Besluit van 6 juli 2017 tot wijziging van het Besluit basisregistraties adressen en gebouwen in verband met modernisering en vereenvoudiging van de registratie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 24 april 2017, nr. IenM/BSK-2017/82712, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 6, vierde lid, 10, onderdeel a, 17, eerste lid, 19, tweede en derde lid, 28, 37, tweede lid, en 39, tweede en derde lid, van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen en de artikelen H 8 en R 6 van de Kieswet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 mei 2017, nr. W14.17.0121/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 3 juli 2017, nr. IenM/BSK-2017/155605, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit basisregistraties adressen en gebouwen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt «Wet basisregistraties adressen en gebouwen» vervangen door: Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

B

In de artikelen 2, onderdeel b, 5, 6 en 12, tweede lid, wordt «gegeven definitie van het desbetreffende gegeven» vervangen door: gestelde regels.

C

Hoofdstuk 2 komt te luiden:

Hoofdstuk 2. Brondocumenten

Artikel 7

Krachtens artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de wet worden als brondocument voor de basisregistratie aangewezen:

  • a. een beslissing tot indeling van het grondgebied van de gemeente in een of meer woonplaatsen, alsmede de wijziging of intrekking daarvan;

  • b. een beslissing tot vaststelling van een openbare ruimte, alsmede de wijziging of intrekking daarvan;

  • c. een beslissing tot toekenning van een nummeraanduiding, alsmede de wijziging of intrekking daarvan;

  • d. een document waaruit blijkt welke postcode door de organisatie die verantwoordelijk is voor de uitgifte van postcodes is toegekend aan een nummeraanduiding;

  • e. een beslissing tot verlening van een vergunning of andere publiekrechtelijke toestemming voor het bouwen, veranderen of slopen van een pand of verblijfsobject, alsmede de wijziging of intrekking daarvan;

  • f. een reactie van een bestuursorgaan op een melding of kennisgeving waardoor het vereiste van een vergunning of toestemming, bedoeld in onderdeel e, wordt opgeheven;

  • g. een melding of kennisgeving van de aanvang van bouwwerkzaamheden voor nieuwbouw en het gereedkomen van bouw- of sloopwerkzaamheden voor nieuwbouw, verbouw en sloop met betrekking tot een pand of verblijfsobject;

  • h. een beslissing tot verlening van een vergunning als bedoeld in de artikelen 21 en 22 van de Huisvestingswet 2014, alsmede de wijziging of intrekking daarvan;

  • i. een beslissing tot vaststelling van een standplaats of ligplaats, alsmede de wijziging of intrekking daarvan;

  • j. een beslissing tot vaststelling van een ligplaats, alsmede de wijziging of intrekking daarvan;

  • k. een document waarin de geometrie van een pand of verblijfsobject is vastgelegd in overeenstemming met de krachtens artikel 17, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de wet gestelde regels;

  • l. een rechterlijke uitspraak strekkende tot vernietiging, herroeping, intrekking of wijziging van een in een brondocument vervat besluit, en

  • m. een verklaring van een daartoe aangewezen ambtenaar, strekkende tot:

    • 1°. een ambtshalve correctie van een of meer gegevens in de basisregistratie op grond van een ander brondocument;

    • 2°. een signalering van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer gegevens in de basisregistratie, die niet voortvloeit uit een ander brondocument, of

    • 3°. een wijziging of opneming in het belang van een goede registratie van een of meer gegevens in de basisregistratie, die niet voortvloeit uit een ander brondocument.

D

In het opschrift van hoofdstuk 3 wordt «De registraties» vervangen door: De basisregistratie.

E

Na het opschrift van hoofdstuk 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8

  • 1. De basisregistratie bevat ten aanzien van onderscheidenlijk woonplaatsen, openbare ruimten, nummeraanduidingen, panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen de desbetreffende gegevens die in de bijlage bij dit besluit zijn genoemd.

  • 2. In de bijlage bij dit besluit is aangegeven welke gegevens als authentieke gegevens zijn aangemerkt.

F

In artikel 9 worden «de adressenregistratie of de gebouwenregistratie» en «de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie» vervangen door: de basisregistratie.

G

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «in de artikelen 19, eerste lid, onderdeel a, 20, eerste lid, onderdeel a, 21, eerste lid, onderdeel a, 22, eerste lid, onderdeel a, 23, eerste lid, onderdeel a, 24, eerste lid, onderdeel a, en 25, eerste lid, onderdeel a, van de wet» vervangen door: bij de nummers 1.1, 2.1, 3.1, 4.1, 5.1, 6.1 en 7.1 in de bijlage bij dit besluit.

2. Het tweede en derde lid komen te luiden:

  • 2. Indien een in de basisregistratie opgenomen verblijfsobject, standplaats of ligplaats wordt gesplitst, wordt elk van de aldus ontstane verblijfsobjecten, standplaatsen of ligplaatsen van een nieuwe identificatiecode voorzien.

  • 3. Indien in de basisregistratie opgenomen verblijfsobjecten, standplaatsen of ligplaatsen worden samengevoegd, wordt het aldus ontstane verblijfsobject, dan wel de aldus ontstane standplaats of ligplaats van een nieuwe identificatiecode voorzien.

H

In artikel 11, tweede lid, vervalt: , bedoeld in de artikelen 19, eerste lid, onderdeel a, 20, eerste lid, onderdeel b, en 21, eerste lid, onderdeel c, van de wet.

I

Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11a

De Dienst registreert het tijdstip waarop de combinatie van gegevens, genoemd bij de nummers 1.6, 2.7, 3.11, 4.6, 5.9, 6.6 en 7.6 in de bijlage bij dit besluit, in de landelijke voorziening is opgenomen.

J

In artikel 12 vervalt: en tweede.

K

Het opschrift van hoofdstuk 5 vervalt.

L

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

  • 1. De termijn, bedoeld in artikel 39, tweede lid, van de wet bedraagt twee werkdagen.

  • 2. De termijn, bedoeld in artikel 39, derde lid, van de wet bedraagt zes maanden.

M

In artikel 15 wordt «Besluit basisregistraties adressen en gebouwen» vervangen door: Besluit basisregistratie adressen en gebouwen.

N

Er wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

Bijlage, behorend bij artikel 8 van het Besluit basisregistratie adressen en gebouwen

Objecttype

Nummer

Te registreren gegeven

Authentiek

1. Woonplaats

1.1

Identificatiecode woonplaats, zoals opgenomen in de landelijke woonplaatsentabel

Ja

 

1.2

Naam woonplaats

Ja

 

1.3

Geometrie woonplaats

Ja

 

1.4

Aanduiding waaruit de actuele dan wel de historische status van de woonplaats blijkt

Ja

 

1.5

Aanduiding dat opneming is gebaseerd op een brondocument als bedoeld in artikel 10, onderdeel b, van de wet, indien dat het geval is

Nee

 

1.6

Begintijd en in voorkomende gevallen de eindtijd waarop een bepaalde combinatie van gegevens over de woonplaats is opgenomen in de basisregistratie

Nee

 

1.7

Ingangsdatum en in voorkomende gevallen einddatum van geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over de woonplaats

Nee

 

1.8

Dagtekening en kenmerk brondocument dat ten grondslag ligt aan opneming, wijziging of niet langer geldig zijn van gegevens ten aanzien van de woonplaats

Nee

2. Openbare ruimte

2.1

Identificatiecode openbare ruimte

Ja

 

2.2

Identificatiecode woonplaats, zoals opgenomen in de landelijke woonplaatsentabel, waarbinnen de openbare ruimte is gelegen

Ja

 

2.3

Naam openbare ruimte

Ja

 

2.4

Type openbare ruimte

Ja

 

2.5

Aanduiding waaruit de actuele dan wel de historische status van de openbare ruimte blijkt

Ja

 

2.6

Aanduiding dat opneming is gebaseerd op een brondocument als bedoeld in artikel 10, onderdeel b, van de wet, indien dat het geval is

Nee

 

2.7

Begintijd en in voorkomende gevallen de eindtijd waarop een bepaalde combinatie van gegevens over de openbare ruimte is opgenomen in de basisregistratie

Nee

 

2.8

Ingangsdatum en in voorkomende gevallen einddatum van geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over de openbare ruimte

Nee

 

2.9

Dagtekening en kenmerk brondocument dat ten grondslag ligt aan opneming, wijziging of niet langer geldig zijn van gegevens ten aanzien van de openbare ruimte

Nee

3. Nummeraanduiding

3.1

Identificatiecode nummeraanduiding

Ja

 

3.2

Identificatiecode openbare ruimte waaraan de nummeraanduiding is gerelateerd

Ja

 

3.3

Identificatiecode woonplaats, zoals opgenomen in de landelijke woonplaatsentabel, waarbinnen het object waaraan de nummeraanduiding is toegekend, gelegen is, indien die woonplaats afwijkt van de woonplaats waarbinnen de openbare ruimte waaraan de nummeraanduiding is gerelateerd, gelegen is

Ja

 

3.4

Huisnummer

Ja

 

3.5

Huisletter

Ja

 

3.6

Huisnummertoevoeging

Ja

 

3.7

Type object waaraan een nummeraanduiding is toegekend

Ja

 

3.8

Aanduiding waaruit de actuele dan wel de historische status van de nummeraanduiding blijkt

Ja

 

3.9

Postcode

Nee

 

3.10

Aanduiding dat opneming is gebaseerd op een brondocument als bedoeld in artikel 10, onderdeel b, van de wet, indien dat het geval is

Nee

 

3.11

Begintijd en in voorkomende gevallen de eindtijd waarop een bepaalde combinatie van gegevens over de nummeraanduiding is opgenomen in de basisregistratie

Nee

 

3.12

Ingangsdatum en in voorkomende gevallen einddatum van geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over de nummeraanduiding

Nee

 

3.13

Dagtekening en kenmerk brondocument dat ten grondslag ligt aan opneming, wijziging of niet langer geldig zijn van gegevens ten aanzien van de nummeraanduiding

Nee

4. Pand

4.1

Identificatiecode pand

Ja

 

4.2

Geometrie pand

Ja

 

4.3

Bouwjaar pand

Ja

 

4.4

Status pand

Ja

 

4.5

Aanduiding dat opneming is gebaseerd op een brondocument als bedoeld in artikel 10, onderdeel b, van de wet, indien dat het geval is

Nee

 

4.6

Begintijd en in voorkomende gevallen de eindtijd waarop een bepaalde combinatie van gegevens over het pand is opgenomen in de basisregistratie

Nee

 

4.7

Ingangsdatum en in voorkomende gevallen einddatum van geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over het pand

Nee

 

4.8

Dagtekening en kenmerk brondocument dat ten grondslag ligt aan opneming, wijziging of niet langer geldig zijn van gegevens ten aanzien van het pand

Nee

5. Verblijfsobject

5.1

Identificatiecode verblijfsobject

Ja

 

5.2

Identificatiecode pand of panden waarvan het verblijfsobject onderdeel is

Ja

 

5.3

Gebruiksdoel dat of gebruiksdoelen die in het brondocument aan het verblijfsobject is of zijn toegekend

Ja

 

5.4

Oppervlakte verblijfsobject

Ja

 

5.5

Identificatiecode nummeraanduiding die onderdeel is van het aan het verblijfsobject toegekende adres

Ja

 

5.6

Geometrie verblijfsobject

Ja

 

5.7

Status verblijfsobject

Ja

 

5.8

Aanduiding dat opneming is gebaseerd op een brondocument als bedoeld in artikel 10, onderdeel b, van de wet, indien dat het geval is

Nee

 

5.9

Begintijd en in voorkomende gevallen de eindtijd waarop een bepaalde combinatie van gegevens over het verblijfsobject is opgenomen in de basisregistratie

Nee

 

5.10

Ingangsdatum en in voorkomende gevallen einddatum van geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over het verblijfsobject

Nee

 

5.11

Dagtekening en kenmerk brondocument dat ten grondslag ligt aan opneming, wijziging of niet langer geldig zijn van gegevens ten aanzien van het verblijfsobject

Nee

6. Standplaats

6.1

Identificatiecode standplaats

Ja

 

6.2

Identificatiecode nummeraanduiding die onderdeel is van het aan de standplaats toegekende adres

Ja

 

6.3

Geometrie standplaats

Ja

 

6.4

Aanduiding waaruit de actuele dan wel de historische status van de standplaats blijkt

Ja

 

6.5

Aanduiding dat opneming is gebaseerd op een brondocument als bedoeld in artikel 10, onderdeel b, van de wet, indien dat het geval is

Nee

 

6.6

Begintijd en in voorkomende gevallen de eindtijd waarop een bepaalde combinatie van gegevens over de standplaats is opgenomen in de basisregistratie

Nee

 

6.7

Ingangsdatum en in voorkomende gevallen einddatum van geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over de standplaats

Nee

 

6.8

Dagtekening en kenmerk brondocument dat ten grondslag ligt aan opneming, wijziging of niet langer geldig zijn van gegevens ten aanzien van de standplaats

Nee

7. Ligplaats

7.1

Identificatiecode ligplaats

Ja

 

7.2

Identificatiecode nummeraanduiding die onderdeel is van het aan de ligplaats toegekende adres

Ja

 

7.3

Geometrie ligplaats

Ja

 

7.4

Aanduiding waaruit de actuele dan wel de historische status van de ligplaats blijkt

Ja

 

7.5

Aanduiding dat opneming is gebaseerd op een brondocument als bedoeld in artikel 10, onderdeel b, van de wet, indien dat het geval is

Nee

 

7.6

Begintijd en in voorkomende gevallen de eindtijd waarop een bepaalde combinatie van gegevens over de ligplaats is opgenomen in de basisregistratie

Nee

 

7.7

Ingangsdatum en in voorkomende gevallen einddatum van geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over de ligplaats

Nee

 

7.8

Dagtekening en kenmerk brondocument dat ten grondslag ligt aan opneming, wijziging of niet langer geldig zijn van gegevens ten aanzien van de ligplaats

Nee

ARTIKEL II

In de artikelen H 2, eerste lid, en R 2, eerste lid, van het Kiesbesluit wordt «artikel 1, onderdeel r, van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen» vervangen door: artikel 1, onderdeel n, van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 6 juli 2017

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de negentiende juli 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

NOTA VAN TOELICHTING

ALGEMEEN DEEL

1. Inleiding

Dit wijzigingsbesluit wijzigt het Besluit basisregistraties adressen en gebouwen (hierna: het besluit). De wijziging houdt verband met de Wet van 10 februari 2017 tot wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en enige andere wetten in verband met modernisering en vereenvoudiging van de registratie en het toezicht (Stb. 2017, 60) (hierna: wijzigingswet). De wijzigingswet is tot stand gekomen naar aanleiding van een uitgevoerde evaluatie van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (hierna: wet).1 Die evaluatie heeft een aantal verbeterpunten opgeleverd. Die punten zijn verwerkt in de wijzigingswet en werken door in de onderliggende regelgeving. Zodoende is ook het besluit aangepast. Het doel van het onderhavige wijzigingsbesluit is het in overeenstemming brengen van het besluit met de gewijzigde opzet en inhoud van de wet. Voor een uitgebreide toelichting op het gewijzigde systeem wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij het voorstel van de wijzigingswet.2 Naast de aanpassingen die voortvloeien uit de gewijzigde systematiek, die in de wijzigingswet is doorgevoerd, zijn er inhoudelijke wijzigingen in het besluit aangebracht. Het betreft een wijziging van de lijst van te registreren gegevens in de bijlage bij het besluit ten opzichte van de «lijst» zoals die was opgenomen in de artikelen 19 tot en met 25 van de wet zoals die luidde voor de inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit en een wijziging met betrekking tot het toekennen van identificatiecodes bij splitsing en samenvoeging van woonplaatsen en openbare ruimten. De toekenning van nieuwe identificatiecodes blijkt in veel gevallen niet nodig en niet wenselijk.

2. Hoofdlijnen van het wijzigingsbesluit

2.1 Gewijzigde systematiek en gewijzigde Wet basisregistratie adressen en gebouwen

De aanpassing van het Besluit basisregistraties adressen en gebouwen aan de gewijzigde wet betreft, naast redactionele aanpassingen, ten eerste de samenvoeging van twee bepalingen waarin brondocumenten zijn benoemd (de artikelen 7 en 8). De wettelijke voorschriften voor het bewaren van brondocumenten in een afzonderlijk register zijn bij de wijzigingswet vervallen, maar de brondocumenten blijven onverminderd de basis voor opname van gegevens in de registratie.

De brondocumenten voor de registratie zijn dezelfde gebleven. Voor zover aan brondocumenten met zoveel woorden de eis van schriftelijkheid werd gesteld, is deze eis echter vervallen in verband met de in de wet gewijzigde definitie van brondocument. Volgens die definitie kan een brondocument elke vorm hebben. Daarmee is aangesloten bij de praktijk van digitalisering, welke praktijk meebrengt dat een brondocument de vorm kan hebben van een elektronisch (systeem)bericht. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een in artikel 7, onderdeel m, onder 3°, genoemde ambtelijke verklaring die strekt tot een wijziging of opneming van één of meer gegevens in het belang van een goede registratie, welke wijziging of opneming niet voortvloeit uit een ander brondocument. Een dergelijke ambtelijke verklaring speelt onder meer een rol indien een object is geregistreerd met de aanduiding dat de registratie is gebaseerd op een proces-verbaal als bedoeld in artikel 10 van de wet. Die aanduiding brengt volgens de wet mee dat geen gebruiksplicht bestaat voor de over het object opgenomen gegevens. Indien is komen vast te staan dat er geen ander brondocument zal volgen, omdat besluitvorming over het object niet nodig is, bijvoorbeeld omdat het object vergunningvrij is, is het in het belang van een goede registratie om de aanduiding «geconstateerd» te verwijderen. Dit kan dan gebeuren op basis van de hier bedoelde ambtelijke verklaring.

Een tweede aanpassing van het besluit betreft de opsomming van de te registreren gegevens, met bepaling van het al dan niet authentieke karakter van die respectieve gegevens. Deze opsomming was voorheen in wetsartikelen opgenomen. Bij de wijzigingswet is die opsomming vervallen en vervangen door een bepaling (artikel 19, eerste lid) waarin in algemene bewoordingen is opgenomen welke gegevens over objecten worden geregistreerd: een identificerend objectnummer, beschrijvende gegevens, temporele gegevens en meta-gegevens. De gewijzigde wet regelt daarbij dat met betrekking tot die gegevens en de bepaling daarvan nadere regels bij algemene maatregel van bestuur worden gesteld. Dat betekent dat over de algemene opsomming uit de aanhef van artikel 19, eerste lid, van de wet bepaald kan worden welke gegevens daaronder precies moeten worden verstaan. Deze nadere invulling heeft vorm gekregen in een bijlage bij het Besluit basisregistratie adressen en gebouwen. De opsomming in afzonderlijke artikelen, zoals die in de wet was opgenomen, werd niet opportuun en minder overzichtelijk geacht.

Voorts zijn twee termijnbepalingen die voorheen in de wet stonden, op basis van de gewijzigde wet nu in het besluit opgenomen. Het betreft de termijn waarbinnen een gegeven in onderzoek wordt geplaatst nadat er een terugmelding of correctieverzoek is gedaan, en de termijn waarbinnen het onderzoek naar aanleiding van een dergelijke terugmelding of een dergelijk correctieverzoek moet zijn afgerond.

Ten slotte zijn verwijzingen naar wetsartikelen en de naamgeving van de registratie aangepast aan de gewijzigde wet. In de artikelsgewijze toelichting wordt nader op de specifieke aanpassingen ingegaan.

Naast de hiervoor genoemde wijzigingen die voortvloeien uit de gewijzigde systematiek van de regelgeving omtrent de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), zijn enkele inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. Die worden in de volgende paragrafen toegelicht.

2.2 Wijziging van de te registreren gegevens

Ten opzichte van de gegevens die in de wet waren genoemd, zijn twee wijzigingen doorgevoerd: er is één gegeven niet meer opgenomen in de lijst van te registreren gegevens, terwijl een ander gegeven juist aan de lijst is toegevoegd. Het gegeven dat in de lijst niet meer is vermeld, is de aantekening «in onderzoek», indien toepassing is gegeven aan artikel 39, tweede lid, of artikel 41, tweede lid, van de wet. Dat gegeven is namelijk expliciet genoemd in artikel 19, eerste lid in samenhang met het vierde lid, onderdeel b, van de wet, als meta-gegeven dat in de registratie wordt opgenomen. Bovendien is in de artikelen 39, tweede lid, en 41, tweede lid, expliciet bepaald dat de aantekening «in onderzoek» bij bepaalde gegevens geplaatst moet worden. Dit gegeven wordt dus al geregistreerd en er zijn geen nadere regels nodig.

Het nieuwe gegeven ten opzichte van de oude artikelen 19 tot en met 25 van de wet is het begin en eventuele einde van registratie van een bepaalde combinatie van gegevens over een object in de basisregistratie (de registratie van de bronhouder/gemeente). De wet kende reeds gegevens over het begin en einde van de geldigheid van een bepaalde combinatie van gegevens over een object. Daaraan is toegevoegd de begintijd en in voorkomende gevallen de eindtijd waarop een bepaalde combinatie van gegevens over een object in de registratie is opgenomen. Het tijdstip van registratie is niet steeds hetzelfde als het tijdstip van de geldigheid: die laatste kan bijvoorbeeld afhankelijk zijn van de inwerkingtreding van een besluit. Dit meta-gegeven kan in het gemeentelijke systeem automatisch worden gegenereerd en dient voor procesbewaking en bijhouding van historie. Om die reden is daarom sprake van een niet-authentiek gegeven.

Voor dezelfde doelen als hierboven beschreven voor de opname van het tijdstip van registratie in de registratie van de bronhouder, is een bepaling toegevoegd dat het tijdstip van opname van gegevens in de landelijke voorziening wordt bijgehouden door de beheerder van die voorziening, de Dienst voor het kadaster en de openbare registers.

2.3 Identificatiecodes bij splitsing en samenvoeging van woonplaatsen en openbare ruimten

Bij de evaluatie van de wet is de wens geuit om bij wijzigingen van woonplaatsen alleen de geometrie te wijzigen. De regels voor wijzigingen van woonplaatsen die in het tweede en derde lid van artikel 10 van het besluit waren opgenomen, brachten onder meer mee dat in veel gevallen mutaties in de registratie moesten worden doorgevoerd die voor gebruikers de indruk wekten dat verhuizingen naar andere woonplaatsen hadden plaatsgevonden, terwijl het uitsluitend «administratieve verhuizingen» betrof. Bij wijziging van openbare ruimten deed zich hetzelfde voor.

Het BAG Bronhouders- en Afnemers Overleg (BAG BAO) heeft nader onderzoek laten doen naar het behoud van de identificatiecode bij geometriewijzigingen. Op basis van de resultaten is door het BAG BAO geadviseerd artikel 10 van het besluit aan te passen. Het advies houdt in dat de identificatiecode van de woonplaats alleen wordt gewijzigd in het geval van splitsing van een woonplaats, voor zover de opgesplitste delen geen deel gaan uitmaken van een andere bestaande woonplaats. Bij samenvoeging van (een deel van) een woonplaats met een andere woonplaats wordt ofwel één van de woonplaatsen opgeheven (als deze geheel met een andere woonplaats wordt samengevoegd), ofwel wijzigt alleen de geometrie van beide woonplaatsen. Op die manier leidt de wijziging van de geometrie van een bestaande woonplaats niet tot wijziging van de identificatiecode van die woonplaats. Het BAG BAO heeft hierbij tevens geadviseerd om, gezien de overeenkomsten in de aard van de problematiek, dezelfde aanpak te volgen bij wijzigingen van openbare ruimten.

Gelet op het uitgebrachte advies zijn het tweede en derde lid van artikel 10 heroverwogen. Geconcludeerd is dat opvolging van het advies aanbeveling verdient. Een en ander heeft geleid tot een formulering van artikel 10 die inhoudt dat bij splitsing van een woonplaats of openbare ruimte alleen een daardoor nieuw ontstane (oftewel niet reeds aanwezige) woonplaats of openbare ruimte van een nieuwe identificatiecode wordt voorzien. Dat aan een nieuw ontstaan object een identificatiecode wordt toegekend, volgt uit artikel 19, eerste lid, van de wet en het nieuwe artikel 8 van het besluit in samenhang met de bij het besluit behorende bijlage. Een bij splitsing betrokken reeds bestaande woonplaats of openbare ruimte wordt niet geacht op te houden te bestaan, maar ondergaat alleen een wijziging van de geometrie. Bij samenvoeging van twee woonplaatsen of openbare ruimten houdt de ene daarbij betrokken woonplaats of openbare ruimte op te bestaan, en wijzigt de geometrie van de andere woonplaats of openbare ruimte. Bij dat laatste bekijkt de gemeente per geval welk betrokken object logischerwijs geacht wordt voort te bestaan en welk object verdwijnt.

3. Gevolgen

De wijzigingen in het onderhavige wijzigingsbesluit hebben geen relevante gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers, bedrijven en instellingen, en ook vrijwel geen andere relevante gevolgen. De wijzigingen zijn hoofdzakelijk technisch en redactioneel van aard, volgend op de wijzigingswet.3 De registratie van tijdstippen vraagt slechts beperkte aanpassing van systemen. Enkel het schrappen van de regels ten aanzien van het in alle gevallen toekennen van nieuwe identificatiecodes aan gesplitste of samengevoegde woonplaatsen of openbare ruimten heeft een effect. Toekenning van nieuwe identificatiecodes hoeft bij splitsing of samenvoeging lang niet altijd meer plaats te vinden. Hierdoor wordt voorkomen dat bronhouders nieuwe identificatiecodes moeten aanmaken en dat gebruikers onnodig worden geconfronteerd met «administratieve verhuizingen».

4. Advisering en consultatie

Een ontwerp van het onderhavige wijzigingsbesluit is aan het BAG BAO voorgelegd. Dat overlegplatform heeft met de wijziging ingestemd. Het BAG BAO heeft bij de consultatie van het wetsvoorstel de suggestie gedaan om, ten behoeve van flexibiliteit in regelgeving, termijnbepalingen niet in de wet op te nemen maar op een (voor gelijksoortige termijnen gelijk) lager niveau te regelen.4 Aan die suggestie is bij het onderhavige wijzigingsbesluit gevolg gegeven (zie het nieuwe artikel 13 in artikel I, onderdeel L, van het onderhavige wijzigingsbesluit).

Het voorstel van de wijzigingswet en de daaruit voortvloeiende systeemwijziging zijn afgestemd met andere betrokken departementen. Zie hiervoor hoofdstuk 9 van de memorie van toelichting bij het voorstel van de wijzigingswet.5 Met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in aanvulling daarop afstemming plaatsgevonden in verband met de wijziging van het Kiesbesluit in artikel II van het wijzigingsbesluit.

De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft met het voorstel ingestemd. Zij geeft aan dat gemeenten voldoende zijn toegerust om het besluit uit te blijven voeren.

Aangezien het voorstel geen gevolgen heeft voor burgers en bedrijven, is afgezien van een internetconsultatie. Dat is in lijn met het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie.6

Artikelsgewijs deel

Artikel I

Onderdelen A, D, F, en M

De begrippen «adressenregister», «gebouwenregister», «adressenregistratie» en «gebouwenregistratie» in de wet zijn vervallen in verband met het vervallen van de verplichting om registers van brondocumenten te voeren en dus het vervallen van voorschriften ten aanzien van deze registers. Afzonderlijke (fysieke) registers worden niet meer vereist. Er is nu één geïntegreerde basisregistratie. Door het hanteren van het begrip «basisregistratie» als samenvoeging van de basisregistratie adressen en de basisregistratie gebouwen zijn redactionele wijzigingen doorgevoerd in onder meer de artikelen 1, 7, 9 en 15 en het opschrift van hoofdstuk 3.

Onderdeel B

In de artikelen 2, onderdeel b, 5, 6 en 12, tweede lid, stond dat de geometrie werd vastgelegd in overeenstemming met de krachtens artikel 17, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de wet gegeven definitie van het desbetreffende gegeven. Door de wijzigingswet is de betreffende delegatiegrondslag in de wet ruimer geworden. Nu kunnen op grond daarvan ook de voor de betreffende gegevens geldende kwaliteitseisen worden vastgelegd in een systeembeschrijving. Om met die uitgebreide grondslag en dus met de bredere kaders waarbinnen de geometrie wordt vastgelegd, rekening te houden in het besluit, is de betreffende zinsnede veralgemeniseerd tot «krachtens artikel 17, tweede lid, aanhef en onderdeel a, van de wet gestelde regels».

Onderdeel C

Het opschrift van hoofdstuk 2 is aangepast aan de inhoud van dat hoofdstuk.

Vanwege het integreren van het adressenregister en het gebouwenregister in één basisregistratie zijn de artikelen 7 en 8 samengevoegd. Die integratie heeft ook geleid tot een gewijzigde formulering van het nieuwe onderdeel m van artikel 7 ten opzichte van de oude tekst van artikel 8, onderdeel i. Daarnaast zijn technische en redactionele verbeteringen aangebracht ten opzichte van de oude tekst in de nieuwe onderdelen f, g, k en m.

In de onderdelen f, g en m is het woord «schriftelijk» vervallen ten opzichte van de oude tekst. De reden daarvoor is dat ook in de wet het schriftelijkheidsvereiste is losgelaten. Zowel in de definitie van brondocument als in artikel 10, onderdeel b, van de wet is duidelijk gemaakt dat een document niet per definitie schriftelijk hoeft te zijn. Daarom wordt die eis ook niet gesteld in het besluit.

In onderdeel g is voorts verduidelijkt dat de kennisgeving van de aanvang van bouwwerkzaamheden alleen relevant is bij nieuwbouw, terwijl de kennisgeving van het gereedkomen van bouw- of sloopwerkzaamheden ook relevant is bij verbouw of sloop van een pand of verblijfsobject. Dat bleek niet duidelijk uit de tekst.

In onderdeel k is de wijziging doorgevoerd die bij onderdeel B is toegelicht.

Onderdelen E en N

Het nieuwe artikel 8 geeft aan welke gegevens van de verschillende soorten objecten worden opgenomen in de basisregistratie. Het eerste lid van artikel 8 verwijst daarvoor naar een bijlage die aan het besluit is toegevoegd. Voor de opsomming in een bijlage is gekozen omwille van de overzichtelijkheid, zowel voor de gemeente (registratiehouder) als voor de gebruiker.

Het tweede lid van artikel 8 is gebaseerd op artikel 19, derde lid, van de wet en geeft aan welke gegevens als authentiek in de zin van de wet zijn aangemerkt. Dat is aangegeven in de laatste kolom van de bijlage bij het besluit.

Onderdeel N bevat de genoemde bijlage. Met uitzondering van het tijdstip van registratie, dat in de plaats is gekomen van de aantekening «in onderzoek», is de lijst, inclusief de aanwijzing welke gegevens authentiek zijn, overgenomen uit de vervallen paragraaf 3 van hoofdstuk 3 van de wet. Daarin was voor inwerkingtreding van de wijzigingswet en het onderhavige wijzigingsbesluit een gedetailleerde opsomming van te registreren gegevens opgenomen. Om de wet toekomstbestendiger te maken, wordt de gedetailleerde opsomming van te registreren gegevens niet meer in de wet geregeld, maar in een algemene maatregel van bestuur (artikel 19, tweede lid, van de wet).

In de opsomming van te registreren gegevens in de bijlage zijn naast de inhoudelijke wijzigingen die zijn beschreven in paragraaf 2.2 van het algemene deel van deze toelichting, enkele redactionele wijzigingen aangebracht ten opzichte van de opsomming die voorheen in de wet was opgenomen. Voor wat betreft de vermelding van adressen in de onderdelen 5.5, 6.2 en 7.2 van de bijlage houdt de redactionele aanpassing in dat niet meer met zoveel woorden wordt gesproken van «hoofdadres» en «nevenadressen», maar uitsluitend van «adres». Een «nevenadres» is volgens de gegevensdefinities die zijn opgenomen in de systeembeschrijving, die is vervat in de bijlagen bij de Regeling basisregistratie adressen en gebouwen, mogelijk, in die gevallen waarin het gewenst is om omwille van de vindbaarheid van het desbetreffende verblijfsobject of de betreffende stand- of ligplaats, naast het adres dat als «hoofdadres» is geregistreerd nog een ander adres te registreren dat is gerelateerd aan een andere openbare ruimte dan dat hoofdadres. Deze mogelijkheid blijft behouden, ook volgens de gegevensdefinities in de systeembeschrijving voor de registratie. Aangezien de wet uitsluitend het begrip «adres» kent, is ervoor gekozen ook in het besluit uitsluitend dat begrip te gebruiken. De inhoud van dit begrip sluit de mogelijkheid van meerdere adressen van een object op zichzelf niet uit.

Onderdeel G

Onderdeel G betreft ten aanzien van artikel 10 van het besluit een technische wijziging in het eerste lid en een inhoudelijke wijziging in het tweede en derde lid. In het oude eerste lid stond een verwijzing naar de opsomming van gegevens in de wet. Die opsomming is nu in de bijlage bij het besluit opgenomen (zie artikel I, onderdeel N, van het onderhavige wijzigingsbesluit). Daarom is verwezen naar de overeenkomende onderdelen in de bijlage. Het tweede en derde lid zijn gewijzigd om administratieve kosten van bronhouders en verwarring bij gebruikers te voorkomen. Zie hierover paragraaf 2.3 van het algemene deel van deze nota van toelichting.

Onderdeel H

De in artikel 11, tweede lid, van het besluit genoemde landelijke woonplaatsentabel wordt in de wet niet meer genoemd, zodat de verwijzing komt te vervallen. In het besluit blijft de woonplaatsentabel geregeld (bij de nummers 1.1, 2.2 en 3.3 van de bijlage bij het besluit), nu gebaseerd op artikel 28 van de wet. Daarin is bepaald dat regels worden gegeven omtrent het beheer, de vorm en de inrichting van de landelijke voorziening. Daaronder valt ook het opzetten van een bijzonder onderdeel van de landelijke voorziening, zoals een landelijke woonplaatsentabel, waarin identificatiecodes voor woonplaatsen met de bijbehorende namen van die woonplaatsen worden opgenomen.

Onderdeel I

Dit nieuwe artikel 11a regelt dat in de landelijke voorziening het tijdstip van opname van gegevens in die voorziening, wordt bijgehouden. Zie hiervoor ook paragraaf 2.2 van het algemene deel van deze toelichting. Dit betreft evenals de bepaling over de landelijke woonplaatsentabel een bepaling over de inrichting van de landelijk voorziening op basis van artikel 28 van de wet.

Onderdelen J, K en L

De onderdelen J, K en L van artikel I van het onderhavige wijzigingsbesluit vloeien voort uit de wijziging van de wet.

Onderdeel J wijzigt in artikel 12 van het besluit de verwijzingen naar artikel 37 van de wet, aangezien het betreffende tweede lid van dat artikel is vervallen.

Onderdeel K laat het opschrift van hoofdstuk 5 vervallen, omdat over de controle niets meer is geregeld in het besluit. Daarvoor is geen grondslag meer, aangezien artikel 42, derde lid, van de wet door de wijzigingswet is vervallen. Regels omtrent de elementen van de controle kunnen worden geregeld, maar omwille van de beoogde vereenvoudiging van de basisregistratie is de bepaling daarvan rechtstreeks vanuit de wet gedelegeerd aan de minister (het nieuwe derde lid, voorheen het vierde lid, van artikel 42 van de wet).

Aangezien de elementen van de controle niet meer worden geregeld bij algemene maatregel van bestuur, is de oude inhoud van artikel 13 vervallen (onderdeel L). In plaats daarvan moet iets anders worden geregeld in de algemene maatregel van bestuur, dat er eerder nog niet in stond. Het betreft de termijnen voor burgemeester en wethouders om te reageren op een melding van een bestuursorgaan dat gerede twijfel bestaat over de juistheid of volledigheid van een in de basisregistratie opgenomen authentiek gegeven als bedoeld in artikel 37 van de wet respectievelijk een verzoek van een belanghebbende om een gegeven te wijzigen of op te nemen als de belanghebbende gerede twijfel heeft over respectievelijk de juistheid van een in de basisregistratie opgenomen authentiek gegeven of het ontbreken van een authentiek gegeven in de basisregistratie als bedoeld in artikel 38 van de wet. De termijnen stonden in de wet, maar worden door de wetswijziging nu bepaald in het besluit.7 Aan de lengte van de termijnen is niets veranderd. Bepaald is dat burgemeester en wethouders de aantekening «in onderzoek» bij een gegeven opnemen als ze naar aanleiding van de melding of het verzoek niet binnen twee werkdagen hebben besloten over wijziging of opneming van het desbetreffende authentieke gegeven. Een besluit moet in ieder geval worden genomen binnen zes maanden na ontvangst van de melding of het verzoek.

Artikel II

De wijziging van het Kiesbesluit is van technische aard. In de artikelen H 2 en R 2 stond een verwijzing naar artikel 1, onderdeel r, van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen. De wijzigingswet wijzigt de citeertitel van de wet en verlettert de begripsomschrijvingen van artikel 1 van de wet. Dat heeft geleid tot een noodzakelijke wijziging van het Kiesbesluit in dit wijzigingsbesluit, die is afgestemd met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel III

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Dat koninklijk besluit zal niet alleen dit wijzigingsbesluit, maar ook de wijzigingswet in werking laten treden. Aangezien dit wijzigingsbesluit met die wet samenhangt, vindt de inwerkingtreding tegelijkertijd plaats.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Zie Kamerstukken II 2013/14, 33 926, nr. 1.

X Noot
2

Kamerstukken II 2015/16, 34 507, nr. 3.

X Noot
3

Zie ook paragraaf 7 van de memorie van toelichting bij het voorstel van de wijzigingswet, Kamerstukken II 2015/16, 34 507, nr. 3, p. 11-12.

X Noot
4

Zie ook paragraaf 5.2.4 van de memorie van toelichting bij het voorstel van de wijzigingswet, Kamerstukken II 2015/16, 34 507, nr. 3, p. 9-10.

X Noot
5

Kamerstukken II 2015/16, 34 507, nr. 3, p. 13.

X Noot
6

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

X Noot
7

Zie ook het algemeen deel van deze toelichting en paragraaf 5.2.4 van de memorie van toelichting bij het voorstel van de wijzigingswet, Kamerstukken II 2015/16, 34 507, nr. 3, p. 9–10.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven