35 764 Wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in verband met informatiedeling tussen bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak en enige overige wijzigingen

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 29 september 2021

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I, onderdeel N, komt te luiden:

N (toevoeging informatieleverancier van het Bureau en technische wijzigingen)

Artikel 27, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, subonderdeel 1°, wordt «de Belastingdienst FIOD-ECD» vervangen door «de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst».

2. In onderdeel b, subonderdeel 2°, wordt «het Meldpunt ongebruikelijke transacties» vervangen door «de Financiële inlichtingen eenheid».

3. Onderdeel b, subonderdeel 3°, vervalt onder vernummering van de subonderdelen 4° en 5° tot subonderdelen 3° en 4°.

4. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel n door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

o. de Nederlandse Zorgautoriteit;

p. het College van procureurs-generaal van het openbaar ministerie.

Toelichting

Artikel 27 van de geldende Wet Bibob regelt welke bestuursorganen verplicht zijn om aan het Landelijk Bureau Bibob (hierna: LBB) gegevens te verstrekken voor zover die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van haar adviestaak. In artikel 27 zijn enkele aanduidingen van de bestuursorganen toe aan actualisatie of verbetering. Daartoe wordt via deze nota van wijziging de in het onderhavige wetsvoorstel voorgestelde wijziging van artikel 27 van de Wet Bibob uitgebreid. Deze wijziging van artikel 27 had in het oorspronkelijke wetsvoorstel alleen betrekking op het toevoegen van de Nederlandse Zorgautoriteit aan de lijst met bestuursorganen die verplicht zijn om aan het LBB gegevens te verstrekken.

Allereerst is de benaming FIOD-ECD veranderd in Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst, aangezien de toevoeging «ECD» is vervallen.1 Ook is de benaming Meldpunt ongebruikelijke transacties vervangen door de actuele benaming Financiële inlichtingen eenheid.2 Verder wordt het College van procureurs-generaal van het openbaar ministerie in een nieuw, afzonderlijk artikelonderdeel genoemd (onderdeel p). In de geldende wet is het openbaar ministerie genoemd als partij die onder de Minister van Justitie en Veiligheid ressorteert. Omdat artikel 27 partijen aanwijst die verantwoordelijk zijn voor gegevensverstrekking, ligt het in de rede om de verwerkingsverantwoordelijken aan te wijzen in een separaat artikelonderdeel. In het geval van het openbaar ministerie is het College van procureurs-generaal de verwerkingsverantwoordelijke voor de verstrekking van strafvorderlijke gegevens aan het LBB. Dat volgt uit de definitie van verwerkingsverantwoordelijke en de betreffende verstrekkingsgrondslag uit de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg).3

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat het LBB ook tenuitvoerleggingsgegevens ontvangt, welke gegevens eveneens afkomstig kunnen zijn van het openbaar ministerie. Daarvoor is de Minister van Justitie en Veiligheid of het College van procureurs-generaal de verwerkingsverantwoordelijke. Zij mogen op grond van artikel 51c, tweede lid, onderdeel d, Wjsg tenuitvoerleggingsgegevens verstrekken aan het LBB voor het doel van «bestuurlijk handelen of het nemen van een bestuursrechtelijke beslissing». Bij «bestuurlijk handelen» valt mede te denken aan een Bibob-advies inzake een (civielrechtelijke) overheidsopdracht of vastgoedtransactie van een rechtspersoon met een overheidstaak. Onder de term bestuursrechtelijke beslissingen vallen alle Awb-besluiten ten behoeve waarvan het bestuursorgaan een Bibob-advies kan vragen.

Deze nota van wijziging wordt mede namens de Minister voor Rechtsbescherming aangeboden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Stcrt. 2010, 6615 en Stcrt. 2014, 36880, artikel XIV.

X Noot
2

Overeenkomstig de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (zie Stb. 2012, 686).

X Noot
3

Zie respectievelijk artikel 1, onderdeel k, onder 2°, ingevoegd in 2019 (Stb. 2018, 401), en artikel 39f, eerste lid, onderdelen d en g, Wjsg.

Naar boven