34 845 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2017 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

A.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

2

     

B.

BEGROTINGSTOELICHTING

3

1.

Leeswijzer

3

2.

Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties

4

 

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2017 (Najaarsnota)

5

 

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2017 (Najaarsnota)

7

3.

De beleidsartikelen

8

 

Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

8

 

Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

9

 

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

13

 

Beleidsartikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

14

 

Beleidsartikel 5 Meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen

17

 

Beleidsartikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

18

 

Beleidsartikel 7 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

22

 

Beleidsartikel 8 Natuur en biodiversiteit

23

4.

De niet-beleidsartikelen

24

 

Artikel 40 Apparaat

24

 

Artikel 41 Nominaal en onvoorzien

26

5.

De agentschappen

26

 

Agentschap Telecom (AT)

26

 

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

28

 

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

29

6.

Het Diergezondheidsfonds (DGF)

31

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 4

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2017 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

  • 3. de begrotingsstaat inzake het Diergezondheidsfonds.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, E.D. Wiebes

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

Deze tweede suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2017. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:

  • 1) De leeswijzer.

  • 2) Overzicht van de belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties.

  • 3) De beleidsartikelen.

    Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties opgenomen. De begrotingsmutaties zijn gesplitst in een kolom met «mutaties Miljoenennota» en een kolom met «overige mutaties 2e suppletoire begroting». De mutaties Miljoenennota zijn reeds toegelicht in de verdiepingsbijlage van de EZ-begroting 2018 (TK, 34 775 XIII, nr. 2). De toelichting bij de beleidsartikelen gaat daarom uitsluitend in op de «overige mutaties», zoals die verwerkt zijn in de Najaarsnota.

  • 4) De niet-beleidsartikelen.

    In de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn de begrotingsmutaties opgenomen. Hiervoor is dezelfde werkwijze van toepassing als bij de beleidsartikelen (twee kolommen).

  • 5) De agentschapsparagrafen.

    In deze tweede suppletoire begroting zijn toelichtingen opgenomen bij de aanpassingen in de agentschapsparagrafen van het Agentschap Telecom (AT), de Dienst ICT Uitvoering (DICTU) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).

Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze tweede suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

Omvang begrotingsartikel

(stand ontwerpbegroting)

in € mln

Beleidsmatige mutaties

(ondergrens in € mln)

Technische mutaties

(ondergrens in € mln)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 en < 1.000

5

10

=> 1.000

10

20

Verantwoordelijkheidsverdeling tussen Ministers

De onderstaande tabel geeft weer welke Ministers voor welke begrotingsartikelen of onderdelen op dit moment in de begroting van hoofdstuk XIII verantwoordelijk zijn. Dit naar aanleiding van de beleidsherverkavelingen die voortvloeien uit het Regeerakkoord.

Artikel (onderdeel)

Omschrijving

Beleidsverantwoordelijke Ministers

 

Beleidsartikelen

 

1

Goed functionerende economie en markten

Minister van EZK

2

Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Minister van EZK/Minister van BZK/Minister van IenW

3

Toekomstfonds

Minister van EZK

4

Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Minister van EZK

5

Meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen

Minister van EZK

6

Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Minister van LNV

7

Groen onderwijs van hoge kwaliteit

Minister van OCW/Minister voor BVOM/Minister van LNV

8

Natuur en biodiversiteit

Minister van LNV

     
 

Niet-beleidsartikelen

 

40

Apparaat

Minister van EZK/Minister van LNV

41

Nominaal en onvoorzien

Minister van EZK/Minister van LNV

Toelichting

Van de beleidsartikelen is de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) verantwoordelijk voor de beleidsartikelen 1 tot en met 5. Het deel van het beleidsartikel 2 dat betrekking heeft op het beleidsthema «digitale overheid voor bedrijven» valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van BZK. Het deel van het beleidsartikel 2 dat betrekking heeft op het beleidsthema «Elektrisch vervoer» valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van IenW. De budgettaire overheveling voor de beleidsthema’s digitale overheid (naar begroting BZK) voor bedrijven en elektrisch vervoer (naar begroting IenW) per 1 januari 2018 zal plaatsvinden bij nota van wijziging op de EZ-begroting.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is verantwoordelijkheid voor de beleidsartikelen 6 en 8. Conform het koninklijk besluit houdende herindeling met betrekking tot het groen onderwijs (no. 2017001807) zijn de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (BVOM) belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van groen onderwijs. Het grootste deel van het beleidsartikel 7 valt daarmee onder de verantwoordelijkheid van de Minister van OCW en de Minister voor BVOM. Een klein deel van het beleidsartikel 7 valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van LNV. Het betreft een deel van het subsidiebudget, een deel van het opdrachtenbudget en de bijdrage aan RVO.nl.

De Minister van EZK en de Minister van LNV zijn in 2017 beiden verantwoordelijk voor de niet-beleidsartikelen 40 en 41. Vanaf de begroting 2018 is de Minister van LNV verantwoordelijk voor de nieuwe niet-beleidsartikelen 42 (apparaat) en 43 (nominaal en onvoorzien)1.

2. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties

  • Het onderstaande overzicht 1 geeft op hoofdlijn de standen weer van de begrotingsramingen 2017 van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten vanaf de vastgestelde begroting 2017 tot en met de Najaarsnota 2017.

  • Overzicht 2 geeft de mutaties voor de begroting 2017 weer die op totaalniveau verwerkt zijn bij Voorjaarsnota 2017, Miljoenennota 2018 en Najaarsnota 2017.

  • In overzicht 3 zijn de nieuwe mutaties, zoals verwerkt in de Najaarsnota 2017, weergegeven per begrotingsartikel.

  • Aansluitend zijn de belangrijkste nieuwe mutaties toegelicht. De artikelsgewijze toelichting treft u aan in de hoofdstukken 3 en 4.

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2017 (Najaarsnota)

Bedragen x € 1.000
 

Art. nr.

Uitgaven 2017

Stand vastgestelde begroting 2017

 

4.943.574

Stand na 1e suppletoire begroting 2017

 

5.188.162

     

Stand na Miljoenennota 2018

 

5.232.453

     

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties (Najaarsnota):

   

CBS

1

12.000

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

2

– 12.600

Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling

2

– 13.500

Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

4

– 5.000

Maritiem Informatievoorzieningen Servicepunt (MIVSP)

4

– 6.699

Fosfaatreductieplan

6

6.400

Diergezondheidsfonds

6

5.900

ACM

40

2.115

Overige mutaties

div.

2.579

     

Stand na 2e suppletoire begroting 2017

 

5.223.648

Belangrijkste mutaties portefeuille Minister van EZK

CBS

Ter versterking van het eigen vermogen van het CBS en in het licht van de plannen van het CBS voor het Meerjarenprogramma 2019–2023, ontvangt het CBS in 2017 een bijdrage uit de EZ-begroting van € 12 mln. Vanwege de extra opbrengsten en efficiency van de beoogde investeringen verlaagt EZ bij Voorjaarsnota 2018 de bijdrage aan het CBS van 2021 tot en met 2026 met € 2 mln per jaar.

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

Dit betreft een overboeking naar het Provinciefonds ten behoeve van de decentrale uitvoering van de MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT).

Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling

Voor het Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling is door het Rijk een bijdrage toegezegd van € 25 mln. Hiervan wordt in 2017 € 13,5 mln aan Zeeland uitgekeerd via het Provinciefonds.

Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

In het kader van de regeling Regionale Investeringssteun Groningen (RIG), die tot doel heeft investeringssteun te verlenen aan ondernemingen gevestigd in de Eemsdelta en de Zernike-campus, wordt uit het budget voor de ETS-compensatieregeling een tweede tranche van € 5 mln overgeheveld naar de provincie Groningen. In de brief van 17 maart 2014 over het Actieplan van de werkgroep versterking chemiecluster Eemsdelta is uw Kamer hierover geïnformeerd (TK, 32 637, nr. 124).

Maritiem Informatievoorzieningen Servicepunt (MIVSP)

Voor de programma-uitgaven van het Maritiem Informatievoorzieningen Servicepunt (MIVSP) wordt € 6,7 mln budget overgeheveld naar Rijkswaterstaat.

ACM

Betreft de bijdrage van € 2,1 mln van het Ministerie van IenW voor de kosten van het toezicht dat ACM uitoefent op de vervoerssectoren spoor, loodsen, luchtvaart en personen.

Belangrijkste mutaties portefeuille Minister van LNV

Fosfaatreductieplan

€ 6,4 mln wordt additioneel aan RVO.nl beschikbaar gesteld voor met name de uitvoering van het fosfaatreductieplan en de implementatie van het fosfaatrechtenstelsel.

Diergezondheidsfonds

Naar verwachting zal een aantal pluimveehouders uitstel van betaling aanvragen voor diergezondheidsheffingen als gevolg van de Fipronilcontaminatie van eieren. Vanuit het beleidsartikel 6 wordt daarom een aantal uitgaven in het DGF namens deze pluimveehouders voorgefinancierd.

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2017 (Najaarsnota)

Bedragen x € 1.000
 

Art. nr.

Ontvangsten 2017

Stand vastgestelde begroting 2017

 

3.770.862

Stand na 1e suppletoire begroting 2017

 

3.559.227

     

Stand na Miljoenennota 2018

 

3.393.023

     

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties (Najaarsnota):

   

High Trust

1

39.949

Agentschap Telecom

1

8.503

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

3

– 4.500

DLO

6

13.000

SodM

40

– 4.000

Overige mutaties

div.

– 2.244

     

Stand na 2e suppletoire begroting 2017

 

3.443.731

Belangrijkste mutaties portefeuille Minister van EZK

High Trust

Dit betreft een hogere ontvangst als gevolg van een boete die de ACM aan de NS heeft opgelegd.

Agentschap Telecom

Dit betreft inkomsten afgedragen door Agentschap Telecom, met name inkomsten uit de frequentiekavels.

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

De definitieve afwikkeling van de aandelenverkoop NOM waarvoor dit jaar nog € 3 mln aan ontvangsten werden verwacht, zal naar verwachting niet meer in 2017 plaatsvinden. De raming wordt met € 3 mln neerwaarts bijgesteld en doorgeschoven naar 2018. Hiernaast zal de teruggave van dividendbelasting over het dividend van de NOM dit jaar niet gebeuren. De ontvangst van € 1,5 mln zal daarom in 2018 plaatsvinden.

SodM

De lagere ontvangsten worden veroorzaakt doordat geraamde retributie inkomsten bij SodM voor een bedrag van € 4 mln niet konden worden gerealiseerd. De grondslagen hiervoor zijn onderdeel van de nieuwe Mijnbouwwet die later dan verwacht in werking is getreden.

Belangrijkste mutatie portefeuille Minister van LNV

DLO

Dit betreft een vervroegde aflossing van een lening voor Kennisontwikkeling door Wageningen Research (WR).

3. De beleidsartikelen

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3)

 
 

Stand vastgestelde begroting 2017

(1)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(2)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting 2017

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

188.943

190.045

5.640

22.064

217.749

UITGAVEN

185.726

186.828

5.640

16.407

208.875

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

99%

99%

   

99%

           

Subsidies

 

188

 

300

488

Digitalisering regionale radio

 

188

 

300

488

           

Opdrachten

7.503

4.993

1.392

0

6.385

Onderzoek en Opdrachten

1.199

1.495

756

– 105

2.146

PIANOo/TenderNed

644

300

– 300

69

69

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid

5.660

3.198

936

36

4.170

           

Bijdragen aan agentschappen

22.909

25.847

536

3.142

29.525

Agentschap Telecom

13.173

14.979

308

2.460

17.747

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

9.736

10.843

228

677

11.748

DICTU

 

25

 

5

30

           

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

151.395

151.973

3.721

12.999

168.693

Metrologie

9.458

9.458

172

 

9.630

Raad voor Accreditatie

132

132

60

20

212

ACM

448

513

183

7

703

CBS

141.357

141.870

3.306

12.972

158.148

           

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

3.919

3.827

– 9

– 34

3.784

Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

1.212

1.212

21

– 33

1.200

Internationale organisaties

2.634

2.615

– 30

– 1

2.584

Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden

73

       
           

ONTVANGSTEN

30.900

39.200

162

48.275

87.637

High Trust

30.200

30.200

 

39.949

70.149

Diverse ontvangsten

700

9.000

162

8.326

17.488

Toelichting op de verplichtingen

  • Ten behoeve van de vastlegging van het meerjarige Europees programma voor Metrologisch onderzoek (het EMRP – European Metrology Research Programme) voor de jaren 2018–2024 is voor de bijdrage aan Metrologie eenmalig extra verplichtingbudget nodig (€ 5,7 mln).

  • Voor het overige wordt verwezen naar de toelichting op de uitgaven.

Toelichting op de uitgaven

Bijdragen aan agentschappen

Agentschap Telecom

Om te voldoen aan de rijksbrede ambitie van digitalisering is Agentschap Telecom (AT) gestart met het programma zaakgericht werken (GAMMA). Hiermee realiseert AT de gevraagde digitaliseringsslag en wordt haar ICT-landschap vervangen. Hiervoor heeft AT in 2017 € 1,9 mln nodig, welke wordt gedekt door een verhoging van de bijdrage. Ook is de Europese Richtlijn NIB (Netwerk Informatie Beveiliging) goedgekeurd, en is AT aangewezen als toezichthouder. Voor de kosten van de opstartfase in 2017 (€ 0,422 mln) is de bijdrage verhoogd.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

CBS

Ter versterking van het eigen vermogen van het CBS en in het licht van de plannen van het CBS voor het Meerjarenprogramma 2019–2023, ontvangt het CBS in 2017 een bijdrage uit de EZ-begroting van € 12 mln. Vanwege de extra opbrengsten en efficiency van de beoogde investeringen verlaagt EZ bij Voorjaarsnota 2018 de bijdrage aan het CBS van 2021 tot en met 2026 met € 2 mln per jaar.

Toelichting op de ontvangsten

High Trust

Deze meevaller is met name het gevolg van een boete die de ACM aan de NS heeft opgelegd.

Diverse ontvangsten

Dit betreft inkomsten afgedragen door Agentschap Telecom, met name inkomsten uit de frequentiekavels.

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3)

 
 

Stand vastgestelde begroting 2017

(1)

Stand 1e suppletoire begroting

2017

(2)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting 2017

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

2.357.564

3.244.822

– 359.448

– 3.500

2.881.874

Waarvan garantieverplichtingen

1.676.662

2.428.262

– 376.662

 

2.051.600

UITGAVEN

829.651

863.916

12.542

– 32.600

843.858

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

89%

89%

   

94%

           

Garanties

65.780

65.780

– 1.736

– 165

63.879

BMKB

41.594

41.594

64

– 9

41.649

Groeifaciliteit

8.850

8.850

   

8.850

Garantie Ondernemingsfinanciering

11.745

11.745

– 1.800

– 156

9.789

Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering

3.591

3.591

   

3.591

Garanties MKB Financiering

         
           

Subsidies

113.606

117.261

– 1.732

– 14.093

101.436

Lucht- en Ruimtevaart

3.214

3.214

19

 

3.233

MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

31.265

29.250

191

– 12.333

17.108

Eurostars

14.689

15.689

– 1.000

– 205

14.484

Bevorderen Ondernemerschap

6.242

6.013

643

1.337

7.993

Groene Groei en Biobased Economy

1.553

768

62

– 444

386

Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG

42.916

42.916

– 1.700

– 2.002

39.214

Bijdrage aan ROM's

5.313

5.313

80

 

5.393

Overige subsidies

8.414

14.098

– 27

– 446

13.625

           

Opdrachten

35.681

36.317

4.226

– 4.875

35.668

Onderzoek en opdrachten

4.697

4.722

1.075

– 432

5.365

Caribisch Nederland

1.044

1.208

595

– 382

1.421

ICT beleid

19.056

14.548

2.967

1.689

19.204

Regeldruk

2.221

2.245

– 221

– 802

1.222

Mainport Rotterdam

7.612

7.612

112

– 186

7.538

Regiekosten regionale functie

1.051

982

– 80

– 462

440

Invest-NL i.o.

 

5.000

– 222

– 4.300

478

           

Bijdragen aan agentschappen

88.925

108.678

4.303

– 5.618

107.363

Bijdrage RVO.nl

83.978

93.671

5.110

161

98.942

Bijdrage Agentschap Telecom

2.710

2.770

61

205

3.036

Bijdrage Logius

2.237

2.237

32

 

2.269

Invest-NL i.o.

 

10.000

– 900

– 5.984

3.116

           

Bijdragen aan ZBO's/RWT’s

255.888

256.460

5.209

6.632

268.301

Bijdrage aan TNO

131.361

131.461

3.875

3.591

138.927

Kamer van Koophandel

104.301

104.773

2.151

3.041

109.965

Bijdrage aan NWO-TTW

20.226

20.226

– 817

 

19.409

           

Bijdragen aan medeoverheden

3.914

12.014

5.095

– 15.037

2.072

Sterke Regio's en Nota Ruimte

3.914

12.014

5.095

– 15.037

2.072

           

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

265.857

267.406

– 2.823

556

265.139

Internationaal Innoveren

33.771

33.721

1.388

1.441

36.550

PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag)

99.396

99.621

1.284

99

101.004

TO2 (excl. TNO)

31.745

31.745

603

 

32.348

Topsectoren overig

21.386

22.661

7.173

– 51

29.783

Ruimtevaart (ESA)

64.766

65.266

– 12.483

 

52.783

Bijdrage NBTC

8.554

8.554

140

 

8.694

Bijdragen organisaties

6.239

5.838

– 928

– 933

3.977

           

ONTVANGSTEN

114.332

116.446

11.816

353

128.615

BMKB

33.000

33.000

   

33.000

Groeifaciliteit

8.000

8.000

   

8.000

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

13.000

13.000

   

13.000

Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF)

4.000

4.000

   

4.000

Onttrekking reserve GSF

   

10.136

 

10.136

Luchtvaartkredietregeling

8.447

8.447

   

8.447

Rijksoctrooiwet

37.681

37.681

   

37.681

Eurostars

4.238

4.238

 

– 2.738

1.500

Joint Strike Fighter

2.500

2.500

 

– 459

2.041

Diverse ontvangsten

3.466

5.580

1.680

3.550

10.810

Toelichting op de verplichtingen

De belangrijkste mutaties op het verplichtingenbudget betreffen:

  • Een overheveling naar het Provinciefonds ten behoeve van de decentrale uitvoering van de regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) van € 12,6 mln.

  • Voor het Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling is door het Rijk een bijdrage toegezegd van € 25 mln. Hiervan wordt in 2017

  • € 13,5 mln aan Zeeland uitgekeerd via het Provinciefonds.

  • Op basis van de ingediende aanvragen wordt voor de PPS-toeslag een benutting van € 143 mln verwacht. Daarom wordt het verplichtingenbudget met € 20 mln verhoogd.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) – € 12,3 mln: zie toelichting op de verplichtingen.

Opdrachten

Het budget voor de opstartkosten van Invest-NL i.o. wordt naar verwachting in 2017 voor € 4,3 mln niet benut. De reden hiervoor is dat het zwaartepunt van de opstart van Invest-NL in het bijzonder zal liggen in de jaren 2018 en 2019. Deze niet benutte middelen in 2017 zullen bij Voorjaarsnota 2018 weer aan het budget voor Invest-NL i.o. worden toegevoegd. De in 2017 vrijvallende middelen worden ingezet voor de uitfinanciering van verplichtingen (subsidies in het kader van Bevorderen Ondernemerschap en Smartmix) en ter compensatie van de lager dan geraamde ontvangsten voor Eurostars.

Bijdragen aan agentschappen

De uitgaven voor Invest-NL i.o. zijn met € 6,0 mln verlaagd. Dit betreft voor € 3 mln een overheveling naar Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ten behoeve van de internationale projectontwikkelingsactiviteiten van Invest-NL. De resterende € 3,0 mln is in 2017 niet nodig voor de transitiekosten en de nationale projectontwikkelingsactiviteiten. Het zwaartepunt van de transitie ligt namelijk in de komende jaren. Daarom zal het niet-benutte budget in 2017 bij Voorjaarsnota 2018 weer aan het budget voor Invest-NL worden toegevoegd. De vrijvallende middelen in 2017 zijn ingezet voor de uitfinanciering van verplichtingen (subsidies in het kader van Bevorderen Ondernemerschap en Smartmix).

Bijdragen aan medeoverheden

Sterke Regio’s en Nota Ruimte (– € 15 mln): Deze mutatie heeft met name betrekking op de bijdrage van het Rijk aan het Investeringsprogramma Zeeland in Stroomversnelling. Voor dit investeringsprogramma is door het Rijk een bijdrage toegezegd van € 25 mln. Hiervan wordt in 2017 € 13,5 mln aan Zeeland uitgekeerd via het Provinciefonds.

Toelichting op de begrotingsreserves

Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

58.633

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2017

58.633

Begrotingsreserve Groeifaciliteit

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

16.169

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2017

16.169

Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

60.112

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2017

60.112

Begrotingsreserve Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

10.136

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

– 10.136

Stand (raming) per 31/12/2017

0

Begrotingsreserve Garantie MKB-faciliteiten

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

9.000

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2017

9.000

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3)

 
 

Stand vastgestelde begroting 2017

(1)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(2)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting 2017

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

94.489

272.960

2.879

6.815

282.654

UITGAVEN

145.118

220.533

2.879

6.255

229.667

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

69%

68%

   

73%

           

Leningen

138.530

207.861

2.228

6.437

216.526

I Startups/MKB-FINANCIERING

         

Volledig revolverend

         

Dutch Venture Initiative/Fund of Funds

32.600

36.001

   

36.001

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

 

17.322

2.000

 

19.322

Co-investment venture capital instrument/EIF

 

10.000

   

10.000

           

Gedeeltelijk revolverend

         

Innovatiekrediet

51.358

54.519

336

 

54.855

Risicokapitaal (seed capital)

20.263

48.336

– 332

3.739

51.743

Vroege fasefinanciering

11.309

12.483

47

– 142

12.388

Start ups/MKB

23.000

 

177

 

177

NL-Californië Duurzaam E-mobility fund

 

1.000

   

1.000

           

II INVESTERINGEN IN FUNDAMENTEEL EN TOEGEPAST ONDERZOEK

Met vermogensbehoud

         

Fundamenteel en toegepast onderzoek

 

25.700

 

2.840

28.540

Onco Research

 

2.500

   

2.500

           

III Staatsobligaties Toekomstfonds

         
           

Subsidies

 

5.700

– 45

 

5.655

IV Reëel rendement voor onderzoek

         

V Overige subsidies

         

Smart Industry

 

4.900

– 45

 

4.855

Haalbaarheidsstudies TO2 innovatieve starters

 

800

   

800

           

Bijdragen aan agentschappen

6.588

6.972

696

– 182

7.486

Bijdrage Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

6.588

6.972

696

– 182

7.486

           

ONTVANGSTEN

36.388

38.389

10.000

– 1.660

46.729

MKB-FINANCIERING BESTAAND INSTRUMENTARIUM

         

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

3.000

5.000

10.000

– 4.500

10.500

Fund of Funds (DVI I/Business Angels)

100

101

   

101

Fundamenteel en toegepast onderzoek

     

2.840

2.840

Innovatiekredieten

25.288

25.288

   

25.288

Seed capital

8.000

8.000

   

8.000

           

MKB-FINANCIERING INCIDENTELE MIDDELEN

         

Ontvangsten DVI II

         
           

Ontvangsten fundamenteel en toegepast onderzoek

         
           

Renteontvangsten Toekomstfonds

         

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

  • Seed regeling: vanuit beleidsartikel 6 (Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens) wordt € 3 mln bijgedragen ten behoeve van het AgriFoodfonds binnen de Seed regeling.

  • Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek (met vermogensbehoud): Eén van de projecten uit het Toekomstfondskrediet Onderzoeksfaciliteiten is niet doorgegaan. De reeds betaalde voorschotten (€ 2,8 mln) zijn terugbetaald en worden weer aan het budget toegevoegd.

Toelichting op de ontvangsten

  • Ontvangsten ROM’s: De definitieve afwikkeling de aandelenverkoop NOM waarvoor dit jaar nog € 3 mln aan ontvangsten werden verwacht, zal naar verwachting niet meer in 2017 plaatsvinden. De ontvangsten worden met € 3 mln neerwaarts bijgesteld en doorgeschoven naar 2018. Hiernaast zal de teruggevraagde dividendbelasting (€ 1,5 mln) over het uitgekeerde dividend van de NOM naar verwachting niet meer in 2017 worden ontvangen. Deze ontvangst wordt doorgeschoven naar 2018.

  • Fundamenteel en toegepast onderzoek: zie toelichting bij de verplichtingen.

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3)

 
 

Stand vastgestelde begroting 2017

(1)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(2)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting 2017

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

13.472.436

13.529.112

19.618

– 908.301

12.640.429

Waarvan garantieverplichtingen

66.600

66.600

0

– 20.700

45.900

UITGAVEN

1.902.455

1.925.209

17.980

– 33.375

1.909.814

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

83%

86%

   

96%

           

Subsidies

1.663.412

1.671.186

– 9.081

– 7.293

1.654.812

Topsectoren Energie

         

– tenderregeling Energie-innovatie

33.088

33.088

 

10.587

43.675

– SDE+projecten

48.600

48.600

 

25

48.625

Energie-innovatie (IA)

2.368

2.368

650

4.552

7.570

Green Deal

3.000

2.576

3.040

– 30

5.586

Energieakkoord

         

– Demonstratie-regeling Energie Innovatie (DEI)

41.000

41.000

– 12.250

– 2.794

25.956

– Projecten Energieakkoord SER

4.089

3.589

 

– 1.069

2.520

– Overig

   

250

 

250

MEP

187.847

187.847

– 4.000

 

183.847

SDE

613.605

617.385

3.000

 

620.385

SDE+

653.197

567.388

– 5.041

– 11.487

550.860

ISDE-regeling

 

77.800

   

77.800

Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

61.045

67.272

 

– 5.000

62.272

CCS

4.362

4.362

 

– 3.504

858

Regeling Sportaccommodaties

 

6.200

150

– 244

6.106

Hoge Flux Reactor

8.111

8.111

6.840

– 451

14.500

Elektrisch rijden

 

500

 

– 85

415

Caribisch Nederland

3.100

3.100

– 1.720

– 310

1.070

Overige subsidies

     

2.517

2.517

           

Leningen

4.011

4.011

5.000

– 11

9.000

Pallas

4.011

4.011

5.000

– 11

9.000

           

Garanties

2.500

5.025

 

– 1.000

4.025

Storting in begrotingsreserve Aardwarmte

2.500

2.500

 

– 1.000

1.500

Verliesdeclaraties Aardwarmte

 

2.525

   

2.525

           

Opdrachten

10.526

18.145

641

– 8.925

9.861

O&O bodembeheer

7.806

12.306

– 3.300

– 7.490

1.516

SodM O&O bodembeheer

   

2.000

– 1.000

1.000

Joint implementation

410

620

   

620

Straling

46

       

Onderzoek en opdrachten

2.264

5.219

1.941

– 435

6.725

           

Bijdragen aan agentschappen

44.819

50.334

1.086

1.318

52.738

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

43.099

48.614

1.046

1.350

51.010

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

690

690

16

7

713

KNMI

1.030

1.030

24

– 39

1.015

           

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

115.594

115.594

1.186

– 2.091

114.689

Doorsluis COVA heffing

111.000

111.000

 

– 2.000

109.000

TNO Bodembeheer

4.594

4.594

– 174

209

4.629

TNO Bodembeheer (SodM)

   

1.360

– 300

1.060

           

Bijdragen aan mede-overheden

28.000

27.560

12.880

– 15.387

25.053

Uitkoop regeling

28.000

27.560

12.880

– 15.387

25.053

           

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

33.593

33.354

6.268

14

39.636

ECN/NRG

32.236

32.436

6.268

14

38.718

Diverse instituten

1.357

918

   

918

           

ONTVANGSTEN

3.426.661

3.182.386

– 199.170

– 1.596

2.981.620

COVA

111.000

111.000

 

– 2.000

109.000

Opbrengst heffing ODE (SDE+)

678.000

678.000

   

678.000

Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie

77.000

77.000

   

77.000

Aardgasbaten

2.550.000

2.300.000

– 200.000

 

2.100.000

Ontvangsten zoutwinning

2.511

2.511

 

14

2.525

Diverse ontvangsten

8.150

13.875

830

390

15.095

Toelichting op de verplichtingen

  • Voor de SDE+-regeling is minder verplichtingenbudget nodig dan eerder begroot (€ 891 mln), omdat de nieuwste tender Wind op Zee die op 21 december 2017 sluit subsidieloos zal worden opengesteld (zie ook TK, 33 561, nr. 39).

  • De verlaging op het verplichtingenbudget garantieverplichtingen betreft het niet benutte deel van de garantieregeling Geothermie.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

Tenderregeling Energie-innovatie

Op de uitfinanciering van de tenderregeling energie-innovaties wordt meer uitgegeven dan oorspronkelijk geraamd, omdat op de afgegeven subsdiebeschikkingen een snellere bevoorschotting en eindafrekening heeft plaatsgevonden dan waar bij het opstellen van de begroting rekening mee is gehouden.

SDE+

  • Voor de programma-uitgaven van het Maritiem Informatievoorzieningen Servicepunt (MIVSP) wordt € 6,7 mln budget overgeheveld naar Rijkswaterstaat.

  • Aan het Ministerie van Defensie wordt € 4,0 mln budget overgeheveld voor het radar-project MASS bij vliegveld De Kooy bij Den Helder. De opwaardering van het radar-systeem is noodzakelijk vanwege de radarverstoringen die door de windturbineprojecten bij Wetpoort Amsterdam worden veroorzaakt. De bijdrage voor de jaren 2018 e.v. wordt bij Voorjaarsnota 2018 overgeheveld.

Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

In het kader van de regeling Regionale Investeringssteun Groningen (RIG), die tot doel heeft investeringssteun te verlenen aan ondernemingen gevestigd in de Eemsdelta en de Zernike-campus, wordt uit het budget voor de ETS-compensatieregeling een tweede tranche van € 5 mln overgeheveld naar de provincie Groningen. In de brief van 17 maart 2014 over het Actieplan van de werkgroep versterking chemiecluster Eemsdelta is uw Kamer hierover geïnformeerd (TK, 32 637, nr. 124).

Opdrachten

O&O Bodembeheer

  • Op de ontvangstentaakstelling van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) wordt een tekort verwacht van € 4 mln, omdat de mijnbouwregeling op basis waarvan SodM retributies zou kunnen heffen later dan verwacht in werking is getreden. Omdat deze tegenvaller zich buiten de invloedsfeer van SodM heeft voorgedaan, wordt € 4 mln uit artikel 4 overgeheveld naar het SodM-budget op artikel 40.

  • EZ levert via een decentralisatie-uitkering een bijdrage aan de kosten die de Provincie Limburg maakt voor de na-ijlende effecten van de mijnbouw in Limburg. Met de overheveling wordt de bijdrage voor de jaren 2017 en 2018 van € 3,6 mln naar het Provinciefonds gerealiseerd.

Bijdrage aan mede-overheden

Uitkoopregeling

Omdat door huiseigenaren in 2017 een geringer beroep wordt gedaan op de uitkoopregeling dan waar in de begroting rekening mee is gehouden, wordt het bijbehorende budget voor 2017 naar beneden bijgesteld.

Toelichting op de begrotingsreserves

Begrotingsreserve Aardwarmte

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

21.741

+ Geraamde storting

1.500

– Geraamde onttrekking

– 2.525

Stand (raming) per 31/12/2017

20.716

Begrotingsreserve Duurzame energie

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

1.473.847

+ Geraamde storting

320.744

– Geraamde onttrekking

– 77.000

Stand (raming) per 31/12/2017

1.717.591

Begrotingsreserve ECN verstrekte leningen

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

6.600

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2017

6.600

Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 5 Meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3)

 
 

Stand vastgestelde begroting 2017

(1)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(2)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting 2017

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

77.800

86.360

– 1.835

– 10.480

74.045

UITGAVEN

77.800

86.360

– 1.835

– 10.480

74.045

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

0%

73%

   

85%

           

Subsidies

64.000

67.301

– 1.835

– 8.116

57.350

Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten

50.000

52.350

   

52.350

Verduurzamingsopgave overig (kader relevante uitgaven)

6.000

5.951

– 1.835

– 4.116

 

Instrumentarium woningmarkt

5.000

9.000

 

– 4.000

5.000

Scholenprogramma (kader relevante uitgaven)

3.000

       
           

Opdrachten

13.800

19.010

0

– 2.364

16.646

Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie

7.000

6.532

468

 

7.000

Werkbudget

6.800

12.478

– 468

– 2.364

9.646

           

Bijdragen aan agentschappen

 

49

   

49

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

 

49

   

49

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Subsidies

Verduurzamingsopgave overig (kader relevante uitgaven)

Op het onderdeel verduurzaming bij versterking wordt een onderuitputting voorzien van € 4,1 mln omdat zowel de doorvertaling van de resultaten van inspecties en doorrekeningen naar concrete versterkingsadviezen, als de uitvoering van het inspectieprogramma nog niet snel genoeg gaan. Er wordt naar gestreefd bij Voorjaarsnota 2018 deze middelen weer aan de begroting toe te voegen, zodat deze meerjarig voor de oorspronkelijke doelen kunnen worden behouden.

Instrumentarium woningmarkt

Ten behoeve van het apparaat van de Nationaal Coördinator Groningen wordt aanvullend budget overgeboekt naar artikel 40 (zie onderstaande toelichting onder werkbudget).

Opdrachten

Werkbudget

Op artikel 5 in de begroting 2017 staat onder het kopje werkbudget NCG dat er aanvullend budget beschikbaar is voor personeel en materiel (apparaat). Per jaar wordt bekeken of er in dat kader aanvullend budget benodigd is. In verband met uitbreiding van het apparaat van de NCG wordt voor 2017 een bedrag overgeboekt.

Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 6 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3)

 
 

Stand vastgestelde begroting 2017

(1)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(2)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting 2017

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

650.823

674.513

22.271

33.158

729.942

Waarvan garantieverplichtingen

120.015

120.615

– 615

 

120.000

UITGAVEN

538.382

562.824

29.231

23.051

615.106

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

95%

96%

   

96%

           

Subsidies

31.674

46.687

2.812

3.455

52.954

Duurzame veehouderij

10.181

26.181

372

– 1.078

25.475

Bedrijfsbeëindiging melkveehouderij (Stoppersregeling)

 

23.000

 

– 3.000

20.000

Maatregelen fosfaatreductie pakket

7.000

0

     

Investeringsregeling duurzame stallen

40

40

 

832

872

Regeling fijnstofmaatregelen

2.014

2.014

643

1.108

3.765

Overig

1.127

1.127

– 271

– 18

838

Plantaardige productie

7.937

8.117

2.446

 

10.563

Energie-efficiency en hernieuwbare energie glastuinbouw (EHG)

7.100

6.100

2.446

 

8.546

Marktintroductie energie innovaties (MEI)

789

1.789

   

1.789

Overig

48

228

   

228

Visserij

7.360

6.970

 

0

6.970

Regelingen onder het nieuwe EFMZV

7.360

6.970

 

– 5.823

1.147

Overig visserij

     

5.823

5.823

Agrarisch ondernemerschap

5.324

5.324

– 6

0

5.318

Brede weersverzekering

5.324

5.324

– 6

 

5.318

Investeringsregeling jonge agrariërs

         

Overig

         

Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie

872

95

   

95

Overig (onder meer tegemoetkoming Vamil

872

95

   

95

Apurement

     

2.733

2.733

Regeling apurement

     

2.733

2.733

Begrotingsreserves

     

1.800

1.800

Begrotingsreserve landbouw

     

1.800

1.800

Begrotingsreserve apurement

         
           

Garanties

2.515

3.115

– 15

 

3.100

Bijdrage begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit

8

15

– 15

 

0

Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit

2.500

3.100

   

3.100

Garantstelling Marktintroductie Innovaties (GMI)

7

0

   

0

           

Opdrachten

111.866

103.227

5.980

5.270

114.477

Duurzame veehouderij

2.866

3.230

776

– 353

3.653

Mestbeleid

2.292

1.828

313

1.105

3.246

Plantaardige productie

2.306

2.031

 

– 422

1.609

Plantgezondheid

1.980

1.956

63

– 209

1.810

Diergezondheid en dierenwelzijn

5.654

4.711

330

2.547

7.588

Voedselagenda

20.000

7.528

335

– 1.179

6.684

Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

3.635

2.367

– 188

1.130

3.309

Visserij

1.029

909

– 333

1.037

1.613

Agrarisch ondernemerschap

2.398

2.443

 

– 6

2.437

Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie

69.706

76.224

4.684

1.620

82.528

           

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

78.125

78.470

1.662

– 1.142

78.990

Medebewind en overige voormalige publieke PBO-taken

903

903

18

300

1.221

Wageningen Research kennisbasis en wettelijke taken

78.518

76.485

1.609

– 3.700

74.394

Zon-MW (dierproeven)

 

4

   

4

College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden

978

1.078

23

2.258

3.359

Centrale Commissie Dierproeven

726

 

12

 

12

           

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

9.863

10.085

– 222

5.900

15.763

Diergezondheidsfonds

9.863

10.085

– 222

5.900

15.763

           

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

9.378

10.067

   

10.067

FAO en overige contributies

9.378

10.067

   

10.067

           

Bijdragen aan agentschappen

294.961

311.173

19.014

9.568

339.755

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

154.810

150.785

3.921

1.626

156.332

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

127.233

146.890

14.787

7.399

169.076

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

5.620

6.200

114

441

6.755

Rijksrederij

7.298

7.298

192

102

7.592

           

ONTVANGSTEN

57.398

75.011

10.690

19.133

104.834

Mestbeleid

7.209

7.209

 

– 1.400

5.809

Diergezondheid en dierenwelzijn

500

1.290

 

3.000

4.290

Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

15.926

15.926

   

15.926

Visserij

6.993

6.993

   

6.993

Agrarisch ondernemerschap

245

17.245

   

17.245

Agroketens

   

10.640

 

10.640

Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie

12.062

12.062

50

13.000

25.112

Garanties (provisies Borgstellingsfaciliteit)

1.800

2.400

   

2.400

Begrotingsreserves

12.663

11.886

 

4.533

16.419

Toelichting op de verplichtingen

Een nieuwe meerjarige opdracht aan het LEI voor het Landelijk Meetnet Mest (LMM) zal eind 2017 worden gegund. Om deze opdracht te verstrekken is de verplichtingenruimte met € 9 mln verhoogd. Daarnaast hangt de toename van de verplichtingen grotendeels samen met een verhoging van de uitgaven zoals hieronder beschreven.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

De verlaging van € 3,0 mln houdt verband met een lager beroep op de stoppersregeling uit het fosfaatreductieplan dan oorspronkelijk begroot. Derhalve wordt de overheidsbijdrage (oorspronkelijk begroot op € 6 mln, inclusief € 19 mln uit de EU-envelop tezamen € 25 mln) aan deze regeling met € 3 mln naar beneden bijgesteld. Voor meer informatie, zie derde kwartaalrapportage fosfaatreductieplan (TK, 33 037, nr. 227).

De verlaging van het budget (min € 5,8 mln) voor het EFMZV is het gevolg van een beperkt aantal subsidieverleningen op de openstellingen van regelingen, waardoor de uitgaven achterlopen. Om de nationale cofinancieringsmiddelen beschikbaar te houden voor toekomstige uitgaven, worden de niet benutte middelen in de reserve visserij gestort (plus € 5,8 mln).

De mutatie op Apurement van € 2,7 mln betreft voornamelijk een correctie voor het Plattelandsontwikkelingsprogramma in verband met de diepgang van de administratieve controles op subsidieaanvragen voor niet grondgebonden regelingen door begunstigden.

De mutatie (1,8 mln) voor de Begrotingsreserve landbouw is het gevolg van middelen uit rentebaten van het cacaobufferstockfonds dat beheerd werd door het voormalig Productschap Akkerbouw en die ontvangen zijn van de Vereffeningsorganisatie PBO’s. De middelen worden beschikbaar gesteld voor projecten die bijdragen aan een duurzame cacaoconsumptie en productie. Omdat de uitgaven over meerdere jaren plaatsvinden, wordt een deel van het ontvangen bedrag in de reserve landbouw gestort.

Opdrachten

Bij het onderdeel opdrachten wordt € 5,3 mln meer uitgegeven. Het betreft het saldo van diverse mutaties. De belangrijkste mutaties zijn:

  • Diergezondheid en dierenwelzijn (€ 2,5 mln). Het betreft met name niet begrote kosten die verbonden zijn aan In Beslag genomen Goederen/Dieren (IBG).

  • Visserij (€ 1,0 mln). Dit betreft hoofdzakelijk een schadevergoeding aan wolhandkrabvissers IJsselmeer als gevolg van de uitspraak van de Raad van State inzake het gebruik van staande netten.

  • De mutatie van € 1,1 mln voor Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid heeft voornamelijk betrekking op projecten die bijdragen aan een duurzame cacaoconsumptie- en productie. De middelen zijn afkomstig van de Vereffeningsorganisatie PBO’s.

  • Anderzijds vallen de uitgaven op basis van de convenanten voor wettelijke taken bij Wageningen Research € 3,7 mln lager uit.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

De bijdrage aan het Diergezondheidsfonds (DGF) wordt met € 5,9 mln verhoogd. Dit komt hoofdzakelijk omdat naar verwachting een aantal pluimveehouders uitstel van betaling zal aanvragen voor diergezondheidsheffingen als gevolg van de Fipronilcontaminatie. Vanuit het beleidsartikel 6 wordt daarom een aantal uitgaven in het DGF namens deze pluimveehouders voorgefinancierd.

Toelichting op de ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 19,1 mln houden verband met:

  • Een bijstelling van de onttrekkingen uit begrotingsreserves van € 4,5 mln (zie toelichting op de begrotingsreserves).

  • Een op het onderdeel kennisontwikkeling vervroegde aflossing van een lening door Wageningen Research (WR) van € 13 mln.

  • Ontvangsten op het onderdeel diergezondheid (€ 3,0 mln). Dit betreft een stijging door onder andere ontvangsten uit opgelegde bestuurlijke boetes voor overtreding van de bepalingen van de Gezondheid- en welzijnswet voor dieren.

  • Lagere ontvangsten voor mestbeleid (€ 1,4 mln). Dit komt onder andere omdat bij Medefinanciering projecten en monitoring Mestbeleid de afrekening in 2016 zeer voorspoedig is verlopen waardoor in 2017 de ontvangsten lager uitvallen dan oorspronkelijk geraamd.

Toelichting op de begrotingsreserves

Begrotingsreserve Visserij

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

18.656

+ Geraamde storting

5.641

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2017

24.297

De storting is het niet bestede deel van de nationale cofinanciering voor de regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij 2014–2020 die behouden blijft voor toekomstige uitgaven.

Begrotingsreserve Landbouw

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

28.072

+ Geraamde storting

1.800

– Geraamde onttrekking

– 3.217

Stand (raming) per 31/12/2017

26.655

De storting is een gevolg van middelen uit rentebaten van het cacaobufferstockfonds dat beheerd werd door het voormalig Productschap Akkerbouw en die ontvangen zijn van de Vereffeningsorganisatie PBO’s. De middelen worden beschikbaar gesteld voor projecten die bijdragen aan een duurzame cacaoconsumptie- en productie. Omdat de uitgaven over meerdere jaren plaatsvinden, wordt een deel van het ontvangen bedrag in de reserve landbouw gestort en daaruit in volgende jaren onttrokken.

De onttrekking wordt gedaan om uitgaven voor verplichtingen die eerder zijn aangegaan, te kunnen doen. De grootste posten zijn uitgaven voor het landelijk meetnet mestbeleid en voor het aanhouden van een crisisorganisatie bij de Gezondheidsdienst voor Dieren, waardoor gekwalificeerd personeel aanwezig is bij verdenkingen van dierziekten.

Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

13.535

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

– 69

Stand (raming) per 31/12/2017

13.466

De onttrekking wordt gedaan voor de geraamde verliesdeclaraties.

Begrotingsreserve apurement

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

117.198

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

– 10.733

Stand (raming) per 31/12/2017

106.465

Naar aanleiding van de Europese Commissie ontvangen definitieve correctiebesluiten wordt uit de reserve een bedrag onttrokken van € 2,7 mln. Het grootste bedrag betreft een correctie voor het Plattelandsontwikkelingsprogramma in verband met de diepgang van de administratieve controles op subsidieaanvragen voor niet grondgebonden regelingen door begunstigden. Daarnaast wordt de begrotingsreserve naar beneden bijgesteld, omdat de reserve naar huidige inzichten toereikend is.

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 7 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3)

 
 

Stand vastgestelde begroting 2017

(1)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(2)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting 2017

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

855.509

858.079

19.490

2.911

880.480

Garantieverplichtingen

50.037

50.037

56

 

50.093

           

UITGAVEN

804.513

806.884

19.490

802

827.176

Waarvan juridisch verplicht

100%

100%

   

100%

           

Garanties

   

56

 

56

Schatkistbankieren

   

56

 

56

           

Bekostiging

776.346

774.529

18.763

– 331

792.961

WO-groen

185.670

185.702

3.984

 

189.686

HBO-groen

83.758

84.279

3.066

 

87.345

MBO-groen

163.098

163.098

3.802

– 190

166.710

Wachtgelden

14.404

14.404

218

 

14.622

VMBO-groen

327.046

327.046

7.693

– 141

334.598

Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) voorheen Aequor

2.370

0

   

0

           

Subsidies

26.692

30.880

634

980

32.494

Aanvullende onderwijssubsidies

25.303

24.891

605

1.355

26.851

Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit

1.322

1.322

27

 

1.349

Educatie

67

4.667

2

– 375

4.294

           

Opdrachten

37

37

1

 

38

Kennisverspreidingsprojecten

37

37

1

 

38

           

Bijdragen aan agentschappen

1.438

1.438

36

153

1.627

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

1.200

1.200

27

12

1.239

Bijdrage DUO

238

238

9

141

388

ONTVANGSTEN

75

75

56

 

131

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

De verhoging van de verplichtingen met € 2,9 mln houdt verband met een verplichtingen bijstelling voor DuurzaamDoor/Jong Leren Eten en een door OCW overgeboekt aandeel in de prestatiebox voortgezet onderwijs. Die laatste leidt ook tot een verhoging van de uitgaven.

Toelichting op de begrotingsreserve schatkistbankieren

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2017

197

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

56

Stand (raming) per 31/12/2017

141

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel 8 Natuur en biodiversiteit

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3)

 
 

Stand vastgestelde begroting 2017

(1)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(2)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting 2017

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

124.509

109.951

– 31

– 3.382

106.538

UITGAVEN

125.645

111.077

291

– 464

110.904

Waarvan juridisch verplicht

84%

84%

   

84%

           

Subsidies

3.399

3.399

24

550

3.973

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

1.805

1.805

17

50

1.872

Natuur en biodiversiteit op land

822

822

7

500

1.329

Beheer Kroondomein

772

772

   

772

           

Leningen

29.745

27.745

 

– 600

27.145

Rente en aflossingen voor bestaande leningen (EHS & PNB)

29.745

27.745

 

– 600

27.145

           

Opdrachten

25.208

23.459

– 1.262

– 2.086

20.111

Natuur en Biodiversiteit Grote wateren

9.674

7.841

– 264

– 1.914

5.663

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

8.044

7.929

– 716

494

7.707

Overige stelsel activiteiten

1.859

1.859

– 186

 

1.673

Internationale Samenwerking

3.785

3.027

107

300

3.434

Natuur en Biodiversiteit op land

1.351

2.308

– 203

– 966

1.139

Caribisch Nederland

495

495

   

495

           

Bijdragen aan medeoverheden

7.621

1.521

73

– 200

1.394

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

6.117

17

– 17

 

0

Caribisch Nederland

1.504

1.504

90

– 200

1.394

           

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

25.446

25.446

722

373

26.541

Staatsbosbeheer

25.446

25.446

722

373

26.541

           

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

1.081

1.302

   

1.302

Contributies

1.081

1.302

   

1.302

           

Bijdragen aan agentschappen

33.145

28.205

734

1.499

30.438

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

23.638

18.698

512

1.399

20.609

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

9.507

9.507

222

100

9.829

           

ONTVANGSTEN

69.282

70.882

 

– 4.997

65.885

Landinrichtingsrente

40.161

40.161

 

– 1.130

39.031

Verkoop gronden

25.000

25.000

 

0

25.000

Overige

4.121

5.721

 

– 3.867

1.854

Toelichting op de verplichtingen

De lagere verplichtingen houden verband met vertraging bij het aangaan van opdrachten en de overheveling van uitvoeringsbudget naar andere artikelen en departementen (zie de toelichting bij de uitgaven).

Toelichting op de uitgaven

Opdrachten

De € 1,9 mln lagere uitgaven bij opdrachten houden onder meer verband met de overheveling naar het uitvoeringsproject bij het Ministerie van IenW voor het project Roggeplaat in het kader van zandhonger, budgetoverhevelingen naar artikel 6 voor onder meer de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) voor het beheer en de doorontwikkeling van AERIUS (rekeninstrument voor de leefomgeving) door Wageningen Research (WR) en door vertraging in de uitvoering diverse kleine projecten.

Bijdrage aan agentschappen

De hogere uitgaven van € 1,4 mln bij RVO.nl houden met name verband met het afbouwplan van de boventallige medewerkers van de voormalige Dienst Landelijk Gebied (circa 13 fte).

Toelichting op de ontvangsten

De lagere ontvangsten van € 4,9 mln houden verband met lagere rente ontvangsten voor landinrichtingsrente en het vervallen van opbrengsten van taken die zijn gedecentraliseerd naar de provincies (zoals Jachtakten) en het Plattelands OntwikkelingsProgramma (POP2).

4. De niet-beleidsartikelen

Artikel 40 Apparaat

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3)

 
 

Stand vastgestelde begroting 2017

(1)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(2)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting 2017

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

334.284

329.720

40.855

33.628

404.203

UITGAVEN

334.284

329.720

40.855

33.628

404.203

           

Personele uitgaven

234.181

229.467

15.393

9.313

254.173

– waarvan eigen personeel

208.260

209.740

6.155

6.591

222.486

– waarvan externe inhuur

5.890

5.890

2.557

1.710

10.157

– waarvan overige personele uitgaven

20.031

13.837

6.681

1.012

21.530

Materiële uitgaven

100.103

100.253

25.462

24.315

150.030

– waarvan ICT1

7.065

7.065

400

 

7.465

– waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU)

30.494

30.494

– 3.297

 

27.197

– waarvan SSO DICTU

30.767

31.213

24.816

8.480

64.509

– waarvan overige materiële uitgaven

31.777

31.481

3.543

15.835

50.859

           

ONTVANGSTEN

35.826

36.838

242

– 8.800

28.280

X Noot
1

Het totaal van de ICT-uitgaven van het kerndepartement en buitendiensten bestaan uit de ICT-uitgaven geraamd onder de post materiële uitgaven en de bijdrage aan de SSO DICTU.

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De kosten voor personeel nemen toe met € 9,3 mln. Deze toename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door:

  • Extra capaciteit bij de Nationaal Coördinator Groningen voor het werken in een gebiedsgerichte aanpak (€ 2,5 mln).

  • Extra personeelsuitgaven die gedekt worden door IenW voor de kosten van het toezicht dat de ACM uitoefent op de vervoerssectoren spoor, loodsen, luchtvaart en personen (€ 2,1 mln).

  • Hogere uitgaven voor externe inhuur op ICT-gebied bij het kerndepartement (€ 1,0 mln) en voor externe inhuur bij SodM (€ 0,7 mln). Het gaat hier om inhuur van moeilijk te krijgen specialistische functies.

  • Hogere uitgaven in 2017 voor Van Werk Naar Werk-beleid (€ 1,0 mln). Bij Voorjaarsnota 2018 zal de meerjarige doorwerking hiervan worden verwerkt (naar verwachting lagere uitgaven in 2019 of 2020).

  • Extra middelen voor extra energietaken van de ACM (€ 1 mln).

  • Hogere personeelsuitgaven die onder andere veroorzaakt worden door de afgesproken salarisverhoging in de CAO Rijk 2017.

Materiële uitgaven

De hogere bijdrage aan DICTU van € 8,5 mln heeft voor het grootste deel betrekking op afwaardering van licenties, in verband met lager gebruik van deze licenties dan geraamd.

De hogere bijdrage van € 15,8 mln op het onderdeel «overige materiële uitgaven» wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • Een versterking van het Inkoop Uitvoering Centrum (€ 6,3 mln). Het IUC is in 2015 als gemeenschappelijke unit voor heel EZ bij RVO.nl geplaatst. In 2017 is deze unit kwalitatief en qua capaciteit op sterkte gebracht.

  • Een besluit van de rechter dat de ACM een schadevergoeding aan beschuitmerk Bolletje moet betalen (€ 4,5 mln).

  • Extra capaciteit bij de Nationaal Coördinator Groningen voor het werken in een gebiedsgerichte aanpak (€ 3,1 mln).

  • Een naheffing van de Belastingdienst voor BTW over gedetacheerden buiten de rijksoverheid en boetes (€ 1,3 mln).

Toelichting op de ontvangsten

De lagere ontvangsten worden veroorzaakt doordat geraamde retributie inkomsten bij SodM voor een bedrag van € 4 mln niet konden worden gerealiseerd. De grondslagen hiervoor zijn onderdeel van de nieuwe Mijnbouwwet die later dan verwacht in werking is getreden. Daarnaast zijn bij de ACM de inkomsten uit de markt lager dan geraamd.

Artikel 41 Nominaal en onvoorzien

(Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3)

 
 

Stand vastgestelde begroting 2017

(1)

Stand 1e suppletoire begroting 2017

(2)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting 2017

(4)=(2+3)

VERPLICHTINGEN

0

94.811

– 82.782

– 12.029

0

UITGAVEN

0

94.811

– 82.782

– 12.029

0

           

41.10 Prijsbijstelling

 

17.543

– 17.543

   

41.20 Loonbijstelling

 

43.363

– 43.363

   

41.30 Onvoorzien

 

33.905

– 21.876

– 12.029

 

41.40 Nog te verdelen

         

Toelichting

Het restant van de eindejaarsmarge (€ 12 mln) is onder andere ingezet als dekking voor investeringen door het CBS (zie ook de toelichting in artikel 1).

5. De agentschappen

Agentschap Telecom (AT)

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap AT

Suppletoire begroting 2017 (Tweede suppletoire begroting),

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

 

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

       

Omzet moederdepartement

17.483

 

1.400

18.883

Omzet overige departementen

344

   

344

Omzet derden

21.079

   

21.079

Rentebaten

50

   

50

Vrijval

voorzieningen

       

Bijzondere baten

300

 

1.900

2.200

Totaal baten

39.256

 

3.300

42.556

         

Lasten

       

Apparaatskosten

39.856

 

3.300

43.156

– Personele kosten

24.892

 

1.221

26.113

Waarvan eigen personeel

21.938

 

610

22.548

Waarvan externe inhuur

914

 

611

1.525

Waarvan overige personele kosten

2.040

   

2.040

– Materiële kosten

14.964

 

2.079

17.043

Waarvan apparaat ICT

     

Waarvan bijdrage aan SSO's

7.241

 

1.900

9.141

Waarvan overige materiële kosten

7.723

 

179

7.902

Rentelasten

50

   

50

Afschrijvingskosten

1.770

   

1.770

– Materieel

1.600

   

1.600

Waarvan apparaat ICT

       

– Immaterieel

170

   

170

Overige lasten

75

   

75

– Dotaties voorzieningen

75

   

75

– Bijzondere lasten

       

Correctie kosten GAMMA

– 1.500

   

– 1.500

Totaal lasten

40.251

 

3.300

43.551

         

Saldo van baten en lasten

– 995

0

0

– 995

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement

AT heeft een bijdrage ontvangen van € 0,5 mln voor loon- en prijscompensatie. Voor de uitvoering van projecten voor de opdrachtgevers heeft AT in totaal € 0,9 mln ontvangen. Voorbeelden van projecten zijn de Europese Richtlijn Netwerk Informatie Beveiliging (NIB) € 0,4 mln en de opdracht voor Meetmethode elektromagnetische stoorstraling van windturbines € 0,2 mln.

Bijzondere baten

De mutatie bij bijzondere baten betreft bijdragen van het moederdepartement ter compensatie voor de financiering van het project GAMMA € 1,9 mln.

Toelichting op de lasten

De mutatie op de lasten is in overeenstemming met de baten. Het resultaat van het agentschap wordt naar aanleiding van deze mutaties niet aangepast.

Kasstroomoverzicht

Bedragen x € 1.000
 

Omschrijving

(1)

(2)

(3)

(4)= (1)+(2)+(3)

   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2017

7.674

 

– 4.370

3.304

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

850

   

850

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 75

   

– 75

2.

Totaal operationele kasstroom

775

 

0

775

 

Totaal investeringen (-/-)

– 4.800

   

– 4.800

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

       

3.

Totaal investeringskasstroom

– 4.800

 

0

– 4.800

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

       
 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

       
 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 822

   

– 822

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

4.800

   

4.800

4.

Totaal financieringskasstroom

3.978

 

0

3.978

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2017 (=1+2+3+4)

7.627

 

– 4.370

3.257

Toelichting

De stand Rekening-courant RHB 1 januari 2017 is in overeenstemming gebracht met de jaarrekening 2016. Dit betreft een mutatie van – € 4,37 mln.

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap DICTU

Suppletoire begroting 2017 (Tweede suppletoire begroting),

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

(1)

(2)

– 3

(4)=(1)+(2)+(3)

 

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

       

Omzet moederdepartement

189.000

25.836

12.850

227.686

Omzet overige departementen

40.000

– 9.259

5.000

35.741

Omzet derden

1.000

131

 

1.131

Rentebaten

       

Vrijval voorzieningen

       

Bijzondere baten

       

Totaal baten

230.000

16.708

17.850

264.558

         

Lasten

       

Apparaatskosten

211.900

13.872

20.718

246.490

– Personele kosten

124.000

10.359

13.567

147.926

Waarvan eigen personeel

60.000

13

– 2.900

57.113

Waarvan externe inhuur

4.000

– 3.020

421

1.401

Waarvan overige personele kosten

60.000

13.366

16.046

89.412

– Materiële kosten

87.900

3.513

7.151

98.564

Waarvan apparaat ICT

37.500

– 2.770

3.000

37.730

Waarvan bijdrage aan SSO's

15.100

– 1.000

 

14.100

Waarvan overige materiële kosten

35.300

7.283

4.151

46.734

Rentelasten

200

– 100

 

100

Afschrijvingskosten

16.900

3.136

– 2.868

17.168

– Materieel

8.000

3.376

– 3.568

7.808

Waarvan apparaat ICT

– Immaterieel

8.900

– 240

700

9.360

Overige lasten

1.000

– 200

 

800

– Dotaties voorzieningen

1.000

– 200

 

800

– Bijzondere lasten

       

Totaal lasten

230.000

16.708

17.850

264.558

         

Saldo van baten en lasten

0

0

0

0

Toelichting op de baten

Een hogere omzet op ontwikkelopdrachten (€ 9,8 mln) en op infrabeheer (€ 3,0 mln) leiden tot een stijging van de omzet moederdepartement. De hogere omzet op ontwikkelopdrachten houdt met name verband met de ontwikkeling en uitrol van de Cloudwerkplek. Omdat de migratie van de Klassieke infrastructuur naar de Cloudinfrastructuur langer duurt dan verwacht stijgt de omzet op Infrabeheer.

De eerder voorziene omzetdaling van de overige departementen is minder hoog door extra omzet voor de ontwikkeling van een Zaakgericht Werken systeem voor de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (€ 5,0 mln).

Toelichting op de lasten

De voornaamste oorzaak van de stijging van de apparaatskosten (€ 20,7 mln) is een stijging van de personele kosten van € 13,6 mln. Binnen deze post wordt op de post overige personele kosten een stijging verwacht van € 16,0 mln en wordt op de post eigen personeel een daling verwacht van € 2,9 mln. De externe inhuur stijgt licht (€ 0,4 mln).

De verwachte toename van de post overig personeel komt door extra werkzaamheden voor de ontwikkeling en implementatie van de Cloudwerkplek. Om aan de (tijdelijk) hogere vraag naar ICT-dienstverlening in dit kader te kunnen voldoen, is het nodig om voor een deel van de werkzaamheden extra capaciteit en expertise uit de markt te halen. De verwachte materiële kosten (licenties, inkoop ICT-apparatuur) nemen toe met € 7,1 mln.

Kasstroomoverzicht

Bedragen x € 1.000
 

Omschrijving

(1)

(2)

(3)

(4)= (1)+(2)+(3)

   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2017

0

6.971

0

6.971

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

17.900

2.936

– 2.868

17.968

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 1.000

200

– 800

2.

Totaal operationele kasstroom

16.900

3.136

– 2.868

17.168

 

Totaal investeringen (-/-)

– 25.000

– 48.400

21.550

– 51.850

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

       

3.

Totaal investeringskasstroom

– 25.000

– 48.400

21.550

– 51.850

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

       
 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

       
 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 16.900

– 3.136

2.868

– 17.168

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

25.000

48.400

– 21.550

51.850

4.

Totaal financieringskasstroom

8.100

45.264

– 18.682

34.682

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2017 (=1+2+3+4)

0

6.971

0

6.971

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RVO.nl

Suppletoire begroting 2017 (Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

 

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

       

Omzet moederdepartement

305.945

32.472

39.463

377.880

Omzet overige departementen

108.626

21.655

 

130.281

Omzet derden

27.369

   

27.369

Rentebaten

10

   

10

Vrijval voorzieningen

       

Bijzondere baten

 

3.493

1.200

4.693

Totaal baten

441.950

57.620

40.663

540.233

         

Lasten

       

Apparaatskosten

429.261

57.620

46.481

533.362

– Personele kosten

244.621

30.845

23.172

298.638

Waarvan eigen personeel

212.680

22.920

1.135

236.735

Waarvan externe inhuur

20.721

6.510

21.972

49.203

Waarvan overige personele kosten

11.220

1.415

65

12.700

– Materiële kosten

184.640

26.775

23.309

234.724

Waarvan bijdrage aan SSO's

92.948

8.051

5.818

106.817

Waarvan overige materiële kosten

91.692

18.724

17.491

127.907

Rentelasten

28

   

28

Afschrijvingskosten

12.661

   

12.661

– Materieel

2.360

   

2.360

Waarvan apparaat ICT

       

– Immaterieel

10.301

   

10.301

Overige lasten

       

– Dotaties voorzieningen

       

– Bijzondere lasten

       

Totaal lasten

441.950

57.620

46.481

546.051

         

Saldo van baten en lasten

0

0

– 5.818

– 5.818

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement

– De omzet DG Agro & Natuur (A&N) stijgt met € 18,8 mln. Dit is onder meer voor de uitvoering van de stoppersregeling (beëindiging melkveehouderijen; € 1,7 mln) en het fosfaatreductieplan

(€ 10,6 mln). Daarnaast is € 6,5 mln toegevoegd voor diverse (meer)opdrachten.

  • De omzet DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) stijgt met € 3,4 mln. Dit betreft bijdragen in de uitvoeringskosten van diverse projecten, programma’s en regelingen, zoals het Aanvullend Actieplan MKB-financiering, de programma’s Ruimte in Regels en North Sea Resources Roundabout, de Seed Capital regeling en Vroegefasefinanciering.

  • De omzet DG Energie, Telecom en Mededinging (ETM) neemt met € 1,5 mln toe in verband met (extra) uitvoeringskosten ten behoeve van EDS, SDS, het MEE-convenant en projectwerkzaamheden in het kader van de Omgevingswet.

  • Voor de uitvoering van inkooptaken bij het Inkoop Uitvoering Centrum (IUC) is een bijdrage van € 7,0 mln toegevoegd.

  • Aan loon- en prijsbijstelling 2017 is in totaal € 8,8 mln toegevoegd.

Bijzondere baten

Aan bijzondere baten wordt een bijdrage van het moederdepartement geraamd die betrekking heeft op kosten in het kader van de uitfasering van oud-DLG werkzaamheden (€ 1,2 mln).

Toelichting op de lasten en het saldo van baten en lasten

De hogere lasten van € 46,5 mln betreffen de uitvoeringskosten van de hierboven genoemde (toegevoegde) opdrachten alsmede extra personele en ICT-kosten. Een onvoorzien deel van de ICT-kosten leidt tot het negatieve resultaat van € 5,8 mln. Het betreft een eenmalige doorbelasting van exploitatielasten van de ICT-leverancier waarvoor geen dekking is binnen de RVO.nl-begroting. In de aanloop naar het jaarverslag 2017 zal gezocht worden naar mogelijkheden om dit tekort op te vangen met als uiterste consequentie een beroep op de exploitatiereserve.

De uitvoeringskosten bestaan uit zowel personele en materiële kosten. De personele kosten vallen uiteen in ambtelijke loonkosten en kosten van inhuur van externen. Met name de uitbreiding van werkzaamheden wordt door RVO.nl uitgevoerd met tijdelijk personeel, voornamelijk uitzendkrachten.

De stijging van de materiële kosten betreft zowel de directe als de indirecte materiële kosten. De directe materiële kosten houden rechtstreeks verband met de uitvoering van de opdrachten. De indirecte materiële kosten betreffen met name de huisvestings- en ICT kosten.

Kasstroomoverzicht

Bedragen x € 1.000
 

Omschrijving

(1)

(2)

(3)

(4)= (1)+(2)+(3)

   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2017

47.946

– 16.251

 

31.695

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

27.661

   

27.661

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 23.000

   

– 23.000

2.

Totaal operationele kasstroom

4.661

   

4.661

 

Totaal investeringen (-/-)

– 10.000

– 4.200

 

– 14.200

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

       

3.

Totaal investeringskasstroom

– 10.000

– 4.200

 

– 14.200

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

       
 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

       
 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 3.700

1.917

 

– 1.783

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

10.000

9.300

 

19.300

4.

Totaal financieringskasstroom

6.300

11.217

 

17.517

5.

Rekening-courant RHB

31 december 2017 (=1+2+3+4)

48.907

– 9.234

 

39.673

6. Het Diergezondheidsfonds (DGF)

Budgettaire gevolgen van beleid,

Beleidsartikel Diergezondheidsfonds (Tweede suppletoire begroting)

Bedragen x € 1.000
     

Mutaties 2e suppletoire begroting 2017 (3)

 
 

Stand vastgestelde begroting 2017 (1)

Stand 1e suppletoire begroting

2017 (2)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting 2017

(4)=(2+3)

01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

         

Verplichtingen

32.550

44.246

 

– 174

44.072

Uitgaven

32.550

44.246

 

– 174

44.072

waarvan juridisch verplicht

73%

73%

     

Beginsaldo

         

Programma-uitgaven

32.550

44.246

 

– 174

44.072

           

Opdrachten

32.550

44.246

 

– 174

44.072

1. Bewaking van dierziekten

18.314

18.314

 

2.414

20.728

2. Bestrijding van dierziekten

13.046

24.742

 

– 4.815

19.909

3. Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

         

4.Overig

1.190

1.190

 

2.227

3.417

           

Ontvangsten

32.550

44.246

   

44.246

Ontvangsten van EZ

9.863

9.863

   

9.863

Ontvangsten van EU m.b.t. Ai en salmonella bewaking en bestrijding

2.750

2.750

   

2.750

Ontvangsten van sector (bewaking)

19.937

31.633

   

31.633

Ontvangsten bestrijding

         

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

De uitgaven op het onderdeel bewaking van dierziekten vallen € 2,4 mln hoger uit door uitgaven voor onder meer extra vogelgrieptesten en voor de salmonella vaccinatie, omdat door de Fipronil-ontwikkelingen naar verwachting meer koppels opgezet en gevaccineerd worden dan voorzien.

De uitgaven op het onderdeel bestrijding dierziekten vallen € 4,8 mln lager uit doordat bij Voorjaarsnota het saldo DGF 2016 ad € 11,7 mln is toegevoegd aan 2017 en nu in de plaats daarvan de actuele prognose is opgenomen inclusief extra bestrijdingskosten ad € 6,7 mln voor vogelgriep- uitbraken eind 2016.

De uitgaven op het onderdeel overig zijn € 2,2 mln hoger uitgevallen door extra kosten voor de heffingen met betrekking tot ICT-aanpassingen, operationele kosten en bezwaar en beroep.


X Noot
1

Zie hiervoor de nota van wijziging (TK, 34 775 XIII, nr. 8).

Naar boven