Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2013, 423 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2013, 423 | AMvB |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 13 september 2013, 149087-109750-Z;
Gelet op artikel 6, vierde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en artikel 15, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 oktober 2013, no. W.13.130327/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 oktober 2013, 157481-111363-Z;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Bijdragebesluit zorg wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid vervalt: , met dien verstande dat de uitkomst daarvan vervolgens wordt verhoogd met twee procent.
2. Het vijfde lid vervalt.
B
In artikel 6, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, wordt «een jonggehandicaptenkorting, een ouderenkorting» vervangen door: een aftrekpost die verschillend kan zijn voor een verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt en een verzekerde die die leeftijd nog niet heeft bereikt.
C
In artikel 10, eerste lid, vervalt: , met dien verstande dat de uitkomst daarvan vervolgens wordt verhoogd met twee procent.
D
Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het tweede lid wordt «de artikelen 4, vijfde lid, en 8 zijn» vervangen door: artikel 8 is.
2. In het derde en vijfde lid wordt «€ 1.816» telkens vervangen door: € 2.500.
E
In artikel 16e, derde en vijfde lid, wordt «€ 1.816» telkens vervangen door: € 2.500.
F
In artikel 19, eerste lid, wordt «genoemd in de artikelen 4, tweede lid, 14, eerste lid, en 16d, eerste en tweede lid, voor zover het betreft de in dat lid genoemde bedragen per vier weken,» vervangen door: genoemd in de artikelen 4, tweede lid, 14, eerste lid, 15, derde en vijfde lid, 16d, eerste en tweede lid, voor zover het betreft de in dat lid genoemde bedragen per vier weken, en 16e, derde en vijfde lid,.
Het Besluit maatschappelijke ondersteuning wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 4.2, derde en vierde lid, wordt «€ 1.816» telkens vervangen door: € 2.500.
B
In artikel 4.5, eerste lid, wordt «genoemd in artikel 4.1, eerste lid,» vervangen door: genoemd in artikel 4.1, eerste lid, en het bedrag, genoemd in artikel 4.2, derde en vierde lid.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot
Wassenaar, 17 oktober 2013
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn
Uitgegeven de eenendertigste oktober 2013
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten
Met het onderhavige besluit zijn het op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vastgestelde Bijdragebesluit zorg en het op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vastgestelde Besluit maatschappelijke ondersteuning per 1 januari 2014 gewijzigd. De wijzigingen houden in:
a. maatregelen vanwege het Regeerakkoord, te weten verhogen van de hoge intramurale eigen bijdrage AWBZ tot de zak- en kleedgeldnorm1 en afschaffen van de korting op de intramurale eigen bijdrage vanwege de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg). Er is gekozen voor een beperktere verhoging van de hoge intramurale eigen bijdrage dan in het Regeerakkoord is afgesproken;
b. indexering van het bedrag dat relevant is om het inkomensafhankelijk maximum dat geldt voor de zogenoemde lage eigen bijdrage voor AWBZ-zorg met verblijf, voor de eigen bijdrage voor AWBZ-zorg zonder verblijf en voor de Wmo-bijdrage op het lopende inkomensjaar vast stellen. Op deze wijziging wordt verder alleen in de artikelsgewijze toelichting ingegaan.
In het Regeerakkoord is afgesproken dat de intramurale eigen bijdrage wordt verhoogd tot de zak- en kleedgeldnorm. Dit houdt in dat bij de berekening van de eigen bijdrage, bedoeld in artikel 4 van het Bijdragebesluit zorg, de aftrek voor de fiscale ouderentoeslag en de Wajongtoeslag verdwijnen. Bovendien, zo staat in het Regeerakkoord, wordt de korting die cliënten ontvangen vanwege de Wtcg beperkt.
In het met de Tweede Kamer der Staten-Generaal op 4 april 2013 gevoerde debat over de ongewenste effecten van de vermogensinkomensbijtelling in de AWBZ is toegezegd de Kamer nader te zullen informeren over de invulling van deze maatregel2.
In de brief aan de Tweede Kamer van 25 april 2013 over de hervorming langdurige zorg3 is aangegeven dat het kabinet kiest voor een beperktere verhoging van vorenbedoelde eigen bijdrage dan is voorzien in het Regeerakkoord. Daarbij zal de maatregel zo vormgegeven worden dat er niet alleen sprake is van verzachting van de maatregel, maar tevens van een vereenvoudiging.
De Tweede Kamer is nader geïnformeerd over de onderhavige maatregel met de brief van 10 september 20134
Gelet op het vorenstaande houdt de invulling van de maatregel het volgende in:
– de aftrek voor de fiscale Wajong- en ouderentoeslag vervalt;
– de verhoging van de eigen bijdrage met 2% vervalt;
– de in de Bijdrageregeling zorg AWBZ geregelde extra vrijlating van € 381 vervalt;
– de Wtcg-korting vervalt;
– er geldt een nieuwe nominale aftrekpost, die € 1.700 bedraagt voor cliënten die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet (AOW) hebben en € 950 voor hen die die leeftijd wel hebben. De hogere vrijlating voor cliënten die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, hangt samen met het feit dat zij nu recht hebben op een Wtcg-korting van 16% waar cliënten die wel de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, recht hebben op een korting van 8%. De regeling voor de nieuwe nominale aftrekpost zal eveneens worden neergelegd in de Bijdrageregeling zorg AWBZ.
Het vervallen van de Wtcg-korting heeft tevens betrekking op de intramurale eigen bijdrage die geregeld is in artikel 14 van het Bijdragebesluit zorg. Ook dat is met het onderhavige besluit geregeld.
In onderstaande tabel zijn de financiële gevolgen van deze maatregel weergegeven.
In deze tabel is af te lezen dat de maatregelen in totaal € 390 miljoen opleveren. Van deze € 390 miljoen wordt € 248 miljoen beschikbaar gesteld voor de financiering van de verzachting van de Regeerakkoordmaatregel.
Bedrag (€ mln.) |
|
---|---|
Opbrengst maatregelen |
|
Afschaffen van de Wtcg-korting intramuraal |
185 |
Afschaffen van de aftrek voor de fiscale Wajong- en ouderentoeslag |
115 |
Correctie budget maatwerkvoorziening inkomenssteun chronisch zieken en gehandicapten vanwege intramurale cliënten |
55 |
Afschaffen van de aftrekpost van € 381 |
35 |
Subtotaal opbrengsten (1) |
390 |
Inzet vereenvoudiging en verzachting en taakstellingen |
|
Afschaffen van de 2% bijtelling |
30 |
Invulling taakstelling uit het Regeerakkoord en taakstelling volgend uit de voorjaarsbesluitvorming |
112 |
Subtotaal inzet middelen (2) |
142 |
Beschikbaar voor verzachting (subtotaal 1 minus subtotaal 2) |
248 |
In voornoemde brief van 10 september 2013 zijn de inkomensgevolgen van deze maatregel in samenhang met de inkomensgevolgen van meerdere maatregelen aan de Tweede Kamer meegedeeld.
Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en voor de burger.
Met het wijzigen van artikel 4, eerste lid, van het Bijdragebesluit zorg is de verhoging van de eigen bijdrage met 2% geschrapt.
Met het vervallen van het vijfde lid van het Bijdragebesluit zorg is de Wtcg-korting voor de hoge bijdrage voor zorg met verblijf komen te vervallen.
Met het aanpassen van artikel 6, onderdeel b, subonderdeel 2°, van het Bijdragebesluit zorg is de basis voor de aftrek voor de fiscale Wajong- en ouderentoeslag komen te vervallen en is een basis voor de nieuwe aftrek ingevoerd. De bedragen voor deze aftrekposten zijn geregeld in de Bijdrageregeling zorg AWBZ.
Ook artikel 10, eerste lid, van het Bijdragebesluit zorg moet worden aangepast vanwege het schrappen van de verhoging van de eigen bijdrage met 2%.
Met het wijzigen van artikel 15, tweede lid, van het Bijdragebesluit zorg is de Wtcg-korting op de intramurale eigen bijdrage die geregeld is in artikel 14 van het Bijdragebesluit zorg, vervallen.
In artikel 15, derde lid, en artikel 16e, derde lid, van het Bijdragebesluit zorg en artikel 4.2, derde lid, van het Besluit maatschappelijke ondersteuning is geregeld dat als het bijdrageplichtig inkomen in het lopende kalenderjaar ten minste € 1.816 lager is dan dat van het peiljaar, de cliënt kan vragen de eigen bijdrage vast te stellen op basis van gegevens van het lopende jaar. Na afloop van het lopende jaar wordt vervolgens gecontroleerd of de aanvraag terecht was.
Het betreft voor het CAK een bewerkelijke uitzondering. Het bedrag van € 1.816 is per 1 januari 1997 ingevoerd (was toen fl. 4.000), maar nooit geïndexeerd. Als dat wel was gebeurd zou dat bedrag nu ruim € 2.500 bedragen. Besloten is dit bedrag per 1 januari 2014 te verhogen tot € 2.500 en vanaf 2015 jaarlijks te indexeren.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-423.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.