35 723 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake uitbreiding economisch steun- en herstelpakket)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze derde incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de indiening van deze derde incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd via een drietal brieven:

Daarnaast zijn de relevante moties die door de Tweede Kamer op 2 februari 2021 zijn aangenomen in deze begroting verwerkt.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, B. van ’t Wout

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Ondergrenzen toelichtingen

Voor wat betreft het toelichten van significanteverschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1.000

5

10

=> 1.000

10

20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

2. Beleidsartikelen

2.1 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Tabel 1 Budgettaire gevolgen van beleid derde incidentele suppletoire begroting (ISB) (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2021 incl. NvW, amendementen en ISB's1

Mutaties 3eISB

Stand 3e ISB

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

VERPLICHTINGEN

7.612.899

4.050.100

11.662.999

0

0

0

0

Waarvan garantieverplichtingen

4.335.000

 

4.335.000

       

Waarvan overige verplichtingen

3.277.899

4.050.100

7.327.999

       
               

UITGAVEN

3.534.496

4.049.600

7.584.096

0

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht

39%

 

21%

       
               

Subsidies (regelingen)

2.214.335

4.049.600

6.263.935

0

0

0

0

MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

41.217

 

41.217

       

Eurostars

18.000

 

18.000

       

Bevorderen Ondernemerschap

16.590

 

16.590

       

Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG

25.590

 

25.590

       

Bijdrage aan ROM's

7.330

 

7.330

       

Verduurzaming industrie

36.264

 

36.264

       

Startup-beleid

18.300

 

18.300

       

Urgendamaatregelen industrie

59.500

 

59.500

       

Invest-NL

10.582

 

10.582

       

Noodloket (TOGS)

0

1.600

1.600

       

Qredits

0

70.000

70.000

       

Tegemoetkoming vaste lasten

1.937.000

3.790.000

5.727.000

       

Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland

6.000

8.000

14.000

       

Tegemoetkoming Starters

0

180.000

180.000

       

Omscholing naar tekortsectoren

37.500

 

37.500

       

Overige subsidies

462

 

462

       
               

Leningen

160.000

0

160.000

0

0

0

0

Bedrijfssteun

160.000

 

160.000

       
               

Garanties

307.740

0

307.740

0

0

0

0

BMKB

37.523

 

37.523

       

Groeifaciliteit

8.472

 

8.472

       

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

11.745

 

11.745

       

Garantie Ondernemingsfinanciering (Corona)

250.000

 

250.000

       
               

Opdrachten

10.998

0

10.998

0

0

0

0

Onderzoek en opdrachten

3.766

 

3.766

       

Caribisch Nederland

1.296

 

1.296

       

Regeldruk

2.271

 

2.271

       

Regiekosten regionale functie

665

 

665

       

Small Business Innovation Research

3.000

 

3.000

       
               

Bijdrage aan agentschappen

110.599

0

110.599

0

0

0

0

Bijdrage RVO.nl

110.068

 

110.068

       

Bijdrage Agentschap Telecom

531

 

531

       
               

Bijdrage aan ZBO's/RWT’s

326.810

0

326.810

0

0

0

0

Bijdrage aan TNO

177.836

 

177.836

       

Kamer van Koophandel

123.498

 

123.498

       

Bijdrage aan NWO-TTW

25.476

 

25.476

       
               

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

402.864

0

402.864

0

0

0

0

Internationaal Innoveren

51.986

 

51.986

       

PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag)

166.411

 

166.411

       

TO2 (Deltares, MARIN en NLR)

59.682

 

59.682

       

Topsectoren overig

15.793

 

15.793

       

Ruimtevaart (ESA)

72.104

 

72.104

       

Bijdrage NBTC

9.239

 

9.239

       

Bijdragen organisaties

5.649

 

5.649

       

Economische ontwikkeling en technologie

10.000

 

10.000

       

EU-cofinanciering JTF

12.000

 

12.000

       
               

Storting begrotingsreserve

1.150

0

1.150

0

0

0

0

Storting reserve BMKB

1.150

 

1.150

       
               

ONTVANGSTEN

153.738

0

153.738

0

0

0

0

BMKB

33.000

 

33.000

       

Groeifaciliteit

8.000

 

8.000

       

Garantie Ondernemings-financiering (GO)

13.000

 

13.000

       

Luchtvaartkrediet-regeling

5.912

 

5.912

       

Rijksoctrooiwet

37.887

 

37.887

       

Eurostars

5.094

 

5.094

       

F-35

8.000

 

8.000

       

Bedrijfssteun

40.000

 

40.000

       

Diverse ontvangsten

2.845

 

2.845

       
X Noot
1

Kamerstuk 35 677, nr. 1 en 2 en Kamerstuk 35 685, nr. 1 en 2.

Toelichting

In deze incidentele suppletoire begroting wordt het parlement om autorisatie verzocht voor het aangaan van verplichtingen en doen van uitgaven zoals vermeld in de Kamerbrief Uitbreiding economisch steun- en herstelpakket van 21 januari 2021, Kamerbrief Steun- en herstelpakket van 28 augustus 2020 wat betreft de leningsfaciliteit garantiefondsen reissector en Kamerbrief Noodpakket banen en economie van 17 maart 2020 met betrekking tot Noodloket (TOGS). Daarnaast zijn de relevante moties die door de Tweede Kamer op 2 februari 2021 zijn aangenomen in deze begroting verwerkt.

Verplichtingen

Leningsfaciliteit garantiefondsen reissector

In 2020 heeft EZK voor € 156,5 mln aan leningsovereenkomsten getekend, met de fondsen SGR (€ 150 mln), GGTO (€ 4 mln) en VZR (€ 2,5 mln). Van de beschikbare verplichtingenruimte van € 160 mln resteerde in 2020 € 3,5 mln. Van dit verplichtingenbudget wordt in 2021 € 0,5 mln toegevoegd aan de begroting van EZK, ten behoeve van de leningsovereenkomst met een enkel andere garantiefonds.

Verplichtingen en uitgaven

Subsidies

Noodloket (TOGS)

Ten behoeve van laatste betalingen voor de regeling TOGS in verband met bezwaar en beroep wordt het budget in 2021 verhoogd met € 1,6 mln. De TOGS is hiermee afgerond.

Startersleningen via Qredits

Naar aanleiding van de motie Dijkhoff (Kamerstuk 25 295, nr. 772) heeft het kabinet in de Kamerbrief over aanpassingen in het economische steun- en herstelpakket van 9 december 2020 € 70 mln gereserveerd om opties te verkennen om het buffervermogen van startende bedrijven te versterken, evenals het verstrekken van overbruggingskredieten voor ondernemers in getroffen sectoren. Na goedkeuring door de Europese Commissie ontvangt Qredits een subsidie in de vorm van een geldlening van € 40 mln om leningen met gunstige voorwaarden te verstrekken aan ondernemers die gestart zijn in het eerste en tweede kwartaal van 2020. Tevens wordt de bestaande lening van € 25 mln met € 30 mln opgehoogd naar € 55 mln om ondernemingen die voor 31 december 2019 gezond waren en door de coronapandemie zijn getroffen overbruggingskredieten aan te bieden.

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

Het budget van de TVL wordt verhoogd met in totaal € 3,79 mld. Deze verhoging houdt verband met de volgende verruimingen van de regeling:

  • Verhoging van het vergoedingspercentages van de vaste lasten naar 85% bij omzetverlies vanaf 30%. Het vergoedingspercentage loopt daarmee niet langer op van 50% (bij 30% omzetverlies) naar 70% (bij 100% omzetverlies). De verwachte kosten hiervan zijn € 1,4 mld voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

  • Naast mkb-bedrijven ook openstelling van de regeling voor niet-mkb bedrijven door het loslaten van de grens van maximaal 250 werknemers. De kosten hiervan worden geraamd op € 600 mln voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

  • Het maximale subsidiebedrag voor een onderneming per kwartaal wordt verhoogd van € 90.000 naar € 330.000 voor bedrijven met niet meer dan 250 werknemers en naar € 400.000 voor bedrijven met meer dan 250 medewerkers. In totaal leidt dit tot circa € 560 mln aan extra steun voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

  • Verlenging van de voorraadsubsidie gesloten detailhandel naar het eerste kwartaal van 2021 en verhoging van de subsidie van 5,6% naar 21% op het vastelastenpercentage in de TVL. De opslag kent een eigen maximumvergoeding van € 200.000, bovenop de verhoogde maximumvergoeding van € 330.000. De verwachte kosten van deze subsidie in het eerste kwartaal 2021 zijn € 160 mln.

  • Voor de reissector wordt binnen de TVL een eenmalige opslag voor annuleringskosten opgenomen. De kosten hiervan worden geraamd op € 40 mln.

  • Voor landbouwbedrijven met SBI-codes 1.1 tot en met 1.5 wordt een specifieke regeling ontwikkeld. Het kabinet reserveert hiervoor € 80 mln voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

  • Het minimum subsidiebedrag wordt verhoogd van € 750 naar € 1.500 per ondernemer. De verwachte kosten van deze aanpassing zijn € 20 mln voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

  • Het voor de TVL geldende minimale bedrag aan vaste lasten van € 3.000 per kwartaal wordt verlaagd naar € 2.000 per kwartaal. De kosten hiervan worden geraamd op € 20 mln voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.

  • Voor het eerste kwartaal van 2021 is de TVL in een eerder stadium op diverse punten verruimd. Deze verruimingen worden nu doorgetrokken naar het tweede kwartaal. De kosten hiervan worden geraamd op € 410 mln, waarvan € 180 mln voor het doortrekken van het hogere subsidiepercentage (van 50% naar 50–70%), € 140 mln voor het loslaten van de SBI-codes en € 90 mln voor het niet doorgaan van de verhoging van de omzetdervingsdrempel van 30% naar 45%.

  • Tot slot raamt het kabinet het hogere beroep op de TVL ten gevolge van de huidige lockdown en andere beperkende maatregelen in de eerste helft van 2021 op € 500 mln.

TVL Caribisch Nederland

De TVL Caribisch Nederland is gebaseerd op de TVL voor Europees Nederland en toegesneden op de lokale omstandigheden. Zo kent de regeling een standaard vaste kostenratio voor alle sectoren. Voor continuering van de regeling in het eerste en tweede kwartaal van 2021 is € 8 mln meer nodig dan het huidige budget van € 6 mln.

Tegemoetkoming Starters

Voor starters wordt een regeling ontwikkeld die zo veel mogelijk is gebaseerd op de TVL. De regeling zal gelden voor starters gestart tussen 30 september 2019 en 30 juni 2020 en heeft als referentieperiode het derde kwartaal van 2020. De kosten van de regeling in het eerste en tweede kwartaal van 2021 worden geraamd op € 180 mln.

Het kabinet monitort voortdurend hoe het pakket van generieke crisismaatregelen voor diverse economische actoren uitwerkt en of het pakket nog adequaat is. Als de uitgaven hoger uitvallen dan de huidige ramingen dan zal dit generaal worden gecompenseerd. Bij onderuitputting na definitieve beëindiging van de crisismaatregelen vloeien de middelen terug naar het algemene beeld.

Naar boven