2022D53863 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over zijn brief van 30 november 2022 «Leidraad omgang met wilde vogels met vogelgriep en andere vogelgrieponderwerpen» (Kamerstuk 28 807, nr. 279).

De voorzitter van de commissie,

Geurts

De adjunct-griffier van de commissie,

Holtjer

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

II Antwoord / Reactie van de Minister

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de leidraad «omgang met wilde vogels met vogelgriep en andere vogelgrieponderwerpen». Deze leden hebben daarbij nog enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister aangeeft dat niet wettelijk expliciet is geregeld wie er verantwoordelijk is voor het opruimen van dode wilde dieren, die al dan niet zijn doodgegaan aan vogelgriep. Deze leden vragen de Minister of het juist niet nodig is om dit te stroomlijnen. Vindt het kabinet dat deze verantwoordelijkheden momenteel helder zijn belegd? Zo ja, hoe gaat het kabinet ervoor zorgen dat betrokken organisaties hier voldoende van op de hoogte zijn? Wanneer verwacht de Minister het centrale meldpunt voor dode wilde vogels met vogelgriep te lanceren, zoals eerder toegezegd in het commissiedebat van 13 oktober jongstleden? Op welke manier gaat dat centrale meldpunt onder de aandacht worden gebracht bij pluimveehouders, terreinbeheerders, vrijwilligers, recreanten en andere betrokkenen?

De leden van de VVD-fractie lezen dat in januari 2023 de Minister van plan is een eerste weegmoment te houden omtrent de inzet van vaccinatie. Op basis van de resultaten van de proeven, waaronder die worden uitgevoerd in andere lidstaten, een expertbeoordeling en enkele scenario’s zal de Minister op dat moment afwegen of vaccinatie in de praktijk al een begaanbare weg is. De Minister geeft daarbij aan dat het belangrijk is dat verspreiding van het virus wordt tegengegaan. Kan het kabinet aangeven hoe de Kamer in dit proces wordt betrokken en vooral of het kabinet daarbij voornemens is om nog komend jaar aan de slag te gaan met vaccinatie?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de leidraad «omgang met wilde vogels met vogelgriep en andere vogelgrieponderwerpen». Deze ledenj hebben nog enkele vragen en opmerkingen die zij willen voorleggen aan de Minister gezien de urgentie van het bestrijden van vogelgriep. Immers, het afgelopen jaar zijn zo’n zes miljoen dieren (preventief) geruimd. Deze leden zijn van mening dat eenzelfde situatie koste wat kost moet worden voorkomen in het aankomende jaar. De Minister moet alles op alles zetten om zo veel als mogelijk besmettingen en ruimingen te voorkomen.

De leden van de D66-fractie zijn positief dat de Minister aan de slag gaat met moties van het lid Tjeerd de Groot (Kamerstuk 28 807, nummers 247, 248, 270 en 271) en de motie van de leden Van Campen en Tjeerd de Groot (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1396) met betrekking tot het bestrijden van vogelgriep. Echter, hebben deze leden nog wel een aantal vragen over de uitwerking van de aanpak van de Minister. Zo signaleren deze leden dat het goed is dat door de Minister wordt opgeroepen om zoveel mogelijk slachtoffers van vogelgriep te behandelen of op te ruimen. Op die manier kan immers de verspreiding van het virus worden beperkt, wat goed is voor het behouden van kwetsbare soorten én voor het verminderen van de kans dat pluimvee besmet raakt met het virus. Deze leden constateren helaas dat de leidraad nog te vrijblijvend is. Welke verplichtingen vloeien er voor de overheid voort uit de Europese Diergezondheidsverordening bij het behandelen en opruimen van door vogelgriep besmette wilde vogels? Hoe gaat de Minister de leidraad bekend maken bij veiligheidsregio’s, gemeenten, provincies en andere medeoverheden? Is de Minister bereid om hen ook actief aan te spreken op hun verantwoordelijkheden? Zo ja, hoe gaat hij dat doen? Zo nee, waarom niet? Waarom is nog steeds niet duidelijk wie van de veiligheidsregio’s, gemeenten, provincies en andere medeoverheden de primaire verantwoordelijkheid draagt voor het bestrijden van vogelgriep? In de leidraad is te lezen dat de «regie zowel bij Veiligheidsregio’s, provincies als bij gemeenten» kan liggen. Zij zijn van mening dat door dit zo open te houden de kans bestaat dat niet genoeg regie wordt gepakt. Hoe ziet de Minister dit? Is de Minister bereid dit aan te passen? Is de Minister bereid om een landelijke campagne op te starten om mensen alert te maken op de gevaren van vogelgriep? Is de Minister het met deze leden eens dat zo’n campagne kan bijdragen aan bewustzijn bij mensen wat zij moeten doen indien zij een slachtoffer vinden van vogelgriep? Kan de Minister toelichten wanneer hij met de langetermijnaanpak komt met daarin duidelijkheid over het spreiden van bedrijven in bijvoorbeeld waterrijke gebieden?

De leden van de D66-fractie zijn positief dat de Minister aan de slag gaat met de motie van het lid Tjeerd de Groot over het starten met veldproeven om zo snel mogelijk te kunnen beginnen met het vaccineren van de pluimveestapel (Kamerstuk 28 807, nr. 270). Deze leden kijken uit naar januari, gezien de Minister dan hoopt meer te kunnen zeggen over de uitkomsten. Deze leden zijn van mening dat zo snel als mogelijk met vaccinatie moet worden begonnen. Niet enkel voor de volksgezondheid, maar ook met oog op pluimveeboeren die nu veel te vaak noodgedwongen hun gehele bedrijf zien worden geruimd. Deze leden vragen wat de laatste stand van zaken is van de gesprekken die de Minister in Europa voert. Indien er begin volgend jaar een vaccin is dat kan gaan worden toegepast,hoe kijken andere Europese lidstaten daar tegenaan? Moet de Minister dan nog steeds de gesprekken voeren over handelsbeperkingen of zijn andere lidstaten inmiddels zo ver dat handel in gevaccineerde kippen zal worden toegestaan?

De leden van de D66-fractie lezen dat experts stellen dat wilde dieren kunnen herstellen van vogelgriep en resistentie kunnen opbouwen tegen het virus, door bijvoorbeeld isolatie en verzorging. Heeft de Minister hier ook kennis van genomen? Ziet de Minister hierbij kansen voor het vrijlaten van vogels die herstellen van vogelgriep, indien verantwoord?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van het kabinet met als onderwerp leidraad «omgang met wilde vogels met vogelgriep en andere vogelgrieponderwerpen». Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie vinden het positief dat er meer aandacht aan het opruimen van vogels die mogelijk getroffen zijn door vogelgriep wordt besteed. Effectief opruimen en verwijderen van mogelijke slachtoffers van vogelgriep kan bijdragen aan het indammen van de pandemie. Deze leden vinden het echter nog zeer onduidelijk wie precies verantwoordelijk gaat worden voor het opruimen en verwijderen van zieke en dode vogels die mogelijk zijn getroffen door het vogelgriepvirus. Kan de rolverdeling duidelijker worden geschetst wie waar precies verantwoordelijk voor is bij het verwijderen en opruimen van zieke en dode dieren die (mogelijk) zijn besmet met het vogelgriepvirus, zo vragen deze leden. Kan de precieze Europese verplichting inzake de verwijdering van deze dieren nader worden geduid? Deze leden vragen of het niet veel logischer is om vanuit de rijksoverheid, een veel strakker gecoördineerd netwerk op te zetten, t met plaatsen waar organisaties en particulieren kadavers of zieke vogels heen kunnen brengen?

De leden van de SP-fractie zien een belangrijke rol weggelegd voor dierenhulporganisaties in het helpen bestrijden en indammen van het vogelgriepvirus. Deze leden vragen of het kabinet deze mening deelt. Voorts vragen deze leden of er duidelijk in kaart is gebracht welke dierenhulporganisaties een bijdrage kunnen leveren aan het indammen van dit probleem en of er duidelijk is welke organisaties nog minder bijdragen. Deze leden zijn van mening dat er veel meer middelen beschikbaar moeten komen voor dierenhulporganisaties die zich al zeer sterk inzetten om deze zieke dieren te genezen en dode dieren op verantwoordelijke wijze te ruimen. Deze leden vragen welke mogelijkheden het kabinet hiertoe ziet. De kosten voor pluimveebedrijven worden wel vergoed maar de kosten die deze dierenhulporganisaties maken vaak niet of veel minder. Deze leden vragen wathet kabinet extra kan doen voor deze organisaties. Hoeveel geld is er beschikbaar voor de pluimveesector in relatie tot het vogelgriepvirus en hoeveel voor dierenhulporganisaties?.

De leden van de SP-fractie vragen of duidelijker kan worden gemaakt wat precies onder het vervoersverbod valt en hoe het kabinet denkt over een grote nationale voorlichtingscampagne over vogelgriep. Hoe zou deze eruit kunnen zien?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties maken zich zorgen over de ontwikkelingen rondom de vogelgriep: een virus dat zich niet meer tot een bepaald seizoen beperkt. Deze leden zien deze ontwikkelingen als een gevolg van de verziekte verhouding tussen mens en dier. Als de Nederlandse pluimveesector zes miljoen dieren moet ruimen om te functioneren, zit er iets in de kern mis.

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties zien dat de Minister zijn pijlen richt op de omgang met (kadavers van) wilde vogels. Deze leden missen een reflectie op de rol van de pluimveesector, waarin opgehokte vogels vrij baan bieden voor het virus om te tieren, in de woorden van de Minister. In hoeverre zijn de plannen van de Minister gericht op het voorkomen van verdere mutaties? Welke rol speelt de pluimveesector, naast het tijdig ruimen van vogels, in de preventie van vogelgriepuitbraken? Deelt de de Minister de mening dat het verlagen van de veedichtheid een uitgangspunt moet zijn in de preventie van vogelgriepuitbraken, zoals ook werd aanbevolen in het rapport «Zoönosen in het vizier»?1

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties wijzen op enkele aanbevelingen uit het rapport-Bekedam. Hoe geeft de Minister invulling aan de aanbeveling om de zoönosegeletterdheid te ontwikkelen, nu het virus het hele jaar aanwezig is? Heeft de Minister een draaiboek uitgewerkt voor het geval dat de vogelgriep zich op korte termijn op gevaarlijke wijze ontwikkelt? Zo ja, wanneer gaat hij dit delen met de Kamer? Wanneer komt de Minister met maatregelen om de dichtheid van veehouderijen en de aantallen dieren op de bedrijven te verminderen?

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties zetten kanttekeningen bij de gepresenteerde leidraad. Hoewel de Minister toegeeft dat een duidelijke rolverdeling nodig is zodat decentrale overheden effectief kadavers kunnen ruimen, houdt hij het antwoord in het midden. Deelt de Minister de mening dat een eenduidige aanbeveling over de rolverdeling, waarvan kan worden afgeweken indien noodzakelijk, meer houvast zou geven voor de organisaties die dit moeten uitvoeren? Hoe gaat de Minister toezien op de uitvoering van deze taken, als elke regio toch een eigen werkmethode gebruikt?

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties vinden het kwalijk dat uitvoerende organisaties niet worden gecompenseerd voor het ruimen van kadavers, terwijl deze dienst in het belang is van onze volksgezondheid en het aantal getroffen vogels waarschijnlijk alleen maar zal toenemen. De motie van het lid Tjeerdde Groot (Kamerstuk 28 807, nr. 217) vraagt óók om de kosten van de uitvoering in kaart te brengen. Gaat de Minister deze berekening delen?

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties constateren dat de vogelgriep zich niet aan landsgrenzen houdt, daarom verwachten deze leden een bredere aanpak. Hoe coördineert de Minister deze aanpak met onze buurlanden en andere EU-lidstaten? Is de Minister van mening dat Nederland, als land met de grootste veedichtheid, een bijzondere verantwoordelijkheid draagtin het tegengaan van verdere virusmutaties? Hoe past deze opgave binnen andere lopende processen, zoals het Nationaal Programma Landelijk Gebied en het Landbouwakkoord?

Tot slot zijn de leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties van mening dat er meer actie nodig is om de risico’s van de vogelgriep écht in te perken. De plannen die zijn gericht op wilde vogels moeten niet afleiden van de grotere omschakeling die nodig is naar een landbouwsector met respect voor mens, dier en natuur. Deze leden vrezen dat er onder onze neus een gigantisch gezondheidsrisico zal blijven ontstaan met mogelijk ongekende en wereldwijde gevolgen zonder beleid dat is gericht op deze lange termijn. Gaat de Minister dit aanpakken met de urgentie die het nodig heeft?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

De leden van de PvdD-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van de Kamerbrief over de leidraad «omgang met wilde vogels met vogelgriep» en hebben hier nog enkele kritische vragen over. De hoogpathogene vogelgriep, die momenteel door het land en de wereld raast, vormt één van de grootste bedreigingen voor mensen en dieren. Experts en virologen spreken van een tikkende tijdbom. Hoe meer kans het virus krijgt om over te springen op de mens en te muteren, des te waarschijnlijker is het dat er een gevaarlijke lijn ontstaat die een pandemie in gang kan zetten, aldus de Britse hoogleraar gezondheidszorg Devi Sridhar2.

Opruimen van kadavers om verdere verspreiding van vogelgriep tegen te gaan

De leden van de PvdD-fractie constateren het gevaar van de vogelgriep voor de volksgezondheid. Erkent de Minister dit gevaar? Zo nee, waarom niet? Zo ja, deelt de Minister de mening dat zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat de vogelgriep zich verspreidt over vogels of andere wilde dieren? Zo nee, waarom? Zo ja, deelt de Minister de mening dat het opruimen van dode vogels en het behandelen van zieke vogels een zeer belangrijk onderdeel is van het inperken van de verspreiding van het vogelgriepvirus? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom neemt het kabinet dan geen regie? Kan de Minister uitleggen waarom er nog steeds wordt ingezet op vrijwilligheid bij eigenaren van de grond waar een dier met vogelgriep terecht komt, oftewel provincies, gemeenten, natuurorganisaties, waterschappen, boeren en zelfs particulieren?

De leden van de PvdD-fractie constateren dat het opruimen van vogels besmet met vogelgriep een verplichting is vanuit Europese wetgeving en geen kwestie van vrijwilligheid. Kan de Minister dit bevestigen? Zo nee, waarom niet? Is de Minister bereid om een coördinerende rol te nemen en zorg te dragen voor een toegankelijk en goed gespreid netwerk met locaties waar kadavers op een verantwoorde wijze vernietigd kunnen worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?

Vogelgriep onder in het wild levende (zoog)dieren

De leden van de PvdD-fractie constateren dat onder wilde vogels een slachting van ongekende omvang plaatsvindt. Broedvogels, veelal in kolonies, leggen massaal het loodje. Kan de Minister aangeven hoeveel schade de vogelgriep tot nu toe heeft toegebracht aan vogelpopulaties in Nederland, graag uitgesplitst naar vogelsoort? Wat betekent dit voor de populaties van in het wild levende vogels in Nederland? Wat betekent dit voor de goede staat van instandhouding voor die vogelpopulaties? Hoe lang zal het duren voor de populaties zijn hersteld? Zal dit spontaan gebeuren of zijn herstelmaatregelen nodig?

Daarbij merken de leden van de PvdD-fractie op dat ook steeds meer zoogdieren met het vogelgriepvirus besmet raken. Het virus is inmiddels wereldwijd gevonden bij onder andere vossen, zeehonden, bunzingen, otters, dassen, nertsen en een zwarte beer. Kan de Minister aangeven welke andere (zoog)dieren al wereldwijd besmet zijn met het vogelgriepvirus geweest? Wat is de impact van de vogelgriep voor de vossenpopulatie en de goede staat van instandhouding? Kan de Minister aangeven hoeveel mutaties hebben plaatsgevonden die de verspreiding van het virus onder zoogdiersoorten mogelijk hebben gemaakt? Wat is de impact van de vogelgriep op in het wild levende dierpopulaties? Wat betekenen de mutaties voor de in het wild levende dierpopulaties? Wat is de Minister van plan te doen om vogelgriep onder in het wild levende dieren te beperken?

Dierenhulporganisaties

De leden van de PvdD-fractie zijn van mening dat dierenhulporganisaties een onmisbare rol spelen bij het beperken van de verspreiding van het vogelgriepvirus, het beschermen van de volksgezondheid en het behandelen van zieke, wilde vogels. In de praktijk zijn deze organisaties vaak het eerste aanspreekpunt voor burgers die een dier met vogelgriep aantreffen en degene die de overleden vogels ophalen.

De leden van de PvdD-fractie zijn er daarom van overtuigd dat het in het belang van de samenleving is dat dierenhulporganisaties de mogelijkheden hebben om hun werk naar behoren te kunnen uitvoeren, wat op dit moment niet het geval is. Veel wildopvangcentra kampen met ernstige financiële problemen omdat ze grotendeels of volledig afhankelijk van giften en donaties zijn. Wildopvangcentra ontvangen onvoldoende of geen enkele structurele financiering van provincies en/of gemeenten en geen (structurele) financiering van het Rijk. Ook worden ze niet gecompenseerd voor de extra gemaakte kosten vanwege vogelgriep. De afwezigheid van structurele financiering heeft ertoe geleid dat sommige wildopvangcentra al noodgedwongen de deuren hebben moeten sluiten en anderen op korte termijn dreigen te moeten sluiten. Dierenhulporganisaties vragen «een passende regeling te treffen met een structurele vergoeding om het werk van dierenhulpverleners te continueren».3 Ook de Raad voor Dierenaangelegenheden heeft in haar zienswijze «Dilemma’s in de wildopvang» geconcludeerd dat hulp vanuit de overheid nodig is om de wildopvangcentra hun werk te kunnen laten doen. Deze leden constateren dat de Minister aangeeft zijn verantwoordelijkheid te nemen, maar zien deze verantwoordelijkheid niet terug in het beleid aangezien er wordt geweigerd om op welke wijze dan ook financiële steun te bieden aan dierenhulporganisaties. Deze leden vinden het niet uit te leggen dat de overheid wel tientallen miljoenen euro’s bijdraagt aan het compenseren van pluimveehouders die te maken krijgen met een vogelgriepuitbraak, maar geen enkele bijdrage lijkt te gaan leveren aan de organisaties die in het wild levende dieren met vogelgriep helpen. Graag ontvangen deze leden een reactie van de Minister.

De leden van de PvdD-fractie constateren dat de ambtsvoorganger van deze Minister in maart 2021 eenmalig 50.000 euro aan subsidie heeft toegekend aan dierenhulporganisaties. Dit betrofeen dekking van ongeveer 50% van de extra kosten die dat seizoen vanwege de vogelgriep zijn gemaakt. Is het de Minister bekend hoeveel extra kosten dit seizoen door dierenhulporganisaties zijn gemaakt vanwege de vogelgriep? Waarom kiest de Minister er niet opnieuw voor om een eenmalige subsidie uit te keren nu er nog steeds verhoogde kosten zijn?

De leden van de PvdD-fractie lezen dat naast de belangrijke rol die dierenhulporganisaties spelen bij de aanpak van vogelgriep, ze het ook mogelijk maken dat de zorgplicht uit artikel 2.1 lid 6 en lid 7 van de Wet Dieren kan worden nageleefd. Dit artikel verplicht eenieder de nodige zorg te verlenen aan een hulpbehoevend dier, als het een niet-gehouden dier betreft. In de schriftelijke beantwoording o vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit schrijft de Minister dat wildopvangorganisaties zelf het initiatief nemen om hier invulling aan te geven, dat dit wordt gewaardeerd, maar wel een eigen initiatief blijft (2022D52459). Deze leden vragen hoe particulieren aan de zorgplicht kunnen voldoen als wildopvangcentra dit initiatief niet zouden nemen. Kan de Minister bevestigen dat wildopvangcentra een essentieel én noodzakelijk onderdeel zijn van het uitvoeren van deze zorgplicht aangezien het voor particulieren onmogelijk is om hulp te bieden aan in het wild levende dieren, omdat zij doorgaans niet beschikken over de benodigde expertise en opvangmogelijkheden om hulp te bieden aan een hulpbehoevend dier uit het wild? Zo nee, waarom niet?

De leden van de PvdD-fractie vragen of de Minister van mening is dat het noodgedwongen moeten sluiten van wildopvangcentra het voor particulieren moeilijker of zelfs onmogelijk kan maken om aan de zorgplicht te voldoen?.Deelt de Minister de mening dat het omvallen van wildopvangcentra ertoe kan leiden dat de leidraad niet adequaat kan worden uitgevoerd en dat er geen invulling kan worden gegeven aan artikel 2.1 lid 6 en 7 van de Wet dieren? Zo nee, waarom niet? Is de Minister bereid om het besluit om wildopvangcentra op geen enkele manier financieel te ondersteunen te heroverwegen? Graag ontvangen deze leden hierop een reactie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de stukken bij de

leidraad «omgang met wilde vogels met vogelgriep en andere vogelgrieponderwerpen en heeft daarover nog enkele vragen.

Het lid van de BBB-fractie is van mening dat het een goede zaak is om landelijk de regie te voeren bij de aanpak van wilde vogels met vogelgriep en het opruimen daarvan. Het virus kan, zoals blijkt, onder bepaalde omstandigheden nog maanden in de karkassen aanwezig blijven, waarmee het andere vogels nog kan besmetten. Het opruimen van karkassen lijkt dus een belangrijk element om verdere verspreiding te voorkomen. Te lezen in het verslag van de deskundigen dierziekten is dat de circulatie van het virus onder wilde vogels aanzienlijk is en dit in de komende periode nog verder kan toenemen door de aankomst van bij ons overwinterende watervogels (de najaarstrek van watervogels is nog niet ten einde). Het beeld in Europa blijkt soortgelijk. Kan de Minister aangeven of het uitbreiden van bepaalde populaties vogels bijdraagt aan de hoge mate van virale circulatie onder vogels? Voor de voor vogelgriep gevoelige populaties, kan de Minister een overzicht delen met de omvang van die populaties vanaf de jaren tachtig tot nu, waarbij de initiële streefwaarde bij vermeld is? Dit lid vindt het goed om te lezen dat Sovon binnenkort de actuele populatiecijfers over ganzen publiceert. Dit lid zou echt deze aangevuld willen zien in een overzicht met de eerder genoemde vogelsoorten, om de drukfactor van de populatieomvang te kunnen inschatten. Denkt de Minister, in hypothese, dat het terugbrengen van bepaalde populaties bij zou kunnen dragen aan het reduceren van de virale circulatie onder wilde vogels, omdat de drukkende factor daarmee vermindert? Graag ontvangt dit lid hierop een onderbouwd antwoord.

Het lid van de BBB-fractie leest met betrekking tot het vaccineren van pluimvee dat er een expertbeoordeling komt op basis van proeven, onder andere in het buitenland. Dit lid is van mening dat de belemmeringen voor vaccineren niet snel genoeg uit de weg kunnen zijn geruimd. Kan de Minister meer vertellen over de stand van zaken met betrekking tot eventuele handelsbelemmeringen?

II Antwoord / Reactie van de Minister


X Noot
1

Rapport Bekedam «Zoonosen in het vizier», bijlage bij Kamerstuk 25 295, nr. 1357.

X Noot
2

The Guardian, 9 november 2022 «Bird flu is a huge problem now – but we’re just one mutation away from it getting much worse» (https://www.theguardian.com/commentisfree/2022/nov/09/bird-flu-mutation-h5n1-virus-strains-pandemic)

X Noot
3

Stichting DierenLot «Reactie DierenLot en Stichting Wildopvang.nl op Leidraad Vogelgriep» (https://www.dier.nu/reactie-dierenlot-op-leidraad-vogelgriep)

Naar boven