Besluit van 12 juli 2021, houdende vaststelling van het tijdstip van gedeeltelijke inwerkingtreding van artikel 23 van de Wet medische hulpmiddelen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Medische Zorg van 8 juli 2021, kenmerk 3233171-1012370-WJZ;

Gelet op artikel 30 van de Wet medische hulpmiddelen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel 23, derde lid, onderdelen a, b en c, van de Wet medische hulpmiddelen treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister voor Medische Zorg is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 juli 2021

Willem-Alexander

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

Uitgegeven de zestiende juli 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Met ingang van 26 mei 2021 is de Wet medische hulpmiddelen voor het grootste deel in werking getreden (zie het besluit van 30 april 2021, Stb. 2021, 223). Artikel 23, derde lid, aanhef en onderdelen d en e, was reeds in werking getreden (zie het besluit van 20 mei 2020, Stb. 2020, 156). Bij de inwerkingtreding op 26 mei 2021 is per abuis het nog niet in werking getreden deel van artikel 23 niet opgenomen. Het gaat om artikel 23, derde lid, onderdelen a, b en c, van de Wet medische hulpmiddelen. In de afgelopen periode zijn op dit onderdeel geen handhavingshandelingen gebaseerd, zodat deze omissie in de praktijk geen effect heeft gehad. Met het onderhavige inwerkingtredingsbesluit wordt alsnog in de inwerkingtreding voorzien met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst. Daarmee is artikel 23 van de Wet medische hulpmiddelen in zijn geheel in werking getreden.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark

Naar boven