicht, te verlenen door de minister van SZW. Zie hierover de volgende paragraaf.

4.3.4 Verschil met vrijstelling en (gedeeltelijke) ontheffing van inburgeringsplicht

Vrijstelling van een examenonderdeel door de examencommissie van de taalschakelinstelling, dient niet te worden verward met vrijstelling of ontheffing van de inburgeringsplicht. Of de examencommissie een vrijstelling van een examenonderdeel kan geven, hangt ervan af of de deelnemer reeds aan de eindtermen voldoet. Een vrijstelling of (gedeeltelijke) ontheffing van de inburgeringsplicht wordt zoals gezegd verleend door de minister van SZW en hangt daarentegen veelal samen met de kenmerken of omstandigheden van de deelnemer. Een vrijstelling of (gedeeltelijke) ontheffing van de inburgeringsplicht wil dus niet zeggen dat de deelnemer reeds aan de eindtermen voldoet.

De minister van SZW kan een vrijstelling van de inburgeringsplicht verlenen op grond van artikel 4 van de Wet inburgering 2021, bijvoorbeeld als iemand heeft aangetoond al voldoende te zijn ingeburgerd. Een vrijstelling kan bijvoorbeeld worden verleend aan personen die reeds een regulier schooldiploma hebben gehaald waarvoor het taalniveau op B1 of hoger ligt. Dit zijn vo-diploma’s op het niveau vmbo gemengde of theoretische leerweg of hoger, of mbo-diploma’s op het niveau 2 of hoger. Personen die zijn vrijgesteld van de inburgeringsplicht, hoeven überhaupt geen onderwijsroute en taalschakeltraject te volgen en komen dan ook niet bij de (examencommissie van) de taalschakelinstelling terecht.

Verder kan de minister van SZW gehele of gedeeltelijke ontheffing van de inburgeringsplicht verlenen op grond van artikel 5 van de Wet inburgering 2021. Personen die geheel zijn ontheven van de inburgeringsplicht, hoeven in het geheel niet in te burgeren. Voor hen wordt dus ook geen leerroute vastgesteld (of wordt de leerroute afgebroken indien de ontheffing pas later wordt toegekend) en zij komen dus eveneens niet bij (de examencommissie van) de taalschakelinstelling terecht. Personen die gedeeltelijk zijn ontheven van de inburgeringsplicht, volgen mogelijk nog wel de onderwijsroute en het taalschakeltraject. Binnen het taalschakeltraject zijn zij vervolgens ontheven van bepaalde (onderdelen van) examenonderdelen. Deze beoordeling vindt plaats door de minister van SZW en (de examencommissie van) de taalschakelinstelling speelt daarin geen rol.

De minister van SZW kan ten eerste ontheffing van de inburgeringsplicht verlenen als de inburgeringsplichtige heeft aangetoond door een psychische of lichamelijke belemmering of een verstandelijke beperking blijvend niet in staat te zijn aan (een deel van) de inburgeringsplicht te voldoen.39 Dit kan zowel een gehele als een gedeeltelijke ontheffing zijn. Een gedeeltelijke ontheffing kan alleen betrekking hebben op KNM of maximaal drie van de vier onderdelen van het examen Nt2 op ten minste B1-niveau.40 De deelnemer zal bij een gedeeltelijke ontheffing van de inburgeringsplicht dus altijd minstens één deel van het examenonderdeel Nt2 moeten afronden. De gedachte achter deze keuze is het belang van het leren van de Nederlandse taal. Gedeeltelijke ontheffing kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij mensen die door een zintuiglijke beperking niet in staat zijn om bepaalde onderdelen van het staatsexamen Nt2 af te leggen. Indien iemand doof is, zal diegene het onderdeel luisteren bijvoorbeeld niet kunnen afleggen maar de andere examenonderdelen naar verwachting wel. Als het niet mogelijk is om minstens één van de vier examenonderdelen van het examen Nt2 af te leggen, dan zal een gehele ontheffing van de inburgeringsplicht worden verleend.

De minister van SZW verleent ook géén gedeeltelijke ontheffing als het mogelijk is om de examenomstandigheden aan te passen aan de mogelijkheden van de inburgeringsplichtige. Voor het examenonderdeel Nt2 is het aan het CvTE om conform artikel 20 van het Staatsexamenbesluit Nt2 te beslissen of de deelnemer inderdaad recht heeft op een aangepaste wijze van afname en welke aanpassingen daarvoor worden gedaan.41 Voor KNM is het aan de minister van SZW om conform artikel 2.7, vierde lid, van het Besluit inburgering 2021 te beslissen hoe een aangepaste wijze van afname eruit ziet. Ook hier komt de examencommissie van de taalschakelinstelling verder niet aan te pas. Waar de examencommissie van de taalschakelinstelling wél over gaat, zijn eventuele aangepaste examenomstandigheden voor de examenonderdelen die door de taalschakelinstelling zelf worden geëxamineerd door middel van instellingsexamens.

De minister van SZW kan ten tweede ontheffing van de inburgeringsplicht verlenen als er bijzondere individuele omstandigheden zijn die de inburgeringsplichtige niet kunnen worden verweten en waardoor het onmogelijk of uiterst moeilijk is om te voldoen aan de inburgeringsplicht.42 In dat geval is alleen een gehele ontheffing van de inburgeringsplicht mogelijk.

4.4 Eindwaardering examenonderdelen en slaag-/zakbeslissing

De deelnemer krijgt voor elk examenonderdeel een eindwaardering. In navolging van artikel 15 EKB, geldend voor beroepsopleidingen, is in artikel 17k EKB voor de taalschakeltrajecten geregeld hoe de eindwaardering per examenonderdeel moet worden uitgedrukt.

Als de deelnemer voor alle examenonderdelen een eindwaardering heeft behaald, kan de examencommissie een zogenoemde slaag-/zakbeslissing nemen. Dit houdt in dat de examencommissie beoordeelt of aan alle eisen voor het behalen van het diploma is voldaan en besluit al dan niet een diploma uit te reiken. In navolging van artikel 17 EKB, geldend voor beroepsopleidingen, is in de artikelen 17m en 17n EKB geregeld wanneer de deelnemer voor het taalschakeltraject is geslaagd.

4.4.1 Uitdrukkingswijze en betekenis eindwaarderingen

Afhankelijk van welk examenonderdeel het betreft, kan een eindwaardering worden uitgedrukt in cijferoordelen, woordoordelen of «voldaan»/«niet voldaan». Per examenonderdeel is in artikel 17k EKB een (of meer mogelijke) uitdrukkingswijze(n) voorgeschreven, zie ook paragraaf «4.4.2 Overzicht uitdrukkingswijze eindwaarderingen en slaag-/zakbeslissingen».

Indien cijferoordelen worden gehanteerd, wordt de eindbeoordeling uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Het behalen van het cijfer 6 of hoger betekent dat de deelnemer een voldoende heeft gehaald. Indien woordoordelen worden gehanteerd, heeft de deelnemer logischerwijs een voldoende gehaald in het geval van een eindoordeel «voldoende» of hoger. Daarbij kan een driepuntsschaal (een waardering uitgedrukt met de woorden «onvoldoende», «voldoende», en «goed») of een overige puntenschaal (een waardering uit de driepuntsschaal aangevuld met één of meer woorden uit de reeks «zeer slecht», «slecht», «ruim onvoldoende», «ruim voldoende», «zeer goed», en «uitmuntend») worden gehanteerd.

Een eindwaardering is de uiteindelijke waardering voor het examenonderdeel als geheel. De taalschakelinstelling kan meerdere toetsen inzetten om tot die eindwaardering te komen; het is aan de taalschakelinstelling om dit passend in te richten. Ook mag de taalschakelinstelling daarbij zelf bepalen hoe de waardering voor elke toets wordt uitgedrukt en hoeveel elke toets meeweegt voor de eindwaardering. Zo kan een taalschakelinstelling voor een bepaald examenonderdeel bijvoorbeeld vier toetsen inzetten die elk een ander deel van de eindtermen voor dat examenonderdeel dekken, voor elk van die toetsen een cijfer met één decimaal achter de komma geven en die cijfers vervolgens gelijkelijk laten meetellen voor de eindwaardering. De eindwaardering zelf moet in het geval van cijferoordelen wel altijd worden afgerond op een heel getal.

De leervaardigheden en de vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze hoeven overigens niet te worden geëxamineerd. Het is aan het bevoegd gezag om te beoordelen wanneer aan de eindtermen voor deze examenonderdelen is voldaan. Daarom kan de eindwaardering voor deze examenonderdelen alleen worden uitgedrukt in «voldaan» of «niet voldaan».

Hoe examenonderdelen worden getoetst of afgesloten, moet tot slot van tevoren worden vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling overeenkomstig artikel 7.4.8, tweede lid, WEB. Bij de aanvraag voor het recht op diploma-erkenning moet de onderwijs- en examenregeling ook worden gedeeld met DUO, die namens de minister op de aanvraag beslist.

4.4.2 Overzicht uitdrukkingswijze eindwaarderingen en slaag-/zakbeslissingen

Samengevat zien de eindwaarderingen en slaag-/zakbeslissingen voor de verschillende soorten taalschakeltrajecten er als volgt uit:

 

Eindwaardering

Slaag-/zakbeslissing

Naar mbo-niveau 2

Basisvakken

Uitgedrukt in cijfers of woordoordelen, m.u.v.:

– Nt2 B1: overnemen waardering CvTE

– Op weg naar rekenen mbo-niveau 2: uitgedrukt in voldaan/niet voldaan

– Op weg naar Engels A1: uitgedrukt in voldaan/niet voldaan

Basisvakken

Allemaal minimaal een 6 of een voldoende, m.u.v.:

– Nt2 B1: voldoende

– Op weg naar rekenen mbo-niveau 2: voldaan

– Op weg naar Engels A1: voldaan

Maatwerkvakken

N.v.t.

Maatwerkvakken

N.v.t.

KNM

Overnemen waardering SZW

KNM

Minimaal een 6

Leervaardigheden

Uitgedrukt in voldaan/niet voldaan

Leervaardigheden

Voldaan

Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze

Uitgedrukt in voldaan/niet voldaan

Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze

Voldaan

Naar mbo-niveau 3

Basisvakken

Uitgedrukt in cijfers of woordoordelen, m.u.v.:

– Nt2 B1: overnemen waardering CvTE

Basisvakken

Allemaal minimaal een 6 of een voldoende, m.u.v.:

– Nt2 B1: voldoende

Maatwerkvakken

N.v.t.

Maatwerkvakken

N.v.t.

KNM

Overnemen waardering SZW

KNM

Minimaal een 6

Leervaardigheden

Uitgedrukt in voldaan/niet voldaan

Leervaardigheden

Voldaan

Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze

Uitgedrukt in voldaan/niet voldaan

Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze

Voldaan

Naar mbo-niveau 4

Basisvakken

Uitgedrukt in cijfers of woordoordelen, m.u.v.:

– Nt2 B1: overnemen waardering CvTE

Basisvakken

Allemaal minimaal een 6 of een voldoende m.u.v.:

– Nt2 B1: voldoende

Maatwerkvakken

Uitgedrukt in cijfers of woordoordelen, m.u.v.:

– Nt2 B2: overnemen waardering CvTE

Maatwerkvakken

Allemaal minimaal een 6 of een voldoende, m.u.v.:

– Nt2 B2: voldoende

KNM

Overnemen waardering SZW

KNM

Minimaal een 6

Leervaardigheden

Uitgedrukt in voldaan/niet voldaan

Leervaardigheden

Voldaan

Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze

Uitgedrukt in voldaan/niet voldaan

Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze

Voldaan

Naar Nederlandstalige hbo- en wo-opleidingen

Basisvakken

Uitgedrukt in cijfers of woordoordelen, m.u.v.:

– Nt2 B2: overnemen waardering CvTE

Basisvakken

Allemaal minimaal een 6 of een voldoende, m.u.v.:

– Nt2 B2: voldoende

Maatwerkvakken

Uitgedrukt in cijfers of woordoordelen

Maatwerkvakken

Allemaal minimaal een 6 of een voldoende

KNM

Overnemen waardering SZW

KNM

Minimaal een 6

Leervaardigheden

Uitgedrukt in voldaan/niet voldaan

Leervaardigheden

Voldaan

Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze

Uitgedrukt in voldaan/niet voldaan

Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze

Voldaan

Naar Engelstalige hbo- en wo-opleidingen

Basisvakken

Uitgedrukt in cijfers of woordoordelen, m.u.v.:

– Nt2 B1: overnemen waardering CvTE

Basisvakken

Allemaal minimaal een 6 of een voldoende, m.u.v.:

– Nt2 B1: voldoende

Maatwerkvakken

Uitgedrukt in cijfers of woordoordelen

Maatwerkvakken

Allemaal minimaal een 6 of een voldoende

KNM

Overnemen waardering SZW

KNM

Minimaal een 6

Leervaardigheden

Uitgedrukt in voldaan/niet voldaan

Leervaardigheden

Voldaan

Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze

Uitgedrukt in voldaan/niet voldaan

Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze

Voldaan

Bovenstaande wordt hierna verder toegelicht.

4.4.3 Basis- en maatwerkvakken

In de slaag-/zakbeslissing voor alle taalschakeltrajecten is opgenomen dat deelnemers voor al deze vakken een voldoende dienen te behalen. Hiermee wordt het advies van de Commissie eindtermen gevolgd.43 Het toestaan van onvoldoendes zou namelijk betekenen dat het kan voorkomen dat een deelnemer na afronding van het taalschakeltraject nog steeds niet alle deficiënties heeft weggewerkt. Dit kan het primaire doel van het taalschakeltraject – doorstroom naar de beoogde vervolgopleiding – in de weg staan. Daarnaast zou het kunnen betekenen dat er in de praktijk minder aandacht is voor de maatwerkvakken. Beiden zijn ongewenst. Tegelijkertijd kan gedurende het taalschakeltraject blijken dat de beoogde vervolgopleiding en de bijbehorende maatwerkvakken niet haalbaar zijn voor de deelnemer. In dat geval kan de deelnemer echter ook nog voor een vervolgopleiding met andere maatwerkvakken of geen maatwerkvakken kiezen om voor het taalschakeltraject te slagen en aan zijn inburgeringsplicht te voldoen. Het is aan de taalschakelinstelling om de vorderingen van de deelnemers goed te volgen en eventueel tijdig bij te sturen.

Er zijn twee uitzonderingen op de regel dat voor alle basis- en relevante maatwerkvakken een voldoende moet worden gehaald, namelijk de twee basisvakken met een niveauaanduiding «op weg naar» in de Regeling eindtermen educatie 2013. Dit zijn de vakken «op weg naar mbo-rekenniveau 2» en «op weg naar Engels ERK-niveau A1» in het taalschakeltraject naar mbo-niveau 2.44 Dit betekent dat de deelnemer het vermelde niveau niet hoeft te halen, maar daar alleen naar op weg hoeft te zijn. Daarom is ervoor gekozen de eindwaardering uit te drukken in «voldaan» of «niet voldaan». Om voor het taalschakeltraject te kunnen slagen, moet de deelnemer een eindwaardering «voldaan» hebben behaald.

4.4.4 Nt2 en KNM

Om het staatsexamen Nt2 op B1- of B2-niveau te kunnen halen, is een diploma of zijn een of meer certificaten van het CvTE nodig. Het CvTE reikt deze uit op grond van artikel 16 van het Staatsexamenbesluit Nt2 en drukt de resultaten daarbij uit als «voldoende» of «onvoldoende» conform artikel 14, eerste lid, van het Staatsexamenbesluit Nt2. De examencommissie van de taalschakelinstelling dient dit als eindwaardering over te nemen. Het staatsexamen Nt2 kan alleen worden afgerond met een oordeel «voldoende».45

Voor het examenonderdeel KNM geldt dat het Ministerie van SZW de uitslag vaststelt door middel van een cijfer. De examencommissie van de taalschakelinstelling dient dit cijfer als eindwaardering over te nemen. Dit examenonderdeel kan alleen worden afgerond met een eindwaardering van een 6 of hoger.

De examencommissie heeft dus het diploma dan wel de certificaten voor het staatsexamen Nt2 en het diploma voor KNM nodig voordat zij een positieve slaag-/zakbeslissing kan nemen en het taalschakeldiploma kan uitreiken. Het is aan de deelnemer om deze stukken aan de examencommissie te overleggen. Het taalschakeldiploma is vervolgens het «overkoepelende» diploma.

4.4.5 Leervaardigheden

In het advies van de Commissie eindtermen is aangegeven dat deelnemers een ontwikkeling moeten laten zien in de eindtermen leervaardigheden, hetgeen betekent dat de eindtermen voor de leervaardigheden niet hoeven te worden geëxamineerd. Dit advies is overgenomen in de Regeling eindtermen 2013 en wordt tevens tot uitdrukking gebracht in de nieuwe artikelen 17m en 17n EKB. Aangezien dit examenonderdeel zich niet leent voor examinering en beoordeling met een cijfer, luidt de eindwaardering «voldaan» of «niet voldaan».

Het is aan het bevoegd gezag van de taalschakelinstelling om te bepalen hoe zij beoordeelt of de deelnemer voldoende ontwikkeling heeft laten zien en aan dit examenonderdeel heeft voldaan. Wel heeft de Commissie eindtermen in bijlage 5 van haar adviesrapport een handreiking gegeven voor een zogenoemd Procotol portfolio System (PPS), al staat het taalschakelinstellingen vrij om eventueel andere onderbouwde methoden te hanteren. Er wordt dus doelbewust veel ruimte aan de taalschakelinstellingen gegeven voor de wijze waarop dit wordt beoordeeld.

4.4.6 Vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze

In het adviesrapport geeft de Commissie eindtermen aan dat de deelnemer aan het eind van het taalschakeltraject in ieder geval een passende keuze moet hebben gemaakt voor een vervolgopleiding. De eindtermen voor de vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze zoals voorgesteld door de commissie, zijn overgenomen in bijlage 9 van de Regeling eindtermen 2013 en gaan hier inderdaad van uit. Voor het overige zijn de eindtermen voor de vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze echter wat «zachter» geformuleerd. Daarom is voor dit examenonderdeel niet gekozen voor een eindwaardering die wordt uitgedrukt met cijfer- of woordoordelen, maar met «voldaan» of «niet voldaan». Ook hoeft dit examenonderdeel niet te worden geëxamineerd. Het is aan het bevoegd gezag de taalschakelinstelling hoe dit het beste kan worden beoordeeld.

4.5 Wijzigingen Staatsexamenbesluit Nt2

Op grond van artikel 8 van de Wet inburgering 2021 maakt Nt2 op ten minste B1-niveau verplicht onderdeel uit van elk taalschakeltraject. Hierbij is beoogd dat deze examens worden afgenomen door middel van een staatsexamen Nt2 door het CvTE. Mede naar aanleiding hiervan wordt het Staatsexamenbesluit Nt2 op een aantal punten gewijzigd.

4.5.1 Verhoging tarieven

Het tarief voor de staatsexamens Nt2 op B1- en B2-niveau wordt per examenonderdeel verhoogd van € 45,– naar € 50,–, waardoor het tarief voor het hele staatsexamen wordt verhoogd van € 180,– naar € 200,– per programma.46 Deze verhoging is reeds geruime tijd voor totstandkoming van de Wet inburgering 2021 voorzien.

Zo constateert het CvTE al in 2005 dat de tarieven voor deelname aan (een van de onderdelen) van de staatsexamens Nt2 op B1- en B2-niveau niet kostendekkend zijn. De kosten voor organisatie en ontwikkeling van deze examens zijn in de loop van de jaren aanzienlijk gestegen en staan niet meer in verhouding tot het gevraagde examengeld, zo gaf het CvTE aan. Bovendien waren de examengelden voor vergelijkbare toetsen en examens voor inburgering en naturalisatie aanmerkelijk hoger. Daarom is het examengeld met ingang van 1 januari 2006 verhoogd naar € 90,–, waarbij is aangegeven dat het examengeld gefaseerd verder zou worden verhoogd en op termijn zou moeten neerkomen op € 250,–.47 In 2012 is vervolgens een stap in die richting gezet met een verhoging van het examengeld met 100%, tot € 180,–. Hierbij werd tevens de enorme groei in het aantal studenten genoemd als nóg een reden waarom het examengeld nog altijd verre van kostendekkend is.48 In onderhavig besluit wordt de volgende stap gezet met, zoals gezegd, een verhoging van het examengeld tot € 200,–.

De verhoging van het examengeld voor het staatsexamen Nt2 op B1- en B2-niveau naar € 200,– stemt ook overeen met de tarieven voor de examens voor Nt2 op A2-niveau, afgenomen door het Ministerie van SZW. Inburgeringsplichtigen in de B1-route kunnen afschalen naar dit niveau indien na aanzienlijke inspanningen blijkt dat het B1-niveau niet haalbaar is.49

Voor deelnemers aan taalschakeltrajecten die asielstatushouders zijn, heeft de tariefverhoging geen gevolgen voor de eerste en tweede examenpoging, aangezien die worden bekostigd door het Ministerie van SZW; zie paragraaf «4.5.2 Kosteloze examenpogingen». Wel leidt dit tot een kostenverhoging voor asielstatushouders die meer dan twee examenpogingen doen en ook voor overige deelnemers aan het taalschakeltraject of deelnemers die om een andere reden het staatsexamen Nt2 op B1- of B2-niveau willen afleggen.

4.5.2 Kosteloze examenpogingen

Op grond van artikel 3.7 van het Besluit inburgering 2021 in samenhang met artikel 3.5, eerste lid, van de Regeling inburgering 2021 krijgen asielstatushouders in de B1-route twee kosteloze examenpogingen om het staatsexamen Nt2 op ten minste B1-niveau af te leggen. Het Ministerie van SZW vergoedt hiertoe het examengeld. Om hetzelfde recht voor asielstatushouders in de taalschakeltrajecten te creëren, dient het Staatsexamenbesluit Nt2 te worden aangepast. Zoals toegelicht onder «3. Samenhang met andere wet- en regelgeving» valt het taalschakeltraject namelijk onder de wet- en regelgeving van het Ministerie van OCW.

Het recht op twee kosteloze examenpogingen geldt dus niet voor alle inburgeringsplichtigen, maar alleen voor asielstatushouders en hun gezinsleden; de groep omschreven in artikel 13, eerste, van de Wet inburgering 2021. Inburgeringsplichtigen die een verblijfsvergunning op andere gronden hebben, vallen derhalve dus niet onder deze bepaling. Dit zijn de gezinsmigranten en overige migranten; de groep omschreven in artikel 19 van de Wet inburgering 2021. Het taalschakeltraject staat als opleiding educatie eventueel ook open voor niet-inburgeringsplichtigen, hoewel de kans dat deze groep deelneemt gering is. Ook de eventuele niet-inburgeringsplichtigen die een taalschakeltraject volgen, hebben logischerwijs geen recht op de twee kosteloze examenpogingen; dit volgt ook uit artikel 5, derde lid, van het Staatsexamenbesluit Nt2.

5. Administratieve lasten en regeldruk

Volgens onderzoek van Regioplan zijn er 45 instellingen die momenteel een voorschakeltraject verzorgen in het kader van het inburgeringsstelsel vóór 1 januari 2022.50 Voor de berekening van de regeldrukkosten van dit besluit wordt uitgegaan van een vergelijkbaar aantal instellingen dat een diploma-erkenning zal aanvragen en bijbehorend onderwijs zal verzorgen, namelijk 50 aanbieders. Dit besluit gaat gepaard met kennisnemingskosten rondom de regels in het EKB en de wijzigingen van het Staatsexamenbesluit Nt2. Naar schatting zijn potentiële taalschakelinstellingen ruim vier uur bezig met het kennisnemen van dit besluit, waardoor de totale kennisnemingskosten uitkomen op € 10.000,–.51

Taalschakelinstellingen dienen de uit dit besluit voortvloeiende voorschriften voor de examinering en diplomering ook te verwerken in de onderwijs- en examenregeling en de examencommissies afdoende voor te bereiden op hun taak. Uit een korte inventarisatie naar aanleiding van de internetconsultatie blijkt dat het lastig is om te bepalen hoeveel tijd een potentiële taalschakelinstelling hieraan besteedt. Uit de inventarisatie komt naar voren dat aanbieders een gemiddelde besteding voorzien van 91,65 uur, wat neerkomt op € 229.000,–.

De kosten voor deelname aan de staatsexamens Nt2 op B1- en B2-niveau worden met € 5,– per examen verhoogd, naar respectievelijk € 50,– per examen of € 200,– voor alle vier de onderdelen. Voor asielstatushouders bekostigt het Ministerie van SZW twee examenpogingen. Gezinsmigranten leggen in het huidige inburgeringsstelsel hoofdzakelijk examens af op A2-niveau, waarvoor reeds € 50,– aan examengeld per examenonderdeel wordt berekend; voor de staatsexamens Nt2 op B1- of B2-niveau hoeven zij derhalve geen hoger bedrag te betalen. Hierdoor worden deze twee groepen niet meegenomen bij de berekeningen in deze paragraaf. Er wordt wel rekening gehouden met het aantal te verwachten af te nemen examens voor de vrijwillige inburgeraars en reguliere kandidaten voor de staatsexamens Nt2 op B1- en B2-niveau. DUO en het CvTE verwachten voor deze groepen jaarlijks 28.530 examens af te nemen, wat neerkomt op een lastenverhoging van € 142.650,–.

ATR

Het besluit is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR), maar is niet geselecteerd voor formele advisering. De gevolgen voor de regeldruk zijn namelijk reeds in beeld gebracht in de memorie van toelichting bij de Wet Inburgering 2021, waarover het ATR al heeft geadviseerd.

6. Financiële gevolgen

De staatsexamens Nt2 worden afgenomen door het CvTE. Naar verwachting zal door het nieuwe inburgeringsstelsel, waaronder het taalschakeltraject, het aantal afnames van staatsexamens Nt2 op B1- en B2-niveau toenemen. De Ministeries van SZW en OCW hebben nadere afspraken gemaakt over de bekostiging van de extra staatsexamens door SZW.

Door de verhoging van de tarieven van de staatsexamens Nt2 op B1- en B2-niveau met € 5,– per onderdeel (zie hierover ook paragraaf 4.5.1), betekent dit dat gezinsmigranten en overige migranten een hoger bedrag voor deze examens dienen te betalen. Zoals genoemd in de memorie van toelichting van bij de Wet inburgering 2021, ontvangen asielstatushouders twee kosteloze examenpogingen. Die examenpogingen worden door het Ministerie van SZW bekostigd.52

7. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

DUO, de Inspectie van het Onderwijs en het CvTE zijn gevraagd een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets uit te voeren.

7.1 DUO

DUO heeft aangegeven dat dit besluit uitvoerbaar is. De doorvoering van de tariefverhoging voor staatsexamens Nt2 vergt minimale aanpassingen in de systemen en communicatie. Daarom wordt dit meegenomen in de reguliere bekostiging. DUO moet de aanmeldingen van deelnemers aan de staatsexamens Nt2 die recht hebben op de twee gratis examenpogingen voorlopig handmatig uit de rest van de aanmeldingen filteren om de kosten hiervoor door het Ministerie van SZW vergoed te krijgen. De verwachting is dat dit per 1 januari 2023 kan worden geautomatiseerd. Over dit proces, evenals bijbehorende financiële stromen, worden verdere afspraken gemaakt tussen de Ministeries van OCW en SZW en DUO.

7.2 Inspectie van het Onderwijs

De Inspectie van het Onderwijs heeft opgemerkt op dat ten tijde van de uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets nog afstemming tussen de Ministeries van OCW en SZW diende plaats te vinden over de regels rondom vrijstellingen door de examencommissie. Hierdoor kon de inspectie zich nog geen oordeel vormen over de uitvoerbaarheid van het toezicht op dit punt. De afstemming tussen de Ministeries van OCW en SZW heeft inmiddels plaatsgevonden en naar aanleiding hiervan is de toelichting op een aantal punten aangevuld, zie de paragrafen 4.3.1 en 4.3.2. Kort gezegd kan een deelnemer die een vrijstelling wenst, een internationale diplomawaardering laten uitvoeren door DUO SBB of Nuffic. Op basis daarvan kan de examencommissie beoordelen of dat al dan niet tot een vrijstelling leidt. Deze informatie is vervolgens ook afgestemd met de inspectie.

Daarnaast heeft de inspectie aangegeven dat, aangezien nog niet alle gevolgen van dit besluit voor het toezicht duidelijk zijn, er geen uitspraken kunnen worden gedaan over de in te zetten capaciteit. De inspectie heeft inmiddels wel via een andere uitvoeringstoets aangegeven wat de benodigde capaciteit in 2021 is, te weten 3,9 fte. Hoewel de Wet inburgering 2021 pas op 1 januari 2022 in werking treedt, is er namelijk in 2021 al extra capaciteit nodig. Dit komt doordat potentiële taalschakelinstellingen voor die tijd alvast informeel het recht op diploma-erkenning kunnen aanvragen. DUO neemt deze informele aanvragen alvast in behandeling en laat de aanvragers na beoordeling hiervan weten welke formele beschikking zij vanaf 1 januari 2022 kunnen verwachten. Hier is voor gekozen, omdat gemeenten al vóór inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021 met hun aanbestedingsprocedures voor de onderwijsroute starten. Taalschakelinstellingen kunnen met het informele bericht van DUO aan gemeenten aantonen dat te verwachten is dat zij na inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021 formeel zullen beschikken over het recht op een diploma-erkenning. DUO legt aanvragen voor het recht op diplomaerkenning altijd voor aan de inspectie en zal dit ook doen met de informele aanvragen. Voor het adviseren over alle (informele) aanvragen en het houden van toezicht op de taalschakeltrajecten is derhalve capaciteit nodig.

Tot slot heeft de inspectie aangegeven dat een minimale eindwaardering van het cijfer 4 voor de vakken met een «op weg naar»-aanduiding onder andere niet stimulerend voor de deelnemer is. Dit is aangepast door te kiezen voor een eindwaardering «voldaan» of «niet voldaan».

7.3 CvTE

Het CvTE heeft aangegeven dat dit besluit uitvoerbaar is. Wel heeft het enkele aandachtspunten meegegeven. Zo pleit het CvTE in verband met een verwachte toename van het aantal af te nemen staatsexamens voor een itembank53. Het proces om deze te bouwen, is door het Ministerie van OCW in gang gezet. Daarnaast geeft het CvTE aan dat het nog onduidelijk is hoe de kosten voor de twee gratis examenpogingen voor asielstatushouders worden verrekend met het Ministerie van SZW en dat het geen voorrang zal verlenen aan specifieke groepen die zich aanmelden voor het staatsexamen Nt2. Over de financieringsstromen rondom de twee gratis examenpogingen zijn afspraken gemaakt tussen het Ministerie van SZW, het Ministerie van OCW, DUO en het CvTE. Dit staat los van dit besluit.

8. Gevolgen Caribisch Nederland

Dit besluit heeft geen gevolgen voor Caribisch Nederland, aangezien de Wet inburgering 2021 niet geldt voor Caribisch Nederland en de taalschakeltrajecten dus ook niet als opleiding educatie als bedoeld in artikel 7.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES zullen worden onderscheiden.

9. Consultatie

Voor dit besluit is een internetconsultatie opengesteld. De internetconsultatie stond open van 9 februari 2021 tot en met 23 maart 2021. Er zijn vier openbare reacties binnengekomen met daarin meerdere opmerkingen.

Allereerst zijn er opmerkingen gemaakt die betrekking hebben op het beleidsterrein van het Ministerie van SZW. Deze zijn derhalve doorgestuurd aan het Ministerie van SZW. Belangrijkste aandachtspunt uit de reacties die zijn doorgestuurd aan SZW betreft de financiering van de onderwijsroute. Diverse belangenorganisaties zijn van oordeel dat hier meer financiering beschikbaar voor moet komen. Dit blijft onderdeel van gesprek tussen de Ministeries van SZW, OCW en belangenorganisaties en inmiddels is er voor de korte termijn extra budget vrij gemaakt.54 Hieronder volgen de reacties die zien op het onderhavige besluit.

Eén respondent heeft enkele opmerkingen gemaakt over Nt2. Zo moet er volgens deze respondent aandacht zijn voor een onderhoudsplicht voor en het verder ontwikkelen van de vaardigheden in de Nederlandse taal indien een deelnemer de Nederlandse taal reeds beheerst en de examencommissie aanvullende mogelijkheden krijgen om strengere eisen te stellen voor vrijstellingen voor onderdelen van het staatsexamen Nt2 op B1-niveau. Dit is echter niet overgenomen. Door het volgen van onderwijs en het participeren in de samenleving is er reeds sprake van onderhoud. Bovendien is het voor deelnemers die dat wensen mogelijk om het Nederlands verder te ontwikkelen door het volgen van Nt2 op B2-niveau.

Dezelfde respondent heeft tevens aangegeven dat er rekening moet worden gehouden met de aanstaande wijzigingen van de rekeneisen in het mbo. Naar verwachting worden de nieuwe rekeneisen in het mbo op 1 augustus 2022 van kracht. Daar wordt in de Regeling eindtermen 2013 en in dit besluit rekening mee gehouden; de wijzigingen waren in de consultatieversie van dit besluit echter nog niet verwerkt. Inmiddels zijn deze wijzigingen wel verwerkt.

Diverse respondenten hebben verder aangegeven dat de aansluiting op het vervolgonderwijs moet worden geborgd door bijvoorbeeld officiëlere examens voor Engels en verplichte maatwerkvakken. Het vak Engels behoort tot de basisvakken en het is aan de taalschakelinstellingen hoe deze te examineren. Voorwaarde is dat de eindtermen voor Engels worden gedekt. Het is daarnaast mogelijk om Engels ook op een hoger niveau te geven dan in de eindtermen staat omschreven, zie paragraaf «4.1.6 Extra onderdelen». Dit is reeds aan de taalschakelinstellingen gecommuniceerd. Conform het advies van de Commissie eindtermen hangen de maatwerkvakken af van de vervolgopleiding die de deelnemer kiest. Het is aan de taalschakelinstelling om te bepalen welke maatwerkvakken daarvoor nodig zijn en deze zijn vervolgens verplicht voor de deelnemer.

Respondenten hebben ook aandacht gevraagd voor voorlichting tijdens de aanvraagprocedure en het inrichten van een steunpunt voor taalschakelinstellingen waar zij met hun vragen terecht kunnen. Op dit moment wordt gewerkt aan voorlichtingsmateriaal en worden de mogelijkheden voor steunpunten verkend.

Eén respondent geeft aan zich niet te herkennen in de regeldrukberekening. Volgens deze respondent misten er een aantal zaken in de regeldrukkostenberekening. Zo zijn er kosten met betrekking tot het verwerken van de voorschriften rondom de examinering en diplomering van de taalschakeltrajecten in de onderwijs- en examenregeling. De regeldrukparagraaf is hierop aangepast.

Tot slot zijn naar aanleiding van opmerkingen van respondenten diverse redactionele wijzigingen doorgevoerd omwille van de leesbaarheid of om de tekst te verduidelijken. Voorbeelden zijn de toelichtingen bij de paragrafen over leervaardigheden en vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze.

II Artikelsgewijs

Artikel I (Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB)

Artikel I, onderdeel A (artikel 1 Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB)

In de begripsbepaling worden de onderdelen «basisvakken» en «maatwerkvakken» opgenomen. Hiermee wordt verduidelijkt wat deze onderdelen van het taalschakeltraject inhouden. De basisvakken zijn voor alle deelnemers van hetzelfde taalschakeltraject naar een vervolgopleiding in dezelfde voertaal gelijk. Deze vakken betreffen Nederlands als tweede taal op B1- of B2 niveau, Engels en rekenen of wiskunde. Maatwerkvakken kunnen echter verschillen tussen deelnemers afhankelijk van de beoogde vervolgopleiding. Zo zal een deelnemer die door wil stromen naar bijvoorbeeld een opleiding biologie naar alle waarschijnlijkheid het maatwerkvak biologie moeten volgen, terwijl een deelnemer die door wil stromen naar een opleiding Frans dit niet hoeft te volgen. Welke maatwerkvakken nodig zijn, is ter beoordeling aan het bevoegd gezag van de taalschakelinstelling.

Daarnaast wordt het begrip «examenonderdeel kennis van de Nederlandse maatschappij» opgenomen. Inburgeringsplichtigen uit alle routes volgen onderwijs in kennis van de Nederlandse maatschappij (KNM) en inburgeringsplichtigen uit de onderwijsroute en B1-route doen ook examen hierin. De invulling van dit examenonderdeel is voor de onderwijsroute dan ook gelijk aan de B1-route.

Ook wordt het begrip «taalschakeltrajecten» opgenomen. Dit is de onderwijsroute in de Wet inburgering 2021. In de Wet inburgering 2021 is bepaald (in artikel 8, tweede lid) dat het taalschakeltraject een opleiding educatie is bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder f, WEB. Opleidingen educatie die hieronder vallen, moeten als zodanig worden aangewezen door de minister van OCW. Met de Regeling aanwijzing opleidingen educatie worden zeven verschillende taalschakeltrajecten aangewezen die dus ook elk een opleiding educatie zijn.

Artikel I, onderdeel B (Hoofdstuk IIIA Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB)
Artikel 17e

Dit onderdeel betreft een reikwijdtebepaling die dient om aan te geven dat hoofdstuk IIIA EKB uitsluitend betrekking heeft op het taalschakeltraject.

Artikel 17f

Het examen van een taalschakeltraject bestaat uit een aantal examenonderdelen. Dit zijn: basisvakken, maatwerkvakken, KNM, leervaardigheden en vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze. Een aantal examenonderdelen zijn gelijk voor alle deelnemers aan een taalschakeltraject.

Het examenonderdeel Nt2 op B1 of B2-niveau en het examenonderdeel KNM worden centraal afgelegd en beoordeeld. De wijze waarop dit gebeurt, is vastgelegd in de artikelen 17h en 17i van dit besluit. Voor de taalschakeltrajecten naar het hbo of naar het wo zijn er twee verschillende taalschakeltrajecten in twee profielen die deelnemers kunnen volgen. Binnen elk van deze taalschakeltrajecten is er vervolgens een verschil tussen deelnemers die een Nederlandstalige hbo- of wo-opleiding gaan volgen en deelnemers die een Engelstalige hbo- of wo-opleiding gaan volgen. Dit heeft gevolgen voor het niveau waarop examen moet worden afgelegd in de Nederlandse en Engelse taal. Indien de beoogde vervolgopleiding in het Nederlands wordt gegeven, zijn de basisvakken Nt2 op B2-niveau en «Engels ERK-niveau B1» verplicht. Indien de beoogde vervolgopleiding in het Engels wordt gegeven zijn de basisvakken Nt2 op B1-niveau en «Engels ERK-niveau B2» verplicht. De deelnemers die een Engelstalige vervolgopleiding hebben gekozen, volgen dus niet het basisvak Nt2 op B2-niveau.

Het basisvak «op weg naar Engels ERK-niveau A1» houdt in dat de deelnemer niet het niveau A1 hoeft te halen, maar daar slechts naar op weg hoeft te zijn. Hetzelfde geldt voor het basisvak «op weg naar mbo-rekenniveau 2». De eindbeoordeling voor deze basisvakken wordt daarom uitgedrukt in «voldaan» of «niet voldaan». Zie paragraaf 4.4 voor de onderbouwing van deze keuze.

Artikel 17g

Met dit artikel is zoveel mogelijk aangesloten bij artikel 3b EKB. Gelijk aan artikel 3b, bepaalt dit artikel dat er alleen tot een vrijstelling van (een deel van) een examenonderdeel kan worden overgegaan op verzoek van een deelnemer. Inherent aan het verzoek zal de deelnemer bewijs moeten leveren dat hij/zij voor de gevraagde vrijstelling in aanmerking komt.

Het tweede lid bepaalt dat de examencommissie in ieder geval de geldende eindtermen in acht neemt bij het geven van een vrijstelling. De eindtermen zijn minimumvereisten. De examencommissie kan verdergaand beleid voor het afgeven van vrijstellingen formuleren.

In het verlengde van artikel 3b, derde lid, bepaalt het derde lid van dit artikel dat bij een vrijstelling de eerder behaalde waardering meetelt voor de eindwaardering overeenkomstig artikelen 17m en 17n van onderhavig besluit.

In het vierde en vijfde lid is aangesloten bij artikel 3.12 van de Regeling inburgering 2021. Daarin is opgesomd over welke bewijsstukken deelnemers aan de B1-route moeten beschikken om voor vrijstelling van (onderdelen van) het examenonderdeel Nt2 op B1-niveau in aanmerking te kunnen komen.

Het examenonderdeel KNM wordt niet genoemd in het artikel. Dit betekent dat de deelnemer niet voor het examenonderdeel KNM kan worden vrijgesteld.

Artikelen 17h en 17i

De examens voor Nt2 op B1- en B2-niveau vinden plaats overeenkomstig de regels hieromtrent in het Staatsexamenbesluit Nt2. Het examen van het examenonderdeel KNM vindt plaats overeenkomstig de regels in hoofdstuk 3, afdeling 3, van het Besluit inburgering 2021. Met het examen wordt in dit artikel ook de inhoud, aanmelding, procedure en beoordeling van het examen bedoeld. Deze examenonderdelen worden ook door inburgeringsplichtigen in de B1-route op dezelfde wijze afgelegd. Mede om deze reden is besloten dat deze examens door het CvTE respectievelijk het Ministerie van SZW worden afgenomen.

Artikel 17j

Overeenkomstig artikel 13 EKB, wordt ook voor de instellingsexamens van het taalschakeltraject bepaald dat deze plaatsvinden overeenkomstig de door de examencommissie krachtens de wet vastgestelde regels.

Artikel 17k

Dit onderdeel regelt hoe de eindwaardering voor de verschillende examenonderdelen wordt uitgedrukt.

Het uitgangspunt is dat de taalschakelinstelling de keuze heeft om de eindwaardering voor de basis- en maatwerkvakken uit te drukken in een tienpuntsschaal (een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10, waarbij 10 het hoogste is en 1 het laagste), een driepuntsschaal (een waardering uitgedrukt met de woorden «onvoldoende», «voldoende», en «goed») of een overige puntenschaal (een waardering uit de driepuntsschaal aangevuld met één of meer woorden uit de reeks «zeer slecht», «slecht», «ruim onvoldoende», «ruim voldoende», «zeer goed», en «uitmuntend») volgens de systematiek van artikel 15, tweede lid, EKB.

Er zijn vier uitzonderingen op het uitgangspunt. De eindbeoordeling van de basisvakken «op weg naar Engels ERK-niveau A1» en «op weg naar mbo-rekenniveau 2» wordt altijd uitgedrukt in «voldaan» of «niet voldaan». De eindbeoordeling voor KNM wordt overgenomen van het Ministerie van SZW en uitgedrukt in een tienpuntsschaal, overeenkomstig artikel 3.5, vierde lid, van het Besluit inburgering 2021. De eindbeoordeling voor Nt2 op B1- of B2-niveau wordt overgenomen van het CvTE en altijd uitgedrukt in «voldoende» of «onvoldoende», overeenkomstig artikel 14 van het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal.

Er is gekozen om een eindbeoordeling van «voldaan» of «niet voldaan» voor te schrijven voor de basisvakken «op weg naar Engels ERK-niveau A1» en «op weg naar mbo-rekenniveau 2», omdat deelnemers een ontwikkeling moeten laten zien in deze basisvakken waardoor ze zich niet lenen voor een eindwaardering in een tienpuntsschaal, driepuntsschaal of overige puntenschaal.

Omdat het examen van de examenonderdelen leervaardigheden en vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze zich eveneens niet lenen voor een eindwaardering in een tienpuntsschaal, driepuntsschaal of overige puntenschaal, wordt de eindwaardering daarvan altijd uitgedrukt in «voldaan» of «niet voldaan». Ook voor de leervaardigheden moeten deelnemers een ontwikkeling laten zien. Voor de vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze geldt dat de deelnemer een keuze voor een vervolgopleiding moet hebben gemaakt.

Artikel 17l

In het verlengde van artikel 16 EKB, wordt ook voor de taalschakeltrajecten bepaald dat de examencommissie de uitslag van het taalschakeltraject vaststelt overeenkomstig de desbetreffende bepalingen (artikel 17m en 17n).

Artikel 17m

Dit onderdeel bevat de slaag-/zakregeling voor de taalschakeltrajecten die een voorbereiding zijn voor het mbo. Het uitgangspunt is dat voor alle examenonderdelen een voldoende resultaat moet worden behaald.

Artikel 17n

Artikel 17n bevat de slaag-/zakregeling voor de taalschakeltrajecten die een voorbereiding zijn voor het hbo en wo. Voor deze taalschakeltrajecten geldt dat voor alle examenonderdelen een voldoende resultaat moet worden behaald.

Zie verder de artikelsgewijze toelichting op artikel 17f voor de verschillen tussen deelnemers die een Nederlandstalige hbo- of wo-opleiding gaan volgen en deelnemers die een Engelstalige hbo- of wo-opleiding gaan volgen.

Artikel I, onderdeel C (Artikel 19b Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB)

De bepalingen die met het onderhavige besluit worden opgenomen in het EKB zijn gebaseerd op artikel 7.4.3 WEB, dat via de Wet inburgering 2021 in de WEB is opgenomen. Aangezien dit artikel een nieuwe grondslag van het EKB betreft, is dit in artikel 19b geëxpliciteerd.

Artikel II, onderdeel A (artikel 5 Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal)

In artikel 5, eerste lid, wordt de wijziging van het tarief van deelneming aan een volledig examen van programma I of II aangepast naar € 200,– en wordt deelneming aan een examenonderdeel van programma I of II aangepast naar € 50,–.

Er wordt een derde lid aan dit artikel toegevoegd. Hierin is opgenomen dat deelnemers die het examen afleggen als examenonderdeel van het taalschakeltraject twee kosteloze examenpogingen kunnen doen als zij asielstatushouder zijn of gezinsleden van een asielstatushouder. Deze kosteloze examenpogingen worden door het Ministerie van SZW vergoed. Het gaat om twee kosteloze pogingen per examenonderdeel: indien een asielstatushouder in één keer zijn examen behaalt voor bijvoorbeeld luistervaardigheid, dan kan hij de tweede kosteloze examenpoging voor dit onderdeel niet inzetten voor een ander examenonderdeel, zoals bijvoorbeeld spreekvaardigheid. Hiermee wordt aangesloten bij de B1-route waarvoor in artikel 3.7 van het Besluit inburgering 2021 in samenhang met artikel 3.5, eerste lid, van de Regeling inburgering 2021 hetzelfde is geregeld voor asielstatushouders in deze leerroute.

In artikel 3.5 van de Regeling inburgering 2021 is overigens ook opgenomen dat voor het examen van het examenonderdeel KNM twee kosteloze examenpogingen kunnen worden gedaan door deelnemers die het examen afleggen als examenonderdeel van het taalschakeltraject indien zij asielstatushouder zijn of een gezinslid van een statushouder.

Artikel II, onderdelen B en C (artikel 17, derde lid, en 24 Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal)

In artikel 17, derde lid (oud) is geregeld dat het CvTE de examenresultaten van de inburgeringsplichtige verstrekt ten behoeve van opneming in het Informatiesysteem Inburgering aan de beheerder daarvan (DUO). Het Informatiesysteem Inburgering komt te vervallen met de Wet inburgering 2021. Om die reden kan het derde lid van artikel 17 (oud) komen te vervallen. De artikelen 34, vijfde lid, en 39 van de Wet inburgering 2021 en artikel 9.6, zevende lid, van het Besluit inburgering 2021 bevatten de nieuwe grondslag voor de gegevenslevering door het CvTE in het kader van de inburgering.

De grondslag voor gegevensverstrekking blijft wel relevant voor inburgeringsplichtigen die inburgeringsplichtig zijn geworden onder de Wet inburgering (oud) en op wie het Besluit inburgering (oud) van toepassing is. Om die reden wordt in artikel 24 overgangsrecht getroffen.

Onderdeel C bevat het overgangsrecht voor de inburgeringsplichtigen die onder de Wet inburgering (oud) inburgeringsplichtig zijn geworden. In het onderhavige artikel is geregeld dat deze grondslag voor gegevensverstrekking van toepassing blijft op inburgeringsplichtigen die inburgeringsplichtig zijn (geworden) onder de Wet inburgering (oud) en op wie het Besluit inburgering (oud) van toepassing was op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het onderhavige besluit.

Artikel III (Verschillende artikelen in het Besluit register onderwijsdeelnemers)

De wijziging van verschillende bepalingen in het Besluit register onderwijsdeelnemers betreffen louter technische wijzigingen, vanwege de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021. Vanaf de datum van inwerkingtreding biedt die wet de grondslag voor de gegevensuitwisselingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering ervan.

Artikel 74a Besluit register onderwijsdeelnemers

Om ervoor te zorgen dat de gegevensuitwisseling met betrekking tot deelnemers waarop op grond van de Wet inburgering 2021 de Wet inburgering van toepassing blijft doorgang kan blijven vinden, wordt er in het Besluit register onderwijsdeelnemers een overgangsbepaling opgenomen. Vanwege het invoegen van de overgangsbepaling is besloten om ten behoeve van de duidelijkheid het vijfde hoofdstuk onder te verdelen in paragrafen.

Artikel IV (Wijziging van het Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs)

In het in 2017 gestarte experiment flexstuderen is geregeld dat de hoogte van het collegegeld van een student wordt bepaald door de omvang van het onderwijs dat de student van plan is te volgen, en de student uitsluitend het onderwijs volgt waarvoor hij collegegeld betaalt. Dit betekent in de praktijk dat studenten de mogelijkheid hebben om hun opleiding per studiepunt te betalen, in plaats van het collegegeld voor een volledig studiejaar. In 2021 is het experiment uitgebreid, zodat niet alleen voltijdstudenten, maar ook deeltijdstudenten en studenten aan duale opleidingen kunnen deelnemen.

Bij deze verruiming is echter abusievelijk nagelaten de berekeningswijze van het bedrag dat de student per studiepunt dient te betalen aan te passen aan de mogelijkheid dat een deeltijdstudent gebruik maakt van de regeling. De studielast van een voltijdsopleiding is 60 studiepunten per studiejaar. Bij deeltijdopleidingen stelt het instellingsbestuur jaarlijks de studielast vast. In de huidige berekeningswijze is hiermee geen rekening gehouden. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde deeltijdstudenten, degenen die een studie volgen met een studielast die lager is dan 60 studiepunten, minder zouden hoeven te betalen dan het (naar rato) wettelijk collegegeld. Deze kennelijk vergissing wordt met deze wijziging gerepareerd. Om het bedrag per studiepunt te bepalen wordt het verschuldigde collegegeld gedeeld door de studielast die voor de opleiding geldt. Bij een voltijdopleiding is dat dus altijd 60 studiepunten, bij een deeltijdopleiding kan dit afwijken. In geval van bijvoorbeeld een opleiding met een studielast van 30 studiepunten per jaar, wordt het collegegeld per studiepunt dus berekend door het vastgestelde collegegeld te delen door 30. Er is nadrukkelijk geen inhoudelijke wijziging beoogd.

Artikel V (Inwerkingtreding)

Voor de inwerkingtreding van de artikelen I, II en II van dit besluit wordt aangesloten bij de inwerkintreding van artikel 45, onderdeel E, van de Wet inburgering 2021. In dit onderdeel van de Wet inburgering 2021 is de grondslag opgenomen voor de wijzigingen van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB. De geplande inwerkingtredingsdatum van de Wet inburgering 2021 is 1 januari 2022. Indien het Staatsblad wordt uitgegeven na inwerkingtreding van artikel 45, onderdeel E, van de Wet inburgering 2021, treden de artikelen I, II en III van dit besluit in werking met ingang van de dag na datum uitgifte Staatsblad. Op deze manier wordt voorkomen dat deze onderdelen van dit besluit met terugwerkende kracht in werking treden. Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en invoeringstermijn, omdat het wenselijk is dat dit besluit gelijk met de Wet inburgering 2021 in werking treedt, of anders zo snel mogelijk daarna. Dit besluit bevat namelijk een deel van de uitwerking van de onderwijsroute van de Wet inburgering 2021. Artikel IV treedt met terugwerkende kracht in werking. Dit artikel herstelt namelijk een evidente vergissing. Zie voor de verdere onderbouwing de artikelsgewijze toelichting op artikel IV.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
2

Zie artikel 6 en 8, derde lid, van de Wet inburgering 2021.

X Noot
3

De niveaus B1 en B2 komen uit het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen, Council of Europe (2008). Dit wordt veelal afgekort als ERK, de afkorting die ook in deze toelichting wordt gebruikt. De Nederlandse Taalunie heeft een vertaling gemaakt, het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen: Leren, Onderwijzen, Beoordelen (Nederlandse Taalunie, vert.). Den Haag: Nederlandse Taalunie (origineel werk gepubliceerd in 2001).

X Noot
4

Kamerstukken II 2019/20, 35 483, nr. 3.

X Noot
5

Het betreft hier artikel 7.4.3, eerste lid, WEB zoals dit komt te luiden na inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021, Stb. 2021, nr. 38.

X Noot
6

Hoewel het taalschakeltraject in beginsel is ontwikkeld voor inburgeringsplichtigen, is het voor taalschakelinstellingen ook mogelijk om andere deelnemers (bijvoorbeeld vrijwillige inburgeraars uit andere EU-landen) toe te laten. Daarom wordt in deze toelichting in overeenstemming met de WEB verder van «deelnemers» gesproken.

X Noot
7

Om aan de inburgeringsplicht te voldoen, moet de deelnemer naast het taalschakeltraject ook het participatieverklaringstraject behalen.

X Noot
8

Kamerstukken II 2019/20, 35 483, nr. 3, paragraaf 2.7.1.2.

X Noot
9

Het bevoegd gezag van een mbo-instelling kan een student die niet aan de vooropleidingseisen voldoet, toelaten na het doen van een toelatingsonderzoek op grond van artikel 8.2.1, zesde lid, WEB. Ook voor het instellingsbestuur van een ho-instelling geldt dat het een toelatingsonderzoek kan doen op grond van artikel 7.29 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (veelal colloquium doctum genoemd). Door middel van goede afstemming tussen de taalschakelinstelling en de mbo- of ho-instelling kan het toelatingsonderzoek bijvoorbeeld beperkt van omvang blijven.

X Noot
12

Voor taalschakeltrajecten naar hbo zijn er nu twee soorten taalschakeltrajecten: die naar hbo-opleidingen in het profiel Maatschappij, economie en informatietechnologie en die naar hbo-opleidingen in het Natuur, techniek en gezondheid. Voor taalschakeltrajecten naar wo geldt hetzelfde.

X Noot
13

Zie voor een toelichting op de verdere aanpassingen paragraaf 3.1 van de toelichting bij de wijziging van de Regeling eindtermen 2013, Stcrt. 2021, 25700.

X Noot
14

Zie het adviesrapport, pagina’s 7 en 8.

X Noot
15

Zie het adviesrapport, pagina 6.

X Noot
16

Zie het adviesrapport, pagina’s 15 en 16.

X Noot
17

Zie het adviesrapport, pagina 18.

X Noot
18

Zie het adviesrapport, pagina 23, onder 11.

X Noot
19

Artikel 17, tweede lid, Wet inburgering 2021.

X Noot
20

Kamerstukken II 2019/20, 35 483, nr. 3, paragraaf 2.7.1.1.1 en 2.7.1.2.

X Noot
21

Artikel 7.4.3, eerste lid, WEB geldt niet voor opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) en Nederlands als tweede taal I en II.

X Noot
22

Voor de examinering voor opleidingen vavo zijn kort gezegd tevens regels uit het voortgezet onderwijs van toepassing. Dit houdt onder andere in dat vavo-studenten naast schoolexamens ook centrale examens moeten afleggen. De examinering van opleidingen Nederlands als tweede taal I en II wordt gedaan door het CvTE, zie artikel 12.5.2 WEB.

X Noot
23

Voorheen de Regeling digitale vaardigheden educatie 2018, zie Stcrt. 2021, 25700.

X Noot
25

Zie de Beleidsregel diploma-erkenning opleidingen overige educatie (2021), Stcrt. 2021, 27270.

X Noot
26

Met ingang van 1 augustus 2022 worden voor het mbo nieuwe rekeneisen in het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen opgenomen. Zie het rapport van de Expertgroep Herijking Rekeneisen mbo, Rekeneisen voor het middelbaar beroepsonderwijs, juli 2020, vindplaats: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/05/19/rekeneisen-voor-het-middelbaar-beroepsonderwijs. De nieuwe rekeneisen zijn reeds meegenomen in dit concept.

X Noot
28

Zie pagina’s 14 tot en met 17 en 78 tot en met 84 van het adviesrapport.

X Noot
30

Zie pagina’s 18 en 19 van het adviesrapport.

X Noot
31

Dit neemt overigens niet weg dat de taalschakelinstelling (delen van) het onderwijs voor Nt2 in de praktijk kan uitbesteden aan een derde partij, maar de taalschakelinstelling blijft in dat geval altijd eindverantwoordelijk.

X Noot
32

Zie de artikelen 6, eerste lid, en 8, vierde lid, van de Wet inburgering 2021. Het participatieverklaringstraject en de module Arbeidsmarkt en Participatie worden verzorgd door de gemeente en maken geen onderdeel uit van het taalschakeltraject.

X Noot
33

Zie artikel 8, eerste lid, van het Bestuursreglement College voor Toetsen en Examens en de kerntaken van DUO in het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008.

X Noot
34

Het ERK onderscheidt vijf vaardigheden: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. Het staatsexamen Nt2 bestaat daarentegen uit vier examenonderdelen: lezen, luisteren, gesprekken voeren en spreken. Het examenonderdeel «spreken» heeft zowel betrekking op de vaardigheden voor spreken als gesprekken uit het ERK.

X Noot
35

Zie artikel 7.4.6a WEB. Indien de deelnemer uitstroomt zonder diploma en niet meer aan een instelling is ingeschreven, jonger dan 23 is en nog geen startkwalificatie heeft, is het uitreiken van een instellingsverklaring verplicht.

X Noot
36

Gebaseerd op artikel 7, derde lid, van de Wet inburgering 2021.

X Noot
37

«CNaVT» staat voor Certificaat Nederlands als Vreemde Taal, waarvoor wereldwijd examens worden afgenomen door de Taalunie.

X Noot
38

Zie hierover verder de artikelsgewijze toelichting bij artikel 3.12 van de Regeling inburgering 2021.

X Noot
39

Artikel 5, eerste lid, Wet inburgering 2021.

X Noot
40

Artikel 2.7, derde lid, Besluit inburgering 2021.

X Noot
41

Het CvTE doet dit mede op basis van een medische deskundigenverklaring. In sommige gevallen wordt het afgeven van die deskundigenverklaring vergoed door het Ministerie van SZW.

X Noot
42

Artikel 5, tweede lid, van de Wet inburgering 2021.

X Noot
43

Zie p. 6 van het adviesrapport.

X Noot
44

Zie de toelichting, paragraaf 3.3.1, bij de wijziging van de Regeling eindtermen 2013, Stcrt. 2021, 25700.

X Noot
45

Mogelijk gaat het CvTE het resultaat voor de staatsexamens Nt2 in de toekomst uitdrukken in cijferoordelen in plaats van voldoendes en onvoldoendes. Te zijner tijd zal de examencommissie van de taalschakelinstelling dus het cijferoordeel van het CvTE moeten overnemen en is de deelnemer geslaagd met het cijfer zes. In deze toelichting wordt echter van de huidige situatie uitgegaan.

X Noot
46

Er zijn twee programma’s: programma I (vergelijkbaar met niveau B1) en programma II (vergelijkbaar met niveau B2).

X Noot
47

Stb. 2005, 582.

X Noot
48

Stb. 2012, 524.

X Noot
49

Artikel 17, derde lid, van de Wet inburgering 2021 en artikel 5.5 van het Besluit inburgering 2021.

X Noot
51

Voor de berekening van de regeldrukkosten is uitgegaan van een uurtarief van € 50,–. Dit is gebaseerd op bijlage IV.D van het Handboek Meting Regeldrukkosten, te vinden op. Het uurtarief van € 47,– is daarbij naar boven afgerond tot € 50,–.

X Noot
52

Kamerstukken II 2019/20, 35 483, nr. 3, paragraaf 2.7.1.1.1.

X Noot
53

Een itembank bevat alle items (examenopgaven) die gebruikt kunnen worden voor het samenstellen van een examen. Het CvTE wil werken met een deels openbare itembank, waarbij een deel van de items openbaar zijn voor kandidaten om mee te oefenen en een deel van de items niet openbaar zijn en kunnen worden hergebruikt voor examens.

X Noot
54

Zie hierover verder: Kamerstukken II 2020/21, 32 824, nr. 350.

Naar boven