Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2021
Met deze brief breng ik het spoedeisend karakter van bovengenoemd voorstel van wet
(Kamerstuk 35 853) onder Uw aandacht en verzoek ik Uw Kamer om een spoedbehandeling.
Graag licht ik mijn verzoek toe.
Met ingang van 5 juni zullen coronatoegangsbewijzen worden ingezet ter versoepeling
van de maatregelen om de epidemie van covid-19 te bestrijden. Deze toegangsbewijzen
worden gebaseerd op negatieve testuitslagen. Het is de bedoeling om zo snel mogelijk
in juni de mogelijkheid te bieden om coronatoegangsbewijzen ook te baseren op vaccinatie
tegen het coronavirus of herstel van een infectie met het coronavirus. Dan hoeven
burgers zich niet meer te laten testen om toegang te krijgen tot activiteiten of voorzieningen
die geopend konden worden dankzij de inzet van coronatoegangsbewijzen. Geconstateerd
is echter dat hiervoor enkele verbeteringen en preciseringen van de Tijdelijke wet
coronatoegangsbewijzen (Stb. 2021, nr. 240) noodzakelijk zijn, zodat de grondslag voor de verwerking van de benodigde persoonsgegevens
expliciet in de wet is vastgelegd. Zolang dat niet is geregeld, zullen coronatoegangsbewijzen
uitsluitend gebaseerd kunnen worden op negatieve testuitslagen.
Dit aanvullend wetsvoorstel is aangekondigd in de nota naar aanleiding van het verslag
van 28 april jl. (Kamerstuk 35 807, nr. 10) Het wetsvoorstel is direct voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens, die binnen
één week advies heeft uitgebracht. Ook de Afdeling advisering van de Raad van State
heeft in enkele dagen een spoedadvies gegeven. Hierdoor kon het wetsvoorstel al op
4 juni bij Uw Kamer aanhangig worden gemaakt. De omvang van het wetsvoorstel is beperkt
en de inhoud heeft een technisch karakter.
Om Uw Kamer behulpzaam te zijn bij een voortvarende behandeling en gelet op de technische
aard van dit aanvullende wetsvoorstel, stel ik graag de expertise van mijn ambtenaren
beschikbaar om bijvoorbeeld in een technische briefing Uw Kamer te informeren over
de inhoud van het wetsvoorstel.
Een afschrift van deze brief zend ik aan de Eerste Kamer, die ik vandaag ook om een
spoedbehandeling verzoek. Dit uiteraard in de hoop dat Uw Kamer het wetsvoorstel zal
aannemen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge