Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 augustus 2017
Hierbij zend ik u het rapport «Kosten en effecten van statiegeld op kleine flesjes
en blikjes»1. Het uitgevoerde onderzoek heb ik uw Kamer toegezegd in het AO Circulaire Economie op 5 oktober 2016 (Kamerstukken 32 852 en 33 043, nr. 35).
Het rapport biedt inzicht in de kosten en effecten van het invoeren van een statiegeldsysteem
voor kleine flesjes en blikjes. De onderzoekers hebben gekeken naar de kosten en opbrengsten
en de effecten op zwerfafval, recycling en milieu.
In het onderzoek zijn meerdere varianten doorgerekend. Deze reflecteren verschillen
in hoogte van het statiegeld (10 of 25 cent), type inzamelpunten (alleen supermarkten
of alle verkooppunten) en soort verpakkingsmateriaal (blik, plastic en glas). Graag
verwijs ik u voor de details naar de inhoud van het rapport. Hieronder noem ik enkele
bevindingen die in het oog springen.
Op basis van de best beschikbare gegevens concluderen de onderzoekers dat de afname
van kleine flesjes en blikjes in het zwerfafval in de range van 70 tot 90% zal liggen.
De onderzoekers benadrukken dat het gaat om een range waarbij een reductie van 70%
net zo waarschijnlijk kan zijn als een reductie van 90%. De onderzoekers baseren zich
daarbij op tellingen uit de Verenigde Staten in de jaren »70 en »80, schattingen op
basis van enquêteresultaten in Nederland in 2001, en recente metingen van de samenstelling
van blikjes in het zwerfafval in Denemarken. Daarnaast zal volgens de onderzoekers
een statiegeldsysteem voor kleine flesjes en blikjes leiden tot meer recycling van
PET en aluminium als ook minder uitstoot van CO2.
De kosten van een statiegeldsysteem kunnen variëren van € 10 mln tot € 110 mln per
jaar afhankelijk van de gekozen variant2. Het gaat om netto kosten waarbij de opbrengsten van de verkoop van de teruggewonnen
materialen PET, metalen en glas in mindering zijn gebracht. Volgens de onderzoekers
vormen de extra statiegeldmachines in de supermarkten de grootste kostenpost.
De onderzoekers hebben ervoor gekozen de bevindingen weer te geven in ranges omdat niet voor alle factoren in de berekeningen een exacte waarde kon worden bepaald.
De ranges geven zo goed mogelijk de huidige kennis weer. Een range betekent dat de uiteindelijke waarde tussen deze twee uitersten zal liggen.
Zoals ik in mijn brief van 23 mei 20173 met uw Kamer heb gecommuniceerd, zal besluitvorming over de verdere aanpak van verpakkingen
plaats kunnen vinden na afronding van de onderzoeken die lopen in het kader van de
evaluatie van de Raamovereenkomst Verpakkingen en met inachtneming van het resultaat
van de pilot Schoon Belonen. Ik verwacht u eind 2017 te kunnen informeren over de
vervolgstappen in het verpakkingendossier.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma