Besluit van 20 november 2019, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 27 september 2019 tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs (Stb. 2019, 395) en het Besluit van 24 oktober 2019, houdende intrekking of wijziging van verschillende besluiten in verband met de normalisering van de rechtspositie van het personeel in het openbaar onderwijs (Stb. 2019, 396)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 15 november 2019, nr. WJZ/17726420(7500), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel XI van de Wet van 27 september 2019 tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs en artikel IX van het Besluit van 24 oktober 2019, houdende intrekking of wijziging van verschillende besluiten in verband met de normalisering van de rechtspositie van het personeel in het openbaar onderwijs;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van 1 januari 2020 treden de volgende wet en het volgende besluit in werking, in de hieronder aangegeven volgorde:

  • a. Artikel I van de Wet van 27 september 2019 tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs;

  • b. De overige artikelen van de in onderdeel a bedoelde wet en het Besluit van 24 oktober 2019, houdende intrekking of wijziging van verschillende besluiten in verband met de normalisering van de rechtspositie van het personeel in het openbaar onderwijs.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 november 2019

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Uitgegeven de achtentwintigste november 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2020 wordt de normalisering van de ambtelijke aanstelling naar een privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst gerealiseerd. Dit wordt geregeld door de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (hierna: Wnra). De Aanpassingswet Wnra past formele wetten daarop aan, met uitzondering van onderwijswetgeving. De Wnra en de aanpassingswetgeving treden met ingang van 1 januari 2020 in werking, middels het Besluit van 24 oktober 2019, houdende vaststelling van het tijdstip waarop de artikelen I tot en met V, VIII, VIIIA, IXA en IXB van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, de Aanpassingswet Wnra, het Aanpassingsbesluit Wnra en het Uitvoeringsbesluit Ambtenarenwet 2017 in werking treden (Stb. 2019, 385).

Ook voor de openbare instellingen binnen de onderwijssectoren (primair en voortgezet onderwijs, universiteiten, onderzoekinstellingen en universitair medische centra) wordt de normalisering per 1 januari 2020 een feit. De Wet van 27 september 2019 tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs (Stb. 2019, 395) en het Besluit van 24 oktober 2019, houdende intrekking of wijziging van verschillende besluiten in verband met de normalisering van de rechtspositie van het personeel in het openbaar onderwijs (Stb. 2019, 396) passen de betreffende wet- en regelgeving daarop aan. Dit koninklijk besluit regelt de inwerkingtreding van de wet en het besluit met ingang van 1 januari 2020.

Onderdeel a

Artikel I van de Wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs wijzigt artikel I van de Wnra. Die wijziging zorgt ervoor dat het personeel van de openbare onderwijs- en onderzoeksinstellingen uitgezonderd wordt van de werking van de Ambtenarenwet 2017; zij worden geen ambtenaar. Deze wijziging dient daarom in de volgorde van inwerkingtreding te komen vóór de inwerkingtreding van artikel I van de Wnra. De inwerkingtreding van artikel I van de Wet van 27 september 2019 tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs (Stb. 2019, 395) komt daarom tegelijk met het moment waarop de wijzigingen, genoemd in onderdeel a van het Besluit van 24 oktober 2019, houdende vaststelling van het tijdstip waarop de artikelen I tot en met V, VIII, VIIIA, IXA en IXB van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, de Aanpassingswet Wnra, het Aanpassingsbesluit Wnra en het Uitvoeringsbesluit Ambtenarenwet 2017 in werking treden 2019 (Stb. 2019, 385), in werking treden.

Onderdeel b

De overige artikelen van de Wet van 27 september 2019 tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs (Stb. 2019, 395) treden in werking na de inwerkingtreding van de Wnra en de overige aanpassingswetgeving. De datum van inwerkingtreding is wel steeds hetzelfde: 1 januari 2020. Op basis van artikel 14 van de Wnra worden de ambtelijke aanstellingen omgezet in een arbeidsovereenkomst, met behoud van de op dat tijdstip ten aanzien van de ambtenaar bestaande beslissingen, afspraken en toezeggingen inzake zijn arbeidsvoorwaarden. Dit geldt ook voor aanstellingen aan openbare onderwijs- en onderzoekinstellingen.1 De aktes van aanstelling van personeel aan deze instellingen worden op 1 januari 2020 aangemerkt als arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht.

Ook de, voornamelijk technische, aanpassingen van de algemene maatregelen van bestuur, opgenomen in het Besluit van 24 oktober 2019, houdende intrekking of wijziging van verschillende besluiten in verband met de normalisering van de rechtspositie van het personeel in het openbaar onderwijs (Stb. 2019, 396), treden met ingang van 1 januari 2020 in werking.

De inwerkingtreding van de overige artikelen van de Wet van 27 september 2019 tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs (Stb. 2019, 395) en de inwerkingtreding van het Besluit van 24 oktober 2019, houdende intrekking of wijziging van verschillende besluiten in verband met de normalisering van de rechtspositie van het personeel in het openbaar onderwijs (Stb. 2019, 396) vindt plaats na onderdeel d van het Besluit van 24 oktober 2019, houdende vaststelling van het tijdstip waarop de artikelen I tot en met V, VIII, VIIIA, IXA en IXB van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, de Aanpassingswet Wnra, het Aanpassingsbesluit Wnra en het Uitvoeringsbesluit Ambtenarenwet 2017 in werking treden (Stb. 2019, 385), maar eveneens op dezelfde datum: 1 januari 2020.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Kamerstukken II 2018/19, 35 089, nr. 3, p. 10–11.

Naar boven