Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 35302 nr. 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 35302 nr. 6 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 september 2019
Vandaag is het pakket Belastingplan 2020 door de Koning ingediend bij uw Kamer. Het pakket bestaat uit zes wetsvoorstellen. In de wetsvoorstellen vindt u onder andere fiscale maatregelen die uitvoering geven aan de prioriteiten uit mijn Fiscale beleidsagenda, zoals lagere lasten op arbeid, de aanpak van belastingontwijking en -ontduiking, een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor reële economische activiteiten en verdere vergroening.1
Het pakket Belastingplan 2020 bestaat uit de volgende zes wetsvoorstellen:
A. het wetsvoorstel Belastingplan 2020 (Kamerstuk 35 302);
B. het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2020 (Kamerstuk 35 303);
C. het wetsvoorstel Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord (Kamerstuk 35 304);
D. het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2021 (Kamerstuk 35 305);
E. het wetsvoorstel Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven (Kamerstuk 35 306); en
F. het wetsvoorstel Wet implementatie richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten (Kamerstuk 35 307).
Daarnaast zijn de afgelopen zomer twee separate wetsvoorstellen bij uw Kamer ingediend (ATAD22 en DAC63) waarvan de uiterste implementatiedatum op 1 januari 2020 is gesteld. Deze wetsvoorstellen maken geen deel uit van het pakket Belastingplan 2020. Het voorgaande laat onverlet dat ik de vaste commissie van Financiën in uw Kamer erkentelijk ben dat deze wetsvoorstellen eenzelfde behandelschema volgen als de wetsvoorstellen die behoren tot het pakket Belastingplan 2020.
Maatregelen inkomsten- en vennootschapsbelasting
Het wetsvoorstel Belastingplan 2020 bevat diverse maatregelen die de inkomstenbelasting verlagen en (meer) werken nog lonender maken. Het gaat onder meer om de versnelde invoering van het tweeschijvenstelsel. De invoering die aanvankelijk in 2021 zou plaatsvinden, wordt al in 2020 gerealiseerd. Ook worden de arbeidskorting en de algemene heffingskorting extra verhoogd. De verhoging van de algemene heffingskorting pakt positief uit voor lagere inkomens.
Tegenover de lastenverlichting voor burgers staan maatregelen die de lasten van bedrijven verzwaren. Zo wordt in 2020 het hoge tarief van de vennootschapsbelasting – anders dan eerder beoogd – niet verlaagd. Daarnaast stelt het kabinet voor om het hoge tarief van de vennootschapsbelasting in de structurele situatie ten opzichte van de Wet bedrijfsleven 2019 met 1,2%-punt minder te verlagen. Hierdoor blijft het hoge tarief van de vennootschapsbelasting 25% in 2020 en zal het per 1 januari 2021 worden verlaagd naar 21,7%. De geplande verlaging van het lage tarief van de vennootschapsbelasting wordt niet aangepast en komt dat tarief met ingang van 1 januari 2021 uit op 15%.
Hervormingspakket: verkleinen fiscaal verschil tussen werknemers en zelfstandigen
Naast voorgaande maatregelen stelt het kabinet voor om extra geld uit te trekken om op de kortere termijn een structurele hervorming in te kunnen zetten. Het kabinet sluit daarbij aan bij de ambitie uit het regeerakkoord om de arbeidsmarkt klaar te maken voor de toekomst. Met onder meer de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) zijn hiertoe stappen gezet en het kabinet heeft de Commissie Regulering van werk (Commissie Borstlap) gevraagd om aanbevelingen te doen voor een fundamentele stap naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt.
Een van de elementen die daarin een rol zal spelen is het aanzienlijke verschil in de fiscale behandeling tussen werknemers en zelfstandigen. Onder andere dit verschil draagt bij aan oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden en daarmee ook aan schijnzelfstandigheid. Mede als gevolg daarvan is de flexibilisering van de arbeidsmarkt sterk toegenomen maar is ook een steeds groter deel van de werkenden niet of slechter verzekerd voor werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid en de oude dag. Het kabinet is daarom van mening dat het verschil in fiscale behandeling dient te worden verkleind, zoals ook in het IBO Zelfstandigen zonder personeel (2015) is aangegeven.4 Tegelijkertijd wil het kabinet voorkomen dat zelfstandigen financieel in de problemen komen.
Het kabinet stelt daarom een combinatie voor van het verhogen van de arbeidskorting en een geleidelijke verlaging van de zelfstandigenaftrek. In het voorstel wordt aan de ene kant de arbeidskorting met ingang van 2020 in drie stappen verhoogd ten opzichte van het basispad. Hiervan profiteren zowel zelfstandigen als werknemers. Aan de andere kant stelt het kabinet voor de zelfstandigenaftrek per 2020 met acht stappen van € 250 en een stap van € 280 te verlagen naar € 5.000 in 2028. Dit betekent dat de zelfstandigenaftrek uitkomt op circa twee derde van het huidige niveau. Doordat tegenover de afbouw van de zelfstandigenaftrek maatregelen staan die de lasten verlichten (zoals de verhoging van de arbeidskorting) gaan zelfstandigen er tot met 2028 in de meeste gevallen nog steeds cumulatief op vooruit. Voor de jaren 2020 en 2021 zien we dat terug in een positieve koopkrachtontwikkeling voor zelfstandigen.
De structurele ruimte na 2022 (door onder meer de afbouw van de zelfstandigenaftrek) wordt gereserveerd voor het zogenoemde zzp-dossier. Deze reservering loopt na 2022 op tot uiteindelijk € 0,6 miljard structureel (in 2028). De Commissie Borstlap is gevraagd om aanbevelingen te doen voor een fundamentele stap naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt. Deze budgettaire reservering kan gebruikt worden voor verdere stappen in het zzp-dossier, bijvoorbeeld in reactie op de Commissie Borstlap.
De koopkracht van huishoudens stijgt het komende jaar naar verwachting 2,1% ten opzichte van 2019. Dit komt deels door een stijging van de lonen en deels door de belastingmaatregelen die het kabinet neemt, zoals de overgang naar een tweeschijvenstelsel in de inkomstenbelasting en de verhoging van de arbeidskorting en de algemene heffingskorting. Of iemand erop vooruitgaat of niet, hangt uiteindelijk mede af van veranderingen in zijn of haar persoonlijke situatie en van de ontwikkelingen van de economie.
Overige maatregelen in het wetsvoorstel
In het wetsvoorstel Belastingplan 2020 wordt, om voor banken en verzekeraars het fiscale voordeel van de financiering met vreemd vermogen te beperken, een minimumkapitaalregel voor banken en verzekeraars voorgesteld. Daarnaast neemt het kabinet vanaf volgend jaar het bestaande verschil in btw-behandeling weg tussen het leveren en uitlenen van boeken, kranten en tijdschriften op een fysieke drager of langs elektronische weg. Voor beide situaties wordt straks het verlaagde btw-tarief toegepast van 9 procent. Elektronisch geleverde boeken, kranten en tijdschriften kunnen hierdoor goedkoper worden. Het verlaagde btw-tarief geldt ook voor de toegangverlening tot nieuwswebsites van kranten, tijdschriften of journalistieke onderzoeksplatforms. Bovendien vallen downloadbare luisterboeken, bladmuziek en leermiddelen voor het onderwijs straks onder het verlaagde btw-tarief.
Met een aantal maatregelen in het pakket wordt daarnaast uitvoering gegeven aan toezeggingen en moties, zoals de introductie van een vrijstelling voor de brede weersverzekering, het indexeren van de vrijwilligersregeling en het invoeren van een aftrekuitsluiting met betrekking tot dwangsommen.
In het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2020 wordt onder meer voorgesteld om de Belastingdienst de bevoegdheid toe te kennen tot het openbaar maken van vergrijpboeten die zijn opgelegd aan medeplegende beroepsbeoefenaars die belastingontduiking of toeslagfraude faciliteren. Het kabinet hecht namelijk belang aan een goede voorlichting van het publiek, dat daardoor een beter geïnformeerde keuze voor een adviseur kan maken. Ook wordt ter uitvoering van het regeerakkoord een keuzeregeling voor elektronisch berichtenverkeer met de Belastingdienst voorgesteld.5 Die keuzeregeling maakt het voor belastingplichtigen en toeslaggerechtigden mogelijk om te kiezen hoe ze hun zaken met de Belastingdienst regelen: op papier of digitaal. Het wetsvoorstel bevat verder het voorstel ter implementatie van de nieuwe WLTP-testmethode in de autogerelateerde belastingen.
Het kabinet heeft als doel om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 in Nederland met 49% terug te dringen. Deze verdere vergroening krijgt onder andere gestalte met de maatregelen die zijn opgenomen in het wetsvoorstel Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord. Het betreft fiscale maatregelen op het terrein van mobiliteit, gebouwde omgeving en afval. Mede vanwege de budgettaire samenhang zijn ook de dekkingsmaatregelen voor de maatregelen in dit wetsvoorstel opgenomen. Ook wordt buitenlands afval in de heffing van afvalstoffenbelasting betrokken. Tevens wordt in 2020 eenmalig het budget dat beschikbaar is voor de milieu-investeringsaftrek met € 10 miljoen verhoogd ter stimulering van CO2-reducerende circulaire bedrijfsmiddelen. Aan die maatregel wordt invulling gegeven door de als bijlage bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 opgenomen Milieulijst tijdelijk uit te breiden met een aantal circulaire bedrijfsmiddelen.
Met het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2021 wordt per 2021 een conditionele bronbelasting op rente- en royaltybetalingen naar laagbelastende jurisdicties en in misbruiksituaties ingevoerd. Hiermee wordt voorkomen dat Nederland nog langer wordt gebruikt als toegangspoort voor doorstroomactiviteiten naar laagbelastende jurisdicties en wordt het risico van belastingontwijking door het verschuiven van de (Nederlandse) belastinggrondslag naar laagbelastende jurisdicties verkleind.
In het wetsvoorstel Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven wordt voorgesteld om de fiscale aftrek voor scholingsuitgaven af te schaffen. In de plaats van deze aftrekpost komt een vervangende regeling: de subsidieregeling STAP-budget (leer- en ontwikkelbudget voor de stimulans van de arbeidsmarktpositie) voor natuurlijke personen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt. De conceptregeling zal op korte termijn door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar uw Kamer worden gestuurd. Het doel van dit voorstel is een effectievere en doelmatigere inzet van budgettaire middelen voor (na)scholing.
Het wetsvoorstel Wet implementatie richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten regelt de benodigde aanpassingen waarmee de Richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging intracommunautair handelsverkeer in de wet wordt geïmplementeerd (de zogenoemde quick fixes).
Voor een volledig overzicht van de fiscale maatregelen in het pakket Belastingplan 2020 verwijs ik u naar de tot dit pakket behorende wetsvoorstellen.
Uitvoeringsgevolgen
Alle maatregelen uit het pakket Belastingplan 2020 zijn door de Belastingdienst getoetst. De Belastingdienst acht de maatregelen uitvoerbaar per de voorgestelde data van inwerkingtreding.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de budgettaire aspecten van de zes wetsvoorstellen betreffende het pakket Belastingplan 2020. Van de zes wetsvoorstellen hebben het wetsvoorstel Belastingplan 2020, het wetsvoorstel Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord en het wetsvoorstel Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven een budgettair effect. Het budgettaire effect van de overige drie wetsvoorstellen is nihil.
Budgettaire gevolgen pakket Belastingplan 2020 in € miljoen |
2020 |
2021 |
2022 |
structureel |
---|---|---|---|---|
Belastingplan 2020 |
335 |
– 850 |
– 1.411 |
– 1.109 |
Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord |
– 392 |
– 719 |
– 809 |
– 263 |
Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven |
0 |
213 |
213 |
213 |
Overige fiscale maatregelen 2020 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Wet implementatierichtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Wet bronbelasting 2021 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
– 57 |
– 1.356 |
– 2.007 |
– 1.159 |
Het kabinet heeft ook enkele voornemens op fiscaal terrein die een relatie hebben met het pakket Belastingplan 2020.
Grondslagverbredende maatregelen
Het kabinet is voornemens twee grondslagverbredende maatregelen te nemen, te weten een verhoging van het effectieve tarief van de innovatiebox van 7% naar 9% en een aanpassing van de liquidatie- en stakingsverliesregeling.
Met de aanpassing van de liquidatie- en stakingsverliesregeling omarmt het kabinet de lijn van het conceptinitiatiefwetsvoorstel dat door het lid Snels (GroenLinks) c.s. op 16 april 2019 ter consultatie is aangeboden.6
Belastingplichtigen in de vennootschapsbelasting kunnen nu – onder voorwaarden – nog onbeperkt verliezen die het gevolg zijn van de ontbinding van een dochteronderneming of het staken van een bedrijfsactiviteit in het buitenland aftrekken van de winst die zij in Nederland maken. Deze zogenoemde liquidatie- en stakingsverliesregeling wordt zo aangepast dat bedrijven minder vaak zo’n verlies kunnen aftrekken. Met de aanpassing wordt beoogd het niet meer mogelijk te maken om een liquidatie- en stakingsverlies te nemen op deelnemingen en vaste inrichtingen buiten de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte en de planbaarheid van het liquidatie- en stakingsverlies te beperken. Het kabinet is de initiatiefnemers erkentelijk voor het beginnen van de discussie over de reikwijdte van de liquidatie- en stakingsverliesregeling. Het kabinet volgt deze leden in hun analyse dat de thans bestaande reikwijdte – naar de huidige inzichten – op onderdelen te ruimhartig is. Het kabinet is dan ook verheugd met de inspanningen die de initiatiefnemers tot nu toe hebben geleverd en onderschrijft de geest achter de in het conceptinitiatiefwetsvoorstel uitgewerkte ideeën. Het kabinet wil om die reden het conceptinitiatiefwetsvoorstel bij de nadere uitwerking van deze maatregel zoveel mogelijk als uitgangspunt hanteren om zo niet alleen te komen tot een uitvoerbare en juridisch houdbare aanpassing maar ook tot een aanpassing die recht doet aan het al door de initiatiefnemers verzette werk.
Afschaffen betalingskorting in de vennootschapsbelasting
Het kabinet stelt naast grondslagverbredende maatregelen voor om met ingang van 2021 de betalingskorting voor de vennootschapsbelasting af te schaffen. Vennootschappen die de aanslag vennootschapsbelasting in een keer vooruitbetalen krijgen vanaf dat moment geen korting meer.
Voor alle maatregelen geldt dat zodra de wetgeving gereed is zoals gebruikelijk een uitvoeringstoets zal worden opgesteld door de Belastingdienst naar de uitvoerbaarheid. Hierbij wordt getoetst op een aantal criteria, waaronder de inpasbaarheid in de IV-keten.
Budgettaire effecten
De maatregelen hebben naar verwachting de volgende budgettaire effecten. Deze bedragen zullen bij indiening van het wetsvoorstel eenmalig herijkt worden.
In euro miljoen (+ is saldoverbetering) |
2021 |
2022 |
Structureel |
---|---|---|---|
Verhogen effectief tarief innovatiebox van 7% naar 9% |
140 |
140 |
140 |
Liquidatie- en stakingsverliesregeling aanpassen |
38 |
76 |
265 |
Betalingskorting vennootschapsbelasting afschaffen |
160 |
160 |
160 |
U vindt hieronder een geactualiseerd overzicht van de fiscale wetsvoorstellen die op dit moment in beeld zijn en ik het komende jaar bij uw Kamer wil indienen. Zoals uit het overzicht blijkt, wordt hiermee rekening gehouden met de breed gedeelde wens om fiscale wetsvoorstellen zo veel mogelijk gespreid aan uw Kamer aan te bieden.7
Naam wetsvoorstel |
datum |
---|---|
Excessief lenen bij eigen vennootschap |
4e kwartaal 2019 |
Implementatie Richtlijn e-commerce (deel II) |
1e kwartaal 2020 |
Fiscale verzamelwet 2021 |
Voor de zomer van 2020 |
Wet gegevensverwerking Belastingdienst |
Voor de zomer van 2020 |
Aanpassingen van box 3 |
Voor de zomer van 2020 |
CO2-heffing voor industrie |
Uiterlijk Prinsjesdag 2020 |
Conform mijn toezegging tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan 2019 in de Eerste Kamer8 vindt u bijgevoegd de tabellen inzake de marginale druk.9
De tabellen tonen de marginale druk voor een eenverdienershuishouden met twee kinderen en een huurhuis in 2019 en 2020.10 In de tabellen wordt zichtbaar dat de marginale druk voor bijna alle inkomens in 2020 lager ligt dan in 2019. Bovendien is de onwenselijke «piek» in de marginale druk in 2020 weggenomen. De lagere marginale druk komt door een aantal maatregelen die per 2020 ingaan. Zo wordt het kindgebonden budget voor paren pas bij een hoger inkomen afgebouwd en wordt de harde inkomensgrens in de huurtoeslag weggenomen.
Ten slotte vindt u bijgevoegd de Fiscale sleuteltabel 2020 en de parameterbrief Belastingdienst 2019.11 De sleuteltabel geeft de budgettaire opbrengsten of dervingen weer van wijzigingen in bepaalde tarieven of normbedragen van de diverse belastingmiddelen in 2020. De parameterbrief biedt inzicht in de doorlooptijden van wijzigingen van parameters en andere wijzigingen in het systeemlandschap van de Belastingdienst.
De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel
Het bij koninklijke boodschap van 28 juni 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/952 van de Raad van 29 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/1164 wat betreft hybridemismatches met derde landen (PbEU 2016, L 144/1) (Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking) (Kamerstuk 35 241).
Het bij koninklijke boodschap van 11 juli 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/822 van de Raad van 25 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies (PbEU 2018, L 139) (Wet implementatie EU-richtlijn meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies) (Kamerstuk 35 255).
Bijlage bij Kamerstuk 31 311, nr. 154. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2015/10/02/eindrapport-ibo-zelfstandigen-zonder-personeel.
Er is geen CPB-raming voor de koopkrachtinputs beschikbaar voor jaren na 2020. Het is om die reden niet mogelijk om de marginale druk te berekenen voor 2021 of verder.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35302-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.