Besluit van 11 december 2015, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg en het Uitvoeringsbesluit Wkkgz

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid,Welzijn en Sport van 8 december 2015, kenmerk WJZ-871704-144256;

Gelet op artikel 53 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg en artikel 10.1 van het Uitvoeringsbesluit Wkkgz;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, met uitzondering van de artikelen 9, 12, 41, 42, 47 en 49, treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 2. De artikelen 9 en 12 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg treden in werking met ingang van 1 juli 2016.

Artikel 2

  • 1. Het Uitvoeringsbesluit Wkkgz, met uitzondering van artikel 6.1, treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 2. Artikel 6.1 van het Uitvoeringsbesluit Wkkgz treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 11 december 2015

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Uitgegeven de eenentwintigste december 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

TOELICHTING

De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) treedt in de plaats van de Kwaliteitswet zorginstellingen, enige bepalingen van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Wkcz), welke bij de inwerkingtreding van de Wkkgz vervallen.

Met dit besluit is bepaald dat de Wkkgz en het Uitvoeringsbesluit Wkkgz op 1 januari 2016 nagenoeg volledig in werking treden.

Artikel 9 van de Wkkgz en artikel 6.1 van het Uitvoeringsbesluit Wkkgz betreffen het zogenaamde Veilig Incident Melden binnen de organisatie van de zorgaanbieder en treden in werking op 1 juli 2016 teneinde de zorgaanbieders voldoende tijd te bieden om daarvoor de noodzakelijke voorbereidingen te treffen.

Artikel 12 van de Wkkgz, dat een register met gegevens van zorgaanbieders regelt (het zgn. Landelijke Register Zorgaanbieders, LRZa) zal op 1 juli 2016 in werking treden. Deze openbare portal wordt binnenkort opgeleverd. De ingebruikname van het LRZa zal stapsgewijs plaatsvinden, teneinde de goede werking te borgen. Op 1 juli 2016 zal het LRZa volledig operationeel zijn. De bronregisters die het LRZa gaat ontsluiten, zijn overigens nu als afzonderlijke bronnen te raadplegen.

Voor de goede orde zij erop gewezen dat de artikelen 35 en 40 Wkkgz voorzien in een overgangsregeling met betrekking tot de regels inzake klachten en geschillen en tussen zorgaanbieders en opdrachtnemers te sluiten overeenkomsten.

Artikel 35 voorziet in een overgangsregeling voor klachten die voor de inwerkingtreding van artikel 13 en artikel 35 Wkkgz zijn ingediend bij een klachtencommissie als bedoeld in die wet; deze moeten volgens het oude recht worden afgewikkeld; dat houdt in dat daarop de Wkcz van toepassing blijft.

Verder krijgen zorgaanbieders maximaal een jaar de tijd om met inachtneming van de nieuwe wettelijke regels een klachtenregeling vast te stellen en zich aan te sluiten bij een geschilleninstantie. Tot slot is geregeld dat totdat een klachtenregeling op grond van de Wkkgz van kracht is geworden, op de behandeling van klachten de regeling van toepassing blijft die gold onder de Wkcz.

In artikel 40 is een overgangsregeling getroffen voor het voldoen aan de eis van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Wkkgz. Deze regeling houdt in dat zorgaanbieders maximaal een jaar de tijd krijgen om bestaande overeenkomsten met zorgverleners en andere opdrachtnemers in overeenstemming te brengen met de wettelijke eisen van de Wkkgz. Daarop geldt slechts een uitzondering voor zover een bestaande overeenkomst in strijd zou zijn met de strekking van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Wkkgz. In zo'n geval mag het desbetreffende onderdeel van de overeenkomst niet meer worden toegepast.

Het besluit voorziet niet in inwerkingtreding van de artikelen 41 en 42 Wkkgz. De artikelen voorzien in technische wijzigingen van artikel 45, tweede lid, van het voorstel van Wet zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (wetsvoorstel zorg en dwang, 31 996) en een daarmee samenhangende wijziging van artikel 451 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Na de aanvaarding van het wetsvoorstel Wkkgz door de Tweede Kamer in juli 2013 werd in oktober 2013 het wetsvoorstel zorg en dwang door de Tweede Kamer aanvaard; de nummering van de artikelen van dat wetsvoorstel wijzigde als gevolg van verschillende nota's van wijziging en amendementen. Artikel 45 van het wetsvoorstel zorg en dwang werd vernummerd tot artikel 53; de wijzigingsopdracht van artikel 41 Wkkgz kan derhalve in deze vorm niet worden doorgevoerd. Met een nota van wijziging op het voorstel van Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (wetsvoorstel verplichte ggz, 32 399) worden wijzigingen voorgesteld in dat wetsvoorstel en in verband daarmee in het wetsvoorstel zorg en dwang. Aan de wijzigingen, beoogd met de artikelen 41 en 42 Wkkgz, bestaat thans in verband daarmee geen behoefte meer. De bedoelde nota van wijziging voorziet in het doen vervallen van deze bepalingen.

Het besluit voorziet ook niet in de inwerkingtreding van artikel 47 Wkkgz; dat artikel vervalt bij de inwerkingtreding van de Wkkgz op grond van artikel 12.1.16 van de Wet langdurige zorg.

Het besluit voorziet tot slot ook niet in inwerkingtreding van artikel 49 Wkkgz. De inwerkingtreding van dat artikel kan geen effect meer sorteren, omdat de daarin genoemde bepalingen tot wijziging van andere wetten reeds in werking zijn getreden en daarmee zijn uitgewerkt. Het gaat om de artikelen I, onderdeel A, II en VII, van de wet, houdende wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten in verband met het tijdig signaleren van risico’s voor de continuïteit van zorg alsmede in verband met het aanscherpen van procedures met het oog op de kwaliteit en bereikbaarheid van zorg (Stb. 2013, 522). Bij gelegenheid van een komende wetswijziging zal worden voorzien in het vervallen van artikel 49.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven