35 130 (R2119) Voorstel van Rijkswet van de leden Sjoerdsma, Asscher, Van Otterloo, Van Wijngaarden en Van Ojik houdende regels inzake het creëren van tijdelijke uitzonderingen op de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rijkswet inperking gevolgen Brexit)

H NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL/JBZ-RAAD1

Vastgesteld 10 maart 2020

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de CDA-fractie bedanken de initiatiefnemers voor de uitgebreide beantwoording van hun vragen in de memorie van antwoord alsmede voor hun brieven van 10 januari en 7 februari jl.2 Zij stellen in dit stadium van het wetgevingstraject graag nog een aantal vragen.

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord van de initiatiefnemers en de beantwoording van de regering op de vragen in het voorlopig verslag. Zij hebben naar aanleiding hiervan nog enkele vragen.

Nut en noodzaak en evenredigheid

In hun brief van 7 februari 2020 verzochten de initiatiefnemers de commissie I&A/JBZ om de behandeling van het voorstel in de Eerste Kamer voort te zetten. In dit verband heeft de commissie besloten een nader voorlopig verslag uit te brengen. De leden van de CDA-fractie plaatsen echter een groot vraagteken bij een verder vervolg op korte termijn van de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel. Immers, het voorstel is volgens de initiatiefnemers alleen nodig in een no deal-situatie, althans een situatie met een definitief uittredingsakkoord tussen het VK en de EU, zonder dat de rechten van Nederlanders in het VK voldoende zijn gewaarborgd. In dit verband merken de leden van de CDA-fractie op dat het wetsvoorstel bij de Eerste Kamer is ingediend op een moment dat de Britse verkiezingen nog niet hebben plaatsgevonden. In de memorie van antwoord, die ook nog van voor de verkiezingen dateert, is met het oog op die verkiezingen opgemerkt dat een no deal-Brexit «als een zwaard van Damocles» boven de Nederlanders hangt. Zijn de initiatiefnemers het met de leden van de CDA-fractie eens dat sinds die verkiezingen de no deal-kans aanmerkelijk kleiner is geworden? Welke consequenties zou dit volgens hen moeten hebben voor het wetsvoorstel en de behandeling daarvan?

Daarnaast constateren de leden van de CDA-fractie dat de initiatiefnemers op 10 januari 2020 hebben vastgesteld dat het op dat moment aan premier Johnson was om het uittredingsakkoord door het Britse parlement goedgekeurd te krijgen.3 Kennelijk achtten de initiatiefnemers de vraag of premier Johnson dit zou lukken van doorslaggevend belang voor hun oordeel of het wetsvoorstel verder door de Eerste Kamer in behandeling genomen zou moeten worden. Nu het uittredingsakkoord feitelijk is goedgekeurd – en het beeld voor Nederlanders in het VK dus alleen maar rooskleuriger lijkt te zijn geworden – begrijpen de leden van de CDA-fractie het niet goed dat toch wordt verzocht het wetsvoorstel verder te behandelen. Waarom, zo vragen deze leden zich af, is dan niet meteen op 10 januari jl. dat verzoek gedaan?

De initiatiefnemers wijzen erop dat Minister Blok in de Tweede Kamer heeft aangegeven dat een no deal-Brexit nadrukkelijk nog steeds tot de mogelijkheden behoort.4 De leden van de CDA-fractie vragen zich echter af of – in het licht van het feit het Britse parlement inmiddels wel het terugtrekkingsakkoord heeft goedgekeurd – niet ook veel meer rekening gehouden moet worden met een scenario waarin formeel, gedurende lange tijd, geen sprake is van een «einddeal», maar waarin, in een (steeds te verlengen) overgangsperiode, de rechten van Nederlanders in het VK toch voldoende zijn gewaarborgd. Denken de initiatiefnemers niet dat voor zover al van een no deal-situatie kan worden gesproken, de kans groot is dat op z’n minst het hiervoor geschetste scenario opgeld zal doen? Opnieuw vragen deze leden: wat zou hun antwoord in de ogen van de initiatiefnemers voor gevolgen moeten hebben voor het wetsvoorstel en de behandeling daarvan?

In dit verband hebben de leden van de CDA-fractie in het voorlopig verslag al gevraagd naar omstandigheden in een no deal-situatie waaronder de bijzondere regeling voor Nederlanders in het VK zou kunnen vervallen. Is het antwoord van de initiatiefnemers dat in een no deal-scenario er hoe dan ook geen afspraken worden gemaakt over verblijfsrechten van EU-burgers in het VK, niet (veel) te kort door de bocht?

In het voorlopig verslag is door de leden van de CDA-fractie de vraag gesteld hoe de opmerking van woordvoerder Sjoerdsma dat het wetsvoorstel precedentwerking heeft, zich verhoudt tot de motie-Leijten5 waarin wordt uitgesproken dat het wetsvoorstel op geen enkele wijze bedoeld is om een precedent te scheppen en ook niet zo mag worden uitgelegd. De initiatiefnemers hebben daarop geantwoord dat er begrip is voor het standpunt dat als een eenzelfde situatie als de Brexit zich voordoet, (inderdaad) een noodmaatregel moet worden getroffen. De motie-Leijten zou op andere manieren toezien waarop het initiatiefvoorstel een precedent zou kunnen hebben. Zouden de initiatiefnemers kunnen aangeven waar zij dan aan denken?

Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk

De leden van de PVV-fractie lezen het volgende in de memorie van antwoord: «De leden van de PVV-fractie vroegen de initiatiefnemers of zij de gegevens in beeld hebben betreffende de nationaliteit van personen op wie onderhavig wetsvoorstel van toepassing zou kunnen zijn en tevens vragen zij aan de regering om de gevraagde gegevens aan te leveren. De initiatiefnemers hebben deze gegevens niet voorhanden en wachten derhalve met de leden van de PVV-fractie of de regering in deze gegevens wel kan voorzien.»6 De Staatssecretaris van J&V heeft hierop geantwoord: «Hierop antwoord ik dat Nederlanders in het buitenland zich niet behoeven te registreren bij de Nederlandse vertegenwoordiging aldaar (ambassade of consulaat). Er zijn daarom geen exacte gegevens beschikbaar over het aantal Nederlanders dat in het Verenigd Koninkrijk verblijft. Er is evenmin informatie beschikbaar over het aantal Nederlanders aldaar dat over een meervoudige nationaliteit beschikt, of over de manier waarop zij het Nederlanderschap hebben verkregen. Ook deze gegevens worden immers niet geregistreerd.»7 De initiatiefnemers gaven ten aanzien van dit punt aan met de leden van de PVV-fractie te wachten op de beantwoording van de regering. Nu de regering heeft aangegeven geen zicht te hebben op de exacte gegevens hieromtrent, kunnen de initiatiefnemers aangeven in hoeverre zij hun initiatiefwet voldoende zorgvuldig achten, aangezien er voorzieningen worden getroffen voor een groep die niet duidelijk in beeld is?

Bovendien constateren de leden van de PVV-fractie dat artikel 1, eerste lid, onderdeel b van de initiatiefwet (evenals de andere artikelen die uitgaan van deze datum) zich richt op: «die Nederlander in de periode van 23 juni 2016 tot het moment van verkrijging van de Britse nationaliteit onafgebroken hoofdverblijf heeft gehad in het Verenigd Koninkrijk.» Kunnen de initiatiefnemers en de regering aangeven in hoeverre deze initiatiefwet uitvoerbaar is, nu blijkt dat Nederlanders zich in het Verenigd Koninkrijk niet hoeven te registreren bij de Nederlandse vertegenwoordiging aldaar? In hoeverre is het voor de Nederlandse overheid controleerbaar dat deze personen vanaf 23 juni 2016 onafgebroken hoofdverblijf hebben gehad in het Verenigd Koninkrijk?

Voorts stellen de initiatiefnemers in de beantwoording: «Initiatiefnemers zien voorts niet op welke wijze onderhavig wetsvoorstel tot massa-immigratie zou leiden. Eerder is het tegenovergestelde waar: deze wet zorgt ervoor dat Nederlanders die bij een no deal-Brexit wellicht zouden terug migreren naar Nederland nu de optie hebben om alsnog in het VK te blijven.»8 De leden van de PVV-fractie vragen de initiatiefnemers of zij kunnen onderbouwen waarom deze groep met een dubbele nationaliteit ervoor zou kiezen om toch in het VK te blijven. Worden zij met een dubbele nationaliteit juist niet gefaciliteerd in de mogelijkheid om op ieder gewenst moment alsnog naar Nederland te kunnen komen?

Constitutionele paragraaf: meervoudige nationaliteiten en gelijkheidsbeginsel

Zijn de initiatiefnemers bekend met het bericht uit de Britse krant Metro «British Muslims prepare to leave UK after Boris Johnson wins election»9? Duidt dit bericht er juist niet op dat er een grotere kans is op massa-immigratie vanuit het VK naar onder andere Nederland, waardoor juist voorkomen zou moeten worden dat dit met een Nederlands paspoort verder en langdurig gefaciliteerd wordt? Kunnen de initiatiefnemers aangeven of zij dergelijke islamitische massa-immigratie vanuit het VK naar Nederland toejuichen, of vinden zij dat er alles aan moet worden gedaan om dit te voorkomen, zo vragen de leden van de PVV-fractie.

De leden van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad zien de antwoorden van de regering – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad, Dercksen

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling: Kox (SP), Faber-van de Klashorst (PVV), (voorzitter), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Stienen (D66), Teunissen (PvdD), Van Rooijen (50PLUS), Adriaansens (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Van der Burg (VVD), Cliteur (FVD), Doornhof (CDA), Gerbrandy (OSF), Huizinga-Heringa (CU), Karimi (GL), Nanninga (FVD), (ondervoorzitter), Van Pareren (FVD), Veldhoen (GL), Vos (PvdA) en De Vries (Fractie-Otten).

X Noot
2

Zie verslag schriftelijk overleg: Kamerstukken I, 2019–2020, 35 130 (R2119), G herdruk.

X Noot
3

Kamerstukken I, 2019–2020, 35 130 (R2119), F.

X Noot
4

Idem.

X Noot
5

Kamerstukken II, 2019–2020, 35 130 (R2119), nr. 16.

X Noot
6

Kamerstukken I, 2019–2020, 35 130 (R2119), D, blz. 7.

X Noot
7

Kamerstukken I, 2019–2020, 35 130 (R2119), E, blz. 1.

X Noot
8

Kamerstukken I, 2019–2020, 35 130 (R2119), D, blz. 8.

X Noot
9

Metro, «British Muslims prepare to leave UK after Boris Johnson wins election», 15 december 2019,

https://metro.co.uk/2019/12/15/british-muslims-start-leaving-uk-boris-johnson-wins-election-11911078/.

Naar boven