Wet van 22 maart 2017 tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de versterking van de positie van de curator (Wet versterking positie curator)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de positie van de curator te versterken ten behoeve van de bestrijding van faillissementsfraude en de bestrijding van de maatschappelijke schade van faillissementen door zowel de informatiepositie van de curator te verbeteren door de inlichtingen- en medewerkingsplichten alsmede de plicht tot het overleggen van de administratie in faillissementen te verduidelijken en te versterken, als door te voorzien in een vervolgprocedure voor de gevallen waarin de curator onregelmatigheden in een faillissement signaleert;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 67, eerste lid, derde volzin, wordt na «60, derde lid,» ingevoegd: 68, tweede lid,.

B

Onder vernummering van het tweede tot derde lid, wordt in artikel 68 een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De curator:

    • a. beziet bij het beheer en de vereffening van de failliete boedel of er sprake is van onregelmatigheden die het faillissement, althans mede, hebben veroorzaakt, de vereffening van de failliete boedel bemoeilijken of het tekort in het faillissement hebben vergroot;

    • b. informeert hierover de rechter-commissaris vertrouwelijk; en

    • c. doet, zo hij of de rechter-commissaris dit nodig acht, melding of aangifte van onregelmatigheden bij de bevoegde instanties.

C

Aan artikel 69, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Niettemin staat geen beroep open tegen de beslissing van de curator om al dan niet melding of aangifte van onregelmatigheden te doen, als bedoeld in artikel 68, tweede lid, onder c.

D

Aan artikel 71 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de financiering van de werkzaamheden van de curator, bedoeld in artikel 68, tweede lid.

E

In artikel 72, tweede lid, wordt «artikel 68, tweede lid,» vervangen door: artikel 68, derde lid,.

F

Aan artikel 73a wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In zijn verslag geeft de curator aan hoe hij zich heeft gekweten van zijn taak, bedoeld in artikel 68, tweede lid, onder a en c.

G

Artikel 105 komt te luiden:

Artikel 105

  • 1. De gefailleerde is verplicht de curator, de schuldeiserscommissie en de rechter-commissaris alle inlichtingen te verschaffen als dit van hem wordt verlangd, op de wijze als daarbij is bepaald. De gefailleerde licht de curator eigener beweging in over feiten en omstandigheden waarvan hij weet of behoort te weten dat deze voor de omvang, het beheer of de vereffening van de boedel van belang zijn.

  • 2. De gefailleerde die in het buitenland vermogensbestanddelen heeft, zoals banktegoeden of onroerend goed, is verplicht:

    • a. de curator daarover in te lichten; en

    • b. alle medewerking te verlenen, waaronder zo nodig de verschaffing van een volmacht, om de curator de beschikking te geven over die buitenlandse vermogensbestanddelen.

  • 3. Indien de gefailleerde in enige gemeenschap van goederen is gehuwd of in enige gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, rust de plicht om inlichtingen te geven op ieder van de echtgenoten onderscheidenlijk van de geregistreerde partners voor zover het faillissement de gemeenschap betreft.

H

Na artikel 105 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 105a

  • 1. De gefailleerde verleent de curator alle medewerking aan het beheer en de vereffening van de boedel.

  • 2. De gefailleerde draagt terstond de administratie en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers volledig en ongeschonden aan de curator over. Zo nodig stelt de gefailleerde de curator alle middelen ter beschikking om de inhoud binnen redelijke termijn leesbaar te maken.

  • 3. Indien de gefailleerde in enige gemeenschap van goederen is gehuwd of in enige gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, rust de plicht om medewerking te verlenen op ieder van de echtgenoten onderscheidenlijk van de geregistreerde partners voor zover het faillissement de gemeenschap betreft.

Artikel 105b

  • 1. Derden met inbegrip van accountantsorganisaties en een externe accountant, die in de uitoefening van hun beroep of bedrijf, op welke wijze dan ook, de administratie van de gefailleerde geheel of gedeeltelijk onder zich hebben, stellen die administratie en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers desgevraagd volledig en ongeschonden aan de curator ter beschikking, zo nodig met inbegrip van de middelen om de inhoud binnen redelijke tijd leesbaar te maken.

  • 2. In afwijking van artikel 60 kunnen derden geen beroep op een retentierecht doen ten aanzien van de administratie van de gefailleerde die zij in de uitoefening van hun beroep of bedrijf, op welke wijze dan ook, onder zich hebben als de curator die administratie op grond van het eerste lid heeft opgevraagd.

  • 3. Elk beding dat strijdig is met het bepaalde in het eerste of tweede lid is nietig.

I

Artikel 106 komt te luiden:

Artikel 106

  • 1. Bij het faillissement van een rechtspersoon zijn de bepalingen van de artikelen 87 tot en met 92, 105, eerste en tweede lid, alsmede 105a, eerste en tweede lid, op bestuurders en commissarissen toepasselijk alsmede op eenieder die in de drie jaar voorafgaande aan het faillissement bestuurder of commissaris was.

  • 2. Met een bestuurder wordt voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld:

    • a. degene die het beleid van de rechtspersoon heeft bepaald of mede heeft bepaald als ware hij bestuurder;

    • b. de bestuurder van een of meer rechtspersonen alsmede de vennoot van een of meer vennootschappen onder firma of commanditaire vennootschappen die bestuurder is of zijn van de failliete rechtspersoon.

  • 3. Bij het faillissement van een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap zijn de eerste twee leden van overeenkomstige toepassing.

J

Artikel 117 komt te luiden:

Artikel 117

  • 1. De in artikel 116 bedoelde verplichtingen van de gefailleerde rusten bij het faillissement van een rechtspersoon op elk van de in artikel 106, eerste en tweede lid, bedoelde personen als zij door de curator worden opgeroepen tot bijwoning van de verificatievergadering.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een vennootschap onder firma en een commanditaire vennootschap.

K

In artikel 327 wordt «105» vervangen door: 105b.

ARTIKEL II

  • 1. Artikel I of onderdelen daarvan zijn na inwerkingtreding van toepassing op faillissementen die zijn uitgesproken na het tijdstip van inwerkingtreding.

  • 2. In het geval een faillissement binnen drie jaar na de inwerkingtreding van artikel I, onder I, wordt uitgesproken, moet in artikel 106, eerste lid, Fw (nieuw) in plaats van «alsmede op eenieder die in de drie jaar voorafgaande aan het faillissement bestuurder of commissaris was» worden gelezen: alsmede op eenieder die na de inwerkingtreding van dit artikel bestuurder of commissaris was.

ARTIKEL IIa

Onze Minister zendt binnen vier jaar na inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. In het verslag wordt in ieder geval ingegaan op de gevolgen van deze wet voor het aantal fraudemeldingen en de financiële impact op crediteuren.

ARTIKEL III

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: Wet versterking positie curator.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 22 maart 2017

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Uitgegeven de eenendertigste maart 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 253

Naar boven