3 Consulaire Zaken

Aan de orde is het tweeminutendebat Consulaire Zaken (CD d.d. 02/11).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Consulaire Zaken. Een welkom aan de minister en natuurlijk ook aan de aanwezige Kamerleden. Als eerste is het woord aan de heer Brekelmans van de VVD.

De heer Brekelmans (VVD):

Dank, voorzitter. Consulaire dienstverlening is een van de belangrijkste taken van Buitenlandse Zaken. Daarbij hebben Nederlanders immers direct contact met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Twee dingen zijn daarbij van belang. Enerzijds dat Nederlanders als ze op reis gaan en eventueel in de problemen komen, kunnen rekenen op steun van Buitenlandse Zaken. En het tweede dat van belang is, is natuurlijk dat Nederlanders die in het buitenland wonen, regelmatig diensten of producten van de Nederlandse overheid nodig hebben. Naar schatting zijn dat er zelfs 1 miljoen. Ik zou Buitenlandse Zaken een compliment willen maken voor de crisisoperatie die uitgevoerd is in tijden van covid. Daarbij moesten enorme aantallen mensen gerepatrieerd worden. Er zijn enorme inspanningen geleverd om dat voor elkaar te krijgen.

Ik heb een korte vraag over het eerste deel, namelijk over Nederlanders in het buitenland die in de problemen komen. We zien dat de situatie in Ethiopië snel verslechtert. Er zijn diverse landen die hun burgers hebben opgeroepen om het land zo snel mogelijk te verlaten. Het lijkt erop dat Nederland daar wat minder stevig op acteert of in ieder geval minder stevige adviezen geeft. Mijn vraag aan de minister is: is dat het geval en kan hij dat toelichten?

Dan wat betreft dienstverlening aan Nederlanders in het buitenland. Het ministerie is druk bezig om te digitaliseren. Maar om dat ook structureel te blijven doen en daarvoor ook een planning te maken, dien ik graag de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederlanders in het buitenland gebaat zijn bij de mogelijkheid om producten en diensten digitaal aan te vragen, zodat zij niet naar ambassades of consulaten hoeven te reizen;

constaterende dat een succesvolle pilot is uitgevoerd met een digitale aanvraag van DigiD en het kabinet voornemens is dit structureel in te richten;

overwegende dat het kabinet werkt aan digitalisering van meerdere producten en diensten (waaronder reisdocumenten), maar dit nog niet concreet gepland is;

overwegende dat grootschalige IT-projecten risicovol zijn, en dat de digitalisering van een product of dienst wel ruim van tevoren gepland moet worden;

verzoekt de regering om nieuwe mogelijkheden te identificeren voor het digitaliseren van producten en diensten voor Nederlanders in het buitenland, en hiervoor een middellangetermijnplanning te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Brekelmans en Sjoerdsma.

Zij krijgt nr. 54 (35925-V).

Dank u wel. Wilt u uw motie hier nog even inleveren, meneer Brekelmans?

Dan is het woord aan de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Ik vind het heel goed dat wij weer hebben gesproken over de dienstverlening aan die meer dan 1 miljoen Nederlanders in het buitenland. Ze hebben weliswaar geen formele burgemeester, maar laat dan deze minister van Buitenlandse Zaken hun burgervader zijn en ervoor zorgen dat die dienstverlening zo goed mogelijk op orde komt.

Ik sluit mij aan bij de vragen van collega Brekelmans over de situatie in Ethiopië. De Verenigde Naties en de Verenigde Staten hebben hun personeel al opgedragen om in ieder geval hun families te evacueren. Ik denk dat het verstandig is om even goed te kijken hoe lang Nederlanders nog in dat land aanwezig zouden moeten zijn. Ik zag in het reisadvies dat er ook geadviseerd wordt om te vertrekken, maar dat geldt dan alleen voor de gebieden buiten Addis Abeba.

Van mijn kant ook moties. Omwille van de tijd begin ik meteen met ze voor te lezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat digitalisering van de consulaire dienstverlening aan Nederlanders in het buitenland nog steeds verbetering behoeft;

overwegende dat Nederlanders in het buitenland hinder ondervinden met name omdat het aanvragen van consulaire documenten zoals paspoorten nog niet volledig gedigitaliseerd is;

constaterende dat de huidige verschijningsplicht in de Paspoortwet digitale consulaire dienstverlening bemoeilijkt en derhalve aangepast moet worden om paspoortverstrekking digitaal mogelijk te maken zonder dat dit onaanvaardbare kwetsbaarheden wat betreft veiligheid en privacy oplevert;

verzoekt de regering uiterlijk in 2023 de consulaire documentverstrekking volledig gedigitaliseerd te hebben en om zo veel eerder als mogelijk in ieder geval de herhaalaanvragen van consulaire documenten zonder verschijningsplicht en digitaal te realiseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma en Brekelmans.

Zij krijgt nr. 55 (35925-V).

De heer Sjoerdsma (D66):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het postennet de afgelopen jaren financieel is versterkt;

constaterende dat beveiligingskosten van ambassades zodanig toenemen dat die ten koste gaan van beleids- en apparaatskosten;

overwegende dat goede beveiliging noodzakelijk is, maar dat die niet ten koste mag gaan van de versterking van het postennet of van het beleid;

verzoekt de regering op zo kort mogelijk termijn in kaart te brengen op welke wijze de beveiliging van het postennet kan worden gefinancierd zonder dat dat ten laste komt van beleids- dan wel overige apparaatskosten, en daarover de Kamer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Sjoerdsma.

Zij krijgt nr. 56 (35925-V).

De heer Sjoerdsma (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer De Roon van de PVV.

De heer De Roon (PVV):

Dank u, voorzitter. Ook ik wil nog even ingaan op de veiligheid van de Nederlanders in Ethiopië. Wij hebben daar al eerder over gesproken in het debat over de Raad Buitenlandse Zaken. Toen heb ik gezegd dat wegens de verslechterende veiligheidssituatie in Ethiopië Italië, Saudi-Arabië en Denemarken hun landgenoten al hadden opgeroepen om de eerste de beste commerciële vlucht naar huis te pakken. Sindsdien zijn er door de Verenigde Staten signalen gegeven dat de situatie steeds benauwder wordt. Op 16 november heeft de woordvoerder van het State Department, Ned Price, duidelijk gezegd dat Amerikaanse paspoorthouders echt geen "Kabul-style airlift" hoeven te verwachten als de gevechten de hoofdstad bereiken. En die boodschap heeft de VS inmiddels ook al weer meermaals herhaald. Price gaf aan dat het mogelijk is dat dat conflict inderdaad Addis gaat bereiken en dat commerciële carriers dan niet meer weg kunnen komen. En hij wees er ook op dat er nog dagelijks vluchten vertrekken met stoelen die vrij zijn en dat wie een ticket niet kan betalen, de financiering daarvoor door tussenkomst van de Amerikaanse ambassade kan krijgen. Vanochtend las ik op EUobserver dat de Franse ambassade in Addis gisteren aan de Fransen in dat land een e-mail heeft gezonden waarin ze worden opgeroepen — "formeel worden opgeroepen", staat er — om het land zonder verder treuzelen te verlaten. In het bericht in Le Monde staat ook nog dat het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten al soortgelijke oproepen hebben gedaan. Dat heeft de heer Sjoerdsma ook al gezegd. Nu vraag ik aan de minister of hij door al deze signalen nu anders denkt over de situatie dan toen wij er op 8 november over spraken, of dat hij toch nog steeds van dag tot dag, zoals hij toen aangaf, wil kijken hoe de situatie zich verder ontwikkelt.

Voor de zekerheid dien ik een motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de veiligheidssituatie in Ethiopië steeds verder verslechtert;

overwegende dat de VS, het VK en Frankrijk hun onderdanen dringend hebben opgeroepen om Ethiopië onverwijld te verlaten;

verzoekt de regering om eenzelfde oproep te doen aan Nederlanders in Ethiopië en hen, waar nodig, behulpzaam te zijn bij de betaling van hun reis,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon.

Zij krijgt nr. 57 (35925-V).

Dank u wel. Dan schors ik de vergadering tot 10.30 uur, zodat de minister de moties en de vragen kan bestuderen. Daarna gaan we verder met de beantwoording door de minister.

De vergadering wordt van 10.25 uur tot 10.30 uur geschorst.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de minister voor de beantwoording van de vragen en de beoordeling van de moties in het kader van het tweeminutendebat Consulaire zaken.

Knapen:

Voorzitter, veel dank voor de vragen en de aansporingen die in moties zijn vervat. Wat de vragen over Ethiopië betreft: wij volgen dat van dag tot dag, zoals ik destijds ook aangaf. We zijn nu bij een volgende fase aanbeland, zeg ik richting de heer De Roon. Wij doen twee dingen. Ik zal daar nog een toelichting op geven. Wij raden alle Nederlanders in Ethiopië, ook in Addis, met klem aan om het land te verlaten. Er zijn voldoende commerciële vluchten beschikbaar, dus dat kan ook. Dat besluit nemen we vandaag. We zetten het land in zijn geheel op code rood.

We hebben eerder al gezegd tegen Nederlanders die daar zijn: als u daar niet per se hoeft te zijn, is het misschien verstandig om het land te verlaten. Daarvóór hebben we ook al een keer aangegeven dat het in elk geval wijs zou zijn om familieleden naar Nederland te sturen. Op de ambassade is alleen nog een kernstaf; overige Nederlanders zijn al naar Nederland teruggekeerd. Familieleden zijn al geruime tijd geleden naar Nederland teruggekeerd. Dus er zit op dit moment alleen nog maar een kernbemanning of -bevrouwing die de noodzakelijke dingen doet.

Ik zeg even in de richting van de heer De Roon, die dit in een motie had samengevat: ik wil die motie — het is weliswaar de vierde die is ingediend, maar dit is het verband waarin ze moet worden behandeld — ontraden. Waarom? Wij zijn een beetje zuinig. Om nu al op voorhand te zeggen dat wij reizen gaan betalen, vinden wij wat prematuur. Als er grote problemen zijn, zijn wij altijd bereid de helpende hand te bieden. Daarom zijn die mensen daar ook. Maar in een motie vervatten dat mensen zich kunnen melden voor financiering van een commerciële vlucht, terwijl we al heel lang weten hoe de situatie in Addis is, vinden wij wat prematuur. Daarom, alleen daarom — om dat zuinigheidsstukje van ons karakter recht te doen — wil ik deze motie ontraden. Maar verder hoop ik met mijn antwoord tegemoet te komen aan de zorgen, ook aan die van de heer De Roon.

De voorzitter:

Dank u wel. De motie op stuk nr. 57 wordt ontraden. De heer De Roon heeft daar nog een interruptie over.

De heer De Roon (PVV):

Ik stel het op prijs dat de minister de zorgen deelt en daar ook op acteert. Wat betreft de financiering van de tickets: dat wordt in de motie niet gevraagd. Er wordt gevraagd om te bemiddelen bij het betalen van de tickets. Die bemiddeling zou kunnen zijn dat het departement het gaat betalen, maar het zou ook kunnen zijn dat het departement het voorschiet in de vorm van een lening of dat het departement elders de mogelijkheden aanboort om vooralsnog voor die mensen een ticket aan te schaffen, zodat ze in ieder geval verzekerd zijn van een snel vertrek. Als die mensen dat vanuit Ethiopië nu allemaal moeten regelen, dan is dat voor hen misschien toch een moeilijke situatie. Vandaar dat ik expliciet het woord "bemiddelen" heb gebruikt.

Knapen:

Als ik deze nadere duiding mee kan nemen, die aangeeft dat wij natuurlijk in geval van nood altijd behulpzaam zijn maar niet op voorhand commerciële activiteiten gaan financieren, dan kan ik hier heel goed mee leven, want dit nemen we dan natuurlijk mee in de toelichting. De motie op stuk nr. 57 krijgt dan dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

Oordeel Kamer met de interpretatie van de minister. De minister gaat verder.

Knapen:

Dan kom ik op de andere moties, want de vragen over Addis heb ik hiermee hopelijk beantwoord; de heren Sjoerdsma en Brekelmans hadden daar ook naar gevraagd.

Eerst de motie op stuk nr. 54, van de leden Brekelmans en Sjoerdsma. Het bevalt ons zeer dat hier rekening wordt gehouden met het feit dat we niet ineens grootschalige, grootscheepse dingen gaan doen, want dat is vragen om ellende. Dat waardeer ik dus zeer. We zullen u binnenkort, zoals ook aangegeven is, informeren over hoe het staat met die mogelijkheden. Ik geef de motie graag oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 54 krijgt oordeel Kamer.

Knapen:

De motie op stuk nr. 55 moet ik helaas ontraden. Ik zeg "helaas" omdat die mij inhoudelijk zeer aanspreekt. Er staat "uiterlijk 2023". Dat betekent dat we op hele korte termijn al dingen moeten doen waar ook BZK, het ministerie van Binnenlandse Zaken, van zegt: dat krijgen we simpelweg niet voor elkaar; dat is niet uitvoerbaar. We zitten dus vast aan die verschijningsplicht. Ik zou het graag anders zien. Ik sympathiseer met de gedachte achter deze motie, maar ik hoor van alle kanten … Ik ben er ook een beetje behoedzaam in om al te veel toezeggingen te doen op het gebied van digitalisering als we die niet kunnen realiseren. In het verleden hebben we daar te vaak ons hoofd aan gestoten, dus vandaar dat ik de motie helaas wil ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 55 wordt ontraden. De heer Sjoerdsma heeft nog een interruptie voordat u verdergaat.

De heer Sjoerdsma (D66):

Een korte interruptie, want als het heikele punt 2023 is … Ik denk dat collega Brekelmans en ikzelf eraan hechten dat dit zo snel mogelijk en met de meest grote prioriteit gebeurt. Dus als de tijdsaanduiding het probleem is, dan denk ik dat we daar de minister wel in tegemoet kunnen komen.

Knapen:

Als die tijdsaanduiding eruit verdwijnt, dan durf ik op voorhand ook wel namens deze en de toekomstige minister van Binnenlandse Zaken te zeggen dat wij daar goed mee kunnen leven.

De voorzitter:

Ik denk dat de motie nog aangepast gaat worden en dat die dan oordeel Kamer krijgt van de minister.

Knapen:

Ja.

De voorzitter:

Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 56.

Knapen:

Dan de motie op stuk nr. 56, van de heer Sjoerdsma. Het heeft natuurlijk nog een vervolg dat langer duurt dan de dag van vandaag. Dat realiseer ik mij heel goed. Daarom lijkt het mij goed om de motie oordeel Kamer te geven. Het gaat tenslotte om een onderzoek en het in kaart brengen, en nog niet om besluiten dienovereenkomstig.

De voorzitter:

Dan krijgt daarmee …

Knapen:

Voorzitter, daarmee ben ik aan het einde van de appreciatie gekomen, omdat ik de motie op stuk nr. 57 al heb behandeld.

De voorzitter:

Zeker. Nog even voor de verslaglegging: de motie op stuk nr. 56 krijgt dus oordeel Kamer. Dan zijn we daarmee aan het einde van het tweeminutendebat Consulaire Zaken gekomen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik kijk even de zaal in om te kijken of de meeste woordvoerders voor het volgende tweeminutendebat er al zijn. Nee, nog niet. Dan schors ik de vergadering even.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven