35 853 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met enkele verbeteringen en preciseringen van de tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij de bestrijding van het virus SARS-CoV-2

A BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2021

Met deze brief breng ik het spoedeisend karakter van bovengenoemd voorstel van wet (Kamerstuknummer 35 853) onder Uw aandacht. Het wetsvoorstel ligt nu in de Tweede Kamer, die ik om spoedbehandeling heb verzocht. In verband met de planning van de drukke werkzaamheden van Uw Kamer zo kort voor het zomerreces, vraag ik U op voorhand ook om een spoedbehandeling door Uw Kamer. Dit uiteraard in de hoop dat de Tweede Kamer mijn verzoek om een spoedbehandeling inwilligt en het wetsvoorstel aanneemt.

Graag licht ik mijn verzoek toe.

Met ingang van 5 juni zullen coronatoegangsbewijzen worden ingezet ter versoepeling van de maatregelen om de epidemie van covid-19 te bestrijden. Deze toegangsbewijzen worden gebaseerd op negatieve testuitslagen. Het is de bedoeling om zo snel mogelijk in juni de mogelijkheid te bieden om coronatoegangsbewijzen ook te baseren op vaccinatie tegen het coronavirus of herstel van een infectie met het coronavirus. Dan hoeven burgers zich niet meer te laten testen om toegang te krijgen tot activiteiten of voorzieningen die geopend konden worden dankzij de inzet van coronatoegangsbewijzen. Geconstateerd is echter dat hiervoor enkele verbeteringen en preciseringen van de Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen (Stb. 2021, 240) noodzakelijk zijn, zodat de grondslag voor de verwerking van de benodigde persoonsgegevens expliciet in de wet is vastgelegd. Zolang dat niet is geregeld, zullen coronatoegangsbewijzen uitsluitend gebaseerd kunnen worden op negatieve testuitslagen.

Dit aanvullend wetsvoorstel is aangekondigd in de nota naar aanleiding van het verslag van 21 mei jl. Het wetsvoorstel is direct voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens, die binnen één week advies heeft uitgebracht. Ook de Afdeling advisering van de Raad van State heeft in enkele dagen een spoedadvies gegeven. Hierdoor kon het wetsvoorstel al op 4 juni bij Uw Kamer aanhangig worden gemaakt. De omvang van het wetsvoorstel is beperkt en de inhoud heeft een technisch karakter.

Om Uw Kamer behulpzaam te zijn bij een voortvarende behandeling en gelet op de technische aard van dit aanvullende wetsvoorstel, stel ik graag de expertise van mijn ambtenaren beschikbaar om bijvoorbeeld in een technische briefing Uw Kamer te informeren over de inhoud van het wetsvoorstel.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven