Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 550 XII Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023‒2024

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,Harbers

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.

Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) (Kamerstukken II, 2014–2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 de onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan onderstaande tabel worden op het niveau van de totale verplichtingen en de financiële instrumenten toegelicht. Dit houdt in dat financiële instrumenten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht, tenzij deze beleidsmatig toch relevant zijn.

De onderstaande ondergrenzen gelden niet indien de begrotingswet -als wettelijke grondslag voor het betreffend subsidiebedrag gaat gelden op basis van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onder c, van de Awb. In die gevallen worden de afzonderlijke subsidiebedragen in de toelichting van het betreffend begrotingsartikel en optioneel in de tabel vermeld.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Naast de mutaties in jaar t worden sinds de 1e suppletoire begroting 2024 tevens meerjarige mutaties die uitsluitend betrekking hebben op t+1 en/of later toegelicht. Dit wordt op de volgende manier opgenomen:

  • 1. Mutaties die enkel op 2024 (of een ander jaar) betrekking hebben. Toelichting: 2024:

  • 2. Mutaties die in 2024 starten (of een ander jaar) en structureel doorlopen.

    Toelichting: 2024 en verder:

  • 3. Mutaties die een afgebakende periode lopen (bijv. van 2025 t/m 2027). Toelichting: 2025 t/m 2027:

Mutaties 2029

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 (2029) opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die met de 1e suppletoire begroting zijn verwerkt. De kolom mutaties 2029 van de budgettaire tabellen toont dus het totale beschikbare budget in 2029 en niet enkel de mutaties die met de 1ste suppletoire begroting in 2029 zijn doorgevoerd.

Opbouw

Dit wetsvoorstel is als volgt opgebouwd:

  • In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2024 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Eerste suppletoire begroting.

  • In het overzicht in paragraaf 2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen die leiden tot wijziging van de begroting 2024. Deze worden in deze paragraaf financieel en inhoudelijk toegelicht. Hiermee wordt de begroting op hoofdlijnen beschreven van dit wetsvoorstel.

  • In de artikelgewijze toelichting (paragraaf 3 Beleidsartikelen en paragraaf 4 Niet-beleidsartikelen) wordt inzicht gegeven in de meerjarige mutaties op artikelonderdeelniveau die zijn opgenomen in de begrotingsstaat.

  • In de paragraaf Agentschappen (zie paragraaf 5 Agentschappen) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

De onderstaande tabellen geven de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties van de 1e suppletoire begroting 2024 weer. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 3 Beleidsartikelen en paragraaf 4 Niet-beleidsartikelen.

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Artikel

Uitgaven 2024

Uitgaven 2025

Uitgaven 2026

Uitgaven 2027

Uitgaven 2028

 

Vastgestelde begroting 2024

 

15.251.537

23.844.340

14.561.587

13.803.571

13.189.544

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

      

1.

LPO 2024

 

430.498

441.804

425.446

406.300

387.349

2.

Overboekingen Fondsen

26

‒ 55.855

‒ 67.755

‒ 6.246

‒ 7.916

‒ 4.825

 

- Waarvan met MF

Diverse artikelen

57.868

66.491

5.043

6.923

4.321

 

- Waarvan met DF

Diverse artikelen

‒ 2.013

1.264

1.203

993

504

3.

Overboekingen Ministeries

 

‒ 238.476

‒ 2.074

‒ 6.426

‒ 6.156

‒ 6.427

4.

HGIS

Diverse artikelen

1.177

4.229

1.003

845

1.236

5.

Eindejaarsmarge

Diverse artikelen

23.116

    

6.

Voordelig saldo NGF-projecten en Klimaatakkoordmiddelen

Diverse artikelen

76.663

    

7.

Nationaal Groeifonds (NGF)

Diverse artikelen

74.005

24.587

44.328

13.850

16.830

8.

Klimaatfonds (KF)

Diverse artikelen

34.567

163.458

228.441

233.895

195.062

9.

Vergroenen reisgedrag

14

   

10.773

28.292

10.

Veduurzaming binnenvaart

18

12.000

10.000

12.000

12.000

12.000

11.

Kasschuif HXII

99

‒ 103.773

‒ 1.437

68.806

34.807

4.422

12.

Kasschuif Deltafonds

26

‒ 461.128

‒ 183.048

12.444

235.946

‒ 52.923

13.

Kasschuif Mobiliteitsfonds

26

‒ 819.238

‒ 769.757

117.387

104.809

200.824

14.

CA middelen BKN Spoor

26

  

335.374

335.366

335.371

15.

Omvorming Prorail

26

‒ 40.000

‒ 8.845.000

  

‒ 20.000

16.

Kerncentrale Dodenwaard

22

     

17.

Overige mutaties

 

45.566

52.622

101.642

110.215

194.245

        
 

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

14.286.514

14.739.724

15.902.032

15.296.221

14.485.825

Toelichting

  • 1. Bij de 1e suppletoire begroting wordt de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van Hoofdstuk XII, het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds toegevoegd aan de beleidsbegroting. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling van HXII zijn verdeeld over de diverse artikelen. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling van de fondsen wordt bij de Ontwerpbegroting 2025 toebedeeld aan de artikelen op het Mobiliteitsfonds en Deltafonds.

  • 2. Voor de uitvoering van verschillende programma's is in 2024 per saldo € 57,9 miljoen overgeboekt vanuit het Mobiliteitsfonds naar Hoofdstuk XII en € 2,0 miljoen vanuit Hoofdstuk XII naar het Deltafonds. Per saldo wordt er € 142,6 miljoen toegevoegd aan de Hoofdstuk XII begroting in de periode 2024 t/m 2028. Het gaat met name om:

    • Vanuit het Mobiliteitsfonds is € 75,0 miljoen overgeboekt n.a.v. motie Bikker (Kamerstukken II 2023-2024, 36 410, nr 29), aanvullend op het reeds beschikbare budget, ter voorkoming van de voorziene structurele prijsstijgingen in het regionaal openbaar vervoerd. Daarnaast zijn middelen overgeboekt voor de aanvraag van de subsidiebeschikking NS (€ 52,0 miljoen), de vrachtwagenheffing subsidies AanZet, Laadinfra en Swim (€ 53,0) miljoen, en de verlenging project Topsector Logistiek (€ 19,3 miljoen). Verder worden er middelen naar het Mobiliteitsfonds overgeboekt voor de aanpak van het spoorknoppunt Zwolle-Meppel (€ - 40,0 miljoen).

  • 4. Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken binnen de Rijksbegroting van per saldo - € 259,6 miljoen naar andere begrotingen in de periode 2024 t/m 2028. Dit betreft met name de overboeking naar het Provinciefonds ter voorkoming van prijsstijgingen in het openbaar vervoer, het behouden van de kwaliteit van het OV en hogere kosten voor de vergoeding studenten OV (€ 226,6 miljoen), en een overboeking naar het Gemeentefonds voor bodembescherming (€ 34,5 miljoen).

  • 5. Dit betreft de toevoeging van HGIS-middelen aan Hoofdstuk XII, waaronder budget voor de voorbereidingen van de NAVO-top in 2025 (€ 4,4 miljoen), dekking voor contributiesitijging van het Europees Centrum voor Weersverwachtingen op Middellange Termijn (ECMWF) (cumulatief € 2,1 miljoen), en het betalen van de laatste factuur voor het transporten van strooizout naar Oekraïne (€ 0,8 miljoen).

  • 6. Dit betreft de toevoeging van de reguliere eindejaarsmarge 2023 aan de HXII begroting. Deze middelen zijn toegevoegd aan de verschillende artikelen om de in 2023 voorziene uitgaven die niet meer plaats hebben gevonden alsnog in 2024 te kunnen doen.

  • 7. De NGF-projecten op Hoofdstuk XII vertonen over het jaar 2023 een voordelig saldo van cumulatief € 68,2 miljoen en de Klimaatfondsmiddelen € 8,4 miljoen. Het voordelig saldo wordt in 2023 toegevoegd aan de betreffende artikelen, zodat de middelen beschikbaar blijven voor het betreffende beleid.

  • 8. Dit betreft met name de toevoeging van de NGF-middelen aan het Mobiliteitsfonds voor de realisatie van het programma Rail Gent Terneuzen (€ 103,3 miljoen) en voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie wat als doel heeft om de Nederlandse luchtvaartsector te verduurzamen naar een klimaatneutrale Nederlandse luchtvaart in 2050 wordt aanvullend budget toegevoegd aan de HXII begroting (€ 73,3 miljoen).

  • 9. Dit betreft met name de toevoeging van de KF-middelen aan Hoofdstuk XII voor Slimme laadinfra in de bouw wat nodig is om de overgang naar emissieloos bouwen te realiseren via onder andere de subsidieregeling schoon en emissieloos bouwen (€ 214,0 miljoen). Daarnaast zijn middelen voor de subsidieregeling SWiM (€ 210,0 miljoen) opgevraagd, deze regeling heeft als doel om ondernemers over te laten stappen op waterstof in het vervoer. Voor luchtvaart zijn er middelen opgevraagd voor subsidies in duurzame luchtvaartbrandstoffen (€ 60 miljoen) om het opschalen van e-fuels te stimuleren zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de luchtvaart verder te verduurzamen. En zijn er subsidies opgevraagd om de opschaling Alcohol-to-jet te stimuleren op basis van laagwaardige reststromen, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de luchtvaart verder te verduurzamen.(€ 90 miljoen) . Verder zijn er middelen opgevraagd voor subsidies voor duurzame en energiebesparende aandrijftechnieken bij zeeschepen (€ 111,3 miljoen), voor Plastic Hub (€ 60 miljoen) en slim laden (€ 39 miljoen).

  • 10. Het resterende bedrag op de aanvullende post voor vergroenen reisgedrag wordt overgeboekt. Vergroenen reisgedrag heeft als doel de CO2 uitstoot te verminderen door slimmer, anders en schoner reizen te stimuleren. Het betreft € 120,4 miljoen t/m 2029 voor zero emissie touringcars, stimuleren van deelmobiliteit en verduurzamen woon-werkverkeer.

  • 11. Vanuit de Aanvullende Post bij het minsterie van Financïen worden stikstofmiddelen toegevoegd aan het subsidiebudget voor de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen (€ 8 miljoen). Het gaat om het laatste deel van de Hordijkgelden voor verduurzaming van de binnenvaart. Verder wordt vanuit de aanvullende post bij het ministerie van Financien € 50 miljoen ontvangen voor schone motoren als aanvulling op de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen.

  • 12. Ten laste van het generale beeld wordt per saldo € 103,8 miljoen vanuit 2024 naar latere jaren doorgeschoven. De belangrijkste onderdelen zijn schuiven op het programma subsidie Walstroom (€ 67,3 miljoen), op het programma Vergroenen Reisgedrag (€ 13,6 miljoen) en het programma Horizon (€ 9,8 miljoen).

  • 13. Dit betreft een kasschuif op het Deltafonds om de budgetten aan te passen naar de verwachte kasritmes. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds.

  • 14. Dit betreft een kasschuif om de uitgavenkaders op het gehele Mobiliteitsfonds in een beheersbaar ritme te krijgen. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.

  • 15. De coalitieakkoord middelen voor het Basiskwaliteitsniveau Spoor worden aan het Mobiliteitsfonds toegevoegd tot en met het jaar 2030. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.

  • 16. De in de Ontwerpbegroting 2024 beoogde datum van het door de Kamer controversieel verklaarde dossier van omvorming van ProRail per 1-1-2025 is niet langer haalbaar. Het ministerie van Financiën heeft aangegeven deze middelen niet meer met een jaar door te willen schuiven vanwege de impact op het macro-economische beeld. De middelen worden daarom technisch uit de begroting en Rijksbrede beeldgehaald, dat wil zeggen dat zowel het inkomstenkader (belastinginkomsten) als het uitgavenkader (Mobiliteitsfonds) verlaagd wordt voor de eenmalige belastingverrekening. Zodra er meer duidelijkheid is over de omvorming, worden de middelen op basis van actuele standen opnieuw geraamd met inachtneming van de geldende budgettaire afspraken rond dit dossier en kunnen deze opnieuw worden opgevoerd. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.

  • 17. Er is door het kabinet € 185,0 miljoen vrijgemaakt voor de ontmanteling van de Kerncentrale Dodewaard (KCD) (aanvang 2040). De Staat neemt de aandelen GKN over van NEA en op dezelfde dag neemt COVRA de aandelen GKN weer over van de Staat onder de voorwaarde dat de Staat de meerkosten rondom de beheer- en ontmanteling van de KCD draagt. Er is verplichtingenbudget toegevoegd aan de HXII begroting voor het vastleggen van de overeenkomst tussen de Staat en GKN.

  • 18. De overige mutaties betreft voornamelijk:

    • de bijdragen aan de fondsen, waaronder het toevoegen van Klimaatfondsmiddelen en de Coalitieakkoordmiddelen voor Beekdalen. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds.

    • Daarnaast zijn er binnen de HXII begroting verschillende interne herschikkingen doorgevoerd om tegenvallers in de uitvoering van het beleid en in de bedrijfsvoering in te kunnen passen binnen de budgettaire kaders van HXII. Het gaat hierbij om tegenvallers als gevolg van hogere kosten op het gebied van de Omgevingswet, de contributie EUTMETSAT en het regeringsvliegtuig. Daarnaast gaat het om de implementatie van gewijzgde regelgeving op het gebied van Ruimtevaart en NIS/CER2. Budgettaire ruimte hiervoor is gevonden door middel van technische herschikkingen (op het terrein van water en bodem, wegen en leefomgeving), ramingsbijstellingen (zoals onder andere een bijstelling van de raming voor de schaderegeling STINT) en een incidentele bijstelling van de budgetten voor de sanering van asbest.

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

Artikel

Ontvangsten 2024

Ontvangsten 2025

Ontvangsten 2026

Ontvangsten 2027

Ontvangsten 2028

 

Vastgestelde begroting 2024

 

86.555

40.938

35.086

28.786

28.996

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

      

1.

GIS- 3 en GIS-4

17

‒ 11.000

‒ 116

5.801

1.453

 

2.

Overige mutaties

divers

2.348

100

100

100

100

        
 

Stand 1e suppletoire begroting 2024

 

77.903

40.922

40.987

30.339

29.096

Toelichting

  • 1. Dit betreft een correctie op de GIS regeling. Door de luchtvaartmaatschappijen is € 3,9 miljoen te veel betaald voor de GIS-3 regeling. In samenspraak met de luchtvaartmaatschappijen is ervoor gekozen om dit overschot te verrekenen met de kosten voor de GIS-4 regeling. Hierdoor betalen luchtvaartmaatschappijen minder voor de GIS-4 regeling. Daar wordt de ontvangstenreeks op aangepast.

    Daarnaast is de ontvangstenreeks voor GIS-4 geactualiseerd naar aanleiding van de afspraken die met de luchtvaartmaatschappijen is gemaakt over het moment waarop de GIS-heffing betaald gaat worden.

  • 2. Dit bestaat voornamelijk uit € 1,5 miljoen ontvangsten in 2024 van de provincie Zuid-Holland voor de sanering van het EMK-terrein.

2.2 Overzicht coronamaatregelen

Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) zijn opgenomen om de coronacrisis het hoofd te bieden. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual. Hieronder worden de maatregelen toegelicht die middelen beschikbaar hebben in 2024.

Tabel 4 Overzicht coronamaatregelen (bedragen x € 1.000)

Art.

Naam maatregel/regeling

Bedrag verplichtingen 2024

Bedrag uitgaven 2024

Bedrag ontvangsten 2024

Vindplaats

16

Beschikbaarheidsvergoeding OV

11.674

11.356

46.584

Kamerstuk II, 35 748, nr. 1 , 35 804, nr. 1 , 23 645, nr. 755 , 35 925, nr. 14 , 35 925, nr. 71

22

Tegemoetkoming vuurwerkbranche

110

110

0

Kamerstuk II, 35 781, nr. 1 , 35 925, nr. 14 , 36 038, nr. 1 , 35 924, nr. 14

97 en 98

COVID-testen reizigers

1.048

3.316

0

Kamerstuk II, 35 864, nr. 1 , 35 925, nr 71

 

Totaal

12.832

14.782

46.584

 

Toelichting

Hieronder is een korte omschrijving opgenomen van de maatregelen en bijhorende mutaties in de Eerste suppletoire begroting 2024.

Beschikbaarheidsvergoeding OV

Dit betreft een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer. De vergoeding is bestemd om de beschikbaarheid van het openbaar vervoer tijdens de COVID-19-crisis te kunnen borgen.

De budgetten voor de beschikbaarheidsvergoeding OV zijn niet aangepast bij deze 1ste suppletoire begroting.

Tegemoetkoming vuurwerkbranche

Dit betreft de middelen in verband met de tijdelijke subsidieregelingen voor de detailhandel en importeurs/distributeurs, die als doel hebben om de vuurwerkbranche tegemoet te komen in de extra kosten die zij maakt vanwege het vuurwerkverbod en voor de extra opslag en transport voor het F2-vuurwerk dat voor de jaarwisseling 2021 ‒ 2022 niet verkocht mocht worden.

Bij de eerste suppletoire begroting 2024 is het verplichtingen en kasbudget verhoogd met € 0,1 miljoen voor de subsidie Veiligheid NL. Deze middelen zijn nodig om de laatste bijdragen te betalen voor de tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod.

Covid-testen reizigers

Dit betreft de middelen voor het COVID-testen voor reizigers, inclusief uitvoeringskosten. Er zijn nog een aantal facturen die betaald moeten worden in 2024. De reden hiervoor is dat de controle van de facturen van de testaanbieders meer tijd kost dan verwacht. Dit is nodig om er voor te zorgen dat de rechtmatigheid van de betaalde kosten gewaarborgd blijft.

Bij de eerste suppletoire begroting 2024 is het kasbudget opgehoogd met € 3,3 miljoen. Dit is het budget dat in 2023 niet tot betaling is gekomen en is in 2024 nodig om de laatste opdrachten te betalen.

2.3 Overzicht Nationaal Groeifonds en Klimaatfonds

Deze paragraaf geeft een overzicht van de projecten die op de Hoofdstuk XII begroting staan voor het Nationaal Groeifonds (NGF) en toegekende middelen in het kader van het Klimaatfonds (KF).

Tabel 5 Overzicht middelen Nationaal Groeifonds (bedragen x € 1.000)

Project

Artikel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030 t/m 2034

Totaal

Groeiplan Watertechnologie

11

0

0

15.980

13.426

13.095

13.015

21.595

9.988

47.901

135.000

NL2120, het groene verdienvermogen van Nederland

11

0

0

10.197

10.194

14.004

12.216

9.956

7.079

6.354

70.000

Dutch Metropolitan Innovations

14

0

1.862

24.624

18.411

15.027

12.853

5.523

0

0

78.300

Maritiem Masterplan

14

0

0

24.502

46.347

19.269

2.552

2.030

5.300

0

100.000

Luchtvaart in Transitie

17

0

42.443

65.579

61.200

101.400

6.778

16.200

22.700

20.884

337.184

Digitale Infrastructuur en Logistiek

18

647

8.203

13.376

11.950

10.162

6.766

0

0

0

51.104

Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch

18

9.500

9.900

30.800

0

0

0

0

0

0

50.200

MF: Rail Gent Terneuzen

26

0

0

5.000

10.000

10.000

35.000

35.000

8.300

0

103.300

Totaal

 

10.147

62.408

190.058

171.528

182.957

89.180

90.304

53.367

75.139

925.088

Toelichting

Hieronder wordt een toelichting gegeven van de middelen die bij de Eerste suppletoire begroting zijn toegevoegd aan de Hoofdstuk XII-begroting vanuit het Nationaal Groeifonds.

  • Luchtvaart in Transitie (HXII): Voor het project Luchtvaart in Transitie wordt in totaal € 73,3 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het NGF. Dit project zet zich in om de Nederlandse luchtvaartsector te verduurzamen naar een klimaatneutrale luchtvaart in 2050.

  • Rail Gent Terneuzen (MF): Voor het project Rail Gent Terneuzen wordt in totaal € 103,3 miljoen beschikbaar gesteld op het Mobiliteitsfonds. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de Eerste suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.

Klimaatfonds

Tabel 6 Overzicht middelen in het kader van het Klimaatfonds (bedragen x € 1.000)

Project

Artikel

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

totaal

(Slimme) Laadinfra

14

4.608

70.819

94.374

82.859

59.844

48.844

44.087

60.647

466.082

Laadinfra bouw

14

0

2.521

66.483

82.845

88.845

72.664

12.362

10.362

336.082

SWIM

14

0

0

33.000

55.000

50.000

44.000

28.000

0

210.000

Duurzame luchtvaartbrandstoffen

17

0

0

4.500

9.000

13.500

13.500

11.000

8.500

60.000

Alcohol-to-jet

17

0

0

4.500

11.000

20.000

20.000

18.500

16.000

90.000

Emissielabel binnenvaart

18

0

334

820

1.227

1.227

1.227

0

0

4.835

Verduurzaming zeevaart

18

0

0

354

9.154

15.394

23.794

36.550

22.195

107.441

Walstroom

18

0

10.349

18.628

10.349

2.070

0

0

0

41.396

Biobased bouwen

21

0

164

4.064

3.859

0

0

0

0

8.087

Circulair doen en gedrag

21

0

2.131

3.263

5.116

5.116

6.042

6.042

6.042

33.752

DEI+ Circulaire economie

21

0

860

7.033

13.738

14.768

9.205

3.024

124

48.752

Plastics norm

21

0

12.509

36.760

38.387

23.874

9.755

6.755

3.819

131.859

Nucleaire veiligheid

22 en 97

83

1.657

2.515

2.085

2.000

1.295

1.295

1.125

12.055

Totaal

 

4.691

101.344

276.294

324.619

296.638

250.326

167.615

128.814

1.550.341

Toelichting

Hieronder wordt een korte toelichting gegeven van de middelen die bij de Eerste suppletoire begroting zijn toegevoegd aan de Hoofdstuk XII-begroting vanuit het Klimaatfonds.

  • (Slimme) Laadinfra: Bij de Eerste suppletoire begroting wordt € 39,0 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld voor slimma laadinfrastructuur. Verder is er € 8,4 miljoen aan budget dat niet tot realisatie kwam in 2023 toegevoegd aan 2024.

  • Tweede tranche laadinfra bouw: Voor € 214,0 miljoen worden middelen overgeheveld om schoon en emissieloos bouwen te realiseren, waarmee stikstofuitstoot wordt vermeden tijdens de bouw.

  • Subsidie Waterstof in Mobiliteit (SWiM): Voor subsidie waterstof in mobiliteit (SWiM) wordt in totaal € 210,0 miljoen beschikbaar gesteld. Deze regeling heeft als doel om ondernemers over te laten stappen op waterstof in het wegvervoer.

  • Duurzame luchtvaartbrandstoffen (E-fuels): Voor het project duurzame luchtvaartbrandstoffen wordt in totaal € 60,0 miljoen beschikbaar gesteld. Het doel van dit project is het stimuleren van de opschaling van e-fuels, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de Europese bijmengverplichting voor e-fuels van 2030 en daarna te behalen.

  • Alcohol-to-jet (ATJ): Voor het project Alcohol-to-jet-brandstoffen wordt in totaal € 90,0 miljoen beschikbaar gesteld. Het doel van dit project is het stimuleren van de opschaling van Alcohol-to-jet-brandstoffen (ATJ) op basis van laagwaardige reststromen, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om te voldoen aan de Europese bijmengdoel voor SAF na 2030.

  • Verduurzaming zeevaart: Voor verduurzaming zeevaart wordt in totaal € 111,3 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het Klimaatfonds. Deze middelen worden gebruikt om voor duurzame en energiebesparende aandrijftechnieken bij zeeschepen te stimuleren. Een deel van deze middelen wordt ingezet voor de bekostiging van de uitvoering (€ 4,5 miljoen).

  • Laadinfra walstroom: De loon- en prijsbijstelling wordt toegevoegd aan de reeds beschikbare middelen voor laadinfra walstroom (€ 1,4 miljoen).

  • Biobased bouwen Er is € 6,6 miljoen toegevoegd voor innovatieregelingen en het begeleiden van inkoopprocessen door opdrachtgevers met betrekking tot biobased bouwen.

  • DEI-regeling circulaire economie: Er is € 1,8 miljoen toegevoegd aan middelen voor de loon- en pijsbijstelling voor de DEI-regeling cirulaire economie.

  • Plastics norm: Er is € 60,0 miljoen toegevoegd aan middelen vanuit het Klimaatfonds voor ondersteuning van ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics (plastics norm) met het in internetconsultatie gaan van de normering. Verder is er € 16,6 miljoen toegevoegd voor de uitvoeringskosten bij het programma bijmenging plastic (€ 12,8 mln.) en voor uitvoeringskosten bij onderzoek naar een CO2-heffing op afvalverbrandingsinstallaties en voor ondersteuning bij de maatwerksubsidies (€ 3,8 mln.). Tot slot is er € 2,0 miljoen toegevoegd voor de loon- en prijsbijstelling voor de plastics norm.

  • Nucleaire veiligheid: Er is € 38,6 miljoen vanuit het Klimaatfonds overgeboekt voor het programma nucleaire veiligheid. Deze middelen worden ingezet ten behoeve van onderzoeken naar het langer openhouden van de kerncentrale in Borssele, borgen dat het wettelijke stelsel rondom nucleaire veiligheid en stralingsbescherming de bouw van twee nieuwe kerncentrales mogelijk maakt en het versterken van de uitvoeringscapaciteit bij onder meer IenW en ANVS. € 26,7 miljoen van deze middelen wordt gebruikt voor apparaatskosten en toegevoegd aan artikel 98. Over deze middelen was reeds in het kader van het Meerjarenprogramma 2024 besloten, maar deze waren nog niet overgeboekt naar de departementale begroting.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid art. 11 Integraal Waterbeleid (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

75.504

0

75.504

147.038

222.542

‒ 19.785

‒ 22.787

‒ 18.867

‒ 14.786

65.922

            
 

Uitgaven

85.520

0

85.520

13

85.533

7.166

4.143

5.260

2.589

65.201

            

11.1

Algemeen waterbeleid

55.571

0

55.571

1.398

56.969

5.277

3.590

4.809

2.589

43.551

 

Opdrachten

20.970

0

20.970

‒ 2.612

18.358

641

3.076

4.279

2.059

11.781

 

Partners voor Water (HGIS)

9.948

0

9.948

‒ 500

9.448

‒ 500

0

0

0

0

 

Overige HGIS opdrachten

1.500

0

1.500

252

1.752

0

0

0

0

0

 

Regie Innovatie

1.090

0

1.090

‒ 125

965

0

0

0

0

996

 

VN Water (HGIS)

4.000

0

4.000

‒ 4.000

0

‒ 4.000

0

0

0

0

 

Overige opdrachten

4.432

0

4.432

1.761

6.193

5.141

3.076

4.279

2.059

10.785

 

Subsidies (regelingen)

15.869

0

15.869

2.792

18.661

3.982

10

26

26

13.981

 

Incidentele subsidie WKB

10

0

10

‒ 10

0

0

0

0

0

0

 

Blue Deal (HGIS)

2.500

0

2.500

4.000

6.500

4.000

0

0

0

0

 

Partners voor Water 5 (HGIS)

4.000

0

4.000

0

4.000

0

0

0

0

8.802

 

NGF NL2120

7.033

0

7.033

0

7.033

0

0

0

0

5.079

 

Overige subsidies

2.326

0

2.326

‒ 1.198

1.128

‒ 18

10

26

26

100

 

Bijdrage aan agentschappen

14.878

0

14.878

1.168

16.046

654

504

504

504

15.789

 

Bijdrage aan agentschap RWS

14.382

0

14.382

1.054

15.436

504

504

504

504

15.373

 

Bijdrage aan agentschap KNMI

496

0

496

114

610

150

0

0

0

416

 

Bijdrage aan medeoverheden

3.214

0

3.214

50

3.264

0

0

0

0

2.000

 

NGF NL2120

3.164

0

3.164

0

3.164

0

0

0

0

2.000

 

Overige bijdragen

50

0

50

50

100

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

640

0

640

0

640

0

0

0

0

0

 

Overige bijdragen

640

0

640

0

640

0

0

0

0

0

11.2

Waterveiligheid

3.441

0

3.441

‒ 1.009

2.432

‒ 150

0

0

0

3.308

 

Opdrachten

3.441

0

3.441

‒ 1.009

2.432

‒ 150

0

0

0

3.308

 

Waterveiligheid

3.391

0

3.391

‒ 1.166

2.225

‒ 150

0

0

0

3.208

 

Overige opdrachten

50

0

50

157

207

0

0

0

0

100

11.3

Grote oppervlaktewateren

1.734

0

1.734

‒ 795

939

0

0

0

0

1.732

 

Opdrachten

1.734

0

1.734

‒ 795

939

0

0

0

0

1.732

 

RWS Zuid-Westelijke Delta

1.077

0

1.077

‒ 652

425

0

0

0

0

1.075

 

Overige opdrachten

657

0

657

‒ 143

514

0

0

0

0

657

11.4

Waterkwaliteit

24.774

0

24.774

419

25.193

2.039

553

451

0

16.610

 

Opdrachten

6.754

0

6.754

‒ 959

5.795

1.348

‒ 145

‒ 45

0

4.932

 

Waarvan RWS (BOA)

4.403

0

4.403

‒ 4.403

0

‒ 3.594

‒ 3.594

‒ 3.594

‒ 3.232

0

 

Noordzee en oceanen

1.758

0

1.758

24

1.782

1.345

‒ 45

‒ 45

0

779

 

WKK opdrachten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

928

 

Overige opdrachten

593

0

593

3.420

4.013

3.597

3.494

3.594

3.232

3.225

 

Subsidies (regelingen)

16.330

0

16.330

847

17.177

622

622

412

0

9.988

 

NGF GPWT

15.980

0

15.980

0

15.980

0

0

0

0

9.988

 

Overige subsidies

350

0

350

847

1.197

622

622

412

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.690

0

1.690

531

2.221

69

76

84

0

1.690

 

Overige bijdragen

1.690

0

1.690

531

2.221

69

76

84

0

1.690

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 11 is in 2024 per saldo met € 147,0 miljoen toegenomen en neemt cumulatief af in de periode 2025 t/m 2029 met € 73,3 miljoen.

Dit komt met name door een verplichtingenschuif voor de NGF-projecten NL2120 en Groeiplan Watertechnologie (GPWT): De middelen zijn bij VJN 2023 in een voorlopig ritme toegevoegd aan de IenW-begroting, in afwachting van nadere uitwerking. Inmiddels is duidelijk hoe en in welk ritme de middelen aan de deelnemende partijen zullen worden verstrekt. Dit betekent onder andere dat een belangrijk deel van de verplichtingen naar de consortium deelnemers voor de looptijd van de projecten in 2024 worden aangegaan, waardoor een versnelling van verplichtingenruimte uit latere jaren naar 2024 nodig is. Bij het NGF project GPWT gaat het om € 86,8 miljoen en NL2120 € 55,4 miljoen aan verplichtingenruimte wat uit latere jaren naar 2024 wordt gehaald. Dit leidt tevens tot een aanpassing van de in de ontwerpbegroting 2024 opgenomen begrotingsgrondslagen (zie hieronder).

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Algemeen Waterbeleid

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van Algemeen Waterbeleid in 2024 met € 2,6 miljoen verlaagd. Tussen 2025 en 2029 neemt het opdrachtenbudget cumulatief met € 12,3 miljoen toe. Dit komt met name door:

2024-2025:

  • Een herschikking van de HGIS opdrachtenbudget naar HGIS subsidiebudget (per saldo ‒ € 4 miljoen in 2024 en in 2025 van opdrachten naar subsidies) ten behoeve van het Programma International Panel for Deltas & Coastal Areas (IPDC) waarvan Deltares de uitvoerende organisatie is.

2024 t/m 2029:

  • Cumulatief over deze periode wordt € 21,0 miljoen toegevoegd aan loon- en prijsbijstelling.

  • Daarnaast worden binnen de HXII begroting middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het opdrachtenbudget van artikel 11. Zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.

Subsidies

Per saldo is het subsidiebudget met € 2,8 miljoen verhoogd in 2024 en € 4,0 miljoen in 2025. Dit komt met name door de hierboven genoemde herschikking van opdrachten naar subsidies (€ 4,0 miljoen) die in 2024 en 2025 plaatsvindt. Daarnaast zijn er divere kleinere mutaties verwerkt waardoor het budget met ‒ € 1,2 miljoen in 2024 is verlaagd.

Ontvangsten

Er zijn geen ontvangstenmutaties verwerkt in de Eerste suppletoire begroting op dit artikel.

Aanpassing wettelijke begrotingsgrondslagen subsidieverlening

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht geldt dat in het algemeen subsidie wordt verleend op grond van een wettelijk voorschrift. Uit de Algemene wet bestuursrecht volgt dat één van de uitzonderingen hierop subsidies vormen waarvan zowel de subsidieontvanger als het maximale bedrag in de begroting worden vermeld.

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel zijn in de regel <Verplichtingen> dergelijke subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Voor de subsidie- en specifieke uitkeringverplichtingen die specifiek in onderstaande tabel worden vermeld geldt dat deze begrotingsvermelding de wettelijke grondslag vormt zoals bedoeld in artikel 4.23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht respectievelijk zoals bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Financiële-Verhoudingswet jo. artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht..

Tabel 8 Wettelijke grondslagen subsidieverleningen artikel 11

Maximum bedrag

Ontvanger

Toelichting

Artikelonderdeel

€ 10.509.096

Stichting Ecoshape, Building with Nature

Voor het overall programmamanagement, het ontwikkelen van fysisch-ecologische, sociaal-economische en institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, het bijdragen aan de pilots Deltasteden en Veenweidegebieden voor NBS praktijkleren, het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan capacity building, valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 1.898.492

Technische Universiteit Delft

Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en sociaal-economische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 1.470.302

Universiteit Twente

Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en sociaal-economische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 1.989.123

Wageningen Universiteit / Wageningen University

Voor het ontwikkelen van sociaal-economische kennis en institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 1.196.000

Stichting IUCN Nederlands Comité (IUCN National Committee of the Netherlands Foundation)

Voor het ontwikkelen van institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 282.720

Stichting Natuur & Milieu

Voor het ontwikkelen van institutionele kennis voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking, aan Stichting Natuur & Milieu.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 575.800

Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland

Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 1.345.202

Stichting SoortenNL

Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische kennis voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 437.900

Stichting Ark

Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en sociaal-economische kennis voor NBS kennisverdieping, het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 246.529

Stichting De Noordzee

Voor het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 1.149.288

Stichting De Natuur- en Milieufederaties

Voor het bijdragen aan de pilot Veenweidegebieden voor NBS praktijkleren, het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 556.344

Staatsbosbeheer

Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping,het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 371.200

Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels

Voor het ontwikkelen van institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 807.000

Stichting Het Wereld Natuur Fonds-Nederland

Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en sociaal-economische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 241.935

Dutch Research Institute for Transitions B.V.

Voor het ontwikkelen van sociaal-economische kennis in het kader van NBS kennisverdieping.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 1.312.464

Universiteit Utrecht

Heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan de pilot Veenweidegebieden voor NBS praktijkleren.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 833.359

Hogeschool Van Hall Larenstein

Heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor capacity building voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 882.643

HZ University of Applied Sciences

Heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor capacity building voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 816.313

Stichting Yuverta

Heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor capacity building voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 686.451

Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid

Voor het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 8.961.101

Wageningen Environmental Research

Voor het inbrengen van kennis over (inter)nationale NBS netwerken, vertalen van praktijkervaringen naar kennis voor nationale en internationale context, ontwikkeling van tools en handreikingen voor het opschalen van NBS en het internationaal valoriseren van NL2120 kennis.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 35.000.000

Stichting Wetsus, European Centre of Excellence for Sustainable Water Technology

Voor een continue aanvoer van nieuwe kennis en innovaties vanuit onderzoek en ontwikkeling middels het aanstellen van PhD onderzoekers.

11.04 Waterkwaliteit

€ 5.000.000

Stichting Water Alliance

Voor het ondersteunen van startups en MKB middels een ondernemerschapsprogramma gefocust op watertechnologie.

11.04 Waterkwaliteit

€ 5.000.000

Stichting Topconsortium for Knowledge and Innovation Watertechnology

Voor het inrichten van en activiteiten uitgevoerd door een Theory of Change kennisteam, een High level expert groep en een innovation squad per focusgebied.

11.04 Waterkwaliteit

€ 29.580.000

Samenwerkingsverband van Waterschap Vechtstromen, Waterschap Zuiderzeeland, Waterschap Drents Overijsselse Delta, Waterschap Vallei & Veluwe, Waterschap Rijn en IJssel

Full scale demonstratieprojecten van zuiveringsinfrastructuur: het verwijderen van vervuiling uit rioolwater, persleidingen, gemalen.

11.04 Waterkwaliteit

€ 4.252.000

Stichting Topconsortium for Knowledge and Innovation Watertechnology

Voor het (overall) programmamanagement middels een nog op te richten programmabureau aan Stichting Topconsortium for Knowledge and Innovation Watertechnology ten behoeve van TKI Watertechnologie.

11.04 Waterkwaliteit

€ 300.000

KWR Water B.V.

voor een deel van de inhoudelijke coördinatie van de pilot projecten binnen programma pilot- en testprojecten.

11.04 Waterkwaliteit

€ 300.000

Stichting Toegepast Onderzoekn Waterbeheer (STOWA)

voor een deel van de inhoudelijke coördinatie van de pilot projecten binnen programma pilot- en testprojecten.

11.04 Waterkwaliteit

Wettelijke grondslagen specifieke uitkeringen als onderdeel van de Nationaal Groei Fonds programma's NL2120

Maximum bedrag

Ontvanger

 

Artikelonderdeel

€ 2.027.450

Gemeente Dordrecht

Voor het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 8.204.000

Gemeente Rotterdam

Voor het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren.

11.01 Algemeen Waterbeleid

€ 9.551.935

Provincie Friesland

Voor het bijdragen aan de pilot Veenweidegebieden voor NBS praktijkleren.

11.01 Algemeen Waterbeleid

Overige wettelijke grondslagen subsidieverleningen

Maximum bedrag

Ontvanger

 

Artikelonderdeel

€ 185.000

Provincie Friesland

Voor een (jaarlijkse) bijdrage aan de provincie Friesland ten behoeve van het Omgevingsberaad Waddengebied (OBW). Het Omgevingsberaad Waddengebied is het adviesorgaan voor het Bestuurlijk Overleg Waddengebied (BOW). Het is tevens een platform waar gestructureerde discussies over het Waddengebied worden geïnitieerd en waar informatie over het Waddengebied wordt uitgewisseld.

11.01 Algemeen Waterbeleid

3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid art. 13 Bodem en Ondergrond (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

118.942

0

118.942

91.306

210.248

‒ 80.694

‒ 23.616

‒ 26.849

‒ 29.539

124.889

            
 

Uitgaven

154.175

0

154.175

‒ 10.112

144.063

‒ 12.114

‒ 11.616

‒ 13.849

‒ 9.539

134.889

            

13.4

Ruimtegebruik bodem

154.175

0

154.175

‒ 10.112

144.063

‒ 12.114

‒ 11.616

‒ 13.849

‒ 9.539

134.889

 

Opdrachten

28.778

0

28.778

1.558

30.336

896

894

1.161

1.471

12.858

 

Bodem en STRONG

17.744

0

17.744

‒ 300

17.444

0

0

0

0

2.436

 

RWS Leefomgeving

2.740

0

2.740

0

2.740

0

0

0

0

2.535

 

Fysieke Leefomgeving Omgevingswet (FLOW)

5.824

0

5.824

1.603

7.427

896

894

1.161

1.471

7.429

 

Overige opdrachten

2.470

0

2.470

255

2.725

0

0

0

0

458

 

Subsidies (regelingen)

26.485

0

26.485

1.200

27.685

0

0

0

0

17.992

 

Bedrijvenregeling

16.000

0

16.000

0

16.000

0

0

0

0

10.000

 

Subsidie Caribisch Nederland

9.135

0

9.135

1.200

10.335

0

0

0

0

7.992

 

Overig

1.350

0

1.350

0

1.350

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

8.668

0

8.668

‒ 283

8.385

0

0

0

0

7.041

 

Bijdrage aan agentschap RWS

4.154

0

4.154

0

4.154

0

0

0

0

4.153

 

Bijdrage aan agentschap RIVM

4.514

0

4.514

‒ 283

4.231

0

0

0

0

2.888

 

Bijdrage aan medeoverheden

90.236

0

90.236

‒ 12.587

77.649

‒ 13.010

‒ 12.510

‒ 15.010

‒ 11.010

96.998

 

Meerjarenprogramma Bodem

90.236

0

90.236

‒ 12.587

77.649

‒ 13.010

‒ 12.510

‒ 15.010

‒ 11.010

96.998

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

8

0

8

0

8

0

0

0

0

0

 

Overige bijdragen

8

0

8

0

8

0

0

0

0

0

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 13 is in 2024 per saldo met € 91,3 miljoen toegenomen en neemt cumulatief af in de periode 2025 t/m 2029 met € 180,0 miljoen.

De toename in 2024 wordt met name verklaard door de verplichtingschuiven om een meerjarige specifieke uitkering voor Bodemsanering aan te kunnen gaan. Hiervoor wordt in 2024 in totaal € 103,2 miljoen aan verplichtingenruimte vanuit latere jaren naar voren gehaald. Voor het overige hangen de wijzigingen in het verplichtingenbudget samen met de uitgavenmutaties die hieronder worden toegelicht.

Uitgaven

Bijdragen aan medeoverheden

Per saldo is het kasbudget voor de bijdragen aan medeoverheden in 2024 met € 12,6 miljoen verlaagd en in de periode 2025-2029 neemt het kasbudget voor de bijdragen aan medeoverheden af met cumulatief € 62,6 miljoen:

2024 en verder:

  • Dit is met name het gevolg van een interdepartementale overboeking van IenW naar BZK ten behoeve van een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van het gemeentelijke apparaat. Hierdoor neemt het budget af met € 8,6 miljoen per jaar.

2025 t/m 2027:

  • Daarnaast neemt de bijdrage aan het meerjarenprogramma bodem in de periode 2025-2027 cumulatief af met € 7,5 miljoen. Het programma wordt beperkt getemporiseerd om een bijdrage te kunnen leveren aan een interne herprioritering.

Diverse kleinere mutaties verklaren het resterende verschil.

Ontvangsten

Er zijn geen ontvangsten op dit artikel.

3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 Wegen en Verkeersveiligheid (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

388.768

0

388.768

226.392

615.160

133.755

109.185

105.880

110.271

200.759

            
 

Uitgaven

503.006

0

503.006

69.603

572.609

144.789

117.903

119.779

110.271

228.241

            

14.1

Netwerk

29.251

0

29.251

10.531

39.782

6.388

1.185

471

1.679

10.473

 

Opdrachten

15.098

0

15.098

6.135

21.233

5.953

876

162

1.370

5.063

 

Wegverkeersbeleid

9.114

0

9.114

‒ 2.085

7.029

‒ 131

‒ 117

‒ 117

‒ 117

3.183

 

Voertuigen en Digitale Infrastructuur

5.699

0

5.699

239

5.938

‒ 250

0

0

0

63

 

Overige opdrachten

285

0

285

7.981

8.266

6.334

993

279

1.487

1.817

 

Bijdrage aan agentschappen

7.831

0

7.831

1.509

9.340

421

309

309

309

5.410

 

Bijdrage aan agentschap RWS

7.831

0

7.831

‒ 172

7.659

421

309

309

309

5.410

 

Overige bijdragen

0

0

0

1.681

1.681

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

5.814

0

5.814

2.487

8.301

14

0

0

0

0

 

Bijdrage aan Caribisch Nederland

5.694

0

5.694

2.500

8.194

0

0

0

0

0

 

Regionale bijdrage MIRT

120

0

120

‒ 13

107

14

0

0

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

508

0

508

400

908

0

0

0

0

0

 

Overige bijdragen

508

0

508

400

908

0

0

0

0

0

14.2

Veiligheid

52.208

0

52.208

‒ 4.010

48.198

888

878

914

914

17.681

 

Opdrachten

3.999

0

3.999

‒ 89

3.910

‒ 225

‒ 225

‒ 287

‒ 225

4.998

 

Opdrachten Verkeersveiligheid

3.999

0

3.999

‒ 89

3.910

‒ 225

‒ 225

‒ 287

‒ 225

4.998

 

Subsidies (regelingen)

10.112

0

10.112

1.927

12.039

510

496

558

496

10.089

 

Veiligheid: Subsidies VVN

4.139

0

4.139

252

4.391

251

257

257

257

4.473

 

Veiligheid Subsidies SWOV

4.270

0

4.270

177

4.447

176

186

186

186

4.690

 

Overige subsidies

1.703

0

1.703

1.498

3.201

83

53

115

53

926

 

Bijdrage aan agentschappen

689

0

689

54

743

39

39

39

39

685

 

Bijdrage aan agentschap RWS

689

0

689

54

743

39

39

39

39

685

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

33

33

0

0

0

0

0

 

Overige Bijdragen

0

0

0

33

33

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.408

0

1.408

565

1.973

564

568

604

604

1.909

 

Bijdrage aan CBR

1.408

0

1.408

565

1.973

564

568

604

604

1.909

 

(Schade)vergoeding

36.000

0

36.000

‒ 6.500

29.500

0

0

0

0

0

 

Stint

36.000

0

36.000

‒ 6.500

29.500

0

0

0

0

0

14.3

Slimme en duurzame mobiliteit

421.547

0

421.547

63.082

484.629

137.513

115.840

118.394

107.678

200.087

 

Opdrachten

245.865

0

245.865

‒ 169.431

76.434

‒ 122.718

‒ 47.936

‒ 5.947

16.932

99.500

 

Innovatie en Intelligente Transportsystemen

12.522

0

12.522

‒ 702

11.820

1.557

2.480

1.375

0

116

 

Klimaatakkoord

64.294

0

64.294

‒ 53.860

10.434

‒ 70.069

‒ 31.510

‒ 16.326

140

30.281

 

Verkeersemissies

3.279

0

3.279

‒ 2.695

584

300

0

0

0

3.163

 

Laadinfra wegverkeer KF

27.660

0

27.660

‒ 25.679

1.981

‒ 41.858

‒ 58.381

‒ 58.756

‒ 57.956

3.967

 

Programma Vergroening Reisgedrag

42.532

0

42.532

‒ 33.781

8.751

‒ 21.900

‒ 16.852

5.901

23.320

46.498

 

NGF DMI

16.392

0

16.392

5.750

22.142

2.657

750

750

750

0

 

Reservering Terugsluis VWH

55.000

0

55.000

‒ 55.000

0

‒ 55.000

0

0

0

0

 

Laadinfra bouw KF

4.000

0

4.000

‒ 1.479

2.521

50.483

54.845

60.845

50.664

12.362

 

Overige opdrachten

20.186

0

20.186

‒ 1.985

18.201

11.112

732

264

14

3.113

 

Subsidies (regelingen)

158.996

0

158.996

192.696

351.692

242.242

150.498

115.019

90.120

93.857

 

Duurzame Mobiliteit

7.123

0

7.123

17.476

24.599

21.150

15.000

0

0

0

 

Elektrisch Vervoer

113.124

0

113.124

38.535

151.659

23.926

16.718

14.670

0

0

 

Laad en AanZET

0

0

0

68.000

68.000

95.000

0

0

0

0

 

Bronmaatregelen Stikstof

36.443

0

36.443

12.663

49.106

2.464

‒ 8.000

‒ 771

0

24.500

 

KF Laad en SWiM

0

0

0

54.822

54.822

97.552

125.060

101.120

90.120

68.120

 

Overige Subsidies

2.306

0

2.306

1.200

3.506

2.150

1.720

0

0

1.237

 

Bijdrage aan agentschappen

8.386

0

8.386

18.557

26.943

4.289

3.278

2.522

626

6.730

 

Bijdrage agentschap RWS

1.747

0

1.747

2.837

4.584

98

98

98

98

1.843

 

Bijdrage agentschap NEA

6.257

0

6.257

‒ 685

5.572

340

245

245

245

4.294

 

Bijdrage agentschap RVO

382

0

382

16.022

16.404

3.631

2.715

2.179

283

593

 

Bijdrage aan agentschap RIVM

0

0

0

383

383

220

220

0

0

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

8.300

0

8.300

17.866

26.166

13.700

10.000

6.800

0

0

 

Duurzame Mobiliteit

7.300

0

7.300

3.850

11.150

3.700

0

0

0

0

 

Mobiliteit en Gebieden

1.000

0

1.000

0

1.000

0

0

0

0

0

 

Overige bijdragen

0

0

0

14.016

14.016

10.000

10.000

6.800

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

120

120

0

0

0

0

0

 

Overige bijdragen

0

0

0

120

120

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

3.274

3.274

0

0

0

0

0

 

Overige bijdragen

0

0

0

3.274

3.274

0

0

0

0

0

            
 

Ontvangsten

5.782

0

5.782

0

5.782

0

0

0

0

5.782

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 14 is in 2024 met € 226,4 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 477,8 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:

2024:

  • Het verplichtingenbudget voor de schadevergoedingen Stint neemt toe met € 36,4 miljoen. De regeling is later opengesteld dan verwacht, namelijk in 2024 in plaats van 2023.

  • Het verplichtingenbudget voor verduurzamen logistiek is verhoogd met € 13,0 miljoen omdat bij een eerdere overboeking van het kasbudget van de reservering klimaatakkoord de verplichtingen niet zijn overgeboekt.

  • Het verplichtingenbudget van de subsidies SEPP, Seba en AanZet is het restant van het budget uit 2023 dat aan het budget voor 2024 wordt toegevoegd (€ 25,8 miljoen).

  • Het verplichtingenbudget van de specifieke uitkering voor zero-emissie bussen is het restant van het budget van 2023 dat aan het budget voor 2024 wordt toegevoegd (€ 17,3 miljoen).

  • Het verplichtingenbudget voor subsidies AanZET, slimme laadinfrastructuur, SWiM en bijbehorende uitvoeringskosten vanuit de reserveringen voor Vrachtwagenheffing wordt met € 13,0 miljoen opgehoogd.

2024 en verder:

  • Het verplichtingenbudget van de reservering klimaatakkoord wordt uit latere jaren naar voren gehaald (€ 69,3 miljoen) omdat de verplichtingen benodigd zijn in 2024 o.a. voor de gewenste ophoging van het subsidieplafond voor de subsidieregeling voor elektrische bestelauto's (Seba).

  • Het verplichtingenbudget van de subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWiM) wordt verhoogd met € 15,4 miljoen door een verplichtingenschuif van latere jaren naar 2024, zodat op tijd verplichtingen kunnen worden aangegaan.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Netwerk

Opdrachten

Per saldo is het uitgavenbudget voor opdrachten in 2024 met € 6,1 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 9,6 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2024 en verder:

  • Het toevoegen van de loon- en prijsbijstelling (cumulatief € 37,3 miljoen in de begrotingsperiode).

  • Daarnaast worden binnen de HXII begroting middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het opdrachtenbudget van artikel 14. Zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.

2 Verkeersveiligheid

(Schade)vergoedingen

Per saldo is het uitgavenbudget voor (schade)vergoedingen in 2024 met € 6,5 miljoen verlaagd. Het budget voor de compensatieregeling Stint wordt verlaagd met € 6,5 miljoen vanwege een bijstelling op basis van het aantal ingediende aanvragen. Het budget wordt ingezet voor de hierboven genoemde opgaves onder het kopje opdrachten.

3 Slimme en duurzame mobiliteit

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten in 2024 met € 169,4 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 184,1 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2024:

  • Eindejaarsmarge NGF-project Dutch Metropolitan Innovations (DMI): de middelen (€ 6,9 miljoen) die in 2023 niet zijn uitgegeven, worden aan het uitgavenbudget voor 2024 toegevoegd.

  • Eindejaarsmarge KF: de middelen (€ 4,4 miljoen) die in 2023 niet zijn uitgegeven, worden aan het uitgavenbudget 2024 toegevoegd.

2024 ‒ 2025:

  • Middelen NGF-project DMI: de middelen (- € 1,9 miljoen) worden doorgeschoven naar 2025, een doorwerking van het vertragen in 2023.

  • Reservering klimaatakkoord subsidie waterstof in mobiliteit (SWiM) opdrachten naar subsidies: Onderdeel van de klimaatakkoordmiddelen is een reservering voor tankinfrastructuur, die wordt ingezet voor de subsidie waterstof in mobiliteit (- € 21,3 miljoen).

2024 t/m 2026:

  • Middelen vergroenen reisgedrag voor subsidieregeling touringcars: Uit de middelen bestemd voor vergroenen reisgedrag wordt € 10,0 miljoen overgeboekt naar het financiële instrument subsidies voor de subsidieregeling voor emissieloze touringcars.

2024 t/m 2029:

  • Uitvoeringskosten RVO: De RVO helpt met het uitvoeren van de verschillende subsidieregelingen van slimme en duurzame mobiliteit. De uitvoeringskosten (€ 24,8 miljoen) worden overgeboekt van het instrument opdrachten naar het instrument bijdragen aan agentschap.

  • Reservering klimaatakkoord opdrachten naar subsidies (AanZET): Op de reservering klimaatakkoord 2019 staan middelen (- € 153,0 miljoen) voor de stimulering van bestel- en vrachtauto’s. De subsidie voor de AanZET (vrachtauto) wordt verantwoord op de budgetplaats subsidies elektrisch vervoer. Hier worden ook de subsidies van de SEPP (particuliere auto) en SEBA (bestelauto) verantwoord. Een deel van de middelen wordt overgeboekt naar het nieuwe artikel 15 van Vrachtwagenheffing (€ 110,0 miljoen). Bij Ontwerpbegroting 2024 is € 24,7 miljoen naar voor gehaald voor het jaar 2023, omdat er meer animo was. Het budget in 2024 wordt met deze overheveling aangevuld. Zo sluit het kasbudget voor de AanZET weer aan bij de prognose van de RVO.

  • Reservering klimaatakkoord opdrachten naar subsidies (SEBA): Op de reservering Klimaatakkoord 2019 staan middelen (- € 50,9 miljoen) voor de SEBA (subsidie elektrische bestelauto) gereserveerd. De regeling gaat in 2024 open voor € 60 miljoen. Vanaf 2025 kan er geen subsidie meer worden toegekend aan bestelbussen, omdat alleen het verschil in aanschafprijs tussen nulemissie-voertuigen en fossiele voertuigen gesubsidieerd kan worden en dit steeds kleiner of zelfs negatief wordt. Vorig jaar is namelijk besloten dat de BPM-vrijstelling voor fossiel aangedreven bestelauto’s vervalt per 1 januari 2025. Ook zijn de regels voor de Algemene Groepsvrijstelling (AGVV) veranderd. Met deze overboeking uit de reservering wordt de kas in lijn gebracht met de prognose van de RVO voor de SEBA in totaal.

  • Kasschuif vergroenen reisgedrag: In totaal wordt € 14,5 miljoen naar latere jaren geschoven, vanwege vertraging in de voorbereiding van regelingen en opdrachten.

  • Kasschuif opdrachtenbudget van laadinfrastructuur voor wegvervoer: het budget verandert door middelen uit latere jaren naar voren te schuiven (€ 40,0 miljoen). De kasschuif is de optelsom van verschillende ontwikkelingen binnen deze post. De middelen voor logistiek laden kunnen eerder worden uitgegeven, doordat het project versneld kan worden. Ook worden er middelen naar latere jaren geschoven. Zo gaat de regeling voor landelijk dekkend netwerk snelladen een jaar later van start en worden middelen voor Laden OV-bussen naar achteren geschoven om beter aan te sluiten op de vraag uit de sector. Deze schuiven samen resulteren in een schuif van middelen naar eerdere jaren.

  • Overboeking middelen fietspaden naar Mobiliteitsfonds: De middelen (- € 42,0 miljoen t/m 2030) voor het ontwikkelen van fietspaden worden naar het Mobiliteitsfonds overgeheveld, waar de middelen worden verantwoord.

  • Laadinfrastructuur wegvervoer KF opdrachten naar subsidies: hiervoor is eerder € 403,8 miljoen toegekend vanuit het KF. Een groot deel van de middelen (- € 325,3 miljoen t/m 2030) is bestemd voor de subsidieregelingen publieke logistieke laadinfrastructuur en private laadinfrastructuur die in 2024 worden opengesteld.

2025 t/m 2028:

  • Klimaatfondsmiddelen laadinfrastructuur bouw: er wordt € 214,0 miljoen overgeheveld vanuit het KF naar IenW voor schoon en emissieloos bouwen, waarmee stikstofuitstoot tijdens de bouw kan worden verminderd.

2025 t/m 2029:

  • Vergroening reisvervoer en personengedrag naar waterstoftrein: er wordt € 15,0 miljoen overgeboekt naar artikel 13 op het Mobiliteitsfonds voor de pilot waterstoftrein in 2026, uit het programma vergroening reisvervoer en personengedrag.

  • Specifieke uitkering basisnetwerk logistiek laden van opdrachten naar bijdragen medeoverheden: Uit het Klimaatfonds is voor slimme laadinfrastructuur € 403,8 miljoen toegevoegd aan de begroting. Met een overboeking wordt een deel van het budget overgeboekt naar specifieke uitkering voor Basisnetwerk voor logistiek laden (€ 18,8 miljoen).

  • Reservering klimaatakkoord subsidie waterstof in mobiliteit (SWiM) opdrachten naar subsidies: Onderdeel van de klimaatakkoordmiddelen is een reservering voor tankinfrastructuur, die wordt ingezet voor de subsidie waterstof in mobiliteit (- € 8,2 miljoen).

2027 en verder:

  • Tweede deel AP-middelen vergroenen reisgedrag: Het resterende bedrag op de aanvullende post voor vergroenen reisgedrag wordt overgeboekt. Het betreft € 120,4 miljoen incidenteel tot en met 2029 voor zero emissie touringcars, stimuleren van deelmobiliteit en verduurzamen woon-werkverkeer. Het betreft € 31,7 miljoen structureel vanaf 2031 voor de uitvoering door uitvoeringsorganisaties RVO en RWS en beleid.

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op artikelonderdeel 14.03 in 2024 met € 192,7 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 666,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2024 ‒ 2025:

  • Reservering klimaatakkoord subsidie waterstof in mobiliteit (SWiM) opdrachten naar subsidies: Onderdeel van de klimaatakkoordmiddelen is een reservering voor tankinfrastructuur, die wordt ingezet voor de subsidie waterstof in mobiliteit (€ 21,3 miljoen).

2024 t/m 2026:

  • Middelen vergroenen reisgedrag voor subsidieregeling touringcars: Uit de middelen van vergroenen reisgedrag wordt € 10,0 miljoen overgeboekt van opdrachten naar het subsidie instrument voor de subsidieregeling voor emissieloze touringcars.

  • Opvraag Slimme laadinfrastructuur KF: De middelen (€ 27,0 miljoen) worden ingezet voor de witte vlekken regeling (waar staan de laadpalen, zijn er witte vlekken?), stimuleren slim laden en laden voor logistiek.

2024 t/m 2027:

  • Kasschuif bronmaatregelen stikstof: Voor het verminderen van stikstof staan er twee subsidies op artikel 14.03, te weten de Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB) en de Tijdelijke Subsidieregeling Stimulering Modal Shift (TSL). Omdat in 2023 meer kasbudget vanuit 2024 naar 2023 is gehaald om subsidieverhogingen te kunnen financieren is er een relatief groot tekort op het kasbudget ontstaan in 2024 wat nu uit toekomstige jaren wordt teruggehaald (€ 12,7 miljoen).

2024 t/m 2029:

  • Reservering klimaatakkoord opdrachten naar subsidies (AanZET): Op de reservering klimaatakkoord 2019 staan middelen (€ 153,0 miljoen) voor de stimulering van bestel- en vrachtauto’s. De subsidie voor de AanZET (vrachtauto) wordt verantwoord op de budgetplaats subsidies elektrisch vervoer. Hier worden ook de subsidies van de SEPP (particuliere auto) en SEBA (bestelauto) verantwoord. Een deel van de middelen wordt overgeboekt naar het nieuwe artikel 15 van Vrachtwagenheffing (€ 110,0 miljoen). Bij Ontwerpbegroting 2024 is € 24,7 miljoen naar voor gehaald voor het jaar 2023, omdat er meer animo was. Het budget in 2024 wordt met deze overheveling aangevuld. Zo sluit het kasbudget voor de AanZET weer aan bij de prognose van de RVO.

  • Reservering klimaatakkoord opdrachten naar subsidies (SEBA): Op de reservering Klimaatakkoord 2019 staan middelen (€ 50,9 miljoen) voor de SEBA (subsidie elektrische bestelauto) gereserveerd. De regeling gaat in 2024 open voor € 60 miljoen. Vanaf 2025 kan er geen subsidie meer worden toegekend aan bestelbussen, omdat alleen het verschil in aanschafprijs tussen nulemissie-voertuigen en fossiele voertuigen gesubsidieerd kan worden en dit steeds kleiner of zelfs negatief wordt. Vorig jaar is namelijk besloten dat de BPM-vrijstelling voor fossiel aangedreven bestelauto’s vervalt per 1 januari 2025. Ook zijn de regels voor de Algemene Groepsvrijstelling (AGVV) veranderd. Met deze overboeking uit de reservering wordt de kas in lijn gebracht met de prognose van de RVO voor de SEBA in totaal.

2024 en verder:

  • Laadinfrastructuur wegvervoer KF opdrachten naar subsidies: hiervoor is eerder € 403,8 miljoen toegekend vanuit het KF. Een groot deel van de middelen (- € 325,3 miljoen t/m 2030) is bestemd voor de subsidieregelingen publieke logistieke laadinfrastructuur en private laadinfrastructuur die in 2024 worden opengesteld.

2025 t/m 2029:

  • Klimaatfondsmiddelen SWiM: Vanuit het Klimaatfonds worden middelen (€ 210,0 miljoen) overgeheveld voor de subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWiM).

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op artikelonderdeel 14.03 in 2024 met € 18,6 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 11,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutatie:

2024 t/m 2029:

  • Uitvoeringskosten RVO: De RVO helpt met het uitvoeren van de verschillende subsidieregelingen van slimme en duurzame mobiliteit. De uitvoeringskosten (€ 24,8 miljoen) worden overgeboekt van het instrument opdrachten naar het instrument bijdragen aan agentschap.

Bijdragen aan medeoverheden

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan medeoverheden op artikelonderdeel 14.03 in 2024 met € 8,0 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 11,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties.

2024:

  • Eindejaarsmarge KF: de middelen (€ 4,0 miljoen) die in 2023 niet zijn uitgegeven worden doorgeschoven naar 2024.

2024 t/m 2026:

  • Klimaatfondsmiddelen slimme laadinfrastructuur KF: de middelen voor mede-overheden (€ 12,0 miljoen) worden ingezet voor de specifieke uitkering voor slim laden. Dit betreft de SPUK-regeling voor de 6 NAL-regio’s (Nationale Agenda Laadinfrastructuur)

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 Openbaar Vervoer en Spoor (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

21.437

627.500

648.937

‒ 218.428

430.509

12.706

12.239

13.051

13.051

21.453

            
 

Uitgaven

34.202

627.500

661.702

‒ 215.385

446.317

12.785

12.363

13.051

13.051

21.453

            

16.1

Spoor

13.761

627.500

641.261

‒ 223.798

417.463

13.060

12.363

13.051

13.051

21.453

 

Opdrachten

4.535

0

4.535

‒ 51

4.484

9

‒ 688

0

0

4.157

 

ACM

1.807

0

1.807

0

1.807

0

0

0

0

0

 

Overige opdrachten

2.728

0

2.728

‒ 51

2.677

9

‒ 688

0

0

4.157

 

Subsidies (regelingen)

5.238

75.000

80.238

‒ 84

80.154

13.000

13.000

13.000

13.000

13.860

 

Sociale veiligheid Spoor

2.000

0

2.000

0

2.000

0

0

0

0

0

 

Consumentenorganisaties OV

0

0

0

0

0

0

0

0

0

579

 

Overige subsidies

3.238

75.000

78.238

‒ 84

78.154

13.000

13.000

13.000

13.000

13.281

 

Bijdrage aan agentschappen

844

0

844

372

1.216

51

51

51

51

895

 

Bijdrage aan agentschap RWS

830

0

830

50

880

50

50

50

50

880

 

Bijdrage aan agentschap KNMI

14

0

14

1

15

1

1

1

1

15

 

Bijdrage aan agentschap RVO

0

0

0

321

321

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

3.042

552.500

555.542

‒ 224.035

331.507

0

0

0

0

2.439

 

CLU Betuweroute en HSL

2.477

0

2.477

0

2.477

0

0

0

0

2.439

 

Overige bijdragen

565

552.500

553.065

‒ 224.035

329.030

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

102

0

102

0

102

0

0

0

0

102

 

Overige bijdragen

102

0

102

0

102

0

0

0

0

102

16.2

Maatregelenpakket OVS

20.441

0

20.441

8.413

28.854

‒ 275

0

0

0

0

 

Subsidies (regelingen)

20.441

0

20.441

8.413

28.854

‒ 275

0

0

0

0

 

Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector

11.356

0

11.356

0

11.356

0

0

0

0

0

 

Transitievangnet OV

9.085

0

9.085

8.413

17.498

‒ 275

0

0

0

0

            
 

Ontvangsten

46.584

0

46.584

0

46.584

0

0

0

0

0

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 16 is in 2024 met € 218,4 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 64,1 miljoen toegenomen. Dit komt met name door de overboekingen van IenW naar BZK (- € 226,6 miljoen) en doordat de middelen voor de TVOV in 2023 niet tot besteding zijn gekomen en worden doorgeschoven naar 2024 (€ 8,6 miljoen). Dit komt voort uit de systematiek van betalen middels voorschotten.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 OV en Spoor

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van OV en Spoor in 2024 met € 0,084 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2033 met € 117 miljoen verhoogd. Dit komt met name door een overboeking vanuit het MF ter dekking van de aanvraag concessiesubsidie NS als gevolg van de nieuwe HRN concessie (€ 13,0 miljoen structureel van 2025 t/m 2033).

Bijdrage aan medeoverheden

De verlaging van dit artikelonderdeel met € 224 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • Enkele overboekingen naar het Provinciefonds:

    • Voor de uitwerking van de eenmalige compenstatie in 2024 a.g.v. de motie Krul voor de herijking van het studentenreisproduct voor de regionale vervoerders (- € 84,7 miljoen);

    • met het oog op het programma op peil houden c.q. verbeteren van het OV worden extra middelen beschikbaar gesteld a.g.v. motie Bikker(- € 74,5 miljoen);

    • Ter voorkoming van tariefstijgingen in het regionaal OV zijn extra DU middelen beschikbaar gesteld a.g.v. motie Bikker (- € 67,4 miljoen).

2 Maatregelpakket OVS

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van maatregelen OV-sector in 2024 met € 8,4 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2026 met € 0,3 miljoen verlaagd. Dit komt met name doordat de middelen voor de TVOV die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen, worden doorgeschoven naar 2024. Dit komt voort uit de systematiek van betalen middels voorschotten.

Ontvangsten

Er zijn geen ontvangstenmutaties verwerkt in de Eerste suppletoire begroting op dit artikel.

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid art. 17 Luchtvaart (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

114.121

0

114.121

109.077

223.198

55.518

78.492

60.880

926

13.995

            
 

Uitgaven

62.788

0

62.788

36.538

99.326

58.606

58.145

39.758

49.226

59.761

            

17.1

Luchtvaart

62.788

0

62.788

36.538

99.326

58.606

58.145

39.758

49.226

59.761

 

Opdrachten

26.050

0

26.050

164

26.214

10.487

2.710

917

958

6.369

 

Geluidsisolatie Schiphol

0

0

0

131

131

0

0

0

0

0

 

Caribisch Nederland

467

0

467

‒ 75

392

‒ 399

0

0

0

465

 

NGF Project - Luchtvaart in Transitie

80

0

80

621

701

0

0

0

0

80

 

GIS-4 regeling

10.366

0

10.366

‒ 4.627

5.739

3.953

1.176

0

0

0

 

Programma Omgeving Luchthaven Schiphol

4.275

0

4.275

‒ 954

3.321

‒ 111

‒ 100

0

0

0

 

Luchtruim Regio Luchthaven

1.071

0

1.071

1.058

2.129

981

0

0

0

1.489

 

Luchtruimherziening

1.402

0

1.402

1.345

2.747

0

0

0

0

1.118

 

Overige opdrachten

8.389

0

8.389

2.665

11.054

6.063

1.634

917

958

3.217

 

Subsidies (regelingen)

34.270

0

34.270

34.336

68.606

48.031

55.479

38.838

48.265

51.481

 

Tarieven Bonaire

310

0

310

1.360

1.670

550

0

0

0

0

 

Omploegen graanresten

1.701

0

1.701

199

1.900

6.418

11.000

20.000

20.000

18.500

 

Klimaatbeleid

0

0

0

250

250

28

0

0

0

0

 

NGF-project Luchtvaart in transitie

30.405

0

30.405

32.095

62.500

35.935

35.507

5.378

14.800

21.300

 

Subsidie Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS)

1.205

0

1.205

0

1.205

0

0

0

0

269

 

Overige subsidies

649

0

649

432

1.081

5.100

8.972

13.460

13.465

11.412

 

Bijdrage aan agentschappen

627

0

627

1.092

1.719

‒ 126

‒ 84

3

3

56

 

Bijdrage aan agentschap RWS

473

0

473

‒ 16

457

‒ 297

‒ 244

3

3

56

 

Bijdrage aan agentschap KNMI

14

0

14

16

30

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschap RVO

0

0

0

636

636

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschap RIVM

140

0

140

191

331

171

160

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschap RWS (Caribisch Nederland)

0

0

0

265

265

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

80

80

0

0

0

0

0

 

Bijdrage Caribisch Nederland

0

0

0

80

80

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.626

0

1.626

41

1.667

20

0

0

0

1.625

 

ICAO (HGIS)

1.455

0

1.455

0

1.455

0

0

0

0

1.455

 

Overige bijdragen

171

0

171

41

212

20

0

0

0

170

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

215

0

215

825

1.040

194

40

0

0

230

 

Overige bijdragen

215

0

215

825

1.040

194

40

0

0

230

            
 

Ontvangsten

12.263

0

12.263

‒ 10.468

1.795

‒ 116

5.801

1.453

0

575

            
Tabel 13 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutaties 2025

Mutaties 2026

Mutaties 2027

Mutaties 2028

Verplichtingen

114.121

0

114.121

109.077

223.198

55.518

78.492

60.880

926

waarvan garantieverplichtingen

51.800

 

51.800

0

51.800

    

waarvan overige verplichtingen

62.321

0

62.321

109.077

171.398

55.518

78.492

60.880

926

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 17 is in 2024 met € 109,1 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 176,4 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:

2024:

  • Het verplichtingenbudget wordt met € 5,7 miljoen opgehoogd vanwege het toekennen van de eindejaarsmarge 2023.

2024 en verder:

  • Het verplichtingenbudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie is in 2024 met € 96,9 miljoen opgehoogd. Het verplichtingenbudget is opgehoogd met de verplichtingenruimte die in 2023 niet is ingezet (€ 36,1 miljoen) en aanvullende middelen vanuit het NGF (€ 73,3 miljoen). Daarnaast verschuift er verplichtingenruimte van 2024 (- € 12,5 miljoen) en 2029 (- € 20,3 miljoen) naar 2025 (€ 5,8 miljoen) en 2026 (€ 27 miljoen). Er is meer tijd nodig voor het opstellen van de subsidieregelingen en het doen van risicoanalyes dan voorheen gepland. Daarnaast verschuift er verplichtingenruimte vanuit 2029 naar eerdere jaren vanwege de actualisatie van de programmering.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Luchtvaart

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op artikel 17 in 2024 met € 0,2 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 15,5 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende aanpassingen:

2024 en verder:

  • Het opdrachtenbudget wordt in 2024 (€ 4,7 miljoen) en in 2025 (€ 4,3 miljoen) opgehoogd om de de wettelijke en overige beleidstaken uit te kunnen voeren. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.

  • Het budget voor de vierde gevelisolatieregeling (GIS-4) neemt in 2024 af met € 5,1 miljoen. Deze middelen worden doorgeschoven naar de jaren 2025 (€ 4 miljoen) en 2026 (€ 1,1 miljoen). Het beoordelen van de aanvragen neemt meer tijd in beslag dan voorheen gepland. Vandaar dat een deel van het budget naar achteren geschoven wordt.

  • Het opdrachtenbudget neemt in de jaren 2024 t/m 2029 met € 3,1 miljoen toe vanwege het toevoegen van de prijsbijstelling.

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op artikel 17 in 2024 met € 34,4 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 218 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties.

2024:

  • Het subsidiebudget voor de Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Maastricht en Rotterdam wordt verhoogd voor de versterking, professionalisering en opleiding van deelnemers van de overlegorganen bij de regionale burgerluchthavens van nationale betekenis. Het maximale bedrag per commissie bedraag € 77.500.

  • Het subsidiebudget voor Dutch Carribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) is verhoogd. Voor een deel van de kosten van de levering van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap. Het bedrag van € 400.000 is exclusief eventuele koersverschillen.

2024 en verder:

  • Het subsidiebudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie is voor de jaren 2024 t/m 2029 met in totaal € 121,4 miljoen opgehoogd.

    • Het subsidiebudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie is in 2024 met € 32,1 miljoen opgehoogd. Dit komt door het toevoegen van het budget dat in 2023 niet tot besteding is gekomen aan het budget voor 2024 (€ 48,1 miljoen) en het toekennen van voorheen voorwaardelijk toegekende middelen vanuit het NGF (€ 10 miljoen). Daarnaast neemt het budget in 2024 met € 26 miljoen af door een kasschuif waarmee subsidiebudget vanuit 2024 naar de jaren 2025 t/m 2027 verplaatst wordt. Dit heeft te maken met vertragingen. Er is meer tijd nodig voor het opstellen van de subsidieregelingen en het doen van risicoanalyes dan voorheen gepland.

    • Het subsidiebudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie is in de jaren 2025 t/m 2029 met € 89,3 miljoen opgehoogd. Dit komt door het toekennen van een deel van de middelen die vanuit het NGF voorwaardelijk aan het project waren toegekend (€ 63,3 miljoen). Daarnaast is € 26 miljoen vanuit 2024 naar de jaren 2025 t/m 2029 geschoven.

  • Het subsidiebudget wordt in 2024 (€ 1,3 miljoen) en in 2025 (€ 3,1 miljoen) opgehoogd. De programmabudgetten van Luchtvaart zijn niet toereikend om alle wettelijke en beleidstaken uit te kunnen voeren. Daarom is ervoor gekozen om de budgetten voor 2024 en 2025 op te hogen om knelpunten op de korte termijn op te kunnen lossen en de continuïteit van het beleidsterein te kunnen borgen. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.

2025 en verder:

  • Vanuit het Klimaatfonds wordt het subsidiebudget in de jaren 2025 t/m 2030 met € 150 miljoen opgehoogd. Aan artikel 17 wordt € 150 miljoen toegevoegd voor de volgende projecten:

    • Duurzame luchtvaartbrandstoffen (€ 60 miljoen): Het doel van dit project is het stimuleren van de opschaling van e-fuels, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de luchtvaart verder te verduurzamen.

    • Alcohol-to-jet (€ 90 miljoen): Het doel van dit project is het stimuleren van de opschaling van Alcohol-to-jet-brandstoffen (ATJ) op basis van laagwaardige reststromen, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de luchtvaart verder te verduurzamen.

Ontvangsten

Per saldo is het ontvangstenbudget op artikel 17 in 2024 met € 10,5 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 7,1 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door het aanpassen van de ontvangstenreeks voor GIS-4:

  • Het ontvangstenbudget is met € 3,9 miljoen verlaagd vanwege het verrekenen van het overschot aan middelen van de GIS-3 regeling met de kosten voor de GIS-4 regeling. Door de luchtvaartmaatschappijen is € 3,9 miljoen te veel betaald voor de GIS-3 regeling. In samenspraak met de luchtvaartmaatschappijen is ervoor gekozen om dit overschot te verrekenen met de kosten voor de GIS-4 regeling. Hierdoor betalen luchtvaartmaatschappijen minder voor de GIS-4 regeling. Daar wordt de ontvangstenreeks op aangepast.

  • De ontvangstenreeks voor GIS-4 is geactualiseerd naar aanleiding van de afspraken die met de luchtvaartmaatschappijen is gemaakt over het moment waarop de GIS-heffing betaald gaat worden. De GIS-4 regeling wordt gefinancierd door de luchtvaartmaatschappijen die gebruik maken van luchthaven Schiphol door middel van de GIS-heffing.

Wettelijke grondslag subsidieverlening

In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel:

  • is in regel NGF-project Luchtvaart in transitie een bedrag van € 22,2 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen.

    • Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 11,5 miljoen betrekking op een subsidie aan Stichting Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum ten behoeve van ondersteunend onderzoek.

    • Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 8,5 miljoen betrekking op een subsidie aan TU Delft ten behoeve van ondersteunend onderzoek.

    • Bovengenoemde subsidies maken onderdeel uit van het deelproject DASAL. Het deelproject DASAL ondersteunt het NGF-project Luchtvaart in Transitie door middel van analyse en monitoring van duurzaamheids-, economische en maatschappelijke effecten (impact) van innovaties in luchtvaarttechnologie, -operaties en -beleid.

  • is in de regel subsidies tarieven Bonaire een bedrag van € 0,4 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen.

    • Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 0,4 miljoen (exclusief eventuele koersverschillen, omdat de subsidie in US dollars wordt uitgekeerd) betrekking op een subsidie aan DC-ANSP voor het verlagen van luchtverkeersdienstverleningstarieven. Om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport te voorkomen, zal IenW een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) dekken via subsidiering. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap.

  • is in de regel overige subsidies een bedrag van € 0,65 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen.

    • Van dit bedrag heeft een bedrag van maximaal € 77.500 per commissie betrekking op een subsidie voor de Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Maastricht en Rotterdam.

Bovenstaande begrotingsvermeldingen voor Stichting Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum, TU Delft, De Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Maastricht en Rotterdam en Dutch Carribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverleningen als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid art. 18 Scheepvaart en Havens (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

303.462

0

303.462

61.363

364.825

19.224

19.038

38.033

43.293

60.910

            
 

Uitgaven

195.353

0

195.353

‒ 40.630

154.723

‒ 7.245

91.368

70.693

44.570

56.990

            

18.1

Scheepvaart en havens

195.353

0

195.353

‒ 40.630

154.723

‒ 7.245

91.368

70.693

44.570

56.990

 

Opdrachten

23.410

0

23.410

4.325

27.735

9.422

9.512

5.741

84

10.241

 

Topsector Logistiek

0

0

0

4.482

4.482

6.500

8.600

0

0

0

 

Caribisch Nederland

100

0

100

20

120

0

0

0

0

100

 

NGF Project - Digitale Infrastructuur Logistiek

14.500

0

14.500

‒ 1.124

13.376

398

‒ 448

5.920

0

0

 

KF - zero emissie

2.032

0

2.032

‒ 1.698

334

‒ 2.062

‒ 2.605

‒ 2.605

‒ 2.605

0

 

NGF Project - Maritiem Masterplan

142

0

142

‒ 140

2

‒ 143

‒ 150

0

30

0

 

Zeehavens

2.196

0

2.196

863

3.059

‒ 47

‒ 65

‒ 175

‒ 188

2.472

 

Zeevaart

2.798

0

2.798

‒ 1.544

1.254

‒ 673

‒ 714

‒ 764

‒ 1.216

862

 

Overige opdrachten

1.642

0

1.642

3.466

5.108

5.449

4.894

3.365

4.063

6.807

 

Subsidies (regelingen)

167.936

0

167.936

‒ 49.550

118.386

‒ 19.899

80.409

63.505

43.579

43.250

 

Topsector Logistiek

0

0

0

1.500

1.500

0

0

0

0

0

 

Walstroom

100.415

0

100.415

‒ 67.622

32.793

‒ 19.155

49.105

32.861

5.035

0

 

Innovatieve Duurzame Binnenvaart

13.330

0

13.330

12.124

25.454

9.725

11.750

11.750

11.750

2.000

 

NGF Project - Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch

25.100

0

25.100

5.700

30.800

0

0

0

0

0

 

NGF Project - Maritiem Masterplan

29.011

0

29.011

‒ 5.471

23.540

‒ 13.729

9.400

2.500

2.000

5.300

 

KF - zero emissie

0

0

0

0

0

550

1.000

1.000

1.000

0

 

Overige subsidies

80

0

80

4.219

4.299

2.710

9.154

15.394

23.794

35.950

 

Bijdrage aan agentschappen

2.256

0

2.256

4.410

6.666

3.201

1.416

1.416

876

2.165

 

Bijdrage aan agentschap RWS

1.818

0

1.818

1.588

3.406

1.400

615

615

75

1.314

 

NGF Project - Maritiem Masterplan RVO

438

0

438

203

641

200

0

0

0

0

 

Overige bijdragen

0

0

0

2.619

2.619

1.601

801

801

801

851

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.644

0

1.644

15

1.659

14

14

14

14

1.210

 

CCR/ IMO HGIS

1.141

0

1.141

14

1.155

14

14

14

14

1.155

 

Overige bijdragen

503

0

503

1

504

0

0

0

0

55

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

107

0

107

170

277

17

17

17

17

124

 

Overige

107

0

107

170

277

17

17

17

17

124

            
 

Ontvangsten

0

0

0

716

716

0

0

0

0

0

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 18 is in 2024 met € 61,4 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 124,7 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:

2024:

  • Het verplichtingenbudget neemt met € 5,7 miljoen toe door het toevoegen van de verplichtingenruimte voor het NGF-project Zero Emission Services dat in 2023 niet is ingezet.

2024 en verder:

  • Het verplichtingenbudget voor de Walstroomregeling neemt in 2024 met € 14,9 miljoen toe. Dit is deels (€ 8,3 miljoen) een gevolg van verplichtingruimte uit 2023 welke is opgevraagd bij VJN24 en ingezet zal worden op de uitbreiding van de stikstofregeling. Deels (€ 6,6 miljoen) betreft dit een schuif naar voren om de aangepaste planning met inzet op walstroom Rijksligplaatsen te kunnen realiseren.

2025:

  • Het verplichtingenbudget voor 2025 wordt met € 3,0 miljoen oppgehoogd voor een bijdrage aan de haven in Saba. De verplichtingenruimte stond voorheen begroot in 2023 maar is wegens vertraging bij de opbouw van de haven in Saba doorgeschoven naar 2025.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Scheepvaart en Havens

Opdrachten

Het kasbudget voor opdrachten is in 2024 met € 4,3 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 28,7 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2024:

  • Het opdrachtenbudget voor het NGF-project Digitale Infrastructuur Logistiek wordt met € 4,7 miljoen verhoogd. Dit zijn de middelen die in 2023 door vertraging van een aantal onderzoeksopdrachten niet tot besteding zijn gekomen.

2024 en verder:

  • Naar aanleiding van de verlenging van het programma Topsector Logistiek (TSL) wordt er € 19,3 miljoen overgeboekt vanuit het Mobiliteitsfonds naar de beleidsbegroting. De middelen voor de TSL staan gereserveerd op het Mobiliteitsfonds en worden overgeboekt naar de beleidsbegrotingsbegroting waar de uitgaven worden gedaan en verantwoord in de jaren 2024 t/m 2026.

  • Binnen het opdrachtenbudget voor het NGF-project Digitale Infrastructuur Logistiek schuiven er middelen vanuit de jaren 2024 (- € 5,9 miljoen) en 2026 (- € 0,4 miljoen) naar 2025 (€ 0,4 miljoen) en 2027 (€ 5,9 miljoen). De kasschuif is gedaan op basis van de geactualiseerde planning voor het project.

  • Aan het opdrachtenbudget wordt een bedrag van € 5,1 miljoen in de jaren 2024 t/m 2029 toegevoegd aan prijsbijstelling.

2025 en verder:

  • Het opdrachtenbudget wordt in de jaren 2025 t/m 2029 met in totaal € 11,9 miljoen verhoogd voor de uitgaven in het kader van CER/NIS2. De Critical Entities Resilience Directive (CER-richtlijn) en de Network and Information Security Directive (NIS2-richtlijn) zijn gericht op een versterking van de fysieke, digitale en economische weerbaarheid van Europese lidstaten. Het budget dat aan het opdrachtenbudget op artikel 18 wordt toegevoegd is voor het implementeren van de twee richtlijnen. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.

Subsidies

Het kasbudget voor subsidies is in 2024 met € 49,5 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 193,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de volgende mutatie:

2024:

  • Vanuit de Aanvullende Post bij het minsterie van Financïen worden stikstofmiddelen toegevoegd aan het subsidiebudget voor de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen (€ 8 miljoen). Het gaat om het laatste deel van de Hordijkgelden voor verduurzaming van de binnenvaart.

  • Het opdrachtenbudget voor het NGF-project Zero Emission Services (ZES) wordt met € 5,7 miljoen verhoogd. Dit zijn de middelen die in 2023 door vertraging bij het opstellen van de subsidieregeling niet tot besteding zijn gekomen.

  • Het subsidiebudget op artikel 18 wordt in 2024 opgehoogd met € 3,5 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds (€ 3 miljoen) en artikel 97 (€ 0,5 miljoen) voor een subsidiebijdrage aan de Koninklijke Nederlandse reddingsmaatschappij (KNRM).

2024 en verder:

  • Het kasritme voor de subsidie Walstroom is op basis van nieuwe prognoses aangepast. Aangezien de eerste voorschotten later zullen worden uitbetaald dan voorheen voorzien verschuift er € 86,6 miljoen uit de jaren 2024 en 2025 naar de jaren 2026 t/m 2028.

  • Door een kasschuif worden de middelen die in 2024 vanuit het NGF ontvangen zijn voor het NGF-project Maritiem Masterplan in het meest actuele ritme gezet. Hierbij schuiven er middelen vanuit 2024 en 2025 (- € 19,2 miljoen) naar de jaren 2026 t/m 2028 (€ 19,2 miljoen)

  • Vanuit de aanvullende post bij het ministerie van Financien wordt € 50 miljoen ontvangen voor schone motoren als aanvulling op de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen. De ontvangen middelen worden door een kasschuif verdeeld over de jaren en in een realistisch kasritme gezet. Hierbij verschuift € 4 miljoen vanuit 2025 naar 2024 en € 36 miljoen vanuit 2025 naar de jaren 2026 t/m 2028 (€ 12 miljoen per jaar).

  • Daarnaast wordt vanuit de aanvullende post € 3,3 miljoen ontvangen voor de verduurzaming van zeevaart. Met deze middelen zullen voorbereidende werkzaamheden worden verricht voor 3 pilots voor de verduurzaming van de zeevaart.

2025:

  • Vanuit de aanvullende post bij het ministerie van Financien wordt budget ontvangen voor de stikstofopgave waarbij € 50 miljoen wordt ontvangen voor schone motoren als aanvulling op de subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen. Daarnaast wordt € 3,3 miljoen aan het subsidiebudget toegevoegd voor 3 pilots ten aanzien van verduurzaming van de zeevaart.

2025 en verder:

  • Voor de verduurzaming van de zeevaart wordt in de jaren 2025 t/m 2029 € 109,6 miljoen aan het subsidiebudget toegevoegd vanuit het Klimaatfonds. Deze middelen worden ingezet voor duurzame en energiebesparende aandrijftechnieken bij zeeschepen.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.7 Artikel 19 Internationaal Beleid

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid art. 19 Internationaal Beleid (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

10.370

0

10.370

342

10.712

1.272

1.278

1.274

1.260

11.124

            
 

Uitgaven

10.479

0

10.479

601

11.080

1.272

1.278

1.274

1.260

10.514

            

19.2

Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

10.479

0

10.479

601

11.080

1.272

1.278

1.274

1.260

10.514

 

Opdrachten

3.923

0

3.923

‒ 409

3.514

517

858

854

850

5.609

 

Uitvoering internationaal HGIS

1.358

0

1.358

‒ 300

1.058

0

0

0

0

2.150

 

Uitvoering niet-HGIS

1.249

0

1.249

165

1.414

479

814

813

809

2.044

 

Overige opdrachten

1.316

0

1.316

‒ 274

1.042

38

44

41

41

1.415

 

Subsidies (regelingen)

1.692

0

1.692

73

1.765

335

0

0

0

0

 

Interreg

1.622

0

1.622

‒ 262

1.360

0

0

0

0

0

 

Overige subsidies

70

0

70

335

405

335

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

2.520

0

2.520

637

3.157

420

420

420

410

2.761

 

Bijdrage aan RWS

421

0

421

112

533

25

25

25

15

267

 

Bijdrage aan RVO

2.099

0

2.099

220

2.319

395

395

395

395

2.494

 

Bijdrage aan RIVM

0

0

0

305

305

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

2.344

0

2.344

300

2.644

0

0

0

0

2.144

 

Bijdrage HGIS

2.144

0

2.144

300

2.444

0

0

0

0

2.144

 

Bijdrage niet-HGIS

200

0

200

0

200

0

0

0

0

0

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 19 opgehoogd met cumulatief € 6,3 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt met name door de volgende mutaties:

2025 en verder:

  • Een verhoging van de uitgaven van cumulatief € 5,4 miljoen voor het programma Ruimtevaart. Om aan de Europese verplichtingen te voldoen moet een Competent PRS Authority (CPA) worden ingericht. Daarnaast is er een hogere gebruiksvergoeding van het Galileo Sensor Station op Bonarie voor de periode 2025-2044 door een stijging in de grondstofprijzen en kosten van de materialen.

  • De resterende € 0,9 cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Uitgaven

De uitgavenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Wettelijke grondslag subsidieverlening

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 0,670 miljoen aan subsidieverplichtingen voor de jaren 2024 en 2025 opgenomen. Dit bedrag (€ 0,335 miljoen per jaar) heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan de Urban Futures Studio van de Universiteit Utrecht met als doel een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de stedelijke ontwikkeling in Afrika. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid art. 20 Lucht en Geluid (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

56.708

0

56.708

10.594

67.302

3.551

3.141

3.115

3.100

59.688

            
 

Uitgaven

59.400

0

59.400

8.812

68.212

3.551

3.141

3.115

3.100

59.688

            

20.1

Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder

59.400

0

59.400

8.812

68.212

3.551

3.141

3.115

3.100

59.688

 

Opdrachten

11.835

0

11.835

4.946

16.781

398

301

276

261

9.066

 

Geluid- en luchtsanering

6.603

0

6.603

751

7.354

202

148

123

108

3.681

 

Waarvan RWS

3.605

0

3.605

‒ 1.513

2.092

‒ 1.145

‒ 1.188

‒ 1.188

‒ 1.188

917

 

Waarvan RIVM

1.617

0

1.617

4.841

6.458

91

91

91

91

3.208

 

Overige opdrachten

10

0

10

867

877

1.250

1.250

1.250

1.250

1.260

 

Bijdrage aan agentschappen

16.528

0

16.528

2.722

19.250

4.947

7.145

7.161

7.172

21.795

 

Bijdrage aan agentschap RWS

3.128

0

3.128

567

3.695

190

189

189

190

3.317

 

Bijdrage aan agentschap KNMI

11

0

11

4

15

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschap RVO

620

0

620

321

941

37

37

37

37

657

 

Bijdrage aan agentschap RIVM

12.769

0

12.769

1.830

14.599

4.720

6.919

6.935

6.945

17.821

 

Bijdrage aan medeoverheden

30.574

0

30.574

1.131

31.705

‒ 1.807

‒ 4.319

‒ 4.336

‒ 4.347

28.349

 

Uitvoering geluidsanering

25.574

0

25.574

‒ 104

25.470

‒ 1.982

‒ 4.319

‒ 4.336

‒ 4.347

28.349

 

Programma NSL

5.000

0

5.000

1.235

6.235

175

0

0

0

0

 

Bekostiging

463

0

463

13

476

13

14

14

14

478

 

Overige bekostiging

463

0

463

13

476

13

14

14

14

478

            
 

Ontvangsten

0

0

0

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 20 opgehoogd met € 10,6 miljoen in 2024 en cumulatief € 16,0 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt onder andere door een eenzijdige ophoging van het verplichtingenbudget van € 1,8 miljoen voor de uitvoeringskosten van de subsidieregeling Sanering verkeerslawaai onder de Omgevingswet.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgaven.

Uitgaven

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is in 2024 met € 4,9 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024:

  • Een overboeking van €2,1 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds voor de opdracht aan RIVM voor het Schone Lucht Akkoord (SLA). Het gaat hier om een reservering in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) die nu wordt aangesproken.

  • Een overboeking van € 1,5 miljoen van artikel 21 voor de opdracht aan RIVM. Als gevolg van de stijgende tarieven en borging van taken is extra financiering benodigd met betrekking tot het programma Duurzame Leefomgeving.

  • Een ophoging van het uitgavenbudget met € 1,0 miljoen vanwege lagere werkelijke kosten dan de voorschotten van het Bureau Sanering Verkeerslawaai ( BSV) voor de afwikkeling van verleende subsidies inzake de regeling sanering verkeerslawaai. De ophoging voor de daaropvolgende jaren wordt onder Bijdragen aan agentschappen geboekt.

  • De resterende € 0,3 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Bijdragen aan agentschappen

De Bijdragen aan agentschappen zijn toegenomen met € 2,7 miljoen in 2024 en cumulatief € 33,6 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt veroorzaakt door:

2024:

  • Een overboeking van € 1,1 miljoen van het Mobiliteitsfonds voor de Specifieke uitkeringen in het kader van Schone Lucht Akkoord (SPUK-SLA). De benodigde middelen worden jaarlijks naar behoefte overgeboekt voor de afwikkeling van de SPUKS die zijn toegekend in 2021, 2022 en 2023 en de opdracht aan het RIVM.

2025 t/m 2029:

  • Een ophoging van het uitgavenbudget van cumulatief € 5,0 miljoen over de periode 2025 t/m 2029 vanwege lagere werkelijke kosten dan de voorschotten van het Bureau Sanering Verkeerslawaai ( BSV) voor de afwikkeling van verleende subsidies inzake de regeling sanering verkeerslawaai.

2024 en verder:

  • Een herschikking van € 1,3 miljoen in 2024 en cumulatief € 24,1 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 ter dekking van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden voor een duurzame leefomgeving. Als gevolg van de stijgende tarieven en wettelijke basistaken is extra financiering benodigd. Dekking t/m 2029 komt vanuit het programma Geluidsanering.

  • De resterende € 0,3 miljoen in 2024 en cumulatief € 4,5 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Bijdragen aan medeoverheden

De Bijdragen aan medeoverheden zijn toegenomen met € 1,1 miljoen in 2024 en cumulatief afgenomen met € 19,2 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt veroorzaakt door:

2024:

  • Ontvangen eindejaarsmarge en loonbijstelling van € 1,5 miljoen.

2024 en verder:

  • Een herschikking binnen artikel 20 van ‒ € 1,3 miljoen in 2024 en cumulatief ‒ € 24,1 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 ter dekking van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden voor een duurzame leefomgeving.

  • Ontvangst van de prijsbijstelling van € 0,9 miljoen in 2024 en cumulatief € 4,9 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.9 Artikel 21 Circulaire Economie

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid art. 21 Circulaire Economie (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

81.984

0

81.984

40.305

122.289

62.291

‒ 7.070

‒ 9.582

2.793

64.419

            
 

Uitgaven

82.391

0

82.391

1.415

83.806

19.149

27.668

23.186

11.246

64.954

            

21.5

Duurzaam Productketens

82.391

0

82.391

1.415

83.806

19.149

27.668

23.186

11.246

64.954

 

Opdrachten

36.167

0

36.167

‒ 13.261

22.906

‒ 12.236

5.074

14.075

4.263

24.044

 

Uitvoering Duurzame productketens

11.726

0

11.726

219

11.945

‒ 2.291

‒ 563

1.454

521

7.549

 

KF - Circulair doen en gedrag

2.200

0

2.200

‒ 289

1.911

‒ 1.417

‒ 2.594

‒ 2.594

‒ 3.258

2.792

 

KF - Plastics norm

13.070

0

13.070

‒ 11.768

1.302

‒ 11.205

4.177

14.970

6.755

6.755

 

KF - Biobased bouwen

1.600

0

1.600

‒ 1.436

164

2.664

3.859

0

0

0

 

Overige opdrachten

7.571

0

7.571

13

7.584

13

195

245

245

6.948

 

Subsidies (regelingen)

20.865

0

20.865

12.467

33.332

24.162

18.414

5.084

2.674

14.246

 

Subsidies duurzame productketens

18.865

0

18.865

2.180

21.045

721

531

552

269

7.972

 

KF - DEI + CE

2.000

0

2.000

‒ 1.140

860

‒ 959

‒ 762

‒ 732

‒ 895

3.024

 

KF - circulair doen en gedrag

0

0

0

220

220

1.380

2.610

2.610

3.300

3.250

 

KF - Plastics norm

0

0

0

11.207

11.207

23.020

16.035

2.654

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

23.847

0

23.847

909

24.756

4.121

4.121

3.968

4.250

26.097

 

Bijdrage aan RWS

10.773

0

10.773

1.180

11.953

1.831

1.831

1.831

1.831

12.604

 

Bijdrage aan RVO

11.905

0

11.905

‒ 3

11.902

2.502

2.502

2.349

2.631

12.536

 

Bijdrage aan RIVM

1.169

0

1.169

‒ 268

901

‒ 212

‒ 212

‒ 212

‒ 212

957

 

Bijdrage aan medeoverheden

1.005

0

1.005

1.230

2.235

3.042

0

0

0

0

 

Caribisch Nederland afvalbeheer

1.005

0

1.005

1.230

2.235

3.042

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

50

0

50

11

61

1

1

1

1

51

 

Overige bijdragen

50

0

50

11

61

1

1

1

1

51

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

457

0

457

59

516

59

58

58

58

516

 

Overige bijdragen

457

0

457

59

516

59

58

58

58

516

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 21 is in 2024 met € 40,3 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 53,5 miljoen afgenomen. Dit wordt met name verklaard door:

2024 t/m 2027:

  • Een verplichtingenschuif waarbij € 38,0 miljoen naar voren wordt geschoven naar 2024 vanuit de drie daaropvolgende jaren. Dit is voor de subsidieregeling DEI+Circulaire Economie. In het voorjaar van 2024 wordt de eerste subsidieregeling opengezet en in het najaar van 2024 volgt de tweede tranche via de openstelling van de DEI regeling van EZK. De tranches bedragen beiden € 20,0 miljoen.

2025:

  • Een overboeking vanuit het Klimaatfonds voor de plastic norm en uitvoeringskosten ten behoeve van maatwerkafspraken afvalverbrandingsinstallaties. Hiervoor wordt € 60,0 miljoen aan verplichtingen aangegaan. De uitgaven vinden plaats in de periode 2025 t/m 2029.

De resterende bedragen worden verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

5 Duurzame productieketens

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is afgenomen met € 13,3 miljoen in 2024 en € 12,2 miljoen in 2025. In de periode 2026 t/m 2029 is het opdrachtenbudget cumulatief met € 24,7 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024:

  • € 1,1 miljoen aan eindejaarsmarge en € 1,5 miljoen aan loonbijstelling.

  • Een overboeking van ‒ € 1,5 miljoen naar artikel 20 voor de opdracht aan RIVM. Als gevolg van de stijgende tarieven en borging van taken is extra financiering benodigd met betrekking tot het programma Duurzame Leefomgeving.

  • Een overheveling naar BZK van ‒ € 1,4 miljoen voor de Nationale Aanpak Biobased Bouwen. Hiervoor worden gelden overgeheveld vanuit het beschikbaar gestelde budget uit het Klimaatfonds.

  • Een overboeking naar artikel 21 van € 1,0 miljoen voor opdrachtverlening aan het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) voor normontwikkeling op het terrein van transportleidingen.

2024 en 2025:

  • Daarnaast worden binnen de HXII begroting middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het budget voor de circulaire ketenprojecten. Op basis van een geactualiseerde prognose van RVO is het beschikbare budget in 2024 met € 2,3 miljoen en in 2025 met € 2,2 miljoen verlaagd. Zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.

2025 en 2026:

  • Een overboeking van € 2,8 miljoen in 2025 en € 3,9 miljoen in 2026 vanuit het Klimaatfonds voor innovatieregelingen en het begeleiden van inkoopprocessen door opdrachtgevers op het terrein van biobased bouwen.

2025 t/m 2029

  • De € 60,0 miljoen aan middelen vanuit het Klimaatfonds voor de plastic Hub en uitvoeringskosten ten behoeve van maatwerkafspraken afvalverbrandingsinstallaties. Er wordt in 2025 € 12,0 miljoen uitgegeven en in de daaropvolgende jaren wordt € 21,0 miljoen, € 18,0 miljoen, € 6,0 miljoen en € 3,0 miljoen uitgegeven.

2024 en verder:

  • Een herschikking binnen artikel 21 van ‒ € 11,2 miljoen in 2024 en cumulatief ‒ € 41,7 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. De uit het Klimaatfonds verkregen middelen omtrent de plastics norm worden ingezet als subsidies in plaats van opdrachten. Dit is voor de subsidieregeling platic hub waarbij omgeschakeld wordt van primair fossiel plastic naar plasticrecyclaat en biogebaseerd plastic.

  • Een herschikking binnen artikel 21 van ‒ € 0,2 miljoen in 2024 en cumulatief ‒ € 13,2 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. De uit het Klimaatfonds verkregen middelen omtrent circulair doen en gedrag worden herschikt naar het instrument subsidies. Dit is voor een onderwijssubsidie en een aantal incidentele subsidies omtrent on the job training.

  • Een herschikking van € 2,1 miljoen in 2024 en cumulatief € 1,3 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 voor de door RVO uit te voeren werkzaamheden in het kader van de subsidieregeling Recycling en levensduurverlenging. Doordat de uitvoeringskosten van maatregelen uit het Klimaatfonds daaruit gedekt worden, worden middelen overgeheveld naar het opdrachtenbudget.

  • Een overboeking van ‒ € 1,3 miljoen in 2024 en ‒ € 6,0 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 naar art. 98. Dit is voor de uitvoering van diverse klimaatmaatregelen in het kader van de nationale klimaatopgave van 55% CO2- reductie in 2030 en de versnelling van de transitie naar circulaire plasticketens. Het gaat hierbij om middelen die eerder zijn ontvangen vanuit het Klimaatfonds tot en met 2030.

  • Een herschikking voor de opdrachtverlening aan RWS van structureel ‒ € 1,2 miljoen in 2024. Dit is voor ondersteuning van de ontwikkeling van een strategische aanpak voor Circulaire Economie (CE) op regionale schaal.

  • Een overboeking vanuit het Klimaatfonds van € 0,3 miljoen in 2024 en cumulatief € 9,3 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 voor de uitvoeringskosten bijmenging plastic.

  • Toevoegen van € 1,1 miljoen in 2024 en cumulatief € 5,0 miljoen over de periode 2025 t/m 2029 aan prijsbijstelling.

  • De resterende ‒ € 0,6 miljoen in 2024 en cumulatief € 5,0 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Subsidies

Het subsidiebudget is in 2024 met € 12,5 miljoen toegenomen en cumulatief € 52,8 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024 en verder:

  • Een herschikking binnen artikel 21 van € 11,2 miljoen in 2024 en cumulatief € 41,7 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. De uit het Klimaatfonds verkregen middelen omtrent de plastics norm worden ingezet als subsidies in plaats van opdrachten. De toelichting hiervoor wordt onder het instrument opdrachten gegeven.

  • Ontvangst van de Eindejaarsmarge en prijsbijstelling van € 1,1 miljoen in 2024 en cumulatief € 3,9 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.

  • De resterende ‒ € 0,2 miljoen in 2024 en cumulatief € 7,2 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Bijdragen aan medeoverheden

De Bijdragen aan medeoverheden zijn toegenomen met € 1,2 miljoen in 2024 en € 3,0 miljoen in 2025. Dit wordt veroorzaakt door:

2024:

  • Een overboeking van LNV van € 4,2 miljoen voor het Afvalbeheer op de BES eilanden. Het gaat hier om extra coalitieakkoordmiddelen die zijn toegekend voor de uitvoering van de eerste fase (tot 2025) van het Natuur en milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030.

  • Een kasschuif van 2024 naar 2025 van € 3,0 miljoen voor het programma Afvalbeheer op Caribisch Nederland (CN). Als gevolg van achterblijvende capaciteit op de eilanden is de verwachting dat de beoogde projecten later starten dan voorzien.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Wettelijke grondslag subsidieverlening

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 1,1 miljoen aan subsidieverplichtingen voor de jaren 2024 en 2025 opgenomen. Dit bedrag (€0,55 miljoen per jaar) heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan Stichting Het Groene Brein voor het Versnellingshuis Nederland Circulair! in samenwerking met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) Nederland.

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 1,8 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan Stichting Milieu Centraal voor het uitvoeren van de basisactiviteiten gericht op de kerntaak van consumentenvoorlichting en het zijn van een onafhankelijke vraagbaak voor consumenten en media op verschillende duurzaamheidsthema’s, zoals circulaire economie, omgevingsveiligheid, het voorkomen van milieurisico's, klimaatadaptatie en duurzame mobiliteit. Milieu Centraal dient hiervoor een gefundeerde kennisbasis op te bouwen, deze te ontsluiten en te onderhouden.

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 2,1 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan Stichting Milieu Centraal voor nadere focusactiviteiten gericht op consumentenvoorlichting, zoals circulaire leefstijl, groene tuinen, houtstook, biociden en gewasberschermingsmiddelen, elektrisch vervoer, asbestdaken en andere toepassingen.

Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid art. 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

76.752

0

76.752

174.543

251.295

3.190

1.179

1.147

1.130

99.915

            
 

Uitgaven

86.362

0

86.362

‒ 8.637

77.725

3.190

1.179

1.147

1.130

99.600

            

22.1

Veiligheid chemische stoffen

24.072

0

24.072

4.661

28.733

‒ 6.922

‒ 6.611

‒ 7.882

‒ 7.896

15.843

 

Opdrachten

6.922

0

6.922

2.234

9.156

3.293

3.604

2.333

2.319

9.004

 

KF: NVS

0

0

0

897

897

700

500

250

250

250

 

Waarvan RWS

1.841

0

1.841

776

2.617

775

775

775

775

2.622

 

Waarvan RIVM

1.080

0

1.080

592

1.672

1.944

1.945

1.945

1.945

3.026

 

Uitvoering Veiligheid

1.215

0

1.215

‒ 501

714

‒ 429

‒ 430

‒ 453

‒ 467

184

 

Uitvoering stoffen en Milieu & Gezondheid

1.234

0

1.234

181

1.415

220

731

‒ 267

‒ 267

1.285

 

Overige opdrachten

1.552

0

1.552

289

1.841

83

83

83

83

1.637

 

Subsidies (regelingen)

0

0

0

143

143

0

0

0

0

0

 

Overige subsidies

0

0

0

143

143

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

16.069

0

16.069

1.338

17.407

‒ 10.280

‒ 10.280

‒ 10.280

‒ 10.280

5.693

 

Bijdrage aan RWS

2.869

0

2.869

‒ 756

2.113

‒ 756

‒ 756

‒ 756

‒ 756

2.113

 

Bijdrage aan RIVM

12.856

0

12.856

2.097

14.953

‒ 9.539

‒ 9.539

‒ 9.539

‒ 9.539

3.319

 

Overige bijdragen

344

0

344

‒ 3

341

15

15

15

15

261

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

600

600

0

0

0

0

0

 

Overig

0

0

0

600

600

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.081

0

1.081

346

1.427

65

65

65

65

1.146

 

Bijdrage aan CTGB

1.081

0

1.081

296

1.377

65

65

65

65

1.146

 

Overige Bijdragen

0

0

0

50

50

0

0

0

0

0

22.2

Veiligheid biotechnologie

6.155

0

6.155

‒ 369

5.786

137

138

138

138

6.302

 

Opdrachten

1.171

0

1.171

303

1.474

‒ 28

‒ 27

‒ 27

‒ 27

1.152

 

Uitvoering veiligheid GGO

1.111

0

1.111

‒ 70

1.041

30

31

31

31

1.150

 

Overige opdrachten

60

0

60

373

433

‒ 58

‒ 58

‒ 58

‒ 58

2

 

Bijdrage aan agentschappen

4.984

0

4.984

‒ 672

4.312

165

165

165

165

5.150

 

Bijdrage aan agentschap RIVM

3.284

0

3.284

‒ 875

2.409

62

62

62

62

3.347

 

Bijdrage aan Cogem

1.700

0

1.700

203

1.903

103

103

103

103

1.803

22.3

Veiligheid bedrijven en transport

56.135

0

56.135

‒ 12.929

43.206

9.975

7.652

8.891

8.888

77.455

 

Opdrachten

37.415

0

37.415

‒ 15.888

21.527

525

‒ 1.669

‒ 430

‒ 506

54.075

 

Omgevingsveiligheid

7.618

0

7.618

‒ 3.499

4.119

‒ 2.405

‒ 2.490

‒ 2.487

‒ 2.487

13.613

 

Asbest

5.321

0

5.321

‒ 3.916

1.405

‒ 2.704

‒ 4.356

‒ 3.020

‒ 3.096

13.556

 

Waarvan RWS

1.352

0

1.352

1.889

3.241

1.888

1.888

1.888

1.888

3.244

 

VTH

20.504

0

20.504

‒ 11.331

9.173

564

593

493

493

17.401

 

Overige opdrachten

2.620

0

2.620

969

3.589

3.182

2.696

2.696

2.696

6.261

 

Subsidies (regelingen)

7.575

0

7.575

638

8.213

215

85

85

158

2.991

 

inricht & transp

7.001

0

7.001

204

7.205

198

68

68

68

2.399

 

regeling vuurwerkverbod

0

0

0

260

260

0

0

0

0

0

 

Overige subsidies

574

0

574

174

748

17

17

17

90

592

 

Bijdrage aan agentschappen

6.639

0

6.639

2.596

9.235

9.180

9.180

9.180

9.180

15.820

 

Bijdrage aan RWS

4.151

0

4.151

1.136

5.287

1.079

1.079

1.079

1.079

5.230

 

Bijdrage aan RVO

406

0

406

‒ 30

376

‒ 30

‒ 30

‒ 30

‒ 30

376

 

Bijdrage aan RIVM

2.082

0

2.082

1.490

3.572

8.131

8.131

8.131

8.131

10.214

 

Bijdrage aan medeoverheden

300

0

300

29

329

‒ 141

‒ 141

‒ 141

‒ 141

159

 

Bijdrage Caribisch Nederland

300

0

300

‒ 291

9

‒ 141

‒ 141

‒ 141

159

159

 

Overige bijdragen

0

0

0

320

320

0

0

0

‒ 300

0

 

Inkomensoverdrachten

4.206

0

4.206

‒ 304

3.902

196

197

197

197

4.410

 

Inkomensoverdrachten mesothelioom

4.206

0

4.206

‒ 304

3.902

196

197

197

197

4.410

            
 

Ontvangsten

250

0

250

0

250

0

0

0

0

250

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 22 met € 174,5 miljoen verhoogd in 2024 en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 9,5 miljoen. Dit komt met name door de volgende mutaties:

2024:

  • Een verhoging van het verplichtingenbudget met € 185,0 miljoen voor de overname van de Kerncentrale Dodewaard (KCD) door de Staat. Het kabinet heeft besloten om de aandelen van de NV Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale Nederland (GKN), de vergunninghouder van de kerncentrale Dodenwaard, over te nemen en via het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onder te brengen bij de NV Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA is een 100% staatsdeelneming). Bovenop de reeds op de Aanvullende Post bij Financiën gereserveerde € 40,0 miljoen heeft het kabinet € 145,0 miljoen extra vrijgemaakt voor een overeenkomst met GKN om de meerkosten rondom de beheer- en ontmantelingsfase te betalen.

  • Een verplichtingenschuif van ‒ € 2,0 miljoen om de subsidie safety deal 2024 aan RVO te kunnen verstrekken.

De resterende bedragen worden verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Veiligheid chemische stoffen

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is in 2024 met € 2,2 miljoen toegenomen en cumulatief € 13,9 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024:

  • Een herschikking binnen artikel 22 van € 0,7 miljoen voor opdrachten voor zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Het is voor een bijdrage aan college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De opdrachten zijn normstelling ZZS en persistente stoffen en kennis in de keten biociden.

2024 en verder:

  • Een herschikking binnen artikel 22 van € 1,0 miljoen in 2024 en daaropvolgend structureel € 2,4 miljoen voor de opdracht aan RIVM en RWS. Dit betreft de programmakosten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, veiligheid stoffen en onderzoeken IJmond.

  • Een overboeking van het Klimaatfonds van € 0,6 miljoen in 2024 en cumulatief € 2,0 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit is voor het programma nucleaire veiligheid. Het gaat hier om middelen uit het Klimaatfonds voor de periode 2024-2030.

  • De resterende bedragen worden verklaard door diverse kleine mutaties.

Bijdragen aan agentschappen

Het uitgavenbudget voor bijdrage aan agentschappen is in 2024 met € 1,3 miljoen toegenomen en in de daaropvolgende jaren jaarlijks met € 10,3 miljoen afgenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024 en verder:

  • Een herschikking binnen artikel 22 van € 1,3 miljoen in 2024 en daaropvolgend structureel ‒ €10,3 miljoen voor de opdracht aan RIVM en RWS. Dit is voor de programmakosten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, veiligheid stoffen en onderzoeken IJmond.

  • Een herschikking binnen artikel 22 van structureel € 0,9 miljoen voor de opdracht aan RWS voor inwerkingtreding Omgevingswet.

  • Ontvangst van de loonbijstelling van structureel € 1,0 miljoen.

3 Veiligheid bedrijven en transport

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is in 2024 met € 15,9 miljoen afgenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024:

  • Binnen de HXII begroting worden middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het budget voor het Vergunningstelsel Toezicht en Handhaving (VTH) programma (€ 7,6 miljoen) en het pogramma omgevingsveiligheid (€ 0,4 miljoen). Zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.

  • Een bedrag van € 3,8 miljoen is ingezet voor het aangaan en verlengen van inhuur voor VTH.

  • Een herschikking binnen artikel 22 van ‒ € 3,0 miljoen voor de opdracht aan RIVM en RWS. Dit is voor de programmakosten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, veiligheid stoffen en onderzoeken IJmond.

  • Een overboeking naar artikel 21 van ‒ € 1,0 miljoen voor opdrachtverlening aan het Nederlands Normalisatie Instituut NNI voor normontwikkeling op het terrein van transportleidingen.

  • De resterende ‒ € 0,5 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Bijdragen aan agentschappen

Het uitgavenbudget voor bijdrage aan agentschappen is in 2024 met € 2,6 miljoen en daaropvolgend structureel met € 9,2 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024 en verder:

  • Een herschikking binnen artikel 22 van € 1,4 miljoen in 2024 en daaropvolgend structureel € 8,0 miljoen voor de opdracht aan RIVM en RWS. Dit is voor de programmakosten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, veiligheid stoffen en onderzoeken IJmond.

  • Een herschikking binnen artikel 22 van structureel € 0,7 miljoen voor de opdracht aan RWS voor inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  • Ontvangst van de loonbijstelling van structureel € 0,4 miljoen.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer)

.

3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid art. 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

64.512

0

64.512

6.998

71.510

10.501

16.301

12.948

7.401

63.635

            
 

Uitgaven

66.002

0

66.002

6.948

72.950

10.451

15.751

12.398

6.851

64.298

            

23.1

Meteorologie en seismologie

51.146

0

51.146

3.607

54.753

2.977

3.672

3.454

3.834

47.957

 

Bijdrage aan agentschappen

47.059

0

47.059

3.128

50.187

2.759

2.780

2.720

2.709

43.398

 

Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI

47.059

0

47.059

3.128

50.187

2.759

2.780

2.720

2.709

43.398

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

4.087

0

4.087

479

4.566

218

892

734

1.125

4.559

 

Contributie WMO (HGIS)

905

0

905

173

1.078

0

0

0

0

905

 

Contributie ECMWF (HGIS)

3.147

0

3.147

295

3.442

218

892

734

1.125

3.619

 

Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

35

0

35

11

46

0

0

0

0

35

23.2

Aardobservatie

14.856

0

14.856

3.341

18.197

7.474

12.079

8.944

3.017

16.341

 

Bijdrage aan agentschappen

14.856

0

14.856

3.341

18.197

7.474

12.079

8.944

3.017

16.341

 

KNMI: Bijdrage voor Aardobservatie

14.856

0

14.856

3.341

18.197

7.474

12.079

8.944

3.017

16.341

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

De verplichtingen op artikel 23 nemen in 2024 toe met € 7,0 miljoen, en cumulatief met € 52,0 miljoen in de periode 2025-2029. Voor het overgrote deel hangt dit samen met de toename in kasbudget zoals hieronder toegelicht. Voor het overige betreft het een ophoging van het verplichtingenbudget op het artikel meteorologie en seismologie om het verplichtingenbudget gelijk te maken aan kasbudget, voor agentschapsbijdragen is dit een vereiste (€ 0,55 miljoen vanaf 2025).

Uitgaven

1 Meteorologie en seismologie

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen in 2024 toegenomen met € 3,1 miljoen, en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 13,7 miljoen.

De toename in 2024 wordt met name verklaard door de toedeling van de ontvangen loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 2,0 miljoen), aanvullende middelen voor de ontwikkeling en het onderhouden, beheren en up-to-date houden van een robuuste (efficiënter en veiliger) open data dienstverlening door het KNMI (€ 0,6 miljoen) en enkele kleinere mutaties die bij elkaar optellen tot €0,5 miljoen. Deze mutaties zijn structureel en verklaren daarmee ook de cumulatieve toename in het kasbudget voor de periode 2025-2029.

2 Aardobservatie

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen 2024 met € 3,3 miljoen toegenomen, en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 34,5 miljoen.

De toename wordt met name verklaard door aanvullend budget om de jaarlijkse contributies aan EUMETSAT te kunnen voldoen (€ 3,2 miljoen in 2024, cumulatief € 30,2 miljoen in de jaren 2025 t/m 2029). Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties. Voor het overige betreft het de toedeling van de prijsbijstelling (0,4 miljoen in 2024 en €1,8 miljoen in de jaren erna).

Ontvangsten

Op dit artikel worden geen ontvangsten geboekt.

3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid art. 24 Inspectie Leefomgeving en Transport (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

203.031

0

203.031

9.591

212.622

16.892

15.110

14.233

14.409

206.526

            
 

Uitgaven

203.031

0

203.031

16.591

219.622

16.892

15.110

14.233

14.409

206.526

            

24.1

Personele uitgaven

181.399

0

181.399

15.166

196.565

16.249

14.562

13.788

14.285

200.980

 

Personele uitgaven

181.399

0

181.399

15.166

196.565

16.249

14.562

13.788

14.285

200.980

 

Eigen personeel

157.393

0

157.393

13.006

170.399

12.325

12.362

12.188

12.685

163.715

 

Externe Inhuur

24.006

0

24.006

2.160

26.166

3.924

2.200

1.600

1.600

37.265

24.2

Materiële uitgaven

21.632

0

21.632

1.425

23.057

643

548

445

124

5.546

 

Materiële uitgaven

21.632

0

21.632

1.425

23.057

643

548

445

124

5.546

 

ICT

246

0

246

0

246

0

0

0

0

138

 

Bijdragen aan SSOs

56

0

56

10.000

10.056

0

0

0

0

0

 

overige materiele uitgaven

21.330

0

21.330

‒ 8.575

12.755

643

548

445

124

5.408

            
 

Ontvangsten

14.948

0

14.948

0

14.948

0

0

0

0

14.948

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Per saldo is het verplichtingenbudget met € 9,6 miljoen verhoogd in 2024 en cumulatief met € 75,0 miljoen) Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Daarnaast heeft eind 2023 een verplichtingenschuif plaatsgevonden om contracten met externe inzet en licenties te verlengen voor 2024 om te borgen dat specifieke kennis bij de ILT beschikbaar blijft en werkzaamheden niet vertragen. Het verplichtingenkader is eind 2023 verhoogd met € 7,0 miljoen euro, wat leidt tot een verlaging in het verplichtingenkader 2024 van € 7,0 miljoen euro.

Uitgaven

1 Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven is verhoogd met € 16,6 miljoen en cumulatief € 73,2 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt verklaard door de volgende mutaties:

2023 t/m 2029:

  • Een bijdrage voor de Looncompensatie van € 10,9 miljoen in 2024 en cumulatief € 54,4 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.

  • Een bijdrage vanuit artikel 99 van € 2 miljoen in 2024 en cumulatief € 10 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit betreft de coalitie akkoord middelen voor het overheidsbrede programma Werk aan Uitvoering ter verbetering van de publieke dienstverlening, met als doel beter aan te sluiten op de verwachtingen en behoeften van mensen en bedrijven. Met deze tweede tranche zijn alle middelen verdeeld.

  • Een optelling van extra middelen voor nieuwe taken voor de ILT van € 2,3 miljoen in 2024 en cumulatief € 10,4 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid art. 25 Brede Doeluitkering (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

1.052.388

0

1.052.388

47.488

1.099.876

47.489

47.489

47.489

47.489

1.099.877

            
 

Uitgaven

1.052.276

0

1.052.276

60.894

1.113.170

47.489

47.489

47.489

47.489

1.099.877

            

25.1

Brede doeluitkering

1.052.276

0

1.052.276

60.894

1.113.170

47.489

47.489

47.489

47.489

1.099.877

 

Bijdrage aan medeoverheden

1.052.276

0

1.052.276

60.894

1.113.170

47.489

47.489

47.489

47.489

1.099.877

 

Overige bijdragen

1.052.276

0

1.052.276

60.894

1.113.170

47.489

47.489

47.489

47.489

1.099.877

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 47,5 miljoen verhoogd in 2024 en cumulatief met € 237,4 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Daarnaast is in 2023 het verplichtingenbudget opgehoogd met € 13,4 miljoen om de BDU 2024 beschikking op tijd aan te kunnen gaan. In de 1e suppletoire begroting 2024 wordt hetzefde budget afgeboekt in 2024.

Uitgaven

1 Brede Doeluitkering

Het budget wordt per saldo met € 60,9 miljoen verhoogd in 2024 en cumulatief met € 237,4 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt metname door:

2024:

  • Een overboeking vanuit het Mobilitetisfonds ter dekking van de BDU-beschikking 2024 voor Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam (VRA) (€ 4,3 miljoen).

  • Een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds ter dekking van de BDU-beschikking 2024 voor de planuitwerkingsfase van een aantal projecten (€ 9,1 miljoen).

2024-2029

  • Met de 1ste suppletoire begroting is de loon en prijsbijstelling toegevoegd aan artikel 25 voor structureel € 47,5 miljoen per jaar.

3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid art. 26 Bijdrage Investeringsfondsen (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

11.533.634

‒ 28.400

11.505.234

‒ 1.332.794

10.172.440

‒ 9.791.498

540.381

767.291

632.090

31.377

            
 

Uitgaven

11.533.484

‒ 28.400

11.505.084

‒ 1.331.257

10.173.827

‒ 9.845.098

540.781

767.591

632.090

31.377

            

26.1

Bijdrage Mobiliteitsfonds

9.883.320

‒ 28.400

9.854.920

‒ 875.957

8.978.963

‒ 9.670.716

506.400

517.434

670.306

127.819

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

9.883.320

‒ 28.400

9.854.920

‒ 875.957

8.978.963

‒ 9.670.716

506.400

517.434

670.306

127.819

 

Overige bijdragen

9.883.320

‒ 28.400

9.854.920

‒ 875.957

8.978.963

‒ 9.670.716

506.400

517.434

670.306

127.819

26.2

Bijdrage Deltafonds

1.650.164

0

1.650.164

‒ 455.300

1.194.864

‒ 174.382

34.381

250.157

‒ 38.216

‒ 96.442

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

1.650.164

0

1.650.164

‒ 455.300

1.194.864

‒ 174.382

34.381

250.157

‒ 38.216

‒ 96.442

 

Overige bijdragen

1.650.164

0

1.650.164

‒ 455.300

1.194.864

‒ 174.382

34.381

250.157

‒ 38.216

‒ 96.442

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Uitgaven

1. Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Mobiliteitsfonds is in 2024 met € 876,0  miljoen afgenomen en in de periode 2025 t/m 2029 cumulatief met € 7.848,8 miljoen. Voor meer details wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.

2. Bijdrage aan het Deltafonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het aan het Deltafonds is 2024 met €455,3 miljoen verlaagd en in de periode 2025 t/m 2029 cumulatief met € 24,5 miljoen verlaagd. Voor meer details wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement

Tabel 23 Budgettaire tabel artikel 97 Algemeen Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

49.995

0

49.995

9.917

59.912

2.644

2.385

2.533

5.587

48.701

            
 

Uitgaven

48.709

0

48.709

11.969

60.678

2.662

2.403

2.533

1.818

48.851

            

97.1

Algemeen departement

48.709

0

48.709

8.966

57.675

2.662

2.403

2.533

1.818

48.851

 

Opdrachten

35.456

0

35.456

8.129

43.585

2.641

2.406

2.663

1.950

35.886

 

van A naar Beter

1.735

0

1.735

48

1.783

48

48

45

45

1.780

 

Externe juridische advisering

1.936

0

1.936

52

1.988

54

53

51

49

1.731

 

Onderzoeken PBL

2.841

0

2.841

993

3.834

83

83

72

72

2.527

 

Onderzoeken ANVS

4.476

0

4.476

56

4.532

131

131

132

129

4.534

 

DCC

8.899

0

8.899

0

8.899

0

0

0

0

8.588

 

Regeringsvliegtuig

9.859

0

9.859

7.364

17.223

319

318

318

317

9.964

 

Overige opdrachten

5.710

0

5.710

‒ 384

5.326

2.006

1.773

2.045

1.338

6.762

 

Subsidies (regelingen)

388

0

388

‒ 359

29

‒ 359

‒ 359

‒ 482

‒ 482

10

 

Overige subsidies

388

0

388

‒ 359

29

‒ 359

‒ 359

‒ 482

‒ 482

10

 

Bijdrage aan agentschappen

12.865

0

12.865

380

13.245

380

356

352

350

12.955

 

Bijdrage aan agentschap RWS

3.191

0

3.191

0

3.191

0

0

0

0

3.138

 

Bijdrage aan agentschap KNMI

237

0

237

9

246

9

9

9

9

242

 

Overige bijdragen

9.437

0

9.437

371

9.808

371

347

343

341

9.575

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

816

816

0

0

0

0

0

 

Overige bijdragen

0

0

0

816

816

0

0

0

0

0

97.3

Testen reizigers

0

0

0

3.003

3.003

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

0

0

0

3.003

3.003

0

0

0

0

0

 

Testen COVID-19

0

0

0

3.003

3.003

0

0

0

0

0

            
 

Ontvangsten

1.101

0

1.101

1.000

2.101

0

0

0

0

1.380

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 97 is in 2024 met € 9,9 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 18,7 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil is voornamelijk het gevolg van overlopende kasmiddelen voor COVID (€ 2,1 miljjoen 2024) en 2 verplichtingenophogingen voor het gelijktrekken met de kasbudgetten correcties (€ 3,8 miljoen in 2028 en 2029).

Uitgaven

1 Algemeen departement

Opdrachten

2024:

  • Regeringsvliegtuig: het budget is ogehoogd om de toegenomen exploitatiekosten (o.a. onderhoud, personeel, brandstof) te kunnen dekken (€ 7,0 miljoen) Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.;

  • Strooizout Oekraïne (HGIS): Nederland heeft in 2023 toegezegd 45 miljoen kilo strooizout te doneren aan Oekraïne. In 2024 zal nog een factuur voor het transport van het strooizout betaald moeten worden € 0,8 miljoen;

  • Uitgaven PBL voor EU projecten: ACHIEVE, BIO-Agora, ECEMF, ELEVATE, ForestPaths, LAMASUS, NaturaConnect € 1 miljoen;

  • Bijdrage vanuit centraal budget art 97, algemeen departementale aangelegenheden, aan FM-Haaglanden (Rijksbrede SSO), ter verbetering van de werkomgeving (-€ 0,7 miljoen);

  • Voor het jubilieum van de Koninklijke Nederlandse reddingsmaatschappij wordt een bijdrage geleverd voor de historische zeilvoot. vanuit artikel 97 naar artikel 18 maritieme zaken (-€ 0,5 miljoen);

  • Diverse (-€ 0,3 miljoen).

2024 en verder:

  • Toegewezen loon-en prijsbijstelling 2024 (2024 € 1,2 miljoen, 2025 € 1,2 miljoen, 2026 € 1,1 miljoen, 2027 € 1,1 miljoen, 2028 € 1,1 miljoen, 2029 € 1,1 miljoen);

  • Overboeking vanuit het KF voor het programma nucleaire veiligheid voor de periode 2024-2030 (2024 € 0,8 miljoen, 2025 € 1,8 miljoen, 2026 € 1,6 miljoen, 2027 € 1,7 miljoen, 2028 € 1,0 miljoen, 2029 € 1,0 miljoen, 2030 € 1,0 miljoen).

3 COVID-19 Testen reizen

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het COVID-19 testen reizen in 2024 met € 3,0 miljoen verhoogd. Dit komt door de generaal ontvangen middelen voor de COVID-directie om aan overlopende opdrachten te kunnen voldoen.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 betreft EU ontvangsten van PBL voor de projecten: ACHIEVE, BIO-Agora, ECEMF, ELEVATE, ForestPaths, LAMASUS, NaturaConnect.

Wettelijke grondslag subsidieverlening

In de begroting is ook rekening gehouden met de subsidie Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling. Deze uitgaven hangen samen met subsidies die IenW verstrekt. In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is in regel 1 een bedrag van maximaal €54.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor de Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling aan de Technische Universiteit Delft. Jaarlijks (in 2024, 2025 en 2026) zal een voorschot worden verleend van €18.000. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht. Hiervoor wordt bij VJN een verplichtingenmutatie uitgevoerd vanuit 2025 en 2026 om de verplichting meerjarig vast te kunnen leggen.

4.2 Artikel 98 Apparaatuitgaven Kerndepartement

Tabel 24 Budgettaire tabel artikel 98 Apparaatuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

458.464

0

458.464

52.211

510.675

37.319

33.782

23.227

24.774

420.321

            
 

Uitgaven

467.459

0

467.459

44.899

512.358

41.153

38.002

24.732

22.647

420.383

            

98.1

Personele uitgaven

335.890

0

335.890

51.988

387.878

34.081

24.041

21.291

19.250

301.527

 

Personele uitgaven

335.890

0

335.890

51.988

387.878

34.081

24.041

21.291

19.250

301.527

 

Eigen personeel

300.694

0

300.694

31.009

331.703

26.439

22.248

20.273

20.073

289.116

 

Externe inhuur

31.684

0

31.684

20.979

52.663

9.642

3.793

3.018

1.177

10.888

 

Overige personele uitgaven

3.512

0

3.512

0

3.512

‒ 2.000

‒ 2.000

‒ 2.000

‒ 2.000

1.523

98.2

Materiële uitgaven

131.569

0

131.569

‒ 7.089

124.480

7.072

13.961

3.441

3.397

118.856

 

Materiële uitgaven

131.569

0

131.569

‒ 7.089

124.480

7.072

13.961

3.441

3.397

118.856

 

ICT

45.243

0

45.243

‒ 6.150

39.093

3.732

10.651

1.579

1.579

35.092

 

Bijdrage aan SSO's

61.013

0

61.013

3.937

64.950

1.946

1.895

1.895

1.895

60.612

 

Overige materiële uitgaven

25.313

0

25.313

‒ 4.876

20.437

1.394

1.415

‒ 33

‒ 77

23.152

            
 

Ontvangsten

5.627

0

5.627

‒ 900

4.727

‒ 900

‒ 900

‒ 900

‒ 900

4.251

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 98 is in 2024 met € 52,2 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 144,2 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil is voornamelijk het gevolg van (eerdere) verplichtingenschuiven van 2025 t/m 2028 naar 2024 (€ 5,4 miljoen) voor verlenging van het contract voor programmabeheersing onder de raamovereenkomst voor Advies- en Ingenieursdiensten (BADI-1). Dit t.b.v. de programma's Vrachtwagenheffing en Tijdelijke Tolheffing. Daarnaast een kasschuif van 2024 (-€ 2,0 miljoen) naar 2025 (€ 0,9 miljoen) en 2026 (€ 1,1 miljoen) voor project Pallas, waarvan de verplichtingen al in eerdere jaren zijn aangegaan. Tevens heeft in 2028 en 2029 een correctie op de verplichtingen plaatsgevonden om deze gelijk te trekken met de kasbudgetten op Ontwerpbegroting 2024 (€ 2,2 miljoen).

Uitgaven

98.01 Personele uitgaven

Per saldo is het kasbudget voor personele uitgaven in 2024 met € 52,0 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 118,1 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

De hogere uitgaven voor eigen personeel is met name het gevolg van:

2024:

  • Herschikking vanuit inhuur t.b.v. Programma Omgeving Luchthaven Schiphol (POLS) (€ 0,5 miljoen);

  • Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van capaciteitsinzet Openbaar Vervoer en Spoor (OVS) (€ 0,7 miljoen);

  • Herschikking/verdeling centrale middelen vanuit Materieel naar de directies in het kader van de Banenafspraak (€ 0,7 miljoen;

  • De NGF-middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen, worden toegevoegd aan het budget van 2024 (€ 1,5 miljoen);

  • Toegekende Eindejaarsmarge a.g.v. overlopende facturen uit 2023 € 3,1 miljoen;

  • Overboeking uit het KF voor de uitvoering van de Kabinets ambitie nucleair voor het langer openhouden van de kerncentrale Borssele en de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Dit voor de inzet van 3 fte's voor 2024 en projectkosten € 0,4 miljoen;

2024 t/m 2025:

  • Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van capaciteitsinzet voor de Vrachtwagenheffing 2024 (€ 2,3 miljoen) en 2025(€ 3,1 miljoen), Tijdelijke Tolheffing 2024 (€ 0,7 miljoen) en 2025 (€ 0,3 miljoen).

2024 t/m 2026

  • Eerder ontvangen middelen van EZK voor Nationaal KlimaatPlatform bestaan deels uit personele kosten en deels uit opdrachten door anderen en moeten dus worden herschikt naar Materiele uitgaven (-€ 1 miljoen per jaar).

  • Kasschuif: ontvangsten van Pallas voor de vergunningverlening zijn vorig jaar niet gedesaldeerd met de begrotingsvoorstellen van ANVS. Deze middelen worden via een kasschuif in het juiste ritme geschoven (2024 ‒ € 2,1 miljoen, 2025 € 0,9 miljoen, 2026 € 1,2 miljoen).

2024 t/m 2028

  • Correctie naar art 14 DGMo voor eerder te veel overgeboekt NGF-middelen naar apparaat (- € 0,8 miljoen per jaar);

  • Kas- en verplichtingenschuif van 2025 tm 2027 naar 2024 en 2028 t.b.v. Maritiem om kas- en verplichtingenritme beter te laten aansluiten (2024 € 1 miljoen, 2025 ‒ € 0,1 miljoen, 2026 ‒ € 0,6 miljoen, 2027 ‒ € 0,7 miljoen, 2028 € 0,4 miljoen).

2024 en verder:

  • Overboekingen naar art 24 (ILT) voor de invulling van het Basis op Orde scenario voor de Maritieme Autoriteit (- € 0,7 miljoen jaarlijks);

  • Overboekingen vanuit art 21 naar apparaat t.b.v. voor de uitvoering van diverse klimaatmaatregelen in het kader van de nationale klimaatopgave van 55% CO2- reductie in 2030 en de versnelling van de transitie naar circulaire plasticketens. Het gaat hierbij om middelen die eerder zijn ontvangen vanuit het Klimaatfonds (2024 € 1,3 miljoen, 2025 en 2026 € 1,4 miljoen en 2027 t/m 2030 1,1 miljoen per jaar);

  • Omdat steeds meer interne dienstverlening binnen de Bestuurskern wordt ondergebracht bij Rijksbrede sso's of d.m.v. structurele budgetoverboekingen worden verrekend is een centraal budget niet meer noodzakelijk (-€ 0,9 miljoen per jaar structureel);

  • Steeds meer opdrachten worden met eigen personeel uitgevoerd i.p.v. opdrachten (Materieel) daarom is een herschikking noodzakelijk vanuit overige materiele middelen (€ 0,5 miljoen per jaar structureel);

  • Toegewezen Loon-en Prijsbijstelling 2024 (2024 € 20,3 miljoen, 2025 €18,4 miljoen, 2026 € 18,0 miljoen, 2027 € 16,9 miljoen, 2028 € 16,6 miljoen, 2029 € 16,2 miljoen);

  • Overboeking vanuit het KF voor het programma nucleaire veiligheid voor de periode 2024-2030 (2024 € 3,1 miljoen, 2025 € 3,9 miljoen, 2026 € 3,6 miljoen, 2027 €3,7 miljoen, 2028 € 3,5 miljoen, 2029 € 3,6 miljoen, 2030 € 3,4 miljoen).

2025 en verder:

  • Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds voor project Digitale Transport Strategie (€ 0,5 miljoen per jaar 2025 tm 2028);

  • Vanuit de aanvullende post bij Financiën wordt extra budget ontvangen voor de stikstofopgave (2025 € 0,4 miljoen en 2025 tm 2028 € 0,2 miljoen per jaar).

  • Vanuit het Klimaatfonds wordt budget ontvangen voor verduurzaming van de zeevaart en inzet van waterstof voor de binnenvaart. Hiervoor wordt extra personeel ingezet (2025 tm 2028 € 0,5 miljoen en 2029 € 0,9 miljoen).

De hogere inhuur is met name het gevolg van:

2024:

  • Overboeking vanuit art 22 voor het aangaan en verlengen van inhuur ten behoeve van het Vergunningstelsel Toezicht en Handhaving (VTH) (€ 3,7 miljoen);

  • Bijdrage van RWS aan de Vernieuwing/migratie SAP (€ 3,5 miljoen);

  • Overboeking vanuit het Deltafonds betreffende inhuur voor Cybersecurity (€ 0,8 miljoen); 

  • Herschikking vanuit ICT t.b.v. capaciteitsinzet voor het project Horizon (Datamanagement) (€ 2,5 miljoen);

  • De NGF-middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen, worden toegevoegd aan het budget van 2024 (€ 0,6 miljoen);

  • Inhuur t.b.v. parlementaire enquête voor de COVID reizigerstesten (€ 0,2 miljoen);

  • Toegekende Eindejaarsmarge voor overlopende factureringen o.a. voor het nieuwe bedrijfvoeringssysteem en inhuur procesmanager € 2,7 miljoen;

  • COVID: middelen voor de COVID-directie die nodig zijn om aan overlopende opdrachten uit voorgaande jaren te kunnen voldoen € 0,1 miljoen.

2024 en 2025:

  • Extra inzet voor project Herstel en Veerkrachtplan (HVP) (2024 € 0,5 miljoen, 2025 € 0,4 miljoen);

  • Extra inzet op luchtvaart (2024 € 2,4 miljoen en 2025 € 1,9 miljoen).

2024 t/m 2028

  • Overboekingen van gereserveerde gelden vanuit het Mobiliteitsfonds voor Vrachtwagenheffing en Tijdelijke Tolheffing 2024 (€ 1,1 miljoen), 2025 (€ 4,6 miljoen), 2026 (€ 1,5 miljoen), 2027 (€ 1,5 miljoen) en 2028 (€ 0,1 miljoen).

2024 en verder:

  • Overboekingen van art 97 Directie Communicatie (DCO) en Directoraat generaal Water en Bodem zijn gezamenlijk opdrachtgever voor Programma Ons Water. DCO financiert een deel van de capaciteit die extern wordt ingehuurd. DCO heeft budget Ons Water op het programma-artikel 97 staan. Hiervoor wordt structureel budget overgeheveld (€ 0,3 miljoen per jaar);

  • Toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 (2024 € 1,7 miljoen, 2025 €1,1 miljoen, 2026 € 0,8 miljoen, 2027 € 0,6 miljoen, 2028 € 0,5 miljoen), 2029 € 0,4 miljoen.

De lagere uitgaven Postactieven is met name het gevolg van:

2025 en verder:

Binnen de HXII begroting worden middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het budget voor een compensatieregeling die aflopend is (- € 2,0 miljoen per jaar). Zie voor een verdere toelichting het Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties.

98.02 Materiële uitgaven

Per saldo is het kasbudget voor materiële uitgaven in 2024 met € 7,1 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 31,4 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

De afname van uitgaven aan ICT betreft voornamelijk:

2024:

  • Herschikking naar externe inhuur t.b.v. capaciteitsinzet voor het project Horizon (Datamanagement) -(€ 2,5 miljoen);

  • Overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds. Met deze mutatie wordt het aandeel van RWS voor Vernieuwing SAP bijgedragen (€ 3,6 miljoen);

  • Toegekende Eindejaarsmarge voor overlopende factureringen o.a voor ontwikkeling nieuw bedrijfsvoeringssysteem en dienstverlening ATOS € 1,4 miljoen.

2024 en verder:

  • Overboeking vanuit art 99 t.b.v. Werk aan uitvoering ANVS; Verbeteren duurzame inzetbaarheid digitale dienstverlening en verbeteren online dienstverlening aan burgers en bedrijven 2024 (€ 0,9 miljoen), 2025 (€ 0,7 miljoen), 2026 e.v. structureel (€ 0,4 miljoen);

  • Herschikking vanuit overig materieel PBL t.b.v. hogere ICT-kosten door o.a. de jaarlijkse indexaties door Campus en andere dienstverleners (€ 0,8 miljoen);

  • Toegekende Loon- en Prijsbijstelling 2024 en verder € 0,4 miljoen;

  • Kasschuiven: voor project Horizon (content management) a.g.v. vertraagde aanbesteding (2024 ‒ € 9,8 miljoen, 2025 € 1,9 miljoen, 2026 € 7,9 miljoen) en voor uitgaven t.b.v. staatgeheime stukken (ANVS) a.g.v. vertraagde start aanpassingen aan het gebouw Koningskade (2024 ‒ € 1,2 miljoen, 2026 € 1,2 miljoen). 

Toename Bijdrage rijksbrede sso’s

2024:

  • Toename van de bijdrage voor Centrale kosten EC-OenP (€ 0,3 miljoen);

  • Bijdrage vanuit centraal budget art 97, algemeen departementale aangelegenheden, aan FM-Haaglanden, ter verbetering van de werkomgeving (€ 0,7 miljoen).

2024 en verder:

  • Overboeking naar BZK voor naheffing kosten P-Direkt a.g.v. de groei van het verzorgingsgebied 'IenW’ (- € 0,2);

  • Afbouw van externe inhuur door PBL naar Bijdrage rijksbrede sso’s (€ 0,2 miljoen);

  • Toegekende Loon- en Prijsbijstelling 2024 en verder (€ 1,9 miljoen).

Lagere uitgaven Overig materieel overwegend als gevolg van:

2024:

  • Herschikking/verdeling centrale gereserveerde middelen vanuit Materieel naar de directies in het kader van de Banenafspraak (-€ 0,7 miljoen Bestuurskern, KNMI ‒ € 0,1 miljoen, ILT ‒ € 0,6 miljoen en RWS ‒ € 5,1 miljoen);

  • Bijdrage vanuit art 11 t.b.v. Noordzeeoverleg (NZO/NZA) (€ 0,4 miljoen);

2024 t/m 2026:

  • Overboeking vanuit art 99 t.b.v. Werk aan uitvoering ANVS; Verbeteren duurzame inzetbaarheid digitale dienstverlening en verbeteren online dienstverlening aan burgers en bedrijven 2024 (€ 0,2 miljoen), 2025 (€ 0,2 miljoen), 2026 (€ 0,2 miljoen);

  • Eerder ontvangen middelen van EZK voor Nationaal KlimaatPlatform bestaan deels uit personele kosten en deels uit opdrachten door anderen hiervoor wordt herschikt vanuit personele uitgaven (€ 1 miljoen per jaar 2024 t/m 2026).

2024 en verder:

  • Steeds meer opdrachten worden met eigen personeel uitgevoerd i.p.v. opdrachten (Materieel) daarom is een herschikking noodzakelijk naar eigen personeel (-€ 0,5 miljoen per jaar structureel);

  • Herschikking naar ICT t.b.v. hogere ICT-kosten PBL door o.a. de jaarlijkse indexaties door Campus en andere dienstverleners (-€ 0,8 miljoen);

  • Toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 (2024 € 1,4 miljoen, 2025 €1,0 miljoen, 2026 € 1,0 miljoen, 2027 € 0,9 miljoen, 2028 € 0,9 miljoen, 2029 € 1 miljoen);

  • Overboeking vanuit het KF voor het programma nucleaire veiligheid voor de periode 2024-2030 (2024 € 0,2 miljoen, 2025 t/m 2030 € 0,3 miljoen, per jaar);

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld

Tabel 25 Artikel 99 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
  

Ontwerpbegroting t (1)

Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)

Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Art.

Verplichtingen

8.107

0

8.107

387.610

395.717

390.686

375.337

360.260

344.073

380.116

            
 

Uitgaven

7.800

0

7.800

382.715

390.515

390.686

375.337

360.260

344.073

380.116

            

99.1

Nog Onverdeeld

7.800

0

7.800

382.715

390.515

390.686

375.337

360.260

344.073

380.116

 

Nog te verdelen

7.800

0

7.800

382.715

390.515

390.686

375.337

360.260

344.073

380.116

 

Nog te verdelen

7.800

0

7.800

382.715

390.515

390.686

375.337

360.260

344.073

380.116

            
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

            

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt in 2024 met € 387,6 miljoen opgehoogd en cumulatief met € 1.850,5 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Nominaal en onvoorzien

Het uitgavenbudget wordt in 2024 met € 382,7 miljoen opgehoogd en cumulatief met € 1.850,5 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.

2024 t/m 2029:

  • Dit komt met name door de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van de fondsen voor € 380,5 miljoen in 2024 en € 1871,1 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 . De toegevoegde loon- en prijsbijstelling wordt bij de ontwerpbegroting 2025 toebedeeld aan de diverse artikelen binnen het Mobiliteitsfonds en Deltafonds.

  • Tevens is de loon- en prijsbijstelling en eindejaarsmarge toegevoegd aan de hoofdstuk XII begroting, maar dit is gelijk vanuit artikel 99 verdeeld over de diverse beleidsartikelen.

2025:

  • Tot slot is er € 4,4 miljoen overgeboekt vanuit het ministerie van BZ voor de kosten die door IenW worden gemaakt voor de organisatie van de NAVO top in 2025. De middelen worden bij de ontwerpbegroting 2025 overgeboekt naar de juiste artikelen.

Ontvangsten

Op dit artikel worden geen ontvangsten geboekt.

5 Agentschappen

5.1 Agentschap Rijkswaterstaat

Tabel 26 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RWS Suppletoire begroting 2024 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) = (1) + (2) Totaal geraamd

Baten

   

Omzet

3.559.455

157.767

3.717.222

waarvan omzet moederdepartement

3.312.661

38.696

3.351.357

waarvan omzet overige departementen

95.417

15.107

110.524

waarvan omzet derden

221.439

43.944

265.383

waarvan saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud

‒ 183.444

125.383

‒ 58.061

waarvan saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten

113.382

‒ 65.363

48.019

Rentebaten

46.172

23.298

69.470

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

1.500

0

1.500

Totaal baten

3.607.127

181.065

3.788.192

    

Lasten

   

Apparaatskosten

1.473.123

26.622

1.499.745

- Personele kosten

1.126.870

30.085

1.156.955

waarvan eigen personeel

1.057.498

28.963

1.086.461

waarvan inhuur externen

69.372

1.122

70.494

waarvan overige personele kosten

0

0

0

- Materiele kosten

346.253

‒ 3.463

342.790

waarvan apparaat ICT

46.983

‒ 1.147

45.836

waarvan bijdrage aan SSO's

67.848

‒ 719

67.129

waarvan overige materiele kosten

231.422

‒ 1.597

229.825

Externe Productkosten

2.101.059

154.834

2.255.893

Rentelasten

2.936

‒ 1.041

1.895

Afschrijvingskosten

20.359

‒ 1.438

18.921

- Materieel

20.199

‒ 1.438

18.761

waarvan apparaat ICT

4.609

808

5.417

waarvan overige materiele afschrijvingskosten

15.590

‒ 2.246

13.344

- Immaterieel

160

0

160

Overige lasten

8.000

0

8.000

waarvan dotaties voorzieningen

8.000

0

8.000

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

3.605.477

178.977

3.784.454

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

1.650

2.088

3.738

Agentschapsdeel Vpb-lasten

130

0

130

Saldo van baten en lasten

1.520

2.088

3.608

Dotatie aan reserve Rijksrederij

1.520

2.088

3.608

Te verdelen resultaat

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de begroting 2024 € 38,7 miljoen is met name veroorzaakt door:

  • Overheveling van budget uit Aanleg en Vervanging en Renovatie ten behoeven van de overdracht van zij-objecten Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (€ 14,4 miljoen);

  • Programmamiddelen voor het uitvoeren van het onderzoeksprogramma 2024 voor de water en bodemopgaven. Dit onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd onder de Subsidieregeling Instituten voor Toegepast Onderzoek (SITO-regeling) (€ 12,2 miljoen);

  • Apparaatsmiddelen voor de extra capaciteit die RWS levert in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA). Dit betreft alle advieswerkzaamheden die RWS uitvoert in opdracht van IenW (€ 7,6 miljoen);

  • Bijdrage van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan het programma Windenergie op zee (€ 3 miljoen). RWS werkt samen met EZK aan het realiseren van de doelstelling in de Routekaart windenergie op zee 2030;

  • Bijdrage van RWS aan het programma Vernieuwing SAP ( ‒ € 7 miljoen)

  • Het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen.

Omzet overige departementen

De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de begroting 2024 € 15,1 miljoen is met name veroorzaakt door de verschuiving van de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet van 2023 naar 2024. RWS ontwikkelt het Digitaal stelsel Omgevingswet (DSO) in opdracht van BZK. Met de verschuiving van de inwerkingtredingdatum blijft het project langer in de ontwikkelfase, waarbij de verwachting was dat DSO nu al in de beheerfase zou zitten. Als gevolg hiervan zullen de opbrengsten in 2024 hoger zijn dan bij het opstellen van de begroting 2024 werd verwacht. Daarnaast verwacht RWS ook een hogere realisatie van het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER).

Omzet derden

Ten opzichte van de begroting 2023 neemt de omzet derden toe met € 43,9 miljoen. Dit is met name veroorzaakt door toename van de energie opbrengsten voor Maasvlakte 2 (€ 35 miljoen) die vanaf 2023 door RWS worden ontvangen. Dit was niet in de begroting 2024 opgenomen. Tegenover deze opbrengsten staan beheerkosten van het windmolenpark. Het positieve saldo is ter dekking van de reguliere energielasten van RWS. Daarnaast een hogere opbrengst op het verhalen van kosten door schaderijdingen en schadevaringen (€ 6,0 miljoen). Het restant betreft mutaties kleiner dan € 5 miljoen.

Saldo op ontvangen bijdragen

In navolging van de aanbeveling uit het rapport doorlichting agentschap Rijkswaterstaat (2021) en toezegging aan de Tweede Kamer over het gebruik en de naamgeving van de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW) zijn de afspraken over het gebruik van de NUTW post opnieuw geformaliseerd. Hierbij is besloten de NUTW te splitsen in een post gerelateerd de bekostiging van de maatregelen ten behoeve van het Basis KwaliteitsNiveau (BKN) voor Exploitatie en Onderhoud en een post voor overige werkzaamheden gefinancierd vanuit EPK-BLS, respectievelijk «Saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud» en Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten».

Saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud

Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over het Basis Kwaliteitsniveau (BKN). De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten in de markt kan zetten dan het aan opbrengsten ontvangt. Op basis daarvan is het de verwachting dat het saldo € 125,4 miljoen minder zal toenemen, ten opzichte van de begroting 2024.

Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten

Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven in het kader van planstudies, Caribisch Nederland, werken voor en met partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten. De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten heeft gekregen dan werd verwacht bij het opstellen van de begroting 2024, terwijl de uitvoering van die opdrachten deels verder in de tijd ligt, waardoor de uitvoering in 2024 lager uitkomt. Als gevolg hiervan is het de verwachting dat het saldo € 65,4 miljoen minder zal afnemen ten opzichte van die begroting.

Rentebaten

Rentebaten zijn het gevolg van de gestegen rentepercentages sinds 2022, ter bestrijding van de inflatie. Deze stijging van het rentepercentage heeft zich ook voorgedaan na het opstellen van de begroting 2024, hetgeen een toename van de verwachte rentebaten verklaart. Het gaat hier om stijging van 2,9% naar 3,9%. RWS ontvangt rente op de rekening-courant verhouding met het ministerie van Financiën. Deze rentebaten worden ingezet om de misgelopen IBOI op het saldo op ontvangen bijdragen deels te compenseren.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. Dat de personele kosten zijn toegenomen ten opzichte van de begroting 2024 komt met name door extra capaciteit in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA), Werken aan Uitvoering en de instroom in het kader van de banenafspraak arbeidsbeperkten.

De hogere inhuur ten opzichte van de begroting is met name het gevolg, krapte op de arbeidsmarkt waardoor RWS, gezien de productieopgave, een hoger beroep op inhuur moet doen dan werd ingeschat bij het opstellen van de begroting.

Externe Productkosten

De hogere externe productkosten ten opzichte van de begroting 2024 ad. € 154,8 miljoen is met name het gevolg van het inpassen van de herstelkosten voor de Prinses Margriettunnel. Daarnaast stijgen de kosten door de uitvoering van het kennisprogramma Water en Bodem 2024, programma OER, opdrachten voor het Nationaal Dataportaal Wegverkeer en toename van kosten als gevolg van schaderijdingen en schadevaringen. Voor meer informatie bij deze posten wordt verwezen naar de toelichting onder Omzet.

Rentelasten

De rentelasten zijn met ‒ € 1 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is met name het gevolg van een lagere realisatie op investeringen in 2023. Hierdoor zijn de rentelasten in 2024 lager dan verwacht.

Afschrijvingskosten

Ten opzichte van de begroting zijn de afschrijvingskosten naar beneden bijgesteld (- € 1,4 miljoen) als gevolg van de lagere realisatie van investeringen in 2023. Dit kent een doorwerking in de afschrijvingskosten in 2024.

Overige lasten

Dotatie aan reserve Rijksrederij

Het verschil tussen de doorbelaste rente en afschrijvingskosten voor de vaartuigen van de Rijksrederij op basis van vervangingswaarde (waarop de tarieven worden gebaseerd) en de afschrijvings- en rentekosten (waarop de vaartuigen worden gewaardeerd) is met € 2 miljoen naar boven bijgesteld. Van het totaal ad. € 11,6 miljoen wordt naar verwachting € 3,6 miljoen gedoteerd aan de reserve Rijksrederij, bestemd voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen en € 8,0 miljoen  aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen, bestemd voor groot, levensduur verlengend, onderhoud.

Tabel 27 Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat. Eerste suppletoire begroting 2024 (bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2) Totaal geraamd

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2024

1.640.942

35.922

1.676.864

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

3.677.189

121.045

3.798.234

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 3.577.248

‒ 180.415

‒ 3.757.663

2

Totaal operationele kasstroom

99.941

‒ 59.370

40.571

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 59.913

3.890

‒ 56.023

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 59.913

3.890

‒ 56.023

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 17.940

2.216

‒ 15.724

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

56.918

‒ 3.696

53.222

4.

Totaal financieringskasstroom

38.978

‒ 1.480

37.498

5.

Rekening courant RHB 31 december 2024 (=1+2+3+4)

1.719.948

‒ 21.038

1.698.910

Toelichting

Rekening courant RHB 1 januari 2024

Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2024. Voor een uitgebreide toelichting zie het jaarverslag 2023.

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.

De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de begroting (€ 121,0 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement, overige departementen, derden en de verwachte rentebaten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Omzet» en «Rentebaten».

De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de begroting (€ 180,4 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere externe productkosten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Externe productkosten».

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.

Ten opzichte van de begroting zijn de investeringen naar beneden bijgesteld (- € 3,9 miljoen).

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.

De lagere aflossing op leningen is het gevolg van lagere investeringen in 2023, die een doorrekening kent in 2024 (- € 2,2 miljoen).

Het lagere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de begroting (- € 3,7 miljoen) is het gevolg van de hierboven genoemde lagere investeringen.

5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Tabel 28 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap KNMI Suppletoire begroting 2024 (bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) = (1) + (2) Totaal geraamd

Baten

   

- Omzet

105.908

9.793

115.701

waarvan omzet moederdepartement

71.752

7.961

79.713

waarvan omzet overige departementen

3.596

1.954

5.550

waarvan omzet derden

30.560

‒ 122

30.438

Rentebaten

1.000

1.000

Vrijval voorzieningen

 

Bijzondere baten

Totaal baten

105.908

10.793

116.701

    

Lasten

   

Apparaatskosten

88.839

5.108

93.947

- Personele kosten

56.349

4.032

60.381

waarvan eigen personeel

48.898

4.106

53.004

waarvan inhuur externen

7.397

‒ 75

7.322

waarvan overige personele kosten

54

54

- Materiële kosten

32.490

1.077

33.567

waarvan apparaat ICT

14.179

1.335

15.514

waarvan bijdrage aan SSO's

2.490

‒ 275

2.215

waarvan overige materiële kosten

15.821

17

15.838

Rentelasten

 

129

129

Afschrijvingskosten

2.187

‒ 70

2.117

- Materieel

2.060

‒ 153

1.907

waarvan apparaat ICT

110

‒ 41

69

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

1.950

‒ 113

1.837

- Immaterieel

126

83

209

Overige lasten

14.857

7.214

22.071

waarvan aardobservatie

14.857

7.214

22.071

waarvan dotaties voorzieningen

 

waarvan bijzondere lasten

 

Totaal lasten

105.883

12.382

118.265

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

25

‒ 1.588

‒ 1.563

Agentschapsdeel Vpb-lasten

25

20

45

Saldo van baten en lasten

‒ 1.608

‒ 1.608

Toelichting

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

Een groot deel van de stijging is te verklaren door extra baten voor aardobservatie (€ 7,2 miljoen) ten behoeve van de hogere contributie aan EUMETSAT . Deze worden deels gefinancierd vanuit een hogere bijdrage aan het agentschap KNMI (€ 3,2 miljoen), vrijgemaakt als onderdeel van de voorjaarsbesluitvorming 2024, en deels vanuit de vooruitontvangen bedragen (€ 4,0 miljoen) voor aardobservatie. Het restant (€ 0,8 miljoen) betreft loon- en prijsbijstelling (€ 2,5 miljoen) en lagere baten vanuit de vooruitontvangen bedragen voor Informatiehuishouding (€ -0,7 miljoen) en Masterplan (€ -1,0 miljoen).

Omzet overige departementen

Dit betreft extra opbrengsten vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in het kader van Seismologie (€ 1,5 miljoen) en regie op de Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO; € 0,6 miljoen).

Omzet derden

Geen bijzonderheden.

Rentebaten

Door de gestegen rente wordt een rentebate verwacht van circa € 1 miljoen.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

Ten opzichte van de vastgestelde begroting wordt er meer personeel aangenomen onder andere om invulling te geven aan gestelde eisen aan de infomatiehuishouding. Tegelijkertijd bevat het nieuwe geraamde bedrag een begrote indexatie van 2,5% op het brutoloon (€ 1,0 miljoen) en een verwachte ophoging van de reservering openstaande verlofuren (€ 1,0 miljoen).

Materiële kosten

De materiële kosten apparaat ICT zijn gestegen met € 1,3 miljoen door diverse projecten. Het betreft het Early Warning Centre (€ 0,4 miljoen), het Masterplan De Bilt (€ 0,4 miljoen) en overige projecten (€ 0,5 miljoen). De lagere Bijdrage aan SSO’s van € 0,3 miljoen wordt veroorzaakt door lagere inhuur binnen het Rijk.

Rentelasten

Dit betreft de rentekosten op de leningen bij het Ministerie van Financien

Afschrijvingskosten

Geen bijzonderheden.

Overige lasten

De contributiekosten EUMETSAT (Aardobservatie) stijgen met € 7,2 miljoen.

Resultaat

Het begrote negatieve resultaat wordt veroorzaakt doordat voor 2024 kosten voor Informatiehuishouding en Lifecyclemanagement zijn begroot (€ 1,6 miljoen) waarvoor vorig jaar middelen aan het Eigen Vermogen zijn toegevoegd (€ 2,1 miljoen). Het Eigen Vermogen is in 2023 mede hierdoor gestegen van € 2,6 miljoen naar € 4,1 miljoen.

Tabel 29 Kasstroomoverzicht (Bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3)=(1)+(2) Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2024

11.029

5.767

16.796

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

4.437

‒ 1.405

3.032

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 4.109

‒ 9.458

‒ 13.567

2.

Totaal operationele kasstroom

328

‒ 10.863

‒ 10.536

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 2.590

‒ 3.310

‒ 5.900

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

  

3.

Totaal investeringkasstroom

‒ 2.590

‒ 3.310

‒ 5.900

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

  

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

  

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 1.706

‒ 402

‒ 2.108

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

2.590

3.310

5.900

4.

Totaal financieringskasstroom

884

2.908

3.792

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2024 (=1+2+3)

9.650

‒ 5.498

4.152

Toelichting

Rekening courant RHB 1 januari 2024

Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2024. Voor een uitgebreide toelichting zie het jaarverslag 2023.

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.                                                

De mutatie ontvangsten operationele kasstroom betreffen lagere afschrijvingskosten (€ -0,1 miljoen), een ontvangst van het Rijksvastgoedbedrijf van € 0,9 miljoen en een verlaging van de verwachte betalingen luchtvaart van € -2,2 miljoen.                                                

De mutatie uitgaven operationele kasstroom betreffen uitgaven voor diverse projecten voor IenW waarvoor reeds eerder middelen zijn ontvangen (€ -6,1 miljoen, inclusief aardobservatie). Daarnaast bestaan de uitgaven uit een negatief resultaat van € -1,6 miljoen en een afname van de schulden van € -1,8 miljoen.

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.

Ten opzichte van de begroting zijn de investeringen naar boven bijgesteld (€ - 3,3 miljoen).

Grootste investeringen vinden plaats in de modernisering van de waarneeminfrastructuur (€ 1,7 miljoen), software voor dataleveringen Luchtvaart (€ 0,8 miljoen), vervanging diverse soorten sensoren (€ 0,7 miljoen) en vernieuwing van de windtunnel (€ 0,4 miljoen).

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van het KNMI.

De lagere aflossing op leningen is het gevolg van lagere investeringen in 2023, die een doorrekening kent in 2024. (€ - 0,4 miljoen).

Het hogere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de begroting (€ 3,3 miljoen) is het gevolg van de hierboven genoemde hogere investeringen.

Naar boven