Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 juli 2014, 648585-124346-VGP, houdende intrekking van de aanwijzing van Kema Quality B.V. te Arnhem en Stichting NEC te Rijswijk als keuringsinstantie op grond van het Warenwetbesluit elektrotechnische produkten respectievelijk tot deelname aan de vaststelling van normen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 6, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit elektronische produkten;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder richtlijn: Richtlijn 2006/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PbEU 2006, L 374).

Artikel 2

De aanwijzing van Kema Quality B.V. als orgaan bevoegd tot het opstellen van rapporten en het uitbrengen van adviezen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 9, derde lid, van de richtlijn en de aanwijzing van de Stichting Nederlands Elektrotechnisch Comité te Rijswijk als instelling bevoegd tot het deelnemen aan de vaststelling van normen als bedoeld in artikel 5 van de richtlijn gedaan bij besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 oktober 2001 (GZB/C&O/2211406) (Stcrt. 2001, 205) wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 20 april 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de Directeur Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie, M. Sonnema

Een belanghebbende kan tegen een besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit is gedagtekend.

Het bezwaarschrift wordt ondertekend door de indiener en bevat:

  • de naam en het adres van de indiener,

  • de dagtekening,

  • een omschrijving van het bestreden besluit, bijvoorbeeld door vermelding van het zaaknummer, briefkenmerk en datum of door bijvoeging van een kopie van het besluit,

  • de gronden van het bezwaar.

Naar boven