Besluit van 21 januari 2014 tot aanpassing van een aantal besluiten op het terrein van Economische Zaken tot het herstel van enkele wetstechnische gebreken en leemten

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 12 december 2013, nr. WJZ / 13200986, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Financiën en na overleg met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 1:1, zesde lid, van de Algemene douanewet, artikelen 35, vijfde lid, en 37 van de Meststoffenwet, artikel 40, tweede en twaalfde lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 8.40, eerste lid, van de Wet milieubeheer, de artikelen 10.2, tweede lid, 10.3, 10.4 en 18.16, tweede lid, van de Telecommunicatiewet, de artikelen 2.19, eerste en tweede lid, 2.20, eerste en tweede lid, en 7.2 van de Wet Dieren en artikel 8 van de Winkeltijdenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 januari 2014, No.W15.13.0455/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 17 januari 2014, nr. WJZ / 14004419, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Financiën en na overleg met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In de bijlage bij de artikelen 1:1 en 1:3, van de Algemene douanewet, onder B, wordt «Wet voorraadvorming aardolieproducten 2001» vervangen door: Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012.

ARTIKEL II

In artikel 3, tweede lid, van het Besluit algemene regels milieu mijnbouw wordt «Artikel 2.1, tweede en derde lid» vervangen door: Artikel 2.1, tweede en vierde lid.

ARTIKEL III

Het Besluit diergeneesmiddelen wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2.10, tweede lid, wordt «6 maanden» vervangen door: zes maanden.

B

In artikel 2.20, eerste lid, wordt «besluiten de voorschriften bij een vergunning ambtshalve te wijzigen of de vergunning, bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, te schorsen» vervangen door: de voorschriften bij een vergunning ambtshalve wijzigen of de vergunning, bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, schorsen.

C

In artikel 3.6, eerste lid, onderdeel a, wordt «tenminste» vervangen door: ten minste.

D

Artikel 3.7 komt te luiden:

Artikel 3.7 Aanvraag vergunning voor hybride diergeneesmiddel

In afwijking van artikel 3.6, tweede lid, worden resultaten van onschadelijkheidsproeven, residuproeven, klinische proeven en preklinische proeven verstrekt, indien een diergeneesmiddel als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, als hybride diergeneesmiddel niet valt onder de definitie van generiek diergeneesmiddel, indien van zodanig diergeneesmiddel de biologische equivalentie niet aangetoond kan worden door een biologische-beschikbaarheidsstudie, of van dat geneesmiddel één of meer werkzame stoffen, een therapeutische indicatie, de concentratie, de farmaceutische vorm of de wijze van toediening zijn gewijzigd ten opzichte van het referentiediergeneesmiddel.

E

Artikel 3.9, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt «10 jaar» vervangen door: tien jaar.

2. In onderdeel b wordt «13 jaar» vervangen door: dertien jaar.

F

In artikel 3.14, vierde lid, wordt «krachtens het tweede lid» vervangen door: ingevolge het tweede lid.

G

In artikel 3.19, eerste lid, vervalt de komma na «diergeneesmiddelen».

H

In artikel 4.8, onderdeel i, wordt «paragraaf 7» vervangen door: paragraaf 7 van dit hoofdstuk.

I

In artikel 4.15, eerste lid, vervalt de komma na «diergeneesmiddel».

J

In artikel 4.16, eerste lid, wordt «Een vergunning als bedoeld in artikel 4.7» vervangen door: Een besluit tot verstrekking, wijziging of intrekking van een vergunning als bedoeld in artikel 4.7.

K

In artikel 4.20, tweede lid, vervalt de komma na «invoert».

L

In artikel 5.4, tweede lid, vervalt de komma na «bezitten».

M

In artikel 7.6, tweede lid, wordt het zinsdeel «Het eerste lid, onderdelen a tot en met i, zijn» vervangen door: Het eerste lid is.

N

Artikel 7.7 wordt als volgt gewijzigd;

1. In het tweede lid worden de onderdelen 1°., 2°. en 3°. geletterd a., b. en c.

2. In het vijfde lid wordt «tweede lid» vervangen door «tweede lid, onderdeel c» en wordt «hebben op regels» vervangen door: op regels.

ARTIKEL IV

Het Besluit diervoeders wordt ingetrokken.

ARTIKEL V

In artikel 17, eerste lid, van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit, wordt «NEN-EN 45011» vervangen door: NEN-EN 45011:1998 of de norm NEN-EN-ISO/IEC 17065:2012.

ARTIKEL VI

Het Besluit elektronische handtekeningen wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3a, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. de organisatie is geaccrediteerd op basis van de norm NEN-EN 45011: 1998, norm NEN-EN-ISO/IEC 17065:2012 of ISO 17021:2011 of een gelijkwaardige norm, welke accreditatie het vakgebied «gekwalificeerde certificaten» dient te omvatten, door de Raad voor Accreditatie of een andere accreditatie-instantie in de zin van artikel 4 van verordening (EG) nr. 765/2008.

B

In artikel 3b, eerste lid, onderdeel c, wordt «ETSI TS 101 456» vervangen door: ETSI TS 319 411-2.

C

Artikel 4, eerste lid, onderdelen b en c, komen te luiden:

  • b. zij is op basis van de norm NEN-EN 45011: 1998 of de norm ISO/IEC 17065:2012 geaccrediteerd, welke accreditatie het vakgebied veilige middelen voor het aanmaken van elektronische handtekeningen omvat, door de Raad voor Accreditatie of een andere accreditatie-instantie in de zin van artikel 4 van verordening (EG) nr. 765/2008.

  • c. zij maakt gebruik van testlaboratoria die voldoen aan norm NEN-EN-ISO 17025 voor het testen van veilige middelen voor het aanmaken van elektronische handtekeningen volgens de norm ISO/IEC 15408:2005.

ARTIKEL VII

In artikel 11, eerste lid, van het Besluit randapparaten en radioapparaten 2007, wordt «NEN-EN 45011 of de norm NEN-EN 45012» vervangen door: NEN-EN 45011:1998 of de norm NEN-EN-ISO/IEC 17065:2012.

ARTIKEL VIII

Het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet wordt gewijzigd als volgt:

A

Het derde en vierde lid van artikel 3 vervallen.

B

Het derde en vierde lid van artikel 4 vervallen.

C

De artikelen 10 tot en met 22 vervallen.

ARTIKEL IX

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I werkt terug tot en met 1 april 2013.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 21 januari 2014

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Uitgegeven de eenendertigste januari 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

Dit besluit strekt tot aanpassing van diverse besluiten op het terrein van het Ministerie van Economische Zaken om enkele wetstechnische gebreken en leemten in een aantal besluiten te herstellen. Het gaat daarbij om verschrijvingen, onjuiste verwijzingen en wetstechnische leemten. Uitsluitend de grotere wijzigingen zullen in de artikelsgewijze toelichting aan de orde komen.

II. Artikelen

Artikel I (Algemene douanewet)

Als gevolg van de intrekking van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2001 door de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012, wordt de verwijzing in de Algemene douanewet vernieuwd.

Artikel IV (Besluit diervoeders)

Met de inwerkingtreding van de Wet dieren per 1 januari 2013 voor onder meer het onderwerp diervoeders is de Wet diervoeders komen te vervallen (Besluit van 13 december 2012, houdende de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal artikelen van de Wet dieren, van het Besluit diergeneesmiddelen, het Besluit diervoeders 2012, het Besluit dierlijke producten en het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren, alsmede tot het doen vervallen van enkele bepalingen uit de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, (Stb. 2012, 659)). Hiermee verviel ook de grondslag voor het op de Wet diervoeders gebaseerde Besluit diervoeders. Het nieuwe op de Wet dieren gebaseerde Besluit diervoeders 2012 trad daarvoor in de plaats. In artikel 1 van het Besluit diervoeders werd mede als basis voor dat besluit de Meststoffenwet genoemd. Het Besluit diervoeders had echter geen betekenis meer voor de uitvoering van de Meststoffenwet. Ten einde onduidelijkheid over de status van het Besluit diervoeders te voorkomen wordt thans voorzien in uitdrukkelijke intrekking.

Artikel V (Besluit elektromagnetische compatibiliteit)

Met deze wijziging worden de normalisatienormen aan de momenteel geldende versies aangepast en worden, conform de aanwijzingen voor de regelgeving betreffende verwijzing, de verwijzingen naar die normen statisch gemaakt.

Artikel VI (Besluit elektronische handtekeningen)

Met deze wijziging worden de normalisatienormen aan de momenteel geldende versies aangepast en worden, conform de aanwijzingen voor de regelgeving betreffende verwijzing, de verwijzingen naar die normen statisch gemaakt. Dit met uitzondering van de ETSI-norm. Deze wordt dusdanig vaak gewijzigd dat een statische verwijzing op het niveau van algemene maatregel van bestuur niet praktisch wordt geacht. Met de eerstvolgende wijziging van wet, besluit en regeling, zal de norm naar de regeling worden overgebracht en zal de dynamische verwijzing statisch worden gemaakt.

Artikel VII (Besluit randapparatuur en radioapparaten 2007)

Met deze wijziging worden de normalisatienormen aan de momenteel geldende versies aangepast en worden, conform de aanwijzingen voor de regelgeving betreffende verwijzing, de verwijzingen naar die normen statisch gemaakt.

Artikel VIII (Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet)

Dit artikel strekt er toe het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet aan te passen aan de wijziging van de Winkeltijdenwet bij de Wet van 11 juni 2013 tot wijziging van de Winkeltijdenwet in verband met het verruimen van de bevoegdheid van gemeenten om vrijstelling te verlenen van de verboden met betrekking tot de zondag en een aantal feestdagen (Stb. 2013, 217). Ingevolge deze wetswijziging is de grondslag voor het verlenen van vrijstellingen bij algemene maatregel van bestuur gewijzigd. Het is alleen nog mogelijk bij algemene maatregel van bestuur vrijstelling te verlenen voor de in artikel 8 van de Winkeltijdenwet bedoelde gevallen, te weten vrijstellingen ten behoeve van instellingen voor de volksgezondheid, het verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften, zoals bedoeld in de artikel 2 tot en met 9 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Met het vervallen van artikel 5 van de wet is er niet langer een wettelijke grondslag voor het verlenen van vrijstellingen voor andere gevallen en zijn de artikelen 10 tot en met 22 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet langer bindend. Het betreft onder meer vrijstellingen voor winkels in musea, bejaardenoorden, sportcomplexen, videotheken en winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken etc. worden verkocht. In verband hiermee voorziet artikel VIII, onderdeel C, van dit besluit in het vervallen van de desbetreffende artikelen.

Verder worden met dit besluit ook de artikelen 3 en 4 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet gewijzigd. In deze artikelen werd niet alleen vrijstelling verleend van de in artikel 2, eerste en tweede lid, vervatte verboden, maar werd ook (voor andere gevallen) aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verleend om ontheffing te verlenen van de in artikel 2, eerste en tweede lid, vervatte verboden, voor zover betrekking hebbend op zon- en feestdagen. Met het vervallen van artikel 5 van de wet is ook hiervoor niet langer een wettelijke grondslag. Bijgevolg strekken de onderdelen A en B van artikel VIII er toe de desbetreffende onderdelen van de artikelen 3 en 4 te laten vervallen.

De wijziging van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is van technische aard en heeft geen materiële gevolgen. Reeds bij de behandeling van de hiervoor bedoelde wijzigingswet is onderkend dat het Vrijstellingenbesluit aangepast zou moeten worden (zie Kamerstukken II/I 2012/13, 32 412, nr. 3/D). Gemeenten zijn er op geattendeerd dat de in dit besluit bedoelde vrijstellingen bij inwerkingtreding van de wijzigingswet niet langer berusten op een dragende wettelijke grondslagen en dat desgewenst bij gemeentelijke verordening kon worden voorzien in continuering van deze vrijstellingen.

Artikel IX

De inwerkingtreding van het besluit wijkt af wat betreft de publicatietermijn en de datum van inwerkingtreding van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten. Het besluit valt onder de uitzonderingsgrond van reparatieregelgeving. Artikel I werkt terug tot en met 1 april 2013. Aldus wordt aangesloten bij de inwerkingtreding van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012 die per die datum de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2001 heeft vervangen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven