Besluit van 20 juni 2016, houdende regels voor elektrisch materiaal (Warenwetbesluit elektrisch materiaal)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van 0nze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 april 2016, kenmerk 952710-149053-VGP;

Gelet op richtlijn 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PbEU 2014, L 96) alsmede op de artikelen 4, eerste lid, 8, eerste lid, onder c, 9, onder b, 11, 13, 14, en 32b, eerste lid, van de Warenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 april 2016, no. W13.16.0077/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 juni 2016, kenmerk 952704-149053-VGP;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    richtlijn 2014/35/EU:

    richtlijn 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PbEU 2014, L 96);

    op de markt aanbieden, in de handel brengen, fabrikant, gemachtigde, importeur, distributeur, marktdeelnemers, geharmoniseerde norm onderscheidenlijk CE-markering:

    hetgeen daaronder wordt verstaan in richtlijn 2014/35/EU.

  • 2. Dit besluit is van toepassing op elektrisch materiaal als bedoeld in artikel 1, tweede alinea, van richtlijn 2014/35/EU.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden elektrisch materiaal te vervaardigen, in de handel te brengen of op de markt aan te bieden anders dan met inachtneming van de bij dit besluit gestelde voorschriften.

  • 2. Het is verboden elektrisch materiaal in de handel te brengen of op de markt aan te bieden anders dan met inachtneming van de voorschriften bij of krachtens dit besluit gesteld met betrekking tot het bezigen van vermeldingen of voorstellingen betreffende de aard, samenstelling, uitvoering, hoedanigheid, eigenschappen, bestemming of afmetingen van de waar.

  • 3. Het is verboden elektrisch materiaal binnen Nederlands grondgebied te brengen anders dan met inachtneming van de bij of krachtens dit besluit gestelde voorschriften.

Artikel 3

  • 1. Fabrikanten voldoen bij het ontwerpen, vervaardigen en in de handel brengen van elektrisch materiaal aan de artikelen 6, 11 en 15 van richtlijn 2014/35/EU.

  • 2. De contactgegevens bedoeld in artikel 6, zesde lid, van richtlijn 2014/35/EU zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal.

  • 3. De instructies en informatie aangaande de veiligheid bedoeld in artikel 6, zevende lid, van richtlijn 2014/35/EU zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal.

  • 4. De informatie en documenten om de conformiteit van elektrisch materiaal aan te tonen, bedoeld in artikel 6, negende lid, van richtlijn 2014/35/EU is in ieder geval gesteld in de Nederlandse of Engelse taal.

  • 5. De EU-conformiteitsverklaring, bedoeld in artikel 15, tweede lid, wordt in ieder geval gesteld in de Nederlandse of Engelse taal.

Artikel 4

  • 1. De fabrikant die een gemachtigde aanstelt, voldoet en zorgt dat wordt voldaan aan artikel 7 van richtlijn 2014/35/EU.

  • 2. De gemachtigde, bedoeld in het eerste lid, voldoet aan de artikelen 7, tweede lid, en 11 van richtlijn 2014/35/EU.

Artikel 5

  • 1. Importeurs voldoen bij het in de handel brengen van elektrisch materiaal aan de artikelen 8, 10 en 11 van richtlijn 2014/35/EU.

  • 2. De contactgegevens bedoeld in artikel 8, derde lid, van richtlijn 2014/35/EU zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal.

  • 3. De instructies en informatie aangaande de veiligheid bedoeld in artikel 8, vierde lid, van richtlijn 2014/35/EU zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal.

  • 4. De informatie en documenten om de conformiteit van elektrisch materiaal aan te tonen, bedoeld in artikel 8, negende lid, richtlijn 2014/35/EU is in ieder geval gesteld in de Nederlandse of Engelse taal.

Artikel 6

Distributeurs voldoen bij het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal aan de artikelen 9, 10 en 11 van richtlijn 2014/35/EU.

Artikel 7

Elektrisch materiaal wordt geacht in overeenstemming te zijn met de veiligheidsdoeleinden of delen daarvan, zoals beschreven in artikel 3 en bijlage I van richtlijn 2014/35/EU indien:

  • a. het in overeenstemming is met geharmoniseerde normen of delen daarvan die deze veiligheidsdoelen bestrijken en die overeenkomstig artikel 12 van richtlijn 2014/35/EU in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt;

  • b. het, voor zover geen normen als bedoeld onder a zijn vastgesteld en bekendgemaakt, voldoet aan de daarop van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften van de Internationale Elektronische Commissie (IEC), die overeenkomstig artikel 13 van richtlijn 2014/35/EU in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt;

  • c. het, voor zover er geen normen als bedoeld onder a en geen veiligheidsvoorschriften als bedoeld onder b zijn bekendgemaakt, voldoet aan de veiligheidsvoorschriften van de door Onze Minister daartoe aan te wijzen normen, bedoeld in artikel 14 van richtlijn 2014/35/EU.

Artikel 8

Elektrisch materiaal is, overeenkomstig artikel 16 en artikel 17 van richtlijn 2014/35/EU voorzien van de CE-markering, voordat het in de handel wordt gebracht.

Artikel 9

In het kader van het markttoezicht handelen de in artikel 25 van de Warenwet bedoelde ambtenaren en de marktdeelnemers, overeenkomstig de artikelen 18, 19, 21 en 22 van richtlijn 2014/35/EU.

Artikel 10

Elektrisch materiaal dat voldoet aan het Warenwetbesluit elektrotechnische produkten zoals dat onmiddellijk vóór 20 april 2016 luidde en vóór dat tijdstip in de handel is gebracht, mag ook na dat tijdstip op de markt worden aangeboden.

Artikel 11

De bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:

1. In het onderdeel inhoud, subonderdeel B, Overtreding van Warenwetbesluiten met algemene werking, wordt «C-20 Warenwetbesluit elektrotechnische produkten» vervangen door: C-20 Warenwetbesluit elektrisch materiaal.

2. In de tabel met de kolommen «Omschrijving van de overtreding» en «Boetebedrag per categorie» komt rubriek C-20 te luiden:

C-20

Warenwetbesluit elektrisch materiaal

I

II

C-20.1.1

art. 2 lid 1 j° art. 3 lid 1

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.1.2

art. 2 lid 1 j° art. 4 lid 1

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.1.3

art. 2 lid 1 j° art. 4 lid 2

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.1.4

art. 2 lid 1 j° art. 5 lid 1

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.1.5

art. 2 lid 1 j° art. 6

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.2.1

art. 2 lid 2 j° art. 3 lid 1

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.2.2

art. 2 lid 2 j° art. 3 lid 2

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.2.3

art. 2 lid 2 j° art. 3 lid 3

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.2.4

art. 2 lid 2 j° art. 5 lid 1

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.2.5

art. 2 lid 2 j° art. 5 lid 2

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.2.6

art. 2 lid 2 j° art. 5 lid 3

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.2.7

art. 2 lid 2 j° art. 5 lid 4

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.2.8

art. 2 lid 2 j° art. 6

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.2.9

art. 2 lid 2 j° art. 8

€ 525,–

€ 1.050,–

C-20.3.1

art. 2 lid 3 j° art. 5 lid 1

€ 525,–

€ 1.050,–

Artikel 12

Het Warenwetbesluit elektrotechnische produkten wordt ingetrokken.

Artikel 13

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 14

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit elektrisch materiaal.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 20 juni 2016

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Uitgegeven de dertigste juni 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Richtlijn 2006/95/EG1 stelt eisen voor de veiligheid van elektrisch materiaal. Deze richtlijn en de wijzigingen daarop zijn geïmplementeerd in het Warenwetbesluit elektrotechnische produkten.

Op 29 maart 2014 is gepubliceerd richtlijn 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PbEU 2014, L 96), verder te noemen: richtlijn 2014/35/EU.

Richtlijn 2014/35/EU betreft een herschikking van richtlijn 2006/95/EG. De redenen die hebben geleid tot deze herschikking en tot het vaststellen van richtlijn 2014/35/EU zijn toegelicht in de overwegingen bij richtlijn 2014/35/EU. Hiermee kunnen bestaande procedures en conformiteitsbeoordelingen worden verbeterd en geactualiseerd. Belangrijke wijziging is dat er in richtlijn 2014/35/EU geen mogelijkheid meer is voor de lidstaten om een orgaan aan te wijzen dat bevoegd is tot het opstellen van een rapport of een advies als bedoeld in artikel 8, tweede lid, en artikel 9, derde lid, van richtlijn 2006/95/EG. De aanwijzingsbesluiten waarin deze organen door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de minister) zijn aangewezen zijn daarom ingetrokken met ingang van 20 april 2016 (Stcrt, 2014, 21813, 21819, 21820 en 21827).

Dit besluit strekt tot implementatie van richtlijn 2014/35/EU. Het Warenwetbesluit elektrotechnische produkten wordt door dit besluit ingetrokken.

Bij de implementatie is gekozen voor een directe verwijzing naar richtlijn 2014/35/EU. De bepalingen van richtlijn 2014/35/EU zijn duidelijk en gezien de internationale dimensie van de branche voor elektrotechnische producten wordt veelal alleen met de tekst van de richtlijn gewerkt.

Van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten van regelgeving is afgeweken aangezien het implementatie van Europese regelgeving betreft.

Regeldruk en overige bedrijfseffecten

Met betrekking tot de regeldruk en overige bedrijfseffecten als gevolg van de onderhavige implementatie zijn geen precieze getallen bekend van het aantal bedrijven per doelgroep in Nederland op het gebied van elektrotechnische producten, die door de onderhavige wijzigingen zullen worden geraakt. Het aantal bedrijven dat niet geregistreerd staat in het domein van elektrotechnische producten, maar wel producten verhandelt is naar de inschatting van de regering zeer groot.

Een analyse van het aantal ondernemingen, met als hoofdactiviteit het verhandelen of gebruiken van elektrotechnische producten op basis van CBS Statline wijst uit dat het volume van export van elektrotechnische en optische apparaten 21,5% en de import 16,9% bedraagt en dat het in ieder geval om 108.185 ondernemingen zal gaan.

Het aantal bedrijven dat elektrotechnische producten verhandelt zal zoals vermeld fors hoger liggen, aangezien een groot aantal bedrijven zoals bijvoorbeeld kapsalons, schoonheidssalons, hoveniersbedrijven of loodgietersbedrijven apparaten hebben of verhandelen met een netsnoer zonder dat dit de hoofdactiviteiten van de onderneming betreft.

De regering verwacht dat de financiële impact van de implementatie beperkt is. Deels wordt dit veroorzaakt door het feit dat de wet- en regelgeving voor elektrotechnische producten inhoudelijk nauwelijks wijzigt, zodat de noodzakelijke aanpassingen van elektrotechnische producten niet of nauwelijks tot toename van kosten zullen leiden.

De reeds bestaande verplichtingen zijn beter (en horizontaal) vastgelegd en er zijn niet of nauwelijks nieuwe verplichtingen.

Anderzijds zullen de kosten per product verwaarloosbaar zijn, gelet op de grote aantallen producten, die relatief eenvoudig zijn aan te passen. Het is de verwachting van de regering dat dit grotendeels zal worden meegenomen in het reguliere productie- en ontwerpproces. De regering ziet hooguit enige financiële impact in de aanvullende vermelding van de EU-importeur, die voortvloeit uit artikel 5 van het besluit. De feitelijke kosten hiervan zijn naar de mening van de regering te verwaarlozen.

Regulier overleg Warenwet

Het ontwerpbesluit is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)2. Naar aanleiding daarvan heeft de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) een tweetal opmerkingen geplaatst in het kader van de handhaafbaarheid.

In de eerste plaats verzoekt de NVWA om ten aanzien van een aantal aanvullende begrippen, die in het ontwerpbesluit worden gebruikt te verwijzen naar de in de richtlijn 2014/35/EU gegeven definities. Dit opdat in de toezichtpraktijk geen verwarring kan ontstaan over de betekenis van deze begrippen.

Voor de helderheid bevestigt de regering dat met het gehanteerde begrippenkader in het ontwerpbesluit geen andere betekenis wordt beoogd dan in richtlijn 2014/35/EU. Dit is in de begripsbepalingen verduidelijkt.

In de tweede plaats wijst de NVWA erop dat in het huidige Warenwetbesluit elektrotechnische producten (WEP) de bevoegdheid bestaat om productgroepen aan te wijzen die niet onder de Laagspanningsrichtlijn vallen, maar waarvoor het bepaalde in het WEP door die aanwijzing wel van toepassing wordt.

Contactdozen en contactstoppen voor huishoudelijk gebruik zijn thans aangewezen als een dergelijke productgroep en op grond van artikel 4 van het WEP zijn voor deze producten NEN normen aangewezen (NEN 1020;1987 serie).

De aanwijzing van deze productgroep hangt samen met de in de praktijk geconstateerde behoefte aan regulering en normstelling van deze productgroep. Een productgroep die geregeld afwijkingen vertoont welke tot veiligheidsrisico’s leiden en derhalve tot toezichtsinterventies noodzaken. Bovenvermeld WEP-regime voor niet geharmoniseerde aangewezen productgroepen keert niet terug in het voorstel van het WEM.

Voor de toezichtpraktijk betekent het niet langer kunnen beschikken over dit wettelijke regime van essentiële veiligheidseisen en aangewezen normen voor genoemde producten een verlies in termen van handhaafbaarheid en waarborgen van het vereiste niveau van veiligheid Contactdozen en contactstoppen zullen uitsluitend vallen onder het zeer open geformuleerde algemene productveiligheidsartikel van de Warenwet (artikel18). De bevoegdheid tot aanwijzing van normen geregeld in artikel 18a van de Warenwet is beperkt tot door de Europese Commissie in het EG Publicatieblad bekend gemaakte referentienummers van Europese normen. Voor contactdozen en contactstoppen zullen door hun niet geharmoniseerde karakter dergelijke publicaties niet plaatsvinden. De NVWA verzoekt het bestaande regime op dit punt te handhaven.

De regering constateert met de NVWA dat met de bepalingen van het huidige ontwerpbesluit een basis voor toezicht en handhaving voor contactdozen en contactstoppen niet ontbreekt, te weten de Warenwet en het Warenwetbesluit algemene productveiligheid.

De regering is bereid de regels met betrekking tot contactdozen en contactstoppen nader te bezien. Het onderhavige besluit behelst echter implementatie van richtlijn 2014/35/EU. Het door de NVWA voorgestelde regime maakt geen onderdeel uit van deze implementatie. Indien het door de NVWA voorgestelde regime in het onderhavige besluit wordt opgenomen zullen de desbetreffende bepalingen eerst bij de Europese Commissie moeten worden genotificeerd. Gelet hierop en gelet op het feit dat het onderhavige besluit uitsluitend de gewijzigde Laagspanningsrichtlijn implementeert zal dit punt in een later stadium worden meegenomen.

Artikelsgewijs

Artikel 7

Op basis van artikel 4, eerste lid, onder a, van het Warenwetbesluit elektrotechnische producten werden door de minister normen aangewezen. Het gaat hier om een opsomming van de geldende NEN-EN normen op het gebied van elektrotechnische producten. Deze normen werden opgenomen in een ministeriële regeling, de Warenwetregeling aanwijzing normen elektrotechnische producten. Als gevolg van richtlijn 2014/35/EU hebben lidstaten hier geen rol meer. De NEN-EN normen zullen voortaan in het Publicatieblad van de Europese Unie worden gepubliceerd.

Wel kunnen bij ministeriële regeling nationale normen worden aangewezen die gevolgd kunnen worden bij het ontbreken van NEN-EN normen of veiligheidsvoorschriften van de Internationale Elektronische Commissie (IEC). Hiervoor is in onderdeel c een delegatiegrondslag opgenomen.

Aanwijzing van de normen in de Warenwetregeling aanwijzing normen elektrotechnische producten heeft voor fabrikanten van elektrisch materiaal geen meerwaarde nu voor hen ook zonder de regeling, door publicatie in Publicatieblad van de Europese Unie, duidelijk is welke normen op hen van toepassing zijn. Daarnaast worden de normen door het NEN in de Staatscourant gepubliceerd. Dit gebeurt op basis van een overeenkomst met het Ministerie van Economische Zaken (Stcrt. 2009, 39). Bovendien zijn deze normen bij het NEN op te vragen en worden zij op de website van het NEN per categorie gesorteerd.

Artikel 12

Als gevolg van het intrekken van het Warenwetbesluit elektrotechnische producten vervalt de Warenwetregeling aanwijzing normen elektrotechnische producten van rechtswege. De aanwijzing van toepasselijke normen, waarmee kan worden voldaan aan een vermoeden van veiligheid zal voortaan door de Europese Commissie worden gepubliceerd.

Transponeringstabel

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen richtlijn 2014/35/EU en dit besluit.

Richtlijn 2014/35/EU

Warenwetbesluit elektrisch materiaal

Artikel 1, eerste alinea

(geen implementatie vereist)

Artikel 1, tweede alinea

Artikel 1, tweede lid.

Artikel 2

Artikel 1, eerste lid,

Artikel 3

Artikelen 3, 4, 5 en 6

Artikel 4

(dit besluit)

Artikel 5

(geen implementatie vereist)

Artikel 6

Artikel 3

Artikel 7

Artikel 4

Artikel 8

Artikel 5

Artikel 9

Artikel 6

Artikel 10

Artikelen 5 en 6

Artikel 11

Artikelen 3, 4, 5 en 6

Artikel 11

Artikel 7

Artikel 13

Artikel 7

Artikel 14

Artikel 7

Artikel 15, eerste, derde en vierde lid.

Artikel 3, eerste lid.

Artikel 15, tweede lid

Artikel 3, vijfde lid

Artikel 16

Artikel 8

Artikel 17

Artikel 8

Artikel 17, derde lid

(geen implementatie vereist)

Artikel18

Artikel 9

Artikel 19

Artikel 9

Artikel 20

(geen implementatie vereist)

Artikel 21

Artikel 9

Artikel 22

Artikel 9

Artikel 23

(geen implementatie vereist)

Artikel 24

Artikel 11

Artikel 25

Artikel 10

Artikelen 26 t/m 29

(geen implementatie vereist)

Bijlage I

Artikelen 3, eerste lid, 5, eerste lid, en 6

Bijlage II

Artikel 1, tweede lid

Bijlage III

Artikel 3, eerste lid

Bijlage IV

Artikel 3, eerste lid

Bijlage V

(geen implementatie vereist)

Bijlage VI

(geen implementatie vereist)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Richtlijn 2006/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PbEU 2006, L 374).

X Noot
2

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Economische Zaken) en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven