Besluit van 19 april 2017 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de de Wet van 22 maart 2017 tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de versterking van de positie van de curator (Wet versterking positie curator) (Stb. 2017, 124) en van de Wet van 22 maart 2017, houdende wijziging van de Uitvoeringswet verordening Europese procedure voor geringe vorderingen en de Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure ter uitvoering van Verordening (EU) 2015/2421 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 tot wijziging van verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen en Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (PbEU 2015, L 341/1) (Stb. 2017, 125)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 13 april 2017, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2066850;

Gelet op artikel III van de Wet van 22 maart 2017 tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de versterking van de positie van de curator (Wet versterking positie curator) (Stb. 2017, 124) en artikel III van de Wet van 22 maart 2017 tot wijziging van de Uitvoeringswet verordening Europese procedure voor geringe vorderingen en de Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure ter uitvoering van Verordening (EU) 2015/2421 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 tot wijziging van verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen en Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (PbEU 2015, L 341/1) (Stb. 2017, 125);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De Wet van 22 maart 2017 tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de versterking van de positie van de curator (Wet versterking positie curator) (Stb. 2017, 124) treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.

Artikel 2

De Wet van 22 maart 2017, houdende wijziging van de Uitvoeringswet verordening Europese procedure voor geringe vorderingen en de Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure ter uitvoering van Verordening (EU) 2015/2421 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 tot wijziging van verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen en Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (PbEU 2015, L 341/1) (Stb. 2017, 125) treedt, met uitzondering van artikel I, onder C, in werking met ingang van 14 juli 2017.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 19 april 2017

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Uitgegeven de elfde mei 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

NOTA VAN TOELICHTING

De Wet versterking positie curator treedt, rekening houdend met de vaste verandermomenten (aanwijzing 174, eerste lid, Ar), in werking met ingang van 1 juli 2017.

De Wet houdende wijziging van de Uitvoeringswet verordening Europese procedure voor geringe vorderingen en de Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure ter uitvoering van Verordening (EU) 2015/2421 treedt, met uitzondering van één artikelonderdeel van deze wet, in werking met ingang van 14 juli 2017, zijnde de datum waarop de verordening van toepassing wordt. Gelet op de samenhang met de verordening kan het beleid inzake de vaste verandermomenten voor deze wet niet worden gevolgd (Aanwijzing 174, vierde lid, onder d, Ar).

Het uitgezonderde artikel I, onder C, van deze wet bevat een nieuw artikel 2a over het elektronisch procederen in de Europese geringe vorderingenprocedure bij de kantonrechter. De inwerkingtreding van dit onderdeel hangt samen met de toekomstige inwerkingtreding van artikel I, onder N, van de Wet van 13 juli 2016 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (Stb. 288) voor procedures bij de kantonrechter (zie over de gefaseerde inwerkingtreding Kamerstukken I 2015/16, 34 059, F, blz. 4). De inwerkingtreding van artikel I, onder C, zal daarom op een later tijdstip plaatsvinden en bij afzonderlijk besluit worden geregeld.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Naar boven