Besluit houdende opheffing van de ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat en instelling van een ministerie van Infrastructuur en Milieu

14 oktober 2010

Nr. 10.002841

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, d.d. 14 oktober 2010, kenmerk 3096271;

Gelet op artikel 44 van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en het ministerie van Verkeer en Waterstaat worden opgeheven.

Artikel 2

  • 1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van wonen, wijken, integratie en de Rijksgebouwendienst, voor zover deze voor 14 oktober 2010 was opgedragen aan Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie.

  • 2. De taken van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel 3

  • 1. Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van energie, met inbegrip van de Nederlandse emissie-autoriteit, voor zover deze voor 14 oktober 2010 was opgedragen aan Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

  • 2. De taken van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie worden dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel 4

  • 1. Onze Minister van Buitenlandse Zaken wordt belast met de behartiging van de coördinatie en bevordering van het Europese en internationale milieubeleid, voor zover deze voor 14 oktober 2010 was opgedragen aan Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

  • 2. De taken van het ministerie van Buitenlandse Zaken worden dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel 5

Er is een ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Artikel 6

  • 1. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu wordt belast met de behartiging van alle aangelegenheden die voor 14 oktober 2010 waren opgedragen aan Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en aan Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, met uitzondering van de aangelegenheden zoals bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4.

  • 2. De taken van het ministerie van Infrastructuur en Milieu worden dienovereenkomstig gewijzigd.

Artikel 7

  • 1. De verplichtingen ten aanzien van het personeel en de zorg voor overige beheersaangelegenheden van het voormalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gaan in samenhang en evenredigheid met de taakwijzigingen als bedoeld in de artikelen 2, 3, 4 en 6 over op onderscheidenlijk het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

  • 2. De organisatorische, personele en rechtspositionele aspecten van de in het eerste lid bedoelde overgang worden uitgewerkt in overleg tussen Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.

Artikel 8

  • 1. De verplichtingen ten aanzien van het personeel en de zorg voor overige beheersaangelegenheden van het voormalige ministerie van Verkeer en Waterstaat gaan over op het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

  • 2. De organisatorische, personele en rechtspositionele aspecten van de in het eerste lid bedoelde overgang worden uitgewerkt in overleg tussen Onze Minister van Infrastructuur en Milieu en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 14 oktober 2010.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van Infrastructuur en Milieu zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de in dit besluit genoemden, de Hoge Colleges van Staat, de Raad van Ministers, de Gevolmachtigde Ministers van Aruba, van Curaçao en van Sint Maarten en de ministeries.

’s-Gravenhage, 14 oktober 2010

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

M. Rutte.

TOELICHTING

Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan hetgeen in het eindverslag van formateur drs. M. Rutte van 14 oktober 2010 is opgenomen inzake de opheffing van de ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat. Er wordt een nieuw ministerie van Infrastructuur en Milieu ingesteld.

Naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gaan over alle aangelegenheden op het terrein van wonen, wijken en integratie die voor 14 oktober 2010 waren opgedragen aan de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie, alsmede het Directoraat-Generaal Rijksgebouwendienst.

Naar de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie gaat over de aangelegenheden op het terrein van energie, met inbegrip van de Nederlandse emissie-autoriteit.

Naar de Minister van Buitenlandse Zaken gaat over de behartiging van de coördinatie en bevordering van het Europese en internationale milieubeleid.

Naar de Minister van Infrastructuur en Milieu gaan alle overige aangelegenheden over die voor 14 oktober 2010 waren opgedragen aan de Minister van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Daarvan maken onder meer de VROM-Inspectie en het Planbureau voor de Leefomgeving onderdeel uit.

De verplichtingen ten aanzien van het personeel en de zorg voor overige beheersaangelegenheden van het voormalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gaan in samenhang en evenredigheid met de in dit besluit bedoelde taakwijzigingen over op onderscheidenlijk de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van Buitenlandse Zaken en van Infrastructuur en Milieu.

De organisatorische alsmede de personele en rechtspositionele aspecten van deze overgang zullen worden uitgewerkt in overleg tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Infrastructuur en Milieu. Dit betreft onder meer de overgang c.q. toerekening van personeel behorende tot algemene, staf- en bedrijfsvoeringsonderdelen.

Ten aanzien van het voormalige ministerie van Verkeer en Waterstaat geldt dat de verplichtingen ten aanzien van het personeel en de zorg voor overige beheersaangelegenheden integraal overgaan op het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

De organisatorische alsmede de personele en rechtspositionele aspecten van deze overgang zullen worden uitgewerkt in overleg tussen de Minister van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit betreft onder meer de overgang c.q. toerekening van personeel behorende tot algemene, staf- en bedrijfsvoeringsonderdelen.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

M. Rutte.

Naar boven