Vragen van het lid Jansen (SP) aan de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over mogelijke fraude en omkoping bij het uitdelen van een Koninklijke onderscheiding via het ministerie van VROM (ingezonden 2 juni 2010).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Cees vond dat het tijd werd voor een lintje, dus dat werd geregeld»?1 Kloppen de beschreven feiten?

  • a. Indien dat nog niet vaststaat:

    • loopt er een justitieel (voor)onderzoek naar de beschreven feiten?

    • zo nee, gaat u het initiatief nemen tot zo’n onderzoek?

  • b. Zo nee: wat klopt er wel, wat klopt er niet?

Vraag 2

Als de beschreven feiten kloppen: waarvoor zouden betrokkenen (ambtenaar en Cees H). vervolgd kunnen worden en welke maximale straffen staan op deze vergrijpen?

Vraag 3

Hoe lang heeft de genoemde gepensioneerde kabinetchef van het ministerie van VROM deze functie bekleed?

Vraag 4

Hoeveel personen zijn in deze periode met diens bemoeienis gedecoreerd?

Vraag 5

Zijn de ministers van VROM en Justitie van plan om systematisch na te gaan of – en zo ja, welke – nog meer personen uit deze groep via fraude en omkoping een Koninklijke onderscheiding bemachtigd hebben?

Vraag 6

Herinnert de minister van Justitie zich zijn brief aan de Kamer over de mogelijke fraude bij de aankoop van Bouwfonds door ABN-AMRO?2 Kan een bewezen maar verjaard strafbaar feit van invloed zijn op de strafmaat die de rechter vaststelt, indien andere strafbare feiten met betrekking tot dezelfde persoon/personen bewezen en niet verjaard zijn? Zo ja, erkent de minister van Justitie dat nader onderzoek naar de mogelijke fraude bij de verkoop van Bouwfonds aan ABN-AMRO in dat geval wel degelijk relevant kan zijn in relatie tot het lopend onderzoek naar verweven zaken?


XNoot
1

de Volkskrant, 1 juni 2010.

XNoot
2

Kamerstuk 32 123 VI, nr. 98.

Naar boven