35 526 Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19)

AK MOTIE VAN HET LID DE BOER C.S.

Voorgesteld 23 februari 2021

De Eerste Kamer,

Gehoord de beraadslagingen

Constaterende, dat de Minister van VWS in zijn brief van 19 februari 2021 betreffende modaliteiten die bij de uitvoering van de motie Janssen (Kamerstukken I 2020/21 35 526, L) kunnen worden gevolgd, in punt 8 aangeeft dat de delegatie onder vereiste goedkeuring bij wet (zoals bedoeld in artikel 2.40 van de aanwijzingen voor de regelgeving) tot de mogelijkheden behoort,

Overwegende, dat die modaliteit voorziet in bepalende zeggenschap van beide Kamers van de Staten-Generaal,

Spreekt uit dat de voorkeur van de Eerste Kamer voor wat betreffende bepalende zeggenschap van de Staten-Generaal bij verlenging van de Tijdelijke Wet Maatregelen Covid uitgaat naar deze modaliteit,

Verzoekt de regering dit oordeel van deze Kamer over te brengen aan de Tweede Kamer in nieuwe samenstelling, en deze optie nadrukkelijk met de Tweede Kamer te bespreken, en vervolgens de Eerste Kamer te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De Boer

Janssen

Nicolaï

Pouw-Verweij

Recourt

Van Rooijen

Naar boven