10 Begroting Justitie en Veiligheid 2022

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022 ( 35925-VI ).

De voorzitter:

Aan de orde is het vervolg van het debat over de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

De algemene beraadslaging wordt hervat.

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan de heer Van der Staaij van de SGP.

De heer Van der Staaij (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil namens de SGP de spits afbijten. Als ik mijn enthousiasme voldoende weet te beteugelen, zou ik hierna nog graag het stokje aan de heer Bisschop willen overdragen voor zijn bijdrage.

Voorzitter. In het Bijbelboek Spreuken is veel wijsheid te vinden. Een van die wijze raadgevingen is: "... om de mond te openen voor hen die niet gehoord worden. Voor de rechtszaak van allen die weerloos zijn. Om te oordelen met rechtvaardigheid en recht te verschaffen aan armen en behoeftigen." Dat zijn wijze woorden, die ook het domein van Justitie en Veiligheid raken waar het gaat om het verschaffen van recht en gerechtigheid.

De SGP is dankbaar voor de erkenning van de noodzaak om structureel in veiligheid te investeren. We zijn er nog niet, maar het is wel belangrijk dat die stappen ook in het geheel van de keten gezet worden. Er blijven ook zaken die niet zomaar met een zak geld op te lossen zijn. Veiligheid in wijken en een robuuste strafrechtketen staan of vallen ook met voldoende menskracht. Onze oproep is ook om te blijven investeren en meer te investeren in opleidingscapaciteit, ICT-ondersteuning van personeel bij politie, rechterlijke macht en andere partners in hun belangrijke werk. En ook door het aantrekkelijk houden van dat werk in de veiligheidsketen, ook door daar ook invulling aan te geven met een goede toerusting.

Als het gaat om het opkomen voor mensen in de knel, voor kwetsbaren, is het belangrijk dat criminelen weten dat misdaad niet loont en dat slachtoffers van bijvoorbeeld fraude en oplichting daadwerkelijk terugbetaald worden, zodat zij niet in nog grotere problemen komen. Ik ontving onlangs bericht — en ik begrijp dat dit niet op zichzelf staat — van iemand die €30.000 afhandig was gemaakt door internetoplichters. De daders omzeilen de terugbetaling, waartoe zij wel rechterlijk bevolen zijn, door vervangende hechtenis uit te zitten of onder de radar te blijven. Deze man heeft hier geen boodschap aan; hij werkt al tien jaar om de schuld die hij heeft terug te kunnen betalen. Mijn vraag is dan ook: hoe kan de minister ervoor zorgdragen dat sancties volledig, effectief en snel ten uitvoer worden gelegd, juist ook in dit soort situaties, waarin het om kwetsbare mensen in de knel gaat?

Internetcriminaliteit is veel breder. Dat is ook een dreigend gevaar waar wij niet voor weg mogen kijken. Wij hebben al in diverse debatten gesproken over cybercriminaliteit. Juist nu wij nu vandaag ook over de rechtsstaat spreken, is mijn vraag hoe wij de instituties van de rechtsstaat — politie, rechtspraak en Openbaar Ministerie bijvoorbeeld — zo goed mogelijk kunnen beschermen tegen cybercriminaliteit. Die kwetsbaarheid is ook breder in de samenleving aanwezig, hebben wij in de afgelopen tijd gezien. Wij zouden dan ook extra aandacht willen vragen voor de bescherming van de instituties van de rechtsstaat tegen die cybercriminaliteit.

Tot slot. Er worden ook diverse websites vanuit Nederland gehost waarop seksueel misbruik van kinderen gedeeld wordt en waar ook een platform voor illegale prostitutie aanwezig is. Wij moeten ook voor deze slachtoffers opkomen en staan voor hun zaak. Wat kan nog meer gedaan worden om websites die deze beelden delen en diensten aanbieden gemakkelijker te verwijderen en verspreiders van die beelden aan te pakken? Ook dit is een onderwerp waar wij al heel lang over spreken. Wij zouden graag zien dat hier nog verdere voortgang in wordt geboekt, juist ook weer ter bescherming van kwetsbare mensen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan uw collega, de heer Bisschop, ook van de SGP.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Het is heel prettig, zoals een collega van een eenmansfractie vorige week zei, als je een grotere fractie hebt, want dan kun je de taken een beetje verdelen. Vandaar.

Voorzitter. Ik wil als eerste even stilstaan bij het punt van de adoptie. Het voorkómen van fouten wordt niet opgelost door te stoppen met het beschermen van kinderen. De SGP-fractie vindt het zorgelijk dat aspirant-adoptiefouders sinds dit besluit in spanning zitten of interlandelijke adoptie ooit nog weer mogelijk wordt. Mijn vraag concreet aan de minister is: wat gaat de minister doen om kansarme kinderen, die in aanmerking komen voor adoptie, in contact te brengen met Nederlandse adoptiefouders? Mogen zij ook gehoord worden?

Bij het punt van de politie wil ik wat langer stilstaan. Afgelopen weekend werden we weer gewezen op het belang van een sterke politie. Allereerst een woord van dank aan allen die onze veiligheid bewaken. Het is volstrekt onaanvaardbaar dat de politie wordt ingesloten door relschoppers en klem komt te zitten. De politie waarschuwt in haar positionpaper dat zij met de huidige begroting problemen gaat krijgen om de opgaven nu en in de toekomst uit te voeren. Welke stappen neemt de minister om de politie haar taken te laten uitvoeren om de problemen van vandaag en morgen het hoofd te kunnen blijven bieden?

De SGP juicht de versterkte aanpak van ondermijnende criminaliteit zeer toe, maar de drugsproblematiek in het buitengebied vraagt ook om extra aandacht. Inzet van de politie is hard nodig om verdere uitbreiding van drugsnetwerken te voorkomen. Bij de huidige verdeling van wijkagenten krijgt dit onvoldoende aandacht en lopen we steeds weer achter de feiten aan. Ik heb daar al vaker met deze minister van gedachten over gewisseld. Eén wijkagent per 5.000 inwoners, zoals de wet voorschrijft, betekent in het buitengebied dat er één wijkagent voor een aantal dorpen is. Is de minister bereid onderzoek te doen naar de mogelijkheden om wijkagenten in de haarvaten van de samenleving in de buitengebieden evenwichtiger te verdelen?

Dan het punt van het antisemitisme. Twee weken geleden herdachten we de Kristallnacht. Het is dan pijnlijk om te zien dat bij de herdenking heel veel politie aanwezig is rondom de synagoge. Het verbaast de SGP-fractie dat de aanstelling van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding niet is verlengd. Het is van groot belang dat de strijd tegen antisemitisme niet versnippert. Gaat de minister de aanstelling van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding verlengen? En kan hij toezeggen dat dit niet wordt ondergebracht bij de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme?

Tot slot het asiel- en migratiebeleid. De asielinstroom heeft een hoge vlucht genomen. Die instroom is zo hoog, dat we het eigenlijk niet meer aankunnen. We kunnen met recht spreken van een asielcrisis. De SGP doet daarom een aantal voorstellen voor een barmhartig en rechtvaardig beleid. Allereerst: sluit de grenzen voor mensen die in andere landen veilig zijn. Die hoeven we hier niet toe te laten en op die manier kunnen we de echte vluchtelingen wel helpen. Is de staatssecretaris bereid om nu de grenzen te sluiten, om zo weer controle te krijgen over wie binnenkomt en de mensen die het echt nodig hebben te helpen? Ten tweede: investeer in de asielketen. De opvang puilt uit, de keten is verstopt en het kabinet wil gaan bezuinigen op de uitvoering. Die logica ontgaat ons. De doorlichting van de asielketen leert dat er juist investeringen nodig. Vandaar dat ik een tweetal vragen heb. Hoe moeten de IND en het COA het komend jaar rondkomen met minder geld wanneer de huidige instroom doorzet? Is de staatssecretaris het met de SGP eens dat er structureel een grote zak geld naar de uitvoeringsorganisaties moet en, zo ja, hoeveel geld zou dan nodig zijn voor de realisatie van de aanbevelingen van de doorlichting?

Voorzitter, ik wilde het hier graag bij laten. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bisschop. Dan geef ik het woord aan de heer Azarkan van DENK.

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, dank u wel. Ook van mijn kant complimenten aan mevrouw Podt en de heer Valstar voor hun maidenspeech.

Voorzitter. De rechter is in onze samenleving de laatste plek waar je terechtkan voor een onafhankelijk oordeel. Dat is cruciaal en zeer relevant, helemaal in een samenleving waar een steeds grotere groep mensen moeite heeft om aan te haken bij de snelle ontwikkelingen. Want bij ongeveer 20% van de Nederlandse bevolking hoeft er maar iets mis te gaan, zoals baanverlies, een scheiding, een schuld of een oneerlijke overheid, en ze raken de grip op hun leven kwijt. Die mensen verdienen bescherming. Dit is een citaat van een rechter dat een aantal jaren geleden werd uitgesproken, toen er binnen de rechtbank werd gekeken en geïnventariseerd wat het belang van rechtspraak was. Ik vond het mooi om dat te delen.

Voorzitter. Als we dan kijken naar de toegang tot het recht, dan kunnen we eigenlijk niet voorbijgaan aan het toeslagenschandaal. We hebben natuurlijk gezien hoe tienduizenden ouders en hun kinderen het leven onmogelijk werd gemaakt door de overheid. Ze raakten alles kwijt, hun inkomen, hun waardigheid en sommigen ook hun kinderen. Er zijn zelfmoordpogingen gedaan en gedupeerden hebben zelfs Nederland ontvlucht.

Ik heb me afgevraagd hoe het zit met de rol die de rechtspraak hierin gespeeld heeft. Hoe zat het eigenlijk met hun toegang tot het recht? We zagen in het rapport niet voor niets ongekend onrecht; er is hen ongekend onrecht aangedaan. In dat rapport stond dat de Kamer haar controlerende taak niet goed kon uitvoeren omdat wij ontijdig onvolledig of zelfs onjuist werden geïnformeerd. Er werd ook gesteld dat de regering meer belang hechtte aan de politiek wenselijke uitkomst dan aan het helpen van de ouders. We hebben natuurlijk een minister voor Rechtsbescherming. Ik had eigenlijk gedacht dat die op enig moment daar iets van zou gaan vinden. Misschien heb ik het gemist, dat deltaplan toegang tot het recht; ik heb het niet echt gezien.

Ik ben wel blij dat er vanuit de Raad voor de rechtspraak zelfreflectie is geweest. Vorige week hadden we een gesprek met de voorzitter, de heer Naves, die stelde dat voor de slachtoffers van de toeslagenaffaire de rechtsstaat de facto niet bestond. Ik heb dat echt op mij laten inwerken. Gezinnen moesten vechten tegen een veel machtigere overheid. Een oneerlijke strijd, waar de rechtspraak niet altijd de bescherming bood die deze ouders wel verdienden. Hij bood ook zijn excuses aan.

Voorzitter. De kern zat hem in het ontbreken van rechtsbijstand. Dat leidde tot een slechte procesvoering. Een van de aanbevelingen in het rapport was dan ook om de gefinancierde rechtsbijstand ook in de bezwaar- en beroepsfase bij toeslagenzaken en andere kwesties die de bestaanszekerheid betreffen goed toegankelijk en betaalbaar te maken en te houden. Hoe kijkt onze minister voor Rechtsbescherming hiertegen aan? Ik houd vol: het is de minister vóór Rechtsbescherming. Ik heb mij daar in het verleden nogal kritisch over uitgelaten, omdat ik soms het idee had dat hij de rechtsbescherming aan het uithollen was. Ik wil hem daar af en toe aan herinneren. Ik overweeg op dit punt ook een motie, samen met collega Van Nispen.

Voorzitter. In voorbereiding op dit debat heb ik nog eens even gekeken wat er nou vanuit de minister voor de rechtspraak is gezegd over het toeslagenschandaal, maar ik zag dat de heer Grapperhaus daar iets over zei in een lezing. Hij zei: "Die rechtsstaat heeft zich uiteindelijk bewezen als rechtsstaat doordat het falen hardop is uitgesproken en geanalyseerd, en er actie op is en wordt ondernomen: van aanpassing van regelgeving, verbetering van uitvoeringsprocessen tot — vooral dat — genoegdoening voor de slachtoffers."

Dit is echt half waar. Ik denk overigens dat er in die zaal geen enkel slachtoffer zat, want die hadden dit meteen tegengesproken. Die genoegdoening is echt waar het op dit moment enorm knelt. Ik denk dat we daar over een paar weken nog een debat over zullen voeren, maar je kunt niet stellen dat die genoegdoening is afgehandeld, dat is gewoon echt niet zo.

Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat de overheid in een democratische rechtsstaat zo georganiseerd is dat ze door middel van discrimineren op nationaliteit en inkomen de meest kwetsbare burgers het recht heeft ontnomen en aan hun lot heeft overgelaten. Wat is dit nou voor een rechtsstaat, vraag ik aan de minister voor Rechtsbescherming. Kan de minister hierop reflecteren?

Ergens moest ik denken aan 2017, dat interview met die VVD'er Fred Teeven. U kent hem wel: tegenwoordig bestuurder, bij Connexxion geloof ik, één dag in de week. Hij zei in 2017: als je een advocaat niet al te veel tijd geeft om aan een cliënt te besteden, wordt het ook niet zoveel met die verdediging. Ik dacht: zou dit nou gewoon beleid zijn? Is het nou met name VVD-beleid om burgers bewust de toegang tot het recht te ontzeggen? Ik heb in debatten met deze minister vaak de overtuiging gehad dat hij vond dat mensen te snel de rechter opzochten, dat hij vond dat advocaten te vaak aanstuurden op juridische procedures. Alsof ze die afweging niet kunnen maken. Waar ik het echt ook niet mee eens ben, is dat deze minister straks via triage, via een commissie wil bepalen wie er nog toegang krijgt tot de rechter en wie niet.

Voorzitter. Dan iets over algoritmes, want ik vraag me echt af en toe af waar het naartoe gaat met onze samenleving. Ik krijg sterk de indruk dat we toch naar een soort surveillancemaatschappij gaan, waar wantrouwen en onderscheid maken gaat prevaleren. Nederland is wereldwijd koploper op dit gebied. De fractie van DENK vindt dat het gebruik van algoritmes, risicoclassificatiemodellen transparanter moet. Dat moet beter gemonitord worden en daar moet echt toezicht op komen. We maken ons zorgen over de impact die technologische ontwikkelingen hebben. We zien dat onderzoeken met algoritmes vaak al geladen worden met vooroordelen. Ik wil graag van de minister van Justitie en Veiligheid weten hoe dat nou geborgd is in de opsporing en in veiligheidszaken. Discriminatie, soms onbedoeld, biases, maar ook onrechtmatig handelen. We hoorden gisteren de staatssecretaris die verantwoordelijk is voor de uitvoeringsorganisatie bij de Belastingdienst zeggen: we wilden eigenlijk weer zo'n risicoclassificatiemodel in gebruik nemen, maar we werden door een extern bureau erop gewezen dat dat toch onrechtmatig kan zijn en dat dat discriminatie in de hand zou werken, dus we hebben het maar niet gedaan. Ik wil weten hoe dat bij de opsporing zit. Ik wil ook weten hoe de toetsing door een ethische commissie gebeurt, of er een algoritmeregister is en hoe dat geëvalueerd wordt.

Voorzitter, dan over de NCTV. Een aantal weken geleden zagen we hoe een commercieel bedrijf, NTA, zich in meerdere gemeenten schuldig heeft gemaakt aan onrechtmatige infiltratieonderzoeken, gefinancierd door de NCTV. Dat wantrouwen richting moslims neemt toch bizarre en beangstigende vormen aan en leidde dus tot die grootschalige infiltratie van lokale geloofsgemeenschappen. Waarom wil de minister geen antwoord geven op de vragen die gesteld worden? Waarom wil hij zich niet verantwoorden? Ik sprak een aantal weken geleden met een afvaardiging van zo'n 180 moskeebesturen. Die spraken vol ongeloof. Al het goede werk dat ze deden, waarbij ze in het belang van de gemeenschappen, van de samenleving, van de stad waarin ze acteren, samen optrokken met de gemeente; dat vertrouwen is gewoon weg. Een van die bestuurders keek mij aan en zei: "Het is voor mij gewoon onbestaanbaar dat ik een aanbod krijg van de gemeente om na te denken over beveiliging. Dat is iemand die ik vertrouw. En vervolgens blijken ze daar allerlei camera's op te hangen waarmee ze mensen afgeluisterd hebben. Ik vind dat echt onbestaanbaar." Die 180 moskeeën hebben inmiddels een formele klacht ingediend bij de CTIVD. Een aantal van die koepels overweegt ook een gang naar de rechter.

Voorzitter. Dat gerommel bij de NCTV gaat maar door. We zien nu dat van een Arnhemse imam, al drie jaar slachtoffer, uiteindelijk is gezegd dat dat dossier gedeletet wordt. Hij krijgt dat overigens niet in te zien. Vervolgens wordt er door de Staat een overeenkomst gesloten en wordt er geschikt. Maar we zien ook dat een inwoner van Schiedam waar ik zelf ook mee gesproken heb precies hetzelfde overkomen is. Al een jaar lang geen idee waar hij van beticht wordt, geen inzage in zijn dossier en voor de rest zit hij gewoon thuis. Zijn er nog meer slachtoffers, vraag ik aan de minister. Wat gebeurt er toch met die onrechtmatige werkwijze van de NCTV? Afgelopen zomer heeft de heer Grapperhaus, de minister, ontkend dat de NCTV mensen volgt, maar echt, het is wel zo. Dat doen ze gewoon en die informatie wordt ook gedeeld. De NCTV dient ook wat die activiteiten betreft zo snel mogelijk ondergebracht te worden bij de CTIVD.

Voorzitter, dan iets over klokkenluiders. Soms komen we als Kamer via klokkenluiders iets te weten van misstanden en we zien altijd dezelfde reflex. Of het nou bij de Belastingdienst is of bij Justitie en Veiligheid, de jacht op de klokkenluider wordt geopend. Ik vind dat echt onbestaanbaar. Ik wil de minister vragen om daar onmiddellijk een einde aan te maken. Ook op dat punt overweeg ik een motie.

Voorzitter, dan iets over de politie. Laat ik me aansluiten bij de collega's, ook collega Kuzu, die zijn afschuw uitsprak over de rellen in Rotterdam. Onbestaanbaar wat daar is gebeurd. Demonstreren is ook voor DENK een grondrecht, maar van agenten en hulpverleners blijf je gewoon af. Onacceptabel gedrag. De politie heeft het al ongelofelijk druk en moet steeds meer taken uitvoeren. Maar dat maakt ook dat de druk op de politieorganisatie steeds meer toeneemt. De kwantiteit maar ook de kwaliteit van het korps loopt gevaar. De politievakbonden trekken nu bijna wekelijks aan de bel. De politie kampt met ernstige onderbezetting. We hebben ook gezien in de rapportage dat als we naar de Algemene Rekenkamer luisteren, de plannen van deze minister niet optellen tot het dichten van het gat. Daar moet echt iets meer gebeuren. We zien de problemen met de uitstroom. Over een paar jaar dreigt het korps door die verkorte opleiding voor een groot deel te bestaan uit slecht opgeleide, onervaren agenten. Wat gaat de minister doen? Gaat hij gehoor geven aan de brandbrief van de politievakbonden?

Voorzitter, tot slot ga ik het hebben over asiel en migratie. Terwijl wij hier aan het debatteren zijn, zien we een vies politiek spel bij de Poolse grens, waar vluchtelingen doodvriezen en met geweld worden weggejaagd. Het is een situatie geworden waarin vluchtelingen pionnen zijn geworden van politieke leiders in een machtsspel. We zien gewelddadige pushbacks, waarbij mensen op niet-zeewaardige vlotten worden teruggeduwd naar de open zee. Ik wil de staatssecretaris oproepen om daar in Europees verband de ambtsgenoten op aan te spreken en dit gedrag sterk te veroordelen. Is de staatssecretaris bereid om dat ook vandaag hier in de Tweede Kamer te doen?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Azarkan. Dan geef ik het woord aan mevrouw Den Haan van de Fractie-Den Haan. Gaat uw gang.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter. We hebben het vandaag onder andere over zaken als ondermijning, zware criminaliteit, asielbeleid en de toeslagenaffaire. We hebben een heleboel collega's daar al heel indrukwekkend over horen spreken, dus dat ga ik niet doen. Het zijn uiteraard zeer urgente thema's, maar voor veel mensen en met name ouderen gaat het bij veiligheid over vragen als durf ik nog de straat op als het donker is, durf ik nog te pinnen in een druk winkelcentrum of durf ik nog online mijn bankzaken te doen. We zien dat de samenleving zich verhardt. Kijk maar naar de rellen van afgelopen weekend. Ik vraag me soms oprecht af: in wat voor land leven wij eigenlijk? Dat zelfs onze hulpverleners moeten dealen met agressie en geweld is ongekend en verwerpelijk. Fysiek en verbaal geweld, ook digitaal, en agressie tegen onze hulpverleners, politici en handhavers moeten wat mij betreft zwaarder worden bestraft.

Daarbovenop vind ik ook dat er strengere straffen moeten komen voor geweldsdelicten waarvan ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid slachtoffer worden. Ik sprak een dame van ver in de 80 die op straat was beroofd en daarbij was gevallen. Ze brak haar heup, kwam in het ziekenhuis, moest daarna naar het revalidatiecentrum en kon niet meer terug naar haar eigen huis. De impact voor haar was enorm. We worden in Nederland gemiddeld steeds ouder en zijn vaak tot op hoge leeftijd relatief gezond en vitaal, en dat is fijn. Het is daarbij ook belangrijk dat mensen zich veilig voelen, zowel thuis, op straat als online. Veel ouderen zijn bang om het slachtoffer te worden van een woning- of straatoverval, van babbeltrucs of van oplichting via internet en die angst is terecht. Uit onderzoek blijkt dat ouderen zowel offline als online nog steeds een heel kwetsbare groep zijn. Ik vind dan ook dat er in 2022 en daarna structureel moet worden geïnvesteerd om criminaliteit tegen te gaan en ik ben blij dat er wordt ingezet op meer agenten op straat en ook in digitale wijkagenten. Op die manier is de politie niet alleen fysiek in de wijk nabij, maar ook op het web.

Maar wat mij betreft is er nog meer nodig. Allereerst moeten we zorgen dat mensen zich thuis, in hun eigen huis, zo veilig mogelijk voelen. Niet iedereen heeft het geld om zijn of haar huis te beveiligen. Daarom stel ik een inkomensafhankelijke subsidie voor voor ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid die hun woning willen beveiligen, bijvoorbeeld een subsidie voor een lamp die aangaat als je bij de voor- of achterdeur komt en voor goed hang- en sluitwerk, maar ook voor een kierstandhouder waardoor de deur niet meteen open kan worden geduwd als iemand aanbelt. De kosten hiervan zijn niet zo hoog, maar het voorkomt veel psychisch en in sommige gevallen ook fysiek leed. Er zijn al enkele gemeenten die een subsidie aanbieden aan inwoners om hun koophuis te beveiligen volgens het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Kan de minister aangeven hoeveel gemeenten een subsidie hebben voor het beveiligen van je huis? Kan hij ook aangeven of er naast voor koopwoningen ook subsidiemogelijkheden zijn voor huurwoningen? Ik vraag me ook af hoe bekend de bestaande subsidieregeling is. Daarnaast heeft een aantal gemeenten, onder meer Almere, Nissewaard, Eindhoven en Den Haag, in 2019 een pilot gedaan om in wijken waar veel wordt ingebroken, gratis of gesubsidieerd een digitale deurbel op te hangen. Ik las dat bewoners zich daardoor weliswaar veiliger voelen, maar dat niet valt te concluderen of de criminaliteit ook daadwerkelijk is afgenomen. En dat er vragen zijn bij de privacy in verband met de beelden van de camera's. Kan de minister aangeven wat de lessons learned zijn van deze pilot, of deze pilot, als die succesvol was, is omgezet naar een langlopend programma en hoeveel gemeenten daaraan meedoen of hebben gedaan?

Voorzitter. Het kabinet wil inzetten op preventie en bescherming van kwetsbare mensen. Door goede voorlichting en door mensen weerbaar te maken, is de kans kleiner dat zij slachtoffer worden van criminaliteit. Ik vind dat een heel goede zaak, want het is belangrijk dat mensen goed en veilig ouder kunnen worden in ons land. Ook omdat het op termijn geld bespaart: ouderen en mensen die kwetsbaar zijn die zich veilig voelen, doen immers minder een beroep op zorg en ondersteuning thuis en kunnen langer thuis blijven wonen.

Maar ook online veiligheid is daarbij belangrijk. De totale schade als gevolg van phishing en bankhelpdeskfraude was in de eerste zes maanden van 2021 ruim 22,5 miljoen. Ter vergelijking, de totale schade van fraudevormen bedroeg vorig jaar 39,5 miljoen euro. Ouderen zijn relatief vaak slachtoffer van phishing en spoofing. Mensen worden jaarlijks voor heel erg veel geld opgelicht, wat hun vertrouwen en gevoel van veiligheid enorm schaadt. Ik vind dat zorgwekkend. Ik ben het eens met de banken, die samen met de overheid en andere betrokken partijen vaart willen maken om te komen tot een integrale aanpak van digitale fraude. Ik pleit ervoor dat deze aanpak structureel ingezet gaat worden, want veel te vaak krijgen projecten en pilots die worden opgestart, ondanks hun succes, geen vervolg.

Voorzitter. Dat geldt ook voor de Veiligheids10daagse. Deze tiendaagse vonden er overal in het land informatiebijeenkomsten plaats. Ouderen konden gratis meedoen aan workshops, waarbij ze praktische tips kregen over de veiligheid in en om de woning en online. Door corona was het niet mogelijk om het vorig jaar te organiseren, maar los daarvan wil ik de minister vragen waarom er ieder jaar opnieuw een subsidieaanvraag moet worden ingediend voor zo'n soort project. Waarom wordt dit niet een geborgd programma, met een programmaleider bij het ministerie, zodat het een langlopend karakter krijgt en de bekendheid en impact nog groter kunnen zijn?

Daarnaast is er de campagne Senioren en Veiligheid van het ministerie van Justitie en veiligheid. Onder de slogan "maak het oplichters niet te makkelijk" wordt vier weken per jaar aandacht besteed aan verschillende vormen van criminaliteit: meekijken bij pinnen, babbeltrucs, hulpvraagfraude en phishing. Kan de minister aangeven hoeveel mensen met deze campagne jaarlijks worden bereikt en wordt deze campagne vanaf nu ook jaarlijks herhaald? Ik ben er echt van overtuigd dat we ouderen en kwetsbare mensen zo direct mogelijk en persoonlijk mogelijk moeten bereiken om ze weerbaarder te maken, met voorlichting in buurtcentra en bibliotheken en, als ouderen dat willen, ook thuis. Waarbij iemand tips en advies krijgt om zijn veiligheid te vergroten. Zet bijvoorbeeld gepensioneerde agenten in om in bibliotheken en buurthuizen en bij ouderen thuis zo'n veiligheidsadvies te geven. Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Dan financiële uitbuiting van ouderen. Doordat veel geldzaken tegenwoordig online worden gedaan, is het voor sommige ouderen, maar ook voor mensen die niet digivaardig zijn, vaak lastig om hun eigen financiën bij te houden. Dit maakt hen afhankelijk van anderen. Helaas zijn er mensen die deze afhankelijkheid misbruiken, bijvoorbeeld bij pinnen of bij internetbankieren. Jaarlijks zijn honderdduizenden ouderen slachtoffer van financieel misbruik en is dat nog maar het topje van de ijsberg, want vanwege schaamte wordt er helaas vaak geen aangifte gedaan. In 75% van de gevallen gebeurt dit financieel misbruik namelijk door een familielid. Dat maakt het voor veel ouderen moeilijk om aan de bel te trekken. Dan moet je immers erkennen dat een persoon die jij vertrouwt, misbruik maakt van jouw afhankelijkheid. Doordat mensen geen melding maken of aangifte doen, blijft financieel misbruik vaak onopgemerkt en kan het misbruik ook lang doorgaan.

Om dit financieel misbruik te voorkomen, te signaleren en te stoppen, is aansluitend op het project Ouderen in veilige handen in 2015 de Brede Alliantie Veilig Financieel Ouder Worden opgericht. Doel was om een integrale aanpak tot stand te brengen op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Als ik op de site van de allianties kijk, dan zie ik dat er nu nog maar in 36 gemeenten lokale allianties. Kan de minister aangeven waarom er niet in veel meer gemeenten ingezet wordt op het tegengaan van financiële ouderenmishandeling? Wat doen gemeenten en is dit genoeg? Naar mijn mening is op dit punt landelijke regie nodig. Het lijkt me ook belangrijk dat dit van het ministerie van VWS overgaat naar het ministerie van JenV. Staatssecretaris Blokhuis heeft daar een toezegging over gedaan. Kan de minister aangeven hoe het daarmee staat?

Voorzitter. We hebben al eerder gehoord dat ook onze politie te maken heeft met de demografische ontwikkelingen. Het korps vergrijst. Het is van essentieel belang dat er voldoende instroom plaatsvindt en dat we de mensen die we hebben, ook houden. Dat betekent investeren. In hun brief van vandaag pleiten de politievakbonden voor een extra bedrag van 300 miljoen, dat gelijk staat aan 2.300 fte politiemensen. Het lijkt mij, zeker gezien het huidige tijdsgewricht en de enorme druk op onze politiemensen, hard nodig om hun verzoek serieus te nemen. Graag een reactie van de minister op de brandbrief van de politievakbonden.

Voorzitter. Het zijn moeilijke tijden, voor eenieder van ons. Jongeren voelen zich beknot in hun vrijheden en zien wellicht weer onlinelessen tegemoet. Ouderen hebben weer de angst dat zij de kerst straks alleen moeten vieren. Al onze hulpverleners staan onder enorme druk. Iedereen is corona en alle maatregelen ontzettend zat. Maar wat je daar ook van vindt en wat je daar ook over denkt, laten we in ieder geval onze hulpverleners en elkaar respecteren. Wees juist in deze moeilijke tijd een beetje lief voor elkaar.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Den Haan. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas van BBB. Gaat uw gang.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel. Voorzitter, inwoners van Nederland en ... Ik wou zeggen "iedereen op de tribune", maar ik zie dat er maar één iemand zit. Hoi!

Het gaat over heel veel dingen in dit debat, dus ik zou uren kunnen spreken, maar gelukkig zijn er al heel veel goede zaken voorbijgekomen bij een aantal collega's. Ik wil me voor nu concentreren op drie dingen: het verdwijnen van de politieposten op het platteland, dierenactivisme en het vuurwerkverbod.

Tussen 1980 en vandaag is in Zeeland 74% van de politieposten verdwenen. In Friesland 66% en in Zuid-Holland slechts 27%. Wat valt op? De politie is in de laatste jaren vooral verdwenen uit onze buitengebieden. De consequenties zien we vandaag de dag. Grote delen van het platteland zitten gevangen in een cyclus van drugscriminaliteit. Bendes claimen territorium, persen onze boeren af en vergiftigen jongeren met harddrugs. De kans dat je in een doorsneedorp een drugsdeal tegenkomt op de parkeerplaats van de lokale voetbalclub is groter dan de kans dat je een politieauto tegenkomt. Ik weet dat de minister zich daar ook zorgen over maakt. Graag hoor ik dan ook van de minister welke actieprogramma's worden ondernomen om deze cyclus op het platteland te doorbreken. Welke resultaten zijn er tot nu toe concreet geboekt?

De terugtrekking uit de dorpen heeft de politie ook verder van het erf geplaatst, een kans die radicale dierenactivisten maar al te graag aangrepen om boeren te intimideren, te overvallen en schade te berokkenen. We kennen allemaal nog de beelden van de brute bezetting door dierenactivisten in Boxtel in mei 2019. De minister weigert ook om 269 Libération Animale, een buitenlandse groep die in Nederland gewelddadige acties pleegt met als doel schade te maken, te benoemen als een terroristische organisatie, en dat terwijl deze extremisten openlijk het democratische en staatsrechtelijke proces afwijzen en boeren bestempelen als nazi's in een holocaust. Er waren recent nog brutale inbraken door dierenactivisten bij een varkenshoudster in Groningen. Die varkenshoudster steekt nota bene al jarenlang haar nek uit voor meer dierenwelzijn en heeft miljoenen geïnvesteerd in de stallen voor haar scharrelvarkens. Veel boeren leven in angst. Wat doet de minister om deze inbraken en geweldplegingen te voorkomen? En hoe hoog staat dierenactivisme momenteel op de agenda?

Voorzitter. Dan het vuurwerkverbod. Los van de bizarre reden waarom dit nu wordt ingesteld — daar zal ik in het coronadebat nog op terugkomen — lijkt mij het vuurwerkverbod compleet onhandhaafbaar. Waarom een vuurwerkverbod in Jubbega, waar mensen gewoon gezellig met hun sierpotten, een glaasje champagne en een oliebol het nieuwe jaar vieren, omdat er in probleemwijken en steden bushokjes worden opgeblazen? Iets wat niet eens met een sierpot gebeurt, want dat gebeurt met illegaal vuurwerk. Dat is al verboden; handhaaf dat gewoon. Het vuurwerkverbod is te belachelijk voor woorden. Het kabinet laat mijns inziens gewoon de oren hangen naar de antivuurwerklobby en straft daarvoor miljoenen burgers, om maar niet te spreken van de vuurwerkinkopers en -handelaren.

De cijfers wijzen overigens ook uit dat de spoedeisende hulp nauwelijks vuurwerkslachtoffers binnenkrijgt, laat staan dat de ziekenhuizen en de ic's er vol mee liggen. De voorzitter van de branchevereniging Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen, David Baden, zei het letterlijk zo: "Het is symboolpolitiek. Het vuurwerkverbod garandeert geen rustige avond op de spoedeisende hulp. Nederland gaat tegelijkertijd aan de drank, en drinkt daarbij vaak nog meer dan normaal. Drank is een veel grotere belasting op de spoedeisende afdelingen".

Het vuurwerkverbod is compleet onhandhaafbaar, zoals ik al zei. Zoals een straatagent mij mailde: "Wij hebben het liever die acht uurtjes met de jaarwisseling druk dan zes weken lang tot de jaarwisseling aan toe. Met al die verboden wordt de sfeer er niet gezelliger op." Hoe staat de minister eigenlijk tegenover het vuurwerkverbod? Staat hij daar nu nog steeds, met alle kritiek die daarop is geweest, voor de volle honderd procent achter? Hoe denkt de minister het te handhaven? Hoeveel extra politie-inzet is de komende maanden nodig en hoeveel inzet tijdens nieuwjaarsnacht? Wat gaat dit de burgers kosten? Kan de minister toelichten waarom hij zijn agenten deze extra werklast oplegt in deze toch al zware tijden?

Een laatste opmerking. Beste politiemensen, beste ambulancebroeders en -zusters en beste brandweerlieden. Relschoppers zijn niet onze strijders. Júllie zijn onze strijders.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Dan geef ik het woord aan mevrouw Simons van BIJ1.

Mevrouw Simons (BIJ1):

Dank u wel, voorzitter. Als we in dit huis spreken over veiligheid en justitie, dan hebben we het meestal over boeven vangen en keihard aanpakken, over repressie en over straf. Maar justitie gaat wat BIJ1 betreft over rechtvaardigheid. Een rechtsstaat die werkt voor iedereen. Waar het demonstratierecht een groot goed is en blijft en niet wordt verstoord door gewelddadige politieoptredens. Waar je inkomen, achtergrond of positie in de samenleving geen effect heeft op je toegang tot het recht. Waar je als klokkenluider veilig aan de bel kunt trekken. Waar je altijd welkom bent en waar iedereen dezelfde rechten heeft, ongeacht je documenten of het gebrek daaraan. Waar je geborgenheid en zekerheid vindt wanneer je toekomstperspectief je is ontnomen door imperialistische terreur. Waar je recht op een veilig en menswaardig bestaan wordt gegarandeerd, ongeacht voor wie en hoelang je hebt gewerkt. Waar we niet langer over een migratiecrisis spreken, maar over een crisis van ontheemding, over ontmenselijking en over internationale solidariteit. Waar inlichtingendiensten burgers beschermen tegen de groeiende dreiging van extreemrechts, in plaats van dat het veiligheidsgevoel van vreedzame activisten of lokale moskeeën wordt aangetast. Waar het eerste artikel van onze Grondwet centraal staat en serieus genomen wordt. En waar je achternaam of huidskleur dus geen rol speelt in hoe vaak je wordt aangehouden of op welke zogenaamde zwarte lijst je komt te staan.

Voorzitter. Om tot die samenleving te komen, moeten er concrete stappen worden gezet. Stappen die voor dit demissionaire kabinet maar ook voor deze Kamer regelmatig te veel gevraagd lijken. Maar is het nou daadwerkelijk zo revolutionair om bijvoorbeeld het schenden van mensenrechten in de vorm van etnisch profileren niet langer te tolereren of te normaliseren? Etnisch profileren is iets wat veel Nederlanders nog altijd maandelijks, wekelijks, en soms wel dagelijks overkomt. Hoewel de rechter, geheel tegen artikel 1 van onze Grondwet in, besloot dat etnisch profileren mag, kiest de marechaussee er nu voor om naar aanleiding van het ontstane maatschappelijke debat alsnog te stoppen met etnisch profileren. Mooi. Dat is echt goed nieuws. Ik wil de demissionair minister dan ook vragen om regelmatige updates rondom deze aanpassing. Kan hij erop toezien dat deze transformatie daadwerkelijk zal plaatsvinden? Daarnaast vraag ik me af: als de marechaussee het kan, waarom dan niet ook de politie, de Belastingdienst, de NCTV, het UWV en de gemeenten? Is het volgens de demissionair minister niet hoog tijd dat ook zij afzien van discriminerende algoritmes en risicoprofielen?

Voorzitter. Bij verschillende organisaties gaat het namelijk echt nog structureel mis. Het aantal klachten over etnisch profileren door de politie steeg in 2020 bijvoorbeeld met maar liefst 66% ten opzichte van het jaar ervoor. Vorige maand verscheen er een rapport van de Erasmus Universiteit, waarin voor de zoveelste keer wordt aangegeven dat jongeren met een migratieachtergrond twee tot drie keer zo vaak worden gezien als verdachte. Een van de grootste misdrijven in onze samenleving ooit, het toeslagenschandaal, ontstond ook voor een groot deel vanuit etnisch profileren en de jacht op mensen met een kleine portemonnee.

Voorzitter. Dan vraag ik me hardop af hoe we ooit bij een oplossing gaan komen in een omgeving waarin klokkenluiders worden weggepest, agenten in racistische appgroepen niet worden ontslagen, en de overheid zelf ook onvoldoende stappen zet om toekomstige schandalen als de toeslagenmisdaad te voorkomen. Ook de Nationale ombudsman gaf eerder dit jaar heel duidelijk aan dat de overheid op dit gebied echt veel te weinig doet. Kan de demissionair minister mij dus toezeggen dat het tegengaan van profileren op etniciteit en sociale klasse door deze vele verschillende instanties, waaronder de overheid, überhaupt een prioriteit is? Want zo voelt het absoluut niet. Kunnen we, als hij aangeeft dat hij het wel degelijk belangrijk vindt, dan vandaag nog beginnen met het maken van concrete stappen? Ik zal het vanuit mijn kant doen, en ben erg benieuwd of ik daarbij medewerking kan verwachten.

Als laatste in mijn blokje politie herhaal ik nogmaals dat het me echt een enorm groot raadsel is hoe de rellen van afgelopen weekend zo hebben kunnen escaleren. Ik vraag de demissionair minister hoe het kan dat de politie er, bijvoorbeeld in Rotterdam, niet op berekend was dat het zo uit de hand kon lopen, terwijl er nog geen maand geleden bij het woonprotest in diezelfde stad zogenaamd preventief, maar wel degelijk excessief, politiegeweld werd gebruikt tegen vreedzame demonstranten.

Voorzitter. We moeten het ook hebben over de NCTV, een organisatie die burgers niet beschermt, maar in gevaar brengt. Ze hielpen bijvoorbeeld gemeenten bij het op illegale wijze infiltreren in moskeeën door middel van institutionele moslimhaat worden imams zonder reden van extremisme beschuldigd, met alle gevolgen van dien. Ze volgden, eveneens op illegale wijze, honderden activisten en politieke prominenten, waaronder mijn campagneleider. Gevoelige informatie van burgers werd op — u raadt het al — illegale wijze verzameld, opgeslagen, geanalyseerd en gedeeld.

Volgens wat de automatische piloot lijkt te zijn van alle bewindspersonen, ontkende de demissionair minister alle misstanden tijdens mijn bevragingen hierover in juni dit jaar in deze Kamer. Het handelen van de NCTV was volgens hem compleet geoorloofd. Wat hij eveneens gemeen heeft met veel van zijn collega's uit het kabinet, is dat hij de Kamer hierbij keihard heeft voorgelogen. Niet heel veel later viel te lezen dat de handelswijze, zoals ik destijds aangaf, wel degelijk de wet overtrad. Tijdens dat debat diende ik een motie in. Die is door de Kamer aangenomen. In die motie stonden twee hele duidelijke punten. Eén: stel heldere wettelijke kaders op waarin de bevoegdheden van de NCTV duidelijk worden gemaakt. Twee: breid de NCTV en zijn bevoegdheden niet verder uit. Over het eerste punt zou ik, gezien de verschillende verregaande overtredingen die de organisatie sindsdien alweer heeft begaan, willen vragen: hoe staat het ermee? En over dat tweede ga ik de demissionair minister maar weer eens op het matje roepen, want weer schoffeert hij de Kamer. Weer breekt hij met de afspraken die wij hier maken in dit huis. Ondanks mijn aangenomen motie en ondanks felle kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens ligt er namelijk een wetsvoorstel voor uitbreiding van de NCTV. Met die aangenomen motie onder de arm en alle onacceptabele situaties die ik zojuist heb geschetst is mijn vraag vooral: waar haalt deze demissionair minister nou eigenlijk het lef vandaan?

Tot slot, voorzitter. Een rechtsstaat die werkt voor iedereen betekent migratiebeleid dat niet restrictief, maar open en solidair is, opvangbeleid dat de menselijke waardigheid niet tekortdoet en integratiebeleid dat niet vereist, maar faciliteert. Het betekent: iedereen dezelfde rechten toekennen, ongeacht de status. Ik weet het, het is een grote droom, maar laten we beginnen met kleine stappen.

Voorzitter. Zes jaar geleden luidde de noodklok al over de erbarmelijke omstandigheden in opvangcentra. Hoe kan het dat vluchtelingen in een welvarend land als het onze nog steeds moeten verblijven in centra waar ongestoord slapen onmogelijk is, waar mensen moeten overnachten op stoelen of op de grond, waar mensen kou lijden, geïsoleerd raken en allesbehalve tot rust kunnen komen, waar mensen erg lang in onzekerheid leven, mensen die we nota bene zelf hiernaartoe hebben gehaald en zelf in gevaar hebben gebracht? Vinden de bewindspersonen dit normaal? Waarom duurt het zo lang voordat er eindelijk verandering in komt?

De inhumane omstandigheden werken door op het mentale welzijn van vluchtelingen. Ze verergeren of leiden tot depressie, posttraumatische stress en angstaanvallen. Zo konden we vandaag nog lezen hoe Afghaanse vluchtelingen vanwege die erbarmelijke omstandigheden en de totale uitzichtloosheid op het punt van instorten staan. Hoe zijn de bewindspersonen van plan om adequate psychologische hulp te verlenen aan iedereen die dat nodig heeft, van kinderen tot volwassenen en van statushouders tot mensen zonder papieren? En hoe zit het met de begeleiding van alleenstaande minderjarige vluchtelingen? Het is al jaren bekend, zowel binnen als buiten de jeugdzorg, dat de harde knip en het abrupte einde aan de begeleiding van jongeren averechts werken en dat het meer kost wanneer voormalige amv'ers na hun 18de door een moeilijk te navigeren systeem opnieuw geconfronteerd worden met gezondheidsproblemen, armoede of schulden.

Nieuwsuur, VNG, de Ombudsman en belangenorganisaties hebben de noodklok geluid en zeggen dat de begeleiding van alleenstaande minderjarige vluchtelingen verlengd moet worden. Wat mijn partij betreft wordt die niet slechts voor één of twee jaar verlengd, of totdat ze 21 zijn, maar zolang het nodig is, totdat de jongeren verzekerd zijn van de big five: support, wonen, werk en school, inkomen en schulden, zorg en ondersteuning. Het is de verantwoordelijkheid van het Rijk om bestaanszekerheid te garanderen voor iedereen op Nederlands grondgebied. Dus hoe gaan de bewindspersonen zich hiervoor inzetten, vraag ik me af. Hebben ze bijvoorbeeld gedacht aan het oprichten van een nationale helpdesk, in navolging van organisaties zoals SAMAH?

Voorzitter. Ten slotte had ik graag een langer, fundamenteler debat gevoerd over de manier waarop we omgaan met en verantwoordelijkheid ontduiken voor de hele concrete gevolgen van ons koloniale verleden in het heden. Maar afsluitend hou ik het dan toch hierbij: heel concreet vraag ik de demissionaire bewindspersonen om een onmiddellijk generaal pardon voor ongedocumenteerde Surinamers, vanuit de morele verplichting, vanuit verantwoordelijkheid en vanuit historisch besef. Mochten ze hierover vragen hebben, dan ga ik daar op een later moment graag met hen uitgebreid over in gesprek.

Tot zover. Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Simons. Dan geef ik het woord aan de heer Ephraim van de Groep Van Haga.

De heer Ephraim (Groep Van Haga):

Dank u, voorzitter. Uiteraard zal ik het kort houden. Immers, de genadeloos terugtellende klok is voor BVNL de efficiënte muilkorf der afsplitsing. Het zij zo.

Voorzitter. Alle grote en belangrijke onderwerpen zijn de afgelopen uren wel voorbijgekomen. Ondermijning, drugshandel, de daarmee gepaard gaande georganiseerde misdaad en liquidaties, mensensmokkel, gewelddadige roofovervallen, zware gewelds- en zedendelicten en de toenemende druk op de rechtsstaat zijn door collega's besproken. Natuurlijk kan ik vanaf dit spreekgestoelte mijn zorgen uiten en het kabinet sommeren om eindelijk eens iets aan de georganiseerde misdaad te doen, maar dat is gratuit. Jarenlang gedogen en wegkijken, alsmede een overdreven medelijden met de daders op basis van de Coornhert-Liga, hebben hun sporen helaas nagelaten.

We kennen in ons strafrecht het uitgangspunt van maximumstraffen, dat de beklaagde beschermt tegen draconische rechters. Echter, er zouden prima ook minimumstraffen kunnen worden ingevoerd, die de maatschappij van al te empathische togadragers vrijwaart. Het argument dat de rechter maatwerk moet kunnen blijven leveren, heb ik nooit zo begrepen. Immers, dan moet men ook de maximumstraf afschaffen.

Ik laat de zware misdaad even voor het wat is. Ik wil graag aandacht voor het klein menselijk leed van de brave burger. Steeds vaker bereiken mij verhalen dat mensen hun gestolen scooter of e-bike terugzien op Marktplaats, maar dat de politie weigert actie te ondernemen. In een enkel geval kreeg een dame het advies er maar zelf op af te gaan. Dit lijkt mij een bijzonder riskant advies. Hoe ziet de minister dit?

Aangifte doen van kleine criminaliteit is lastig en tijdrovend en de follow-up vrijwel altijd non-existent. Menig mkb'er en winkelier kan hier ook over meepraten. De hardwerkende mkb'er heeft niet alleen te lijden onder schade van relschoppers, cybercrime en AP, maar wordt ook geacht onbezoldigd boa te zijn om CTB's te checken, zolang zijn zaak van Hugo de Jonge tenminste nog open mag blijven, of ondermijning door ongebruikelijke transacties op het spoor te komen. Dat alles staat haaks op het gevoel van rechtvaardigheid van de brave burger, die wel direct lik-op-stuk krijgt in de vorm van een acceptgiro als hij per ongeluk 4 kilometer te hard op de snelweg reed. En u begrijpt het al, voorzitter, het CJIB heeft mij tot klant van het jaar uitgeroepen.

Voorzitter. Natuurlijk begrijp ik het capaciteitsprobleem bij de politie. Dat de sterke arm prioriteiten stelt, is ook niet meer dan logisch. Toch moet de burger ook bij kleine misdaad kunnen vertrouwen op bescherming en een rechtvaardige behandeling. Als de minister erin slaagt om à la Harry Potter 5.000 boa's uit de hoge sorteerhoed te toveren voor de handhaving van het coronabeleid in de horeca, dan moet er ook iets te doen zijn aan de resources van de heilige hermandad. Wat zijn de plannen van de minister in dezen?

Voorzitter. Helaas is het in onze wereld voor mensen noodzakelijk te vluchten voor oorlog, geweld en wapengekletter. Dat neem ik hun niet kwalijk. Ik zou ook als een haas maken dat ik wegkwam uit Afghanistan om onder het juk der taliban vandaan te komen of uit andere brandhaarden te vluchten. Toch komen we een keer op een op punt dat we tegen of zelfs over de grenzen van de mogelijke opvang van vluchtelingen gaan. Nederland is een klein en zeer dichtbevolkt land met nu al capaciteitsproblemen op het gebied van wonen, onderwijs, zorg en wat dies meer zij. Is de minister het met mij eens dat Nederland nauwelijks extra vluchtelingen kan herbergen en moet trachten andere oplossingen, met name opvang in de regio, te entameren? Is de minister het met mij eens dat wij in het parlement een inhoudelijke discussie zouden moeten starten over hoeveel mensen Nederland eigenlijk op zijn grondgebied kan herbergen? Dat is geen plezierige discussie. Ik kijk er ook niet naar uit, maar het zal vroeg of laat toch een keer moeten gebeuren. Een minister van demografie lijkt me geen overbodige luxe in het belang van Nederland. Hoe ziet de minister dat?

Voorzitter. Justitie en veiligheid zijn een groot goed en in deze roerige tijden zeker geen vanzelfsprekendheid meer. Gaarne wil ik af en toe, indien de commissie voor JenV mij dit toestaat, een bijdrage leveren.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ephraim. Dan gaan we tot slot luisteren naar de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel, voorzitter. Een staat functioneert als zijn instituties functioneren. Als u naar het stadhuis van Siena gaat, ziet u achter u niet een paar stenen, maar twee allegorieën, een wanneer het bestuur functioneert en een wanneer het bestuur niet functioneert. Functioneert het bestuur, dan floreert de economie, floreert de nijverheid, worden er huizen gebouwd en wordt er feestgevierd. Gaat het slecht, dan is men niet in staat tot landbouw, is er sprake van misdrijven en gaat de economie ten gronde. Ik had graag zoiets aan de muur gezien en ik wacht nog steeds op de uitvoering van de motie om de Grondwet hier op te hangen in plaats van de grond. Niet dat ik niet uit de klei kom, maar het leek ons toch wel gepast om ook naar het hogere te kijken: hoe willen we dat onze samenleving eruitziet? Want vergeet niet, goed bestuur is net als goede infrastructuur: je ziet het wanneer je het mist.

In onze rechtsstaat zit serieuze betonrot. Dat betoogde ik hier in januari 2021, na de val van het kabinet. Ik vroeg toen om een staatscommissie en de Kamer ging unaniem akkoord. Die staatscommissie is er niet en ik ga u vandaag vragen die in te stellen. Er zijn drie dingen die niet goed gaan. Een. De verhouding tussen overheid en burger is volstrekt uit het lood. Twee. De ondermijnende criminaliteit groeit. Veel collega's hebben het daarover gehad. Drie. Klassenjustitie. De Staat is snoeihard voor mensen aan de onderkant, voor burgers en werknemers die een kleine fout hebben begaan, maar aan de bovenkant van de samenleving wordt aanmerkelijk minder hard opgetreden. Tot slot heb ik nog een paar andere opmerkingen na dit betoog.

Eerst de verhouding tussen overheid, burger en het bestuursrecht. Het kinderopvangtoeslagschandaal heeft pijnlijk veel rot blootgelegd, die de regering op dit moment vooral wil toedekken met veel geld. Geld dat soms terechtkomt bij mensen die weinig schade hebben, terwijl de mensen die heel veel schade hebben, lang moeten wachten. Er zijn veel rapporten verschenen en die zijn recent met twee rapporten aangevuld, een van de rechters en een van de Raad van State. Ze schetsen een ontluisterend beeld.

De Belastingdienst hield zich jarenlang niet aan vele wetten. We hebben een onvolledige lijst van dertien wetten die de Belastingdienst jarenlang overtrad. Daardoor kwamen burgers zeer ernstig in de problemen. De Belastingdienst vertelde burgers niet wat ze moesten bewijzen, wachtte soms wel anderhalf jaar met hun besluit tot bezwaar en ouders waren wanhopig want ze hadden geen kinderopvang en moesten alles terugbetalen. Ouders kregen hun dossier niet en krijgen dit nog steeds niet. De rechtbanken kregen het dossier ook niet.

De rechtbanken en de Raad van State pasten de wet, artikel 26 van de Awir, niet goed toe. De Raad van State volgde jarenlang blindelings de Belastingdienst en de Belastingdienst loog ook bij de Raad van State, zegt de Raad van State. En nu zegt de Raad van State sorry. Dat is een bijzonder sorry, want van de suggestie om uitspraken te zien, horen we niets. Rechters die sorry zeggen voor hun uitspraken en daar geen gevolgen uit trekken, leidt tot minder vertrouwen in de rechtsstaat. Waarom worden die uitspraken niet herzien? De functie van een uitspraak van een rechter is om de waarheid boven tafel te krijgen, zeker in het bestuursrecht.

Wat moeten we nou met de Raad van State? Ik heb daar eerst een paar vragen over. Een aantal rechters van de Raad van State werkte eerst bij de landsadvocaat. U weet wel, Pels Rijcken waar ik zo nog even op terugkom, want daar is veel mis. Die adviseerde in 2009 en in 2011 om die harde aanpak toch te doen. Het was pleitbaar. Die ongemakkelijke waarheid heeft het rapport niet gehaald. Mijn vraag aan de regering is: waren degenen die het advies hebben geschreven voor de Belastingdienst als rechter betrokken bij deze zaak? Het tweede ongemakkelijke feit gaat over de herkomst van de rechters. De rechters bij de Raad van State komen uit het openbaar bestuur. We kennen van verrassend veel rechters de kleur. Ze waren Europarlementariër, burgemeester of voorzitter van de VNG. De Raad van State gaat over conflicten tussen bestuur en burger. Aangezien al die rechters uit het openbaar bestuur komen of uit de rechterlijke macht, maar nooit uit de Ombudsman of uit de Consumentenbond, moeten we niet verbaasd zijn dat ze heel vaak dat bestuur hebben geloofd. Ik ben verbaasd dat we daar niet aan denken bij de hervorming. Voor mij is het klip-en-klaar: de selectie van de rechters moet anders en de Raad van State, Afdeling Bestuursrecht, moet ondergebracht worden bij de hoven, met cassatiemogelijkheid in het bestuursrecht bij de Hoge Raad. Is de regering bereid dat vorm te geven? En hoe verstaat de regering het "sorry" van rechters?

De rechters hebben ook aangegeven buikpijn te hebben. Nu kennen wij de term "buikpijn" uit de parlementaire ondervragingscommissie. Buikpijn bij rechters en bij ambtenaren betekent dat er iets gigantisch mis is, maar dat ze het niet durven vertellen, omdat het vastzit. Bent u bereid om met die rechters te bespreken waarom ze buikpijn van de VNG hebben, buikpijn van het vreemdelingenrecht, zodat we weten of er nog meer zaken zijn? Graag een antwoord.

Voorzitter. Dan een enkele opmerking over de uithuisplaatsingen. Daar is een motie over aangenomen in de Kamer. Die kinderen werden op stel en sprong uit huis geplaatst. Maar hoewel we in juni al een brief van de regering hadden dat er onterechte uithuisplaatsingen waren, zitten we nu in november en is het onderzoek nog niet van start. Honderden van die kinderen zijn niet bij hun ouders en er is geen meldpunt, terwijl de Kamer daar unaniem om gevraagd heeft. Mag ik alsjeblieft weten of het onderzoek binnen twee weken start?

Als we in het bestuurlijke recht toch wat doen: die burger heeft niet zo veel kans. De bestuursrechter mag geen volle toets doen en het bestuursorgaan heeft een zogenaamde bestuurlijke lus. Doen ze wat fout, dan mogen ze het rechtzetten. Wil de regering een burgerlijke lus aanbrengen in het bestuursrecht? Als de burger een fout maakt, mag hij die ook herstellen tijdens het proces, zodat het tenminste wat eerlijker wordt.

Voorzitter. Over de ondermijnende criminaliteit probeer ik wat korter te zijn, omdat de collega's daar uitgebreid over gesproken hebben. Je bestrijdt maffiastructuren op zijn Italiaans: hard voor de maffia en met inachtneming en instandhouding van de rechtsstaat, met sterke instituties. Italië heeft buitengewoon sterke instituties gebouwd na 1945, eerst in de loden jaren, met honderden doden bij terroristische aanslagen, en daarna in de strijd tegen de maffia. Die waren rauw. Een premier, Aldo Moro, werd vermoord.

Ook in Nederland hebben wij te maken met rauwe zaken. Rond de kroongetuige zijn drie mensen vermoord. Peter R. de Vries is de derde. Zijn moord schokte Italië, want dat soort brute moorden komen niet meer voor op klaarlichte dag. Hier in dit land moet niet een misdadiger uit kunnen maken wie de baas is, maar de minister van Justitie. Die moet altijd en overal de baas zijn.

Behalve dat ik vind dat dit meegenomen moet worden in de staatscommissie als tweede onderwerp — ik zal zo zeggen waarom — is er ook nog wel wat laaghangend fruit. Kunnen we bij de douane nu eindelijk eens de vog-screening invoeren? We doen dat bij taxichauffeurs, bij politieagenten, maar nog niet bij de douane. En GRECO, die gaat over integriteit bij de Raad van Europa, heeft acht aanbevelingen gedaan over politie en OM. Alle acht zijn maar gedeeltelijk uitgevoerd. Wanneer worden ze volledig uitgevoerd?

Dan het grotere belang. Je mag zware zaken tegen boeven inzetten, maar pas op dat je juist de dingen die je voor de zware criminaliteit wilt gebruiken, niet gebruikt om de kleine man aan te pakken. Dat gebeurt vaak met de Bibob. Dan ontspringen de grote vissen de dans en de kleine worden gepakt. Daarom moeten ze allebei in de staatscommissie.

Voorzitter. Ook ik wilde een mooie quote. Augustinus vond ik wat te ver gaan, zeg ik tegen mevrouw Bikker, want die roversbende … Ik ga maar voor Coornhert: "Onrecht ist, dat die straffe swaerder zy dan de misdaet, dit geschiedt int hanghen van simpele dieven." Volgend jaar gaan we vieren dat hij 500 jaar geleden geboren werd. Dit is precies het probleem met klassenjustitie. De essentie van recht doen, is dat Vrouwe Justitia een blinddoek op heeft en zonder aanzien des persoons oordeelt, dat afkomst er niet toe doet, dat arm en rijk er niet toe doen. Dat is ook essentieel voor het rechtsgevoel van burgers in Nederland. Maar het wringt hier. De landsadvocaat waar jarenlang voor miljoenen gefraudeerd werd, behoudt zijn contract. Met deze landsadvocaat verdedigt de overheid zichzelf, onder andere ten opzichte van burgers en bedrijven die relatief kleine dingen hebben gedaan. De landsadvocaat is onderzocht door de FIOD: miljoenenfraude. Neem afscheid. Neem onmiddellijk afscheid. Een burger die met de Bibob te maken krijgt of geen vog krijgt voor iets heel kleins, zonder dat de rechter eraan te pas komt, kan zijn baan verliezen. De bankiers die met CumEx de Staat met naar schatting 26 miljard hebben verarmd, worden in Nederland niet vervolgd. In Duitsland gebeurt dat wel. Maar de bijstandsgerechtigde die boodschappen van zijn ouders krijgt en dat niet meldt, wordt snoeihard aangepakt. De marechaussee die met een klap een gratis Mars uit de machine haalt, wordt ontslagen.

Dit probleem van klassenjustitie wordt gevoeld. Het aanpakken van criminaliteit gaat niet over persberichten en ronkende cijfers. Het gaat over integriteit, volhardendheid en gezag. Dat gezag verdien je wanneer je de trap van boven schoonveegt. Dat gebeurt onvoldoende. Hoe de balans moet terugkomen, moet onderwerp zijn van de staatscommissie. Dat is het derde onderwerp.

Voorzitter. Dit kabinet gaat het natuurlijk niet oplossen, want we denken allemaal dat er morgen — dat denken we al 250 dagen — een nieuw kabinet komt. Maar door het fundament te leggen, kan het er wel aan bijdragen. Daarom wil ik graag dat die staatscommissie nog door dit kabinet wordt ingesteld. Dat is een motie van de Kamer uit januari.

Voorzitter. Dan een paar lossen punten, maar het is geen los punt. Ik heb eerder gepleit voor een ... tribunaal voor IS-strijders. Ik heb daar zelfs academische artikelen over geschreven en er in de Raad van Europa voor gepleit.

De voorzitter:

Misschien nog even voor de duidelijkheid, want ik hoor hier aan mijn rechterkant even wat gegrinnik. Er is niet een verbod op het woord "tribunaal". Het gaat om de intentie die ermee bedoeld wordt. Ik denk dat het goed is om dat ook nog een keer aan te geven. Als het intimiderend bedoeld is, dan is dat wat anders. Volgens mij is dit een gewone term. Het woord is weer aan de heer Omtzigt. Ja, oké, oké ...

De heer Markuszower (PVV):

Sorry, maar ik heb dan toch even een kort punt van orde. Mijn opmerking in mijn betoog was niet intimiderend bedoeld. Wij staan hartstikke achter elke vorm van rechtspraak die IS-strijders bestrijdt. Dus kom maar op met dat IS-tribunaal, maar niet hier in Nederland! Daar, in de regio.

De voorzitter:

Ik ga maar niet meer de discussie met u aan. De heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. In antwoord daarop: ik heb voorgesteld om dat in de regio te doen. Ik heb daar een internationaal rapport over geschreven in de Raad van Europa. Ik heb dat aan de Nederlandse regering aangeboden, voordat ze in de Veiligheidsraad was. Helaas is dat niet ingebracht. Ik had liever gewild dat het daar neergestemd was, omdat Rusland niet meegedaan had. Maar ik vind het echt noodzakelijk. Genocide dien je te allen tijde te vervolgen. Het was ook mijn sterke wens geweest om het tribunaal daar te hebben, omdat daar de bewijzen zijn, daar de slachtoffers zijn en daar ook nog de mensen zijn die kunnen getuigen. Het zal nog een hele tour worden om die mensen hier te berechten.

Ik was er geen voorstander van om een aantal van die mensen terug te laten keren, zoals nu. Maar laat je ze terugkeren, dan is een speciale officier van justitie het minste. Dat vraag ik aan de regering. Deze speciale officier van justitie gaat het moeilijke bewijs verzamelen en kijkt of deze mensen kunnen worden vervolgd. IS'ers houden zelfs in Kamp Al-Hol, zelfs in die omgeving, nog steeds jezidi's als seksslavin. Ik heb in die tijd — ik kan u dat laten zien — een gesprek gevoerd met Nadia Murad, die vertelde hoe dat was. Zij heeft de Nobelprijs gewonnen. Hoe ernstig is het dat ze in Canada niet eens meer mag spreken, omdat men dat beledigend vindt? Het is een van de grootste misdrijven van de laatste tien jaar. Omdat wij het hier erkend hebben met de motie-Kuik, zijn wij onder internationaal recht verplicht mensen te vervolgen. Er is geen enkel misdrijf waarbij je verplicht bent om iets te doen, behalve bij genocide. Wij hebben gezegd: het is genocide. Dan moet je het doen. Dus ik wil zo'n officier van justitie voor genocide, voor seksslaven en voor deelname aan een terroristische organisatie. Ik vraag aan de regering: kunt u dat toezeggen?

Voorzitter. De landsadvocaat. We gaan toch niet de klokkenluider pakken, hè? Asjeblieft, zeg. Ik sluit me aan bij de vragen van Van Esch, Simons en Kuik over het constitutionele hof. Er ligt een motie. Hoe staat het daarmee? De motie-Van Kuik gaat ook over de Wet op de toezichthouders. Die moet voorbereid worden. Hoe staat het daarmee?

Tot slot zou ik graag willen weten of er een reactie komt op het rapport van de Commissie van Venetië over hoe we een toeslagenaffaire kunnen voorkomen.

Voorzitter. De rechtsstaat dient ernstig versterkt te worden. Dat zal een langjarig plan zijn, maar ik ben graag bereid om daar een hele grote bijdrage aan te leveren.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Sneller van D66, meneer Omtzigt.

De heer Sneller (D66):

Ik heb de heer Omtzigt nu een paar keer horen pleiten voor constitutionele toetsing. Het is mij echter nog steeds niet helemaal duidelijk welke vorm hij wil. Moet er wat hem betreft nu aan de hele Grondwet kunnen worden getoetst en moet het een hof worden, of is hij voor gespreide toetsing? Nou ja, hij kent de varianten.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Er zijn twee kernvragen bij constitutionele toetsing. Bij de eerste kernvraag heb ik een duidelijk antwoord. Dat is dat aan de klassieke grondwet getoetst kan worden én aan de interbestuurlijke verhoudingen. Je kunt dus wel toetsen aan de vrijheid van meningsuiting, je kunt wel toetsen aan het recht op een eerlijk proces, wat we over een paar weken gaan behandelen, je kunt wel toetsen aan het recht op vereniging, je kunt wel toetsen aan het non-discriminatieverbod uit artikel 1, maar je kunt niet toetsen aan het sociale recht op volkshuisvesting. Dat is onze taak. Die verwaarlozen wij enigszins, maar dan zul je naar de rechter moeten gaan of je een huis hebt of niet en dat lukt niet.

Het tweede onderdeel waar je aan kunt toetsen, zijn de bestuurlijke verhoudingen. Daar hoort bijvoorbeeld artikel 68 bij. Dat gaat erover of wij als Kamer de stukken krijgen van de regering. Ik denk dat je maar één keer naar het constitutionele hof hoeft en dan weet de regering wat de uitspraak is, want dan kunnen ze ook binnen een week iets doen. Op het tweede punt ben ik nog wat in dubio. Je kunt het of doen via een constitutioneel hof, zoals de heer Sneller zegt, of je kunt alle rechters aan de Grondwet laten toetsen. Ze mogen nu overigens aan de Grondwet toetsen als het gaat over AMvB's en lage regelgeving, maar niet over wetten. In de motie-Kuik zit de vraag om een commissie op te richten. Die zit ook in de motie van mevrouw Simons, alsook de vraag wat de beste manier is. Ik zie voor- en nadelen. Op het moment dat je de Grondwet alleen centraal toetst, mag je voor de Grondwet wel naar de gewone rechter met het EVRM in de hand, maar niet met de Grondwet in de hand.

Ik voel ergens ook wel iets voor een geconcentreerde toetsing, dus bij een constitutioneel hof, omdat je dan beter die eenheid van recht hebt. Ook voor zaken die met interbestuurlijke verhoudingen te maken hebben hoef je het dan maar bij één instantie te doen. Ik ben er nog niet helemaal uit en daarom vind ik het verstandig om even af te wachten wat er uit die commissie van de motie-Simons komt op dat tweede punt. Op het eerste punt is het eigenlijk de versie-Halsema met een paar kleine plusjes erin, een beetje langs de lijnen van wat informateur Remkes voorstelde met zijn staatscommissie. Die moet er dus vanaf weten!

De voorzitter:

Dank u wel. Tot slot.

De heer Sneller (D66):

Als laatste: Halsema had een 180 graden andere oplossing dan de staatscommissie-Remkes. Halsema was gespreide toetsing …

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Nee, ik heb het over het lijstje om de toets te checken.

De heer Sneller (D66):

O, de check?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Sorry, dat klopt.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Omtzigt. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de bewindspersonen, de Kamerleden, de mensen op de publieke tribune en de kijkers thuis. We gaan morgenmiddag verder met het debat.

Naar boven