Aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2020
Met dit schrijven bereikt u namens de mede-initiatiefnemers Asscher, Van Otterloo,
Van Ojik en Van Wijngaarden, een appreciatie van de recente ontwikkelingen rondom
de uitslag van de verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk, met daarbij een indicatie
van welke gevolgen deze ontwikkelingen hebben voor het initiatiefwetsvoorstel Rijkswet
Inperking gevolgen Brexit (35 130 (R2119)).
Zoals in de vorige brief gesteld hebben de verkiezingen van 12 december jl. in het
VK geleid tot een meerderheid voor de Conservatieve Partij van premier Johnson. Zijn
streven om het uittredingsakkoord zoals overeengekomen tussen hemzelf en de EU vóór
31 januari goedgekeurd te krijgen door het Britse parlement is gelukt. Inmiddels is
de datum 31 januari verstreken en zijn de Britten inderdaad uit de Europese Unie getreden.
Hiermee is het uittredingsakkoord in werking getreden en zou beargumenteerd kunnen
worden dat een no deal-Brexit van de baan lijkt.
Toch verzoeken de initiatiefnemers uw Kamer om de behandeling van deze initiatiefwet
voort te zetten. Hiertoe hebben zij een aantal redenen. Allereerst heeft Minister
Blok in de Tweede Kamer aangegeven dat een no deal-Brexit nadrukkelijk nog steeds
tot de mogelijkheden behoort. Daarnaast heeft EU-hoofdonderhandelaar Barnier gesteld
zwaarwegende zorgen te hebben over de mogelijkheid dat premier Johnson de bescherming
en rechten van EU-burgers in het VK zou verwateren en verzwakken. Het feit dat de
rechten van de EU-burgers in het VK in secundaire regelgeving zijn gegoten, waardoor
deze zonder tussenkomst van het Britse parlement kunnen worden gewijzigd of aangetast,
versterkt deze zorgen. Illustratief daarvoor is het ontbreken van een fysiek document
waarmee EU-burgers in het VK hun (verblijfs)recht kunnen aantonen en garanderen. Dit
kan al in de huidige situatie problemen opleveren in het vinden en behouden van een
woning en werk. Ten slotte, zolang nog geen handelsakkoord gesloten is, blijft het
risico bestaan dat premier Johnson burgerrechten inzet als breekijzer bij de onderhandelingen
over dat handelsakkoord, hetgeen de onzekerheid voor EU-burgers in het VK nog altijd
doet voortduren. Zo beschouwd blijft het risico van een no deal-Brexit, ook wat betreft
de burgerrechten, bestaan.
De initiatiefnemers verzoeken uw Kamer derhalve om bovenstaande redenen de behandeling
van de initiatiefwet voort te zetten, om zo een vangnet voor Nederlanders in het VK
te kunnen bieden. Zij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en kijken uit
naar uw reactie.
S.W. Sjoerdsma