Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 35526 nr. BO |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 35526 nr. BO |
Vastgesteld 14 juni 2021
In vergadering van de vaste commissies2 op 1 juni jongstleden over de correspondentie m.b.t. de covid-19 wetsvoorstellen en maatregelen en een nabeschouwing van het debat van 25 mei jongstleden zijn de toezeggingen aan de orde geweest die tijdens dit debat zijn gedaan. Naar aanleiding hiervan is aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 4 juni 2021 een brief gestuurd.
De Minister heeft op 11 juni 2021 gereageerd.
De commissies brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier voor dit verslag, Van Dooren
BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID, VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT/ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING EN VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING
Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Den Haag, 4 juni 2021
In vergadering van onze commissies3 op 1 juni jongstleden over de correspondentie m.b.t. de covid-19 wetsvoorstellen en maatregelen en een nabeschouwing van het debat van 25 mei jongstleden zijn de toezeggingen aan de orde geweest die tijdens dit debat zijn gedaan. In het bijzonder hechten de leden aan de spoedige aanbieding van een plan van aanpak inzake de overgang van een epidemische naar een endemische fase in relatie tot de maatregelen die dan nog ingezet kunnen worden en (verdere) wijziging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Twm) vóór de zomer. Met het oog op het inplannen van overleg dan wel debat voor het zomerreces ontvangen zij graag een planning van het ministerie – een en ander uiteraard onder het voorbehoud van het tempo dat de Tweede Kamer zal maken voor zover het om wetsvoorstellen gaat.
Tijdens het debat was sprake van verschillende zaken die wettelijk geregeld moeten worden:
1. Verwerken motie De Boer (35 526, AK) t.a.v. het introduceren in de wet van delegatie onder vereiste goedkeuring bij wet bij verlenging van de Twm;
2. Spoedwet inzake het expliciteren van een juridische grondslag voor de gegevensverwerking op nationaal niveau m.b.t. de vaccinaties.
3. Aanpassing van de «gereedschapskist» van de Twm met het oog op het overgaan van een epidemische naar een endemische fase.
Tijdens het debat heeft u aangegeven4 dat in juni een plan van aanpak aangeboden zal worden waarover de leden in debat kunnen gaan, en gelijktijdig zal een gewijzigde Twm aan de Kamer voorgelegd worden.
De commissies vernemen graag of zij eind juni over de toegezegde stukken kunnen beschikken, teneinde – bij voorkeur – op 6 juli 2021 daarover een debat te kunnen voeren, doch uiterlijk 13 juli 2021.
De leden van genoemde commissies zien met belangstelling uit naar uw antwoord en verzoeken u deze zo spoedig mogelijk aan te bieden.
De Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat ontvangen een afschrift van deze brief.
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, M.M. de Boer
De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/ Algemene Zaken en Huis van de Koning, B.O. Dittrich
De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.A.M. Adriaansens
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, H.J. Meijer
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2021
Hierbij doe ik u in reactie op de brief van 4 juni jl. van de voorzitters van het viertal vaste commissies van uw Kamer die in het bijzonder bij de covid-maatregelen betrokken zijn, toekomen een overzicht van de voorgenomen verschillende wettelijke maatregelen op het terrein van covid-19, met de bijbehorende planning. Deze maatregelen zullen nog ingezet of aangekondigd kunnen worden vóór het zomerreces, zoals aan de orde kwam in het debat met uw Kamer op 25 mei jl.
Het gaat om de volgende drie maatregelen:
1. Het verwerken van de motie De Boer (Kamerstukken I 2020/21, 35 526, AK) ten aanzien van het introduceren in de wet van delegatie onder het vereiste van goedkeuring bij wet bij verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Twm);
2. De spoedwet inzake het expliciteren van een juridische grondslag voor de gegevensverwerking op nationaal niveau met betrekking tot de vaccinaties;
3. De aanpassing van de «gereedschapskist» van de Twm met het oog op het overgaan van een epidemische naar een endemische fase, en een plan van aanpak.
Hieronder ga ik in op de stand van zaken en de planning van deze drie onderwerpen.
Ad 1. De wijziging van de Twm ter verwerking van de motie De Boer
Een wetsvoorstel tot wijziging van de Twm in verband met regeling van het vereiste van goedkeuring bij wet van een koninklijk besluit tot verlenging als bedoeld in artikel VIII, derde lid, van de Twm, wordt behandeld in de ministerraad van 11 juni, en gaat vervolgens met het verzoek om spoedige advisering naar de Afdeling advisering van Raad van State.
Afhankelijk van de termijn waarbinnen de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies kan uitbrengen is de indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer op z’n vroegst te verwachten in de week van 21 juni. De Tweede Kamer zal om een spoedige behandeling worden verzocht, zodat – indien de Tweede Kamer het wetsvoorstel aanvaardt – behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer op 13 juli nog mogelijk zou zijn. Indien deze zeer krappe planning gerealiseerd wordt, kan het wetsvoorstel van toepassing zijn op besluitvorming over verlenging van de Twm met ingang van 1 september a.s (zie onder ad 3).
Ad 2. De spoedwet inzake het expliciteren van een juridische grondslag voor de gegevensverwerking
Op 3 juni jl. is – dankzij de uiterst voortvarende wijze waarop de Autoriteit Persoonsgegevens en de Afdeling advisering van de Raad van State advies hebben willen uitbrengen – bij de Tweede Kamer ingediend het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met enkele verbeteringen en preciseringen van de tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij de bestrijding van het virus SARS-CoV-2 (Kamerstukken II 2020/21, 35 853, nr. 1 e.v.).
Zoals u in uw brief aangeeft, geldt ook voor dit wetsvoorstel dat behandeling in de Eerste Kamer afhankelijk is van de termijn waarbinnen de Tweede Kamer het wetsvoorstel behandelt en het eventueel aanvaardt. Bij brief van 4 juni jl. (Kamerstukken I/II 2020/21, 35 853, nr 5 en A) heb ik de Tweede en Eerste Kamer verzocht om een spoedbehandeling van dit wetsvoorstel. De omvang van het wetsvoorstel is beperkt en de inhoud heeft een technisch karakter. Om coronatoegangsbewijzen te kunnen baseren op vaccinatiegegevens, hetgeen reeds voorzien is in de loop van juni, spreek ik de hoop uit dat uw Kamer het wetsvoorstel direct na ontvangst zal kunnen afhandelen.
Ad 3. De voorstellen voor de overgangsfase en de toekomstige aanpassing van de «gereedschapskist» van de Twm
Na het debat met uw Kamer op 25 mei jl. hebben de betrokken bewindslieden zich nader beraden over de wijze waarop de toekomstige aanpassing van de «gereedschapskist» van de Twm vorm zou moeten krijgen. De voorlopige conclusie van mijn ambtgenoten van Justitie en Veiligheid, en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van ondergetekende is dat naar huidig inzicht per 1 september a.s. sommige nader te bepalen onderdelen van de Twm niet hoeven blijven te gelden. Voor andere onderdelen – denk bijvoorbeeld aan de quarantaineverplichting voor inreizigers uit zeerhoogrisicogebieden – is het zeer aannemelijk dat we die na 1 september a.s. nog nodig zullen hebben. Voor een derde categorie maatregelen kunnen de uitvoeringsmaatregelen wellicht vervallen, maar is het wenselijk de formeel-wettelijke basis daarvoor tijdelijk nog in stand te laten.
Normaliter vereist een reductie in de «gereedschapskist» die een wet als de Twm bevat, een wijzigingswet. Door de bijzondere opzet van de Twm is dat in dit geval niet nodig. De wetgever heeft voorzien in een mechanisme om bij elke verlenging de wet eventueel af te slanken. Artikel VIII, derde lid, van de Twm maakt het immers mogelijk bij het koninklijk besluit tot verlenging alleen bepaalde bepalingen of onderdelen daarvan te verlengen; niet verlengde onderdelen vervallen. De Twm (meer precies: de bij de Twm en latere wijzigingen daarvan ingevoerde bepalingen) loopt in principe af per 1 september a.s., tenzij deze (gedeeltelijk) wordt verlengd bij koninklijk besluit.
Het is in dit verband relevant erop te wijzen dat ingevolge artikel 58b, eerste lid, van de Twm maatregelen kunnen worden getroffen ter bestrijding van de epidemie of een directe dreiging daarvan. Naar huidig inzicht bevinden we ons in de overgang van de epidemische fase naar de endemische fase, maar is de (dreiging van de) epidemie nog niet geheel weggenomen. De omstandigheid dat we in een dergelijke overgangsfase verkeren, staat aan een eventuele verlenging niet in de weg.
Volgens de huidige planning zal eind juni aan beide Kamers inzicht worden geboden in de overgangsfase, waarbij ook zal worden aangegeven welke instrumenten na 1 september nog nodig geacht worden.
De inbreng van Tweede en Eerste Kamer over de afweging van de al dan niet te verlengen maatregelen, zal worden betrokken bij het opstellen van het koninklijk besluit tot (gedeeltelijke) verlenging van de Twm. Volgens de huidige planning zal dat ontwerpbesluit begin augustus bij Tweede en Eerste Kamer worden voorgehangen. Mocht het besluit worden vastgesteld en het onder ad 1. genoemde wetsvoorstel zijn aangenomen, dan zal na de bekendmaking van dit besluit een goedkeuringswet in procedure worden gebracht, zodat de bepalende zeggenschap van Tweede en Eerste Kamer daarbij is gewaarborgd.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
«Mevrouw Prins refereert aan de toezegging om een plan van aanpak te maken voor de overgangsfase van de epidemische fase naar de endemische fase. Dat gaan we inderdaad doen, met een oriëntatie op de vraag wat dat betekent voor ons vaccinatiebeleid, voor ons testbeleid, voor de maatregelen en voor de juridische vormgeving daarvan, en voor onze crisisorganisatie. Wij willen dat gelijktijdig delen met uw Kamer op het moment dat we de gewijzigde Twm aan de Kamer voorleggen, zodat we die debatten in één keer kunnen voeren. Zoals toegezegd aan mevrouw De Boer zal dat voor de zomer zijn.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35526-BO.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.