34 972 Algemene regels inzake het elektronisch verkeer in het publieke domein en inzake de generieke digitale infrastructuur (Wet digitale overheid)

N BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT/ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING

Aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 2 maart 2021

Bij de Eerste Kamer is thans aanhangig het voorstel voor de Wet digitale overheid.1 Mocht dit wetsvoorstel worden aanvaard, dan zal op basis van de nieuwe wet het Besluit houdende vaststelling van regels inzake de aanwijzing en erkenning van publieke en private identificatiemiddelen (Besluit identificatiemiddelen voor natuurlijke personen Wdo) worden vastgesteld.

Bij brief van 9 februari 2021 hebt u het ontwerp van dit Besluit bij de Eerste Kamer voorgehangen.2 Bij brief van 23 februari 2021 deelt u mee dat omwille van het samenvallen van de voorhang en het reces de voorhangperiode eindigt op 19 april 2021.3 De commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning wijst er echter op dat deze termijn voortvloeit uit artikel 25 van de toekomstige Wet digitale overheid, een wet waarover de Kamer nog een beslissing moet nemen en die dus nog niet in werking is getreden. De commissie behoudt zich daarom het recht voor op het ontwerpbesluit te reageren tot het moment waarop de Eerste Kamer de finale besluitvorming over het wetsvoorstel heeft afgerond. De commissie wenst, kortom, de voorhangtermijn te stuiten.

Zij verzoekt u, anders dan wat u van de commissie vraagt in de memorie van antwoord4, net als eerder bij de Ontwerpbesluiten digitale overheid5 en bedrijfs- en organisatiemiddel Wdo6, het voorgehangen ontwerpbesluit niet voordien formeel ter advisering voor te leggen aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

De voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Dittrich


X Noot
1

Kamerstukken 34 972.

X Noot
2

Kamerstukken I 2020–2021, 26 643/32 761, C.

X Noot
3

Kamerstukken I 2020–2021, 34 972, N.

X Noot
4

Kamerstukken I 2020–2021, 34 972, L.

X Noot
5

Kamerstukken I 2019–2020, 34 972, B. Zie voor de correspondentie hierover Kamerstukken I 2019–2020, 34 972, C.

X Noot
6

Kamerstukken I 2019–2020, 34 972, D. Zie voor de correspondentie hierover Kamerstukken I 2019–2020, 34 972, H.

Naar boven