Besluit van 28 november 2013, houdende aanpassing van algemene maatregelen van bestuur in verband met de Wet basisregistratie personen (Aanpassingsbesluit basisregistratie personen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 oktober 2013, nr. 2013-0000614292;

Gelet op de artikelen 125, eerste lid, en 134, eerste lid, van de Ambtenarenwet, 47, eerste lid, van de Politiewet 2012, 44, derde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, 4, vierde lid, van de Wet controle op rechtspersonen, 27b, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering, 28, zesde lid, van de Penitentiaire beginselenwet, 22, vijfde lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, 33, zesde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, 18, eerste lid, van de Wet politiegegevens, 24, tweede lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens, 434a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, 22ken 77ff, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, 6 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers, 54, eerste lid, en 107, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000, 3, tweede lid, 8, vijfde lid, en 16 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, 13, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, 55, zesde lid, van de Wet op de huurtoeslag, 9 van de Wet verplaatsing bevolking, D 10 van de Kieswet, 47b, tiende lid, en 162b, vijfde lid, van de Wet op de expertisecentra, 28a, tiende lid, en 118h, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, 12, zesde lid, van de Wet op de erkende onderwijsinstellingen, 8.1.8a, tiende lid, en 8.3.2, vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, 9.6 van de Wet studiefinanciering 2000, 21a, elfde lid, van de Leerplichtwet 1969, 6.13, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, 21a, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, 39 van de Wet waardering onroerende zaken, 13bis, tweeëntwintigste lid, 35, vierde lid, 35f, 35g, vierde lid, en 35n van de Wet op de loonbelasting, 7c en 57 van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst, 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931, 13, 42, zesde lid, 113, eerste lid, en 116, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, 19, eerste lid, en 36 van de Zeevaartbemanningswet, 21, tweede lid, van de Loodsenwet, 24, derde lid, van de Waterschapswet, 17, eerste lid, en 20, vierde lid, van de Handelsregisterwet 2007, 40, eerste lid, en 78f van de Wet werk en bijstand, 3, tweede lid, 5, vierde lid, 16, eerste en vierde lid, en 47, derde lid, van de Wet inburgering, 2, vierde lid, van de Wet participatiebudget, 1.45, vierde lid, 1.47a, tweede lid, 2.2, derde lid, en 2.4a, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, 36, vierde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 30a, tiende lid, 33, negende lid, 62, vierde lid, en 73a van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, 43 en 44, tweede en zesde lid, van de Wet op de jeugdzorg, 10, vierde lid, van de Wet op de orgaandonatie, 17 en 17a van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg en 5, achtste lid, van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 oktober 2013, nr. W04.13.0368/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 november 2013, nr. 2013-0000662142;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1. MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Artikel 1.1

In de artikelen 45b, tweede lid, en 45d, eerste lid, onderdeel d, van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken wordt «verklaringen uit de gemeentelijke basisadministratie» vervangen door: de basisregistratie personen.

HOOFDSTUK 2. MINISTERIE VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Artikel 2.1

In de artikelen 40b, eerste lid, onderdeel d, en 41, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie wordt «verklaringen uit de gemeentelijke basisadministratie» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 2.2

Artikel 28 van het Besluit burgerlijke stand 1994 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, aanhef, wordt «de basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

2. Het tweede lid, onderdeel e, komt te luiden:

  • e. de gemeente waar de betrokkene zijn adres heeft;.

3. In het derde lid, onderdeel b, onder 5°, wordt «de gemeentelijke basisadministratie» vervangen door: de basisregistratie personen.

4. In het vierde lid, onderdeel a, aanhef, onder 3° en onder 5°, en onderdeel b, wordt «de gemeentelijke basisadministratie» telkens vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 2.3

Artikel 3, onderdeel i, van het Besluit controle op rechtspersonen komt te luiden:

  • i. het burgerservicenummer;.

Artikel 2.4

Artikel 2 van het Besluit identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

2. Onderdeel d komt te luiden:

  • d. zijn burgerservicenummer,.

Artikel 2.5

Artikel 4:2, vierde lid, van het Besluit politiegegevens komt te luiden:

4. Politiegegevens die worden verwerkt overeenkomstig de artikelen 8 en 13, eerste lid, van de wet, kunnen worden verstrekt aan het college van burgemeester en wethouders en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, met het oog op signalering van veranderingen in de gegevens die in de basisregistratie personen zijn opgenomen.

Artikel 2.6

A

Artikel 1 van het Besluit gebruik sofi-nummer Wbp komt te luiden:

Artikel 1

In dit besluit wordt onder sociaal-fiscaalnummer verstaan: het nummer, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel k, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen.

B

Het Besluit gebruik sofi-nummer Wbp wordt ingetrokken.

Artikel 2.7

In artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders wordt «de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 2.8

In artikel 10, tweede lid, van het Besluit tenuitvoerlegging taakstraffen wordt «de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 2.9

In artikel 3, eerste en tweede lid, van het Faciliteitenbesluit opvangcentra wordt «de gemeentelijke basisadministratie» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 2.10

Het Vreemdelingenbesluit 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.37, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De in het eerste lid bedoelde kennisgeving blijft achterwege indien de vreemdeling als ingezetene met een adres in de nieuwe woonplaats is ingeschreven in de basisregistratie personen.

B

Artikel 8.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De algemene gegevens betreffende de verblijfsrechtelijke positie van vreemdelingen worden door Onze Minister verstrekt aan het college van burgemeester en wethouders, met het oog op de verstrekking daarvan ingevolge de Wet basisregistratie personen aan een orgaan als bedoeld in het eerste lid. De algemene gegevens zijn de gegevens in verband met het verblijfsrecht van de vreemdeling, bedoeld in bijlage 1 bij het Besluit basisregistratie personen.

2. In het derde lid wordt in de aanhef «de basisgegevens betreffende de verblijfsrechtelijke positie» vervangen door «de algemene gegevens in verband met het verblijfsrecht» en wordt in de aanhef en de onderdelen a, b en c «de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

3. In het vijfde lid wordt «de basisgegevens in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de algemene gegevens in de basisregistratie personen.

C

In artikel 8.2, tweede en derde lid, wordt «de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

D

Artikel 8.2a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt na «de uitvoering van» ingevoegd: de Wet basisregistratie personen,.

2. Onderdeel e komt te luiden:

  • e. de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor zover deze is belast met de uitvoering van de Wet basisregistratie personen;.

HOOFDSTUK 3. MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Artikel 3.1

In de artikelen 33g, tweede lid, en 33i, eerste lid, onderdeel d, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement wordt «verklaringen uit de gemeentelijke basisadministratie» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 3.2

In de artikelen 62a, tweede lid, en 62ab, eerste lid, onderdeel d, van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal wordt «verklaringen uit de gemeentelijke basisadministratie» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 3.3

Het Besluit burgerservicenummer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de wijze waarop nummers worden aangemaakt en ter beschikking gesteld aan het college van burgemeester en wethouders, onderscheidenlijk Onze Minister, teneinde als burgerservicenummer te worden toegekend;.

B

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. In verband met de uitvoering van artikel 8 van de wet verstrekt Onze Minister aan het bestuursorgaan dat het burgerservicenummer toekent op verzoek de gegevens die zijn vermeld in bijlage 2, onderdelen A en B.

2. In het tweede lid wordt «de GBA» vervangen door: de basisregistratie personen.

C

De aanhef van artikel 12, eerste lid, komt te luiden:

In verband met de uitvoering van artikel 8 van de wet verstrekt Onze Minister aan het bestuursorgaan dat het burgerservicenummer toekent op verzoek over een Nederlands document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1°, 2° of 4°, van de Wet op de identificatieplicht, met behulp waarvan een persoon zich identificeert:.

D

In artikel 14, derde lid, wordt «de GBA» vervangen door: de basisregistratie personen.

E

Bijlage 2, behorende bij artikel 11, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel g komt te luiden:

  • g. geboorteland of -gebied;.

b. Onderdeel j komt te luiden:

  • j. overlijdensdatum;.

c. Onderdeel l komt te luiden:

  • l. aantekening omtrent beperking van de verstrekking van gegevens aan derden op grond van artikel 2.59 of 2.81, tweede lid, van de Wet basisregistratie personen;.

d. Onderdeel m komt te luiden:

  • m. bijhoudingsgemeente;.

e. Onderdeel o komt te luiden:

  • o. vorig land of gebied van verblijf;.

2. Aan het slot van onderdeel B, onder f, wordt een puntkomma toegevoegd.

F

Bijlage 3, behorende bij artikel 14, komt te luiden:

Bijlage 3. Bijlage behorende bij artikel 14 van het Besluit burgerservicenummer (Bijlage 3)

De gegevens die aan een gebruiker worden verstrekt ter beantwoording van

  • 1. de vraag of aan een bepaalde persoon een burgerservicenummer is toegekend en zo ja, welk burgerservicenummer is toegekend en

  • 2. de vraag aan welke persoon een bepaald burgerservicenummer is toegekend:

    • a. het burgerservicenummer;

    • b. geslachtsnaam;

    • c. voornamen;

    • d. adellijke titel of predicaat;

    • e. geboortedatum;

    • f. geboorteplaats;

    • g. geboorteland of -gebied;

    • h. geslacht;

    • i. overlijdensdatum;

    • j. aanduiding gegevens in onderzoek;

    • k. datum ingang onderzoek;

    • l. omschrijving reden opschorting;

    • m. aantekening omtrent beperking van de verstrekking van gegevens aan derden op grond van artikel 2.59 of 2.81, tweede lid, van de Wet basisregistratie personen, waarbij uitsluitend wordt aangegeven of er sprake is van een dergelijke aantekening of niet.

    • * Tenzij sprake is van een aantekening omtrent beperking van de verstrekking van gegevens aan derden als bedoeld in onderdeel m, worden voorts de volgende gegevens verstrekt:

      • n. bijhoudingsgemeente;

      • o. adresgegevens.

Artikel 3.4

In bijlage 27b, behorende bij het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen, onder «15. Minderheden.», komt de definitie van de verdeelmaatstaf te luiden: Het aantal inwoners van de gemeente waarvan ten minste een ouder geboren is in Suriname, de Nederlandse Antillen, Aruba, Turkije of Marokko, alsmede het aantal vreemdelingen dat blijkens de basisregistratie personen rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 8, onderdeel c of d, van de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel 3.5

Het Besluit op de huurtoeslag wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt «het adres waarop hij in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven» vervangen door: het adres waarop hij als ingezetene in de basisregistratie personen staat ingeschreven.

B

In artikel 2a, tweede lid, aanhef, wordt «op hetzelfde woonadres als de huurder staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: als ingezetene op hetzelfde woonadres als de huurder staat ingeschreven in de basisregistratie personen.

Artikel 3.6

Het Besluit registratie verplaatste personen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, derde lid, wordt «de basisadministratie persoonsgegevens, bedoeld in de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens van die gemeente is ingeschreven» vervangen door: als ingezetene met een adres in die gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven.

2. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. bij terugkeer naar de gemeente waar hij als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen is ingeschreven of, zo hij werd gehuisvest in de gemeente, waar hij als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen is ingeschreven, bij zijn terugkeer naar zijn woning, de burgemeester van die gemeente onverwijld van zijn terugkeer in kennis te stellen;.

Artikel 3.7

Het Kiesbesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel D 1 wordt «de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

B

In artikel D 3, tweede lid, wordt «artikel 139 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door «artikel 4.5 van de Wet basisregistratie personen» en wordt «de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente waarin de kiezer is ingeschreven» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 3.8

In artikel 1, onderdeel a, van het Tijdelijk besluit nummergebruik overheidstoegangsvoorziening wordt «artikel 50 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: artikel 4.9 van de Wet basisregistratie personen.

Artikel 3.9

In artikel 4, onderdeel e, onder 1°, van het Uitvoeringsbesluit verordening Europees burgerinitiatief wordt «de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

HOOFDSTUK 4. MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Artikel 4.1

In artikel 17 van het Besluit op de erkende onderwijsinstellingen wordt «de basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 4.2

In artikel 3 van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten wordt «die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij een gemeente is ingeschreven» vervangen door: die als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven.

Artikel 4.3

In artikel 16, eerste volzin, van het Besluit studiefinanciering 2000 wordt «de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 4.4

In de bijlage bij artikel 2 van het Besluit Verzuimmelding wordt «GBA-adres» vervangen door: adres in de basisregistratie personen.

Artikel 4.5

In artikel 2.5, eerste en tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 wordt «de gemeentelijke basisadministratie personen» vervangen door: de basisregistratie personen.

HOOFDSTUK 5. MINISTERIE VAN FINANCIËN

Artikel 5.1

Artikel 5a van het Uitvoeringsbesluit Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964 komt te luiden:

Artikel 5a

Als authentiek gegeven uit andere basisregistraties als bedoeld in artikel 21a, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt aangewezen het burgerservicenummer van de ingeschrevene, bedoeld in bijlage 1 bij het Besluit basisregistratie personen.

Artikel 5.2

In het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken wordt in de bijlage, bedoeld in artikel 7, «burgerservicenummer/sociaal-fiscaalnummer/fi-nummer» telkens vervangen door: burgerservicenummer/een door een kamer toegekend uniek nummer als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007.

Artikel 5.3

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 9, vijfde lid, onderdeel b, vervalt «of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal fiscaalnummer».

B

Artikel 12a, achtste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt «of, bij het ontbreken daarvan, sociaal-fiscaalnummer,».

2. In onderdeel c vervalt telkens «of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer».

C

In artikel 12b, tweede lid, onderdelen b en c, vervalt «of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer».

HOOFDSTUK 6. MINISTERIE VAN DEFENSIE

Artikel 6.1

Het Besluit gewetensbezwaren militaire dienst wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 22 komt te luiden:

Artikel 22

De burgemeester registreert de erkende gewetensbezwaarden, die als ingezetene met een adres in zijn gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven. Erkende gewetensbezwaarden die niet als ingezetene in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, worden geregistreerd door de burgemeester van ’s-Gravenhage. Omtrent de aard en de wijze van de te houden registratie geeft Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nadere regels.

B

Artikel 30, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Het aanvragen van vrijstelling van de gewone vervangende dienst dan wel van vrijstelling van vervangende dienst om de reden bedoeld in artikel 15, tweede lid, der wet geschiedt, mondeling of schriftelijk, door of vanwege de erkende gewetensbezwaarde als regel bij de burgemeester van de gemeente waar hij, wie de aanvraag geldt, als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen is ingeschreven dan wel, indien de erkende gewetensbezwaarde niet als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven, bij de burgemeester van ’s-Gravenhage.

C

In artikel 31, eerste lid, vierde volzin, wordt «in de basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven» vervangen door: als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen is ingeschreven.

D

In artikel 35 wordt «de gemeente waar de erkende gewetensbezwaarde in de basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven» vervangen door: de gemeente waar de erkende gewetensbezwaarde als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen is ingeschreven.

E

Artikel 36 komt te luiden:

Artikel 36

De beslissing omtrent vrijstelling wordt medegedeeld aan de burgemeester van de gemeente, waar de erkende gewetensbezwaarde als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen is ingeschreven dan wel, indien de erkende gewetensbezwaarde niet als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven, aan de burgemeester van ’s-Gravenhage.

F

Artikel 38, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Door of vanwege de erkende gewetensbezwaarde, die op grond van een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid, slechts voor de vervulling van buitengewone vervangende dienst in aanmerking wenst te komen, wordt daartoe binnen een maand nadat de reden tot de aanvraag is ontstaan, aanvraag gedaan bij de burgemeester van de gemeente, waar de erkende gewetensbezwaarde als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen is ingeschreven dan wel, indien de erkende gewetensbezwaarde niet als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven, bij de burgemeester van ’s-Gravenhage.

G

Artikel 40, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beslist of de erkende gewetensbezwaarde vervangende dan wel uitsluitend buitengewone vervangende dienst moet vervullen. Hiervan doet hij mededeling aan de burgemeester van de gemeente, waar de erkende gewetensbezwaarde als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen is ingeschreven dan wel, indien de erkende gewetensbezwaarde niet als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven, aan de burgemeester van ’s-Gravenhage.

Artikel 6.2

In de begripsomschrijving van «eigen huishouding voeren» in artikel 1, eerste lid, van het Verplaatsingskostenbesluit Defensie wordt «Gemeentelijke Basis Administratie» vervangen door: basisregistratie personen.

HOOFDSTUK 7. MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Artikel 7.1

Artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Aan een gehandicapte kan, overeenkomstig de bij ministeriële regeling gestelde criteria, door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar hij als ingezetene met een adres is ingeschreven in de basisregistratie personen, een gehandicaptenparkeerkaart worden verstrekt.

2. In het derde lid wordt «de basisadministratie persoonsgegevens van een gemeente» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 7.2

In artikel 98, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart wordt «de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente waar de aanvrager is ingeschreven» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 7.3

In artikel 54, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit zeevisvaartbemanning wordt «de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente waar de aanvrager is ingeschreven» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 7.4

In de artikelen 12, tweede lid, onderdeel a, 13, tweede lid, onderdeel a, en 14, tweede lid, onderdeel b, van het Examenbesluit zeevaartdiploma’s 1991 wordt «de basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 7.5

In artikel 6, eerste lid, onderdeel s, van het Kentekenreglement wordt «het GBA-nummer» vervangen door: het administratienummer, bedoeld in artikel 4.9 van de Wet basisregistratie personen,.

Artikel 7.6

In artikel 8, tweede lid, onderdeel a, van het Loodsenregisterbesluit wordt «de basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 7.7

Het Reglement Rijbewijzen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 27 wordt «de gemeente waar hij als ingezetene is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de gemeente waar hij als ingezetene met een adres is ingeschreven in de basisregistratie personen.

B

In artikel 28 wordt «de gemeente waar de aanvrager als ingezetene is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de gemeente waar de aanvrager als ingezetene met een adres is ingeschreven in de basisregistratie personen.

C

In de artikelen 29 en 105, tweede lid, onderdeel c, wordt «de basisadministratie persoonsgegevens van een gemeente» vervangen door: de basisregistratie personen.

D

In de artikelen 33, tweede lid, 55, vierde lid, 59, tweede lid, 131a en 156d, derde lid, wordt «de in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens ingeschreven persoonsgegevens» vervangen door: de in de basisregistratie personen opgenomen persoonsgegevens.

E

Artikel 100 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede zevende lid wordt vernummerd tot achtste lid.

2. In het achtste lid (nieuw) wordt «de in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens ingeschreven persoonsgegevens» vervangen door: de in de basisregistratie personen opgenomen persoonsgegevens.

F

In artikel 173v, onderdeel a, wordt «de in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens geregistreerde persoonsgegevens» vervangen door: de in de basisregistratie personen opgenomen persoonsgegevens.

Artikel 7.8

In artikel 2.97, tweede lid, van het Waterschapsbesluit wordt «de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente waar hij als ingezetene is ingeschreven» vervangen door: de basisregistratie personen.

HOOFDSTUK 8. MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Artikel 8.1

Het Handelsregisterbesluit 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 43 wordt «de basisadministratie, bedoeld in artikel 2 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens,» vervangen door: de basisregistratie personen,.

B

In artikel 44 wordt «de basisadministratie, bedoeld in artikel 43,» vervangen door «de basisregistratie personen» en wordt «de gegevens in die basisadministratie» vervangen door: de gegevens in die basisregistratie.

HOOFDSTUK 9. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Artikel 9.1

In artikel 37, eerste lid, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 wordt «de basisadministratie persoonsgegevens van een gemeente» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 9.2

Het Besluit inburgering wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 2.2, tweede lid, onderdeel a, en 4.2, tweede lid, onderdeel a, wordt «de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de Wet basisregistratie personen.

B

Artikel 2.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «de gemeentelijkebasisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

2. In het tweede lid wordt «de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, bedoeld in het eerste lid,» vervangen door: de toepassing van het eerste lid.

C

In artikel 6.1, tweede lid, wordt «de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

Artikel 9.3

Het Besluit participatiebudget wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt in de begripsomschrijving van «volwassen inwoner» de zinsnede «die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij een gemeente is ingeschreven» vervangen door: die als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen.

B

Onderdeel A van bijlage 1, behorende bij artikel 2, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de begripsomschrijving van «Aantal bijstandsontvangers» komen de voorlaatste en laatste volzin te luiden: Huishoudens die in de loop van het meetjaar verhuizen van gemeente A naar gemeente B en in beide gemeenten een uitkering hebben ontvangen, tellen mee naar rato van het aantal maanden dat de aanvrager als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen was ingeschreven. Aanvragers die niet als ingezetene zijn ingeschreven in de basisregistratie personen tellen niet mee.

2. In de begripsomschrijving van «Aantal WW-ontvangers» komen de voorlaatste en laatste volzin te luiden: Personen die in de loop van het meetjaar verhuizen van gemeente A naar gemeente B en in beide gemeenten een WW-uitkering hebben ontvangen, tellen mee naar rato van het aantal maanden dat de persoon als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen was ingeschreven. Personen die niet als ingezetene zijn ingeschreven in de basisregistratie personen tellen niet mee.

Artikel 9.4

Artikel 1 van het Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «– sociaal-fiscaal nummer: het sociaal-fiscaal nummer, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel k van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;».

2. In het tweede lid vervalt «het sociaal-fiscaalnummer dan wel».

Artikel 9.5

In artikel 9, onderdeel b, van het Reïntegratiebesluit vervalt «of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer».

Artikel 9.6

Het Besluit SUWI wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4.10, onderdeel b, onder 1°, vervalt «of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer».

B

In artikel 5.1, eerste lid, onderdeel e, vervalt «of, bij het ontbreken daarvan, sociaal-fiscaalnummer» en wordt «de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: artikel 4.9 van de Wet basisregistratie personen.

C

In artikel 5.9, eerste lid, onderdeel i, wordt «de gemeentelijke basisadministratie van persoonsgegevens» vervangen door: de basisregistratie personen.

D

In artikel 5.12, eerste lid, onderdeel a, vervalt «of, bij het ontbreken daarvan, sociaal-fiscaalnummer».

E

De tabel in bijlage I, bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de kolom «Gegeven» wordt «burgerservicenummer/sociaal-fiscaalnummer» vervangen door: burgerservicenummer.

2. In de kolom «Herkomst» wordt «GBA» vervangen door: BRP.

3. In de kolom Herkomst, onder «5. Belastingdienst», wordt bij het gegeven «burgerservicenummer» (nieuw) het kruisje vervangen door een liggend streepje.

F

In bijlage II, bedoeld in artikel 5.2a, eerste lid, komt het onderdeel «GBA*» te luiden:

BRP*

  • * Gegevens genoemd in bijlage 1 bij het Besluit basisregistratie personen voor zover van toepassing:

    Gegevens over de burgerlijke staat.

    Gegevens over de nationaliteit.

    Gegevens in verband met het verblijfsrecht van de vreemdeling.

    Gegevens over de bijhoudingsgemeente.

    Gegevens over het burgerservicenummer van de ingeschrevene, van de echtgenoot dan wel van de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten of eerdere geregistreerde partners en de kinderen.

    Gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner.

Artikel 9.7

Artikel 11 van het Besluit WWB 2007 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 11: Niet-ingeschrevenen.

2. In het eerste lid, aanhef, wordt «belanghebbenden zonder adres als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» vervangen door: belanghebbenden die niet zijn ingeschreven in de basisregistratie personen.

HOOFDSTUK 10. MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Artikel 10.1

Het Besluit beleidsinformatie jeugdzorg 2011 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «de gemeente van inschrijving van de jeugdige in het bevolkingsregister:» vervangen door: de gemeente waar de jeugdige volgens de basisregistratie personen zijn adres heeft;.

2. In onderdeel c wordt «de gemeente van inschrijving van de jeugdige in het bevolkingsregister» vervangen door: de gemeente waar de jeugdige volgens de basisregistratie personen zijn adres heeft.

B

Artikel 19, eerste lid, onderdeel g, komt te luiden:

  • g. de gemeente waar de jeugdige volgens de basisregistratie personen zijn adres heeft;.

Artikel 10.2

Artikel 3 van het Besluit donorregister komt te luiden:

Artikel 3
  • 1. Ieder jaar stuurt Onze Minister na een na overleg met Onze Minister van Binnenlandse Zaken te bepalen tijdstip een donorformulier aan elke ingezetene als bedoeld in de Wet basisregistratie personen, die in het daaraan voorafgaande jaar de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt en van wie op het bepaalde tijdstip nog geen verklaring omtrent het verwijderen van organen in het donorregister is opgenomen.

  • 2. Onze Minister stuurt jaarlijks na een na overleg met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te bepalen tijdstip een donorformulier aan elke ingezetene, bedoeld in de Wet basisregistratie personen, die:

    • a. op 31 december van het jaar voorafgaand aan de aanschrijving minimaal drie jaar maar nog geen vier jaar nieuw als ingezetene is ingeschreven dan wel opnieuw als ingezetene is geregistreerd in de basisregistratie personen;

    • b. op 31 december van het jaar van inschrijving dan wel registratie als ingezetene in de basisregistratie personen ten minste de leeftijd van negentien jaar had bereikt; en

    • c. van wie op het bepaalde tijdstip nog geen verklaring omtrent het verwijderen van organen in het donorregister is opgenomen.

Artikel 10.3

De artikelen 31 en 34 van het Besluit gebruik burgerservicenummer in de zorg vervallen.

Artikel 10.4

Artikel 3 van het Besluit tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, vervalt «of bij ontbreken daarvan het sociaal-fiscaalnummer».

2. In het derde lid, onderdeel a, vijfde lid, onderdeel a, en zesde lid, onderdeel a, vervalt «of bij het ontbreken daarvan het sociaal-fiscaalnummer».

3. In het vierde lid, onderdeel a, vervalt «of bij het ontbreken daarvan het sociaal fiscaal nummer».

Artikel 10.5

In artikel II van het besluit van 17 september 2007, houdende wijziging van het Besluit donorregister in verband met wijziging van het donorformulier (Stb. 2007, 353) wordt na «Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens,» ingevoegd: zoals deze luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen,.

HOOFDSTUK 11. SLOTBEPALINGEN

Artikel 11.1

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet basisregistratie personen in werking treedt, met uitzondering van artikel 2.6, onderdeel B, dat een jaar na dat tijdstip in werking treedt.

Artikel 11.2

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanpassingsbesluit basisregistratie personen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 28 november 2013

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Uitgegeven de negende december 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

1.1. Inleiding

Dit besluit strekt tot aanpassing van algemene maatregelen van bestuur aan de Wet basisregistratie personen (Wbrp), de opvolger van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA). Het gaat daarbij om technische aanpassingen. Tevens voorziet dit besluit in aanpassing van algemene maatregelen van bestuur aan het vervallen van het sociaal-fiscaalnummer, zoals geregeld in de Aanpassingswet basisregistratie personen.

1.2. Inhoud van het besluit

Aanpassing aan de Wbrp

Dit besluit strekt in de eerste plaats tot aanpassing van algemene maatregelen van bestuur aan de Wbrp. De meeste aanpassingen betreffen een vervanging van begrippen als «gemeentelijke basisadministratie» en «gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens» door «basisregistratie personen» (bijvoorbeeld artikelen 2.7, 4.1 en 6.2). Ook zijn verwijzingen naar de Wet GBA en het daarop gebaseerde Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens aangepast (artikelen 2.5, 2.10, 3.3, 3.6, 3.7, 3.8, 4.2, 5.1, 8.1, 9.2, 9.3, 9.6, 9.7, 10.2 en 10.5).

Een aantal aanpassingen houdt voorts verband met de overgang van het stelsel van verschillende gemeentelijke basisadministraties onder de Wet GBA naar één centrale basisregistratie personen onder de Wbrp. Onder de Wet GBA kende iedere gemeente een eigen basisadministratie, waarin de ingezetenen van de betreffende gemeente werden ingeschreven. Onder de Wbrp bestaat één centrale basisregistratie, waarin alle ingezetenen van de Nederlandse gemeenten zijn ingeschreven. Om deze reden zijn zinsneden als «de gemeente waar hij in de basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven» en «gemeente van inschrijving» aangepast. Evenals in de Aanpassingswet basisregistratie personen is gekozen voor de formulering «de gemeente waar hij met een adres in de basisregistratie personen is ingeschreven» of «de gemeente waar hij volgens de basisregistratie personen zijn adres heeft» (artikelen 2.10, 3.6, 6.1, 7.1, 7.7, 9.3 en 10.1).

Een eveneens meermaals terugkerende aanpassing betreft de in enkele besluiten voorkomende zinsnede «blijkens verklaringen uit de gemeentelijke basisadministratie». Omdat het begrip «verklaringen» geen specifieke juridische betekenis heeft, is deze zinsnede vervangen door «blijkens de basisregistratie personen» (artikelen 1.1, 2.1, 3.1 en 3.2). Onder de Wbrp kan een al dan niet gewaarmerkt «afschrift» van gegevens uit de basisregistratie personen worden verkregen.

Aanpassing in verband met het vervallen van het sociaal-fiscaalnummer

In de Aanpassingswet basisregistratie personen is ervoor gekozen om het sociaal-fiscaalnummer uit de Nederlandse wetgeving te schrappen. Het sociaal-fiscaalnummer werd na de introductie van het burgerservicenummer nog slechts gehanteerd voor niet-ingezetenen. Omdat de Wbrp het mogelijk maakt om niet-ingezetenen in de basisregistratie personen in te schrijven en aan hen een burgerservicenummer toe te kennen, wordt het niet langer nodig geacht om voor deze groep een sociaal-fiscaalnummer te handhaven. In dit besluit worden verwijzingen naar het sociaal-fiscaalnummer in algemene maatregelen van bestuur daarom eveneens aangepast (artikelen 2.3, 2.4, 2.6, 3.3, 5.2, 5.3, 9.4, 9.5, 9.6, 10.3 en 10.4). Voor een nadere toelichting op het vervallen van het sociaal-fiscaalnummer wordt verwezen naar de memorie van toelichting en de nota naar aanleiding van het verslag bij het voorstel voor de Aanpassingswet basisregistratie personen.1

Aanpassingen in dit besluit die niet een van de bovengenoemde categorieën betreffen, worden toegelicht in het artikelsgewijze deel van deze nota van toelichting. De bovengenoemde aanpassingen worden daar niet nogmaals toegelicht.

Opgemerkt zij dat bijlage I bij het Besluit OM-afdoening aan de Wbrp wordt aangepast in het kader van de jaarlijkse nieuwe vaststelling van deze bijlage. Het Besluit stralingsbescherming wordt eveneens via een ander traject aangepast. Het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair onderwijs en het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel worden niet aangepast, omdat deze besluiten op 1 januari 2014 vervallen.

1.3. Adviezen en voorprocedures

Een ontwerp van dit besluit is voorgelegd aan de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het College bescherming persoonsgegevens (CBP). De NVVB en de VNG hebben in een gezamenlijke reactie laten weten zich te kunnen vinden in het ontwerp en de toelichting. Het CBP heeft geen aanleiding gezien tot het maken van opmerkingen.

Het ontwerpbesluit is gedurende dertig dagen voorgehangen bij beide Kamers der Staten-Generaal op grond van de artikelen 6.13, zesde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, 2b van de Wegenverkeerswet 1994, 109 van de Wet op de jeugdzorg, 10, vijfde lid, van de Wet op de orgaandonatie en 17b van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg.2 Naar aanleiding hiervan zijn geen vragen gesteld. Tevens is het ontwerpbesluit op grond van artikel 109 van de Wet op de jeugdzorg in de Staatscourant gepubliceerd.3 Ook hier is niet op gereageerd.

1.4. Financiële gevolgen en administratieve lasten

Dit besluit voorziet slechts in technische aanpassingen in verband met de Wbrp en brengt zelf geen financiële gevolgen of administratieve lasten met zich mee.

2. Artikelsgewijs

Artikel 2.5

Artikel 4:2, vierde lid, van het Besluit politiegegevens schreef voor dat politiegegevens met het oog op signalering van verandering van gegevens in de GBA kunnen worden verstrekt aan de GBA. De wijziging in artikel 2.5 maakt duidelijk dat een dergelijke verstrekking na de inwerkingtreding van de Wbrp zowel aan het college van burgemeester en wethouders als aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan geschieden. Onder de Wbrp is immers het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk voor de bijhouding van gegevens over ingezetenen en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de bijhouding van gegevens over niet-ingezetenen.

Artikel 2.6

Het Besluit gebruik sofi-nummer Wbp geeft uitvoering aan artikel 24, tweede lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens door te bepalen in welke gevallen en met het oog op welke doeleinden het sociaal-fiscaalnummer kan worden gebruikt. Omdat het sociaal-fiscaalnummer niet langer wordt gebruikt, zou het besluit in zijn geheel kunnen worden ingetrokken. Met toepassing van artikel 23 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer vormt het Besluit gebruik sofi-nummer Wbp echter tevens in enkele bijzondere gevallen de (tijdelijke4) grondslag voor enkele niet-overheidsorganen om het burgerservicenummer te kunnen gebruiken. Het besluit blijft met het oog daarop nog een jaar van kracht (artikel 2.6, onderdeel B, in samenhang met artikel 11.1), met een enigszins aangepaste begripsomschrijving van sociaal-fiscaalnummer (artikel 2.6, onderdeel A). In de tussentijd wordt voor de gevallen waarin dat nodig is, de grondslag voor het gebruik van het burgerservicenummer naar de desbetreffende sectorwetgeving overgebracht.

Artikel 2.10

Artikel 8.1 van het Vreemdelingenbesluit 2000 verwees op verschillende plaatsen naar «basisgegevens», die onder de Wbrp worden aangeduid als «algemene gegevens». Ook werd verwezen naar «gegevens betreffende het verblijfsrecht», die onder de Wbrp als «gegevens in verband met het verblijfsrecht» worden aangeduid. Deze formuleringen zijn aangepast in onderdeel B. De wijziging van artikel 8.2a van het Vreemdelingenbesluit 2000 in onderdeel D maakt duidelijk dat ook de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die onder de Wbrp verantwoordelijk is voor de bijhouding van gegevens over niet-ingezetenen, gegevens en inlichtingen kan verstrekken ten behoeve van de vreemdelingenadministratie.

Artikel 3.3

Na de inwerkingtreding van de Wbrp is de Belastingdienst opgehouden met het toekennen van sociaal-fiscaalnummers aan niet-ingezetenen. Zij kunnen onder de Wbrp door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als niet-ingezetene in de basisregistratie personen worden ingeschreven, waarna aan hen indien zij daarover nog niet beschikken een burgerservicenummer wordt toegekend (artikel 8 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer).5 Artikel 3, onderdeel b, van het Besluit burgerservicenummer ziet daarom niet langer op het aanmaken en ter beschikking stellen van nummers aan de Belastingdienst om als sociaal-fiscaalnummer te worden toegekend en is uitgebreid tot de toekenning van burgerservicenummers door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (onderdeel A). In aansluiting daarop is in de artikelen 11 en 12 van het Besluit burgerservicenummer bepaald dat ook aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de gegevens worden verstrekt die hij nodig heeft in verband met de toekenning van burgerservicenummers (onderdelen B en C).

Voorts zijn de gegevens genoemd in bijlage 2, onderdeel A, en bijlage 3 bij het Besluit burgerservicenummer in overeenstemming gebracht met de Wbrp en de gegevensset van de basisregistratie personen, zoals aangeduid in bijlage 1 bij het Besluit basisregistratie personen (onderdelen E en F). Van belang is dat deze gegevens zowel betrekking kunnen hebben op ingezetenen als op niet-ingezetenen. Zo wordt met «adresgegevens» in het geval dat een gegevensvraag betrekking heeft op een niet-ingezetene het «woonadres» van de niet-ingezetene bedoeld. Daarbij geldt, evenals vóór de inwerkingtreding van de Wbrp, dat gegevens slechts kunnen worden verstrekt voor zover deze beschikbaar zijn over de persoon op wie de gegevensvraag ziet. Omdat de gegevensset in de basisregistratie personen bij niet-ingezetenen beperkter is dan de gegevensset bij ingezetenen, zal over niet-ingezetenen een beperkter aantal gegevens kunnen worden verstrekt.

Artikel 3.4

In de omschrijving van de verdeelmaatstaf minderheden in bijlage 27b bij het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen werd verwezen naar codes in de «verblijfstiteltabel», een coderingslijst behorende bij de bij ministeriële regeling vastgestelde systeembeschrijving van de GBA. Deze verwijzing is vervangen door een omschrijving van de bedoelde gegevens.

Artikel 7.7

In de aanpassingen van de artikelen 33, tweede lid, 55, vierde lid, 59, tweede lid, 100, zevende lid, 131a, 156d, derde lid, en 173v, onderdeel a, van het Reglement rijbewijzen is aangesloten bij de gangbare terminologie dat gegevens in de basisregistratie personen worden «opgenomen» in plaats van «ingeschreven» of «geregistreerd» (onderdelen D, E en F). Verder bevatte artikel 100 van het Reglement rijbewijzen per abuis twee zevende leden. Dit is hersteld in onderdeel E.

Artikel 9.2

Om misverstanden te voorkomen is in artikel 2.6, tweede lid, van het Besluit inburgering verduidelijkt dat de betreffende delegatiegrondslag ziet op nadere regels over de vaststelling van het verblijf in Nederland en niet op nadere regels over de inschrijving in de basisadministratie (onderdeel B, onder 2).

Artikel 9.6

Bijlage I bij het Besluit SUWI bevat een overzicht van de in de polisadministratie van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen opgenomen gegevens, de doelen waarvoor deze gegevens worden verwerkt en de bronnen waaraan deze gegevens worden ontleend. In het onderhavige besluit is in die bijlage alleen het begrip «GBA» aangepast en de verwijzing naar het sociaal-fiscaalnummer en de herkomst Belastingdienst geschrapt (onderdeel E). De bijlage zal in een ander wijzigingstraject nader aan de Wbrp worden aangepast.

Artikel 9.7

Ter uitwerking van artikel 40 van de Wet werk en bijstand bevatte artikel 11, eerste lid, van het Besluit WWB 2007 een voorziening voor de verlening van bijstand aan belanghebbenden zonder adres als bedoeld in de Wet GBA. Artikel 40 van de Wet werk en bijstand is in de Aanpassingswet basisregistratie personen zo aangepast dat deze voorziening nu ziet op personen die niet zijn ingeschreven in de basisregistratie personen. Artikel 11, eerste lid, van het Besluit WWB 2007 is hiermee in overeenstemming gebracht.

Artikel 10.2

De formulering van artikel 3, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit donorregister is in overeenstemming gebracht met de nieuwe formulering van artikel 10, vierde lid, van de Wet op de orgaandonatie, zoals aangepast in de Aanpassingswet basisregistratie personen. Voorts is het derde lid van artikel 3 van het Besluit donorregister vervallen, omdat deze bepaling is uitgewerkt.

Artikel 10.3

De artikelen 31 en 34 van het Besluit gebruik burgerservicenummer in de zorg, waarin werd verwezen naar het sociaal-fiscaalnummer, voorzagen in overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg. Deze artikelen zijn vervallen, omdat de betreffende overgangsperioden zijn verstreken.

Artikel 11.1

De wijzigingen in dit besluit hangen samen met de invoering van de Wbrp en treden daarom op hetzelfde tijdstip in werking. Het is mogelijk dat daarmee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Een dergelijke afwijking is geoorloofd, nu dit besluit aanpassingsregelgeving betreft (uitzondering c).

Zoals bij artikel 2.6 is toegelicht, treedt het tweede lid van dat artikel een jaar na de inwerkingtreding van de Wbrp in werking.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstukken II 2012/13, 33 555, nr. 3, blz. 2-4, en nr. 6, blz. 3–4.

X Noot
2

Kamerstukken II 2012/13, 33 219, nr. 28.

X Noot
4

Zie de nota van toelichting bij artikel 3.1, onderdeel B, van het Aanpassingsbesluit burgerservicenummer, Stb. 2009, 378, blz. 8.

X Noot
5

Zie daarover de memorie van toelichting en de nota naar aanleiding van het verslag bij de Aanpassingswet basisregistratie personen, Kamerstukken II 2012/13, 33 555, nr. 3, blz. 3–4, en nr. 6, blz. 1–3.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven