Besluit van 27 april 2011, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele onderdelen van de wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Stb. 810) en enkele onderdelen van de wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 130)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 20 april 2011, nr. WJZ / 11052269;

Gelet op artikel V van de wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Stb. 810) en artikel VII van de wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 130);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De artikelen I, onderdelen Ba, C, D, met uitzondering van artikel 8a, tweede lid, E, Ga, J, Ma, N, O, met uitzondering van artikel 39g, Oa, P, Q, S, T, U, V, Z, AA, AB, AC, onder 2, AD en AE, en II, onderdelen A, onder 1 en 3, Aa, B, Ba, C, E, Ea, F, G, met uitzondering van artikel 20f, H, I, Ia, M, N, onder 2 en 3, P, Q, R, met uitzondering van artikel 41b, eerste lid, onder f, S, T, Ta, U, V, onder 1, W, X, Xa, en Y, IIA, IIB, IID, III, en IV, van de wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Stb. 810) treden in werking met ingang van 1 juli 2011.

Artikel 2

De artikelen I, onderdelen A, B, onder 2, F, I, J, artikel 26af, L, M, Q, S tot en met U, Va, X en AA, II, onderdelen A, D, E, artikel 13f, F, H, K, M en O tot en met S, en IV tot en met VIC van de wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 130) treden in werking met ingang van 1 juli 2011.

Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 april 2011

Beatrix

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Uitgegeven de zesde mei 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

In de wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Stb. 810) (hierna: wet van 2 december 2010) zijn bepalingen opgenomen die strekken tot de invoering van de maatregelen ter verbetering van de werking van de gasmarkt die per 1 april in werking zijn getreden. Het merendeel van de overige bepalingen van deze wet zullen per 1 juli 2011 in werking treden, conform de aankondiging in de nota van toelichting op het eerdere inwerkingtredingsbesluit (Stb. 2011, 11). Belangrijke uitzonderingen hierop vormen de bepalingen inzake voorrang voor duurzaam, de bepaling die de basis geeft voor de algemene maatregel van bestuur inzake veiligheid van gasnetten (artikel 8a, tweede lid) en de wijziging van artikel 31a van de Elektriciteitswet 1998. Deze bepalingen zullen op een later tijdstip inwerking treden.

Enkele onderdelen van de wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 130) (hierna: wet marktmodel) zullen per 1 juli 2011 in werking treden. Het betreft bepalingen met betrekking tot het voor beheerders van kabel- en telecomnetwerken buiten toepassing laten van regulering voor kleinverbruikers, klachtenprocedures bij netbeheerders en leveranciers van elektriciteit en gas, een modelcontract voor kleinverbruikers, totstandkoming van een informatiecode over de uitwisseling en verwerking van gegevens in de energiesector, facturering en inning bij teruglevering van elektriciteit, aanpassing van de grens wanneer sprake is van een kleinverbruiker van gas en enkele technische wijzigingen. De technische wijzigingen bevatten voornamelijk de aanpassing en invoeging van verwijzingen. Doordat de overige onderdelen van de wet marktmodel nog niet in werking treden zullen enkele loze verwijzingen ontstaan. Materieel heeft dit echter geen effect en het is wenselijk om de onderdelen in werking te laten treden in verband met de aanpassing in bestaande verwijzingen.

De wet marktmodel is gewijzigd door een novelle (Stb. 2011, 131). De novelle is reeds in werking getreden, maar doordat de novelle uitsluitend de wet marktmodel wijzigt hebben de wijzigingen pas materieel effect als de wet marktmodel in werking treedt. Door de wet marktmodel in werking te laten worden zowel de ongewijzigde als de gewijzigde bepalingen van de wet marktmodel geldend recht.

De wet van 2 december 2010 en de wet marktmodel brengen in een aantal gevallen wijzigingen aan in dezelfde artikelen. Om te voorkomen dat de dubbele wijzigingen elkaar teniet doen of verkeerde verwijzingen veroorzaken is in beide wetten voorzien in samenloopbepalingen. In beide wetten zijn de samenloopbepalingen zo vormgegeven dat ze werking hebben als de andere wet eerder in werking treedt. De wet van 2 december 2010 is deels al in werking getreden en voor zover de overlappende wijzingen op 1 juli 2011 tegelijk in werking treden is de wet van 2 december 2010 eerder in de volgorde van inwerkingtreding, omdat die wet eerder door de Koningin is ondertekend dan de wet marktmodel. Om die reden zijn de samenloopbepalingen uit de wet marktmodel van toepassing.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Naar boven