35 772 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen

Nr. 38 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2022

In aanloop naar het debat van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over de Basisregistratie Personen (BRP) en Elektronische identificatie en authenticatie (eID) op 16 november aanstaande, informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (hierna: LAA). Het wetsvoorstel1 ten behoeve van LAA is door uw Kamer op 19 april en door de Eerste Kamer op 4 oktober jongstleden aangenomen, maar nog niet in werking getreden. De algemene maatregel van bestuur (AMvB) onder dit wetsvoorstel is namelijk op dit moment voor advies aanhangig bij de Afdeling Advisering van de Raad van State. Deze AMvB is op 10 juni aan uw Kamer aangeboden in het kader van de voorhangprocedure.2 Bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel (Handelingen II 2021/22, nr. 73, item 10) zijn meerdere moties en amendementen aangenomen en heb ik een aantal toezeggingen gedaan. In deze brief ga ik in op de uitvoering daarvan.

Inhoud wetswijziging

In de Wet BRP wordt met deze wetswijziging een taak gecreëerd voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) om gemeenten te ondersteunen bij het BRP-adresonderzoek. Het doel is om de kwaliteit van de adresgegevens in de BRP te verbeteren, zodat overheidsorganen op basis van juiste informatie hun publieke taken kunnen uitvoeren. De Minister wordt wettelijk bevoegd om voor LAA persoonsgegevens te verwerken en daarbij gebruik te maken van de risicoprofielen. Ook wordt de Minister bevoegd om deze gegevens te delen met gemeenten en gebruikers van de BRP. Daarmee gaat BZK onder eigen verantwoordelijkheid de centrale data-analyse van het huidige project LAA uitvoeren. Voor een nadere toelichting op de inhoud, doelstelling en waarborgen van het wetsvoorstel verwijs ik kortheidshalve naar de memorie van toelichting3 en mijn brief van 25 maart jongstleden.4

Afgeronde activiteiten

Sinds de plenaire behandeling van het wetsvoorstel op 14 april jl. zijn de volgende activiteiten afgerond:

  • 1. Voorhang AMvB. Op 4 juli jl. heb ik de schriftelijke vragen vanuit uw Kamer over de AMvB beantwoord.5

  • 2. Onderzoek CBS naar de kwaliteit van de BRP. Over de uitkomsten heb ik uw Kamer op 13 september jl. geïnformeerd.6

  • 3. Uitvoeringstoets door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Over de uitkomsten en de toekomstige financiering van LAA heb ik uw Kamer op 26 september jl. geïnformeerd.7

In gang gezette activiteiten

In aanloop naar de inwerkingtreding van de wet zijn de volgende activiteiten in gang gezet. Ik zal uw Kamer informeren over de uitkomsten hiervan.

  • 1. Ministeriële Regeling. In deze regeling worden genoemde risicoprofielen in detail vastgelegd. De openbare consultatie is reeds in 2021 afgerond.8 Ik heb toegezegd deze regeling na vaststelling, maar voor inwerkingtreding van de wet aan uw Kamer te doen toekomen ter informatie.9

  • 2. Onafhankelijk onderzoek naar een risicoprofiel uit 2015. Zoals aangegeven in antwoord op vragen van het lid Van Baarle heb ik onafhankelijk onderzoek ingesteld naar de gevolgen van de toepassing van dit profiel.10 Het onderzoek is in gang gezet, de uitkomsten verwacht ik eind dit jaar.

  • 3. Onderzoek naar de maximale kwaliteit van de BRP. Dit onderzoek bevindt zich in de eindfase, over de uitkomsten verwacht ik uw Kamer zoals toegezegd eind dit jaar te informeren.11

  • 4. Onafhankelijke evaluatie van LAA. Hiermee geef ik uitvoering aan de motie van de leden Leijten en Ceder (nr. 26).12 De evaluatie wordt op dit moment uitgevoerd en ik verwacht uw Kamer begin volgend jaar over de uitkomsten te informeren.

  • 5. Informatie over initiatieven, wetten en pilots als gevolg van de Ministeriële Commissie Fraudebestrijding. Hiermee geef ik uitvoering aan de motie van het lid Leijten (nr. 27).13 Ik verwacht uw Kamer hierover voor het eind van het jaar te informeren.

  • 6. Onderzoek naar de uitvoeringslasten van het informeren van de burger over een adresonderzoek. Hiermee geef ik uitvoering aan de motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Ceder (nr. 28).14 Dit onderzoek wordt op dit moment uitgevoerd door de VNG, de uitkomsten verwacht ik eind dit jaar.

  • 7. Totaaloverzicht en onafhankelijke toetsing van alle risicoprofielen van LAA. Hiermee geef ik uitvoering aan de motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Ceder (nr. 30).15 De toetsing wordt op dit moment uitgevoerd door het onderzoeksbureau dat ook de evaluatie verricht, de uitkomsten verwacht ik eind dit jaar.

  • 8. Convenant met de signaalleveranciers van LAA. Hiermee geef ik uitvoering aan de moties van de leden Dekker-Abdulaziz en Ceder (nr. 30) en de leden Ceder en Kathmann (nr. 31)16 en de toezegging om met signaalleveranciers afspraken te maken over het gebruik van de aantekening «in onderzoek» in de BRP.17 Het convenant zal ik doen toekomen aan uw Kamer, voordat de wet in werking treedt.

  • 9. Instructie aan gemeenten om de verbetering van adreskwaliteit samen te laten gaan met het signaleren, voorkomen, bestrijden en terugkoppelen van sociale problematiek. Hiermee geef ik uitvoering aan de motie van het lid Ceder (nr. 32).18 Deze instructie neem ik op in een nieuwe circulaire Adresonderzoek BRP, die ik met uw Kamer zal delen ter kennisneming voordat de wet in werking treedt.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Kamerstuk 35 772, nr. 2.

X Noot
2

Kamerstuk 35 772, nr. 36.

X Noot
3

Kamerstuk 35 772, nr. 3.

X Noot
4

Kamerstuk 35 772, nr. 20.

X Noot
5

Kamerstuk 35 772, nr. 37.

X Noot
6

Kamerstuk 27 859, nr. 161.

X Noot
7

Kamerstuk 27 859, nr. 164.

X Noot
9

Kamerstuk 35 772, nr. 37.

X Noot
10

Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Staatssecretaris van BZK over discriminatie bij de controle op de BRP (16 maart 2022). Antwoord van de Staatssecretaris van BZK (6 april 2022), Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2347

X Noot
11

Kamerstuk 35 772, E.

X Noot
12

Kamerstuk 35 772, nr. 26.

X Noot
13

Kamerstuk 35 772, nr. 27.

X Noot
14

Kamerstuk 35 772, nr. 28.

X Noot
15

Kamerstuk 35 772, nr. 30.

X Noot
16

Kamerstuk 35 772, nr. 31.

X Noot
17

Toezegging gedaan tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel BRP LAA op 3 februari 2022. (Handelingen II 2021/22, nr. 46, item 11)

X Noot
18

Kamerstuk 35 772, nr. 32.

Naar boven