Besluit van 8 oktober 2018, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 15 juni 2018 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie (Stb. 2018, 210), het besluit van 27 augustus 2018 tot wijziging van onder meer het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten in verband met de introductie van een grondslag voor de specifieke uitkering aan gemeenten in verband met de regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie (Stb. 2018, 330) en artikel I, onderdeel C, van het besluit van 23 oktober 2017 tot wijziging van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten in verband met de regeling van de specifieke uitkering aan gemeenten in verband met de regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie (Stb. 2017, 418)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap van 4 oktober 2018, nr. WJZ/1402382 (7502)directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IV van de wet van 15 juni 2018 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie (Stb. 2018, 210), artikel III van het besluit van 27 augustus 2018 tot wijziging van onder meer het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten in verband met de introductie van een grondslag voor de specifieke uitkering aan gemeenten in verband met de regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie (Stb. 2018, 330) en artikel II, tweede lid, van het besluit van 23 oktober 2017 tot wijziging van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten in verband met de regeling van de specifieke uitkering aan gemeenten in verband met de regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie (Stb. 2017, 418);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De wet van 15 juni 2018 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie (Stb. 2018, 210) treedt in werking met ingang van 1 januari 2019, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, dat in werking treedt met ingang van 1 augustus 2019.

Artikel 2

Het besluit van 27 augustus 2018 tot wijziging van onder meer het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten in verband met de introductie van een grondslag voor de specifieke uitkering aan gemeenten in verband met de regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie (Stb. 2018, 330) treedt in werking met ingang van 1 januari 2019, met uitzondering van artikel II, dat in werking treedt met ingang van 1 augustus 2019.

Artikel 3

Artikel I, onderdeel C, van het besluit van het besluit van 23 oktober 2017 tot wijziging van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten in verband met de regeling van de specifieke uitkering aan gemeenten in verband met de regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie (Stb. 2017, 418) treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 8 oktober 2018

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Uitgegeven de negentiende oktober 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van een wet (Stb. 2018, 210), een algemene maatregel van bestuur (Stb. 2018, 330) en een onderdeel van een andere algemene maatregel van bestuur (Stb. 2017, 418). Het grootste deel van de wet en de algemene maatregel van bestuur, alsmede het onderdeel treden in werking met ingang van 1 januari 2019.

Artikel 1

De onderdelen van Stb. 2018, 210 die in werking treden op 1 januari 2019 zijn: een regeling voor het regionaal programma voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie, een grondslag voor een specifieke uitkering voor de maatregelen in het regionaal programma en een wijziging van een nog niet in werking getreden onderdeel van de wet vroegtijdige aanmelddatum (Stb. 2016, 362). Voor de goede orde zij erop gewezen dat op grond van dit koninklijk besluit alleen de wíjziging van het onderdeel van de wet vroegtijdige aanmelddatum op 1 januari 2019 in werking treedt en niet het onderdeel zelf.

Het onderdeel van Stb. 2018, 210 dat in werking treedt op 1 augustus 2019 betreft een toelatingsmogelijkheid tot het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs voor bepaalde jongeren onder de 18 jaar.

Artikel 2

Het deel van Stb. 2018, 330 dat in werking treedt op 1 januari 2019 bevat een regeling voor de berekening van de specifieke uitkering.

Het deel van Stb. 2018, 330 dat in werking treedt op 1 augustus 2019 wijzigt de cursusgeldregeling. Deze wijziging hangt samen met voornoemde toelatingsmogelijkheid en treedt daarom op hetzelfde tijdstip in werking.

Artikel 3

De inwerkingtreding op 1 januari 2019 van het onderdeel van Stb. 2017, 418 hangt samen met de inwerkingtreding op dezelfde datum van (het grootste deel van) Stb. 2018, 210 en Stb. 2018, 330. Het onderdeel schrapt de tijdelijke regeling van de specifieke uitkering voor het regionaal programma. Deze tijdelijke regeling was gebaseerd op artikel 17, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven