34 675 Wijziging van de Wet milieubeheer (verwijdering asbest en asbesthoudende producten)

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING1

Vastgesteld 11 december 2018

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Daarbij hebben zij bovendien goede nota genomen van de bevindingen van onder andere de Gezondheidsraad over de risico’s voor de volksgezondheid ten gevolge van de aanwezigheid van asbestvezels in het milieu. Zij delen de ambitie van de regering om deze risico’s op korte termijn drastisch te verminderen, zo niet te minimaliseren.

De VVD-fractieleden gaan er daarbij van uit dat de beoogde einddatum voor deze verplichte asbestdakensanering naar aanleiding van de behandeling in de Tweede Kamer inmiddels 31 december 2024 is geworden2, in tegenstelling tot hetgeen nog in de AMvB3 staat. Punt van zorg voor deze leden is daarbij de uitvoerbaarheid van de geplande bijbehorende maatregelen. Met name op dit punt hebben de leden van de VVD-fractie een aantal vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer waardoor het voorgenomen verbod op asbestdaken een wettelijke basis krijgt. De leden van deze fractie ondersteunen de ambitie van de regering, maar hebben nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen over het wetsvoorstel Verwijdering asbest en asbesthoudende producten.

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben naar aanleiding daarvan een aantal vragen.

De fractieleden van de SP hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel en hebben een aantal vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben een aantal vragen.

De GroenLinks-fractieleden hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel en hebben daarover nog een aantal vragen.

Naast de individuele inbrengen van de verschillende fracties willen de leden van de vaste commissie voor

Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving een commissievraag stellen over de uiterlijke verbodsdatum van het voorhanden hebben van een asbestdak. Deze vraag zal als eerste gesteld worden.

Vraag van de leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving

In de Tweede Kamer is de motie-Ziengs en Von Martels4 aangenomen. Deze motie verzoekt de regering het verbod op asbestdaken in te laten gaan op 31 december 2024 in plaats van 1 januari 2024, zoals thans in de AMvB5 staat. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft tijdens de plenaire behandeling in de Tweede Kamer het volgende aangegeven:

«Over de motie-Ziengs/Von Martels op stuk nr. 18 hebben we denk ik genoeg met elkaar gewisseld. Ik denk dat het belangrijk is dat de Kamer zich daarover uitspreekt, dus ik laat het oordeel aan de Kamer over. En dan zal ik het verwerken in de AMvB, want dat is pas het moment waarop we de datum echt vastleggen en we zien of het voornemen.»6

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving vragen de regering, gelet op de hiervoor geciteerde woorden en het aannemen van de motie, of zij de datum in de AMvB zal wijzigen in 31 december 2024.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De regering is voornemens een AMvB vast te stellen, die het voorhanden hebben van een asbestdak per 1 januari 2024 (wordt 31 december 2024?) verbiedt. Er bestaat bij de regering op dit moment geen concreet voornemen om ook een verplichting in te voeren tot verwijdering van asbest uit andere onderdelen van bouwwerken of andere objecten, asbestverontreiniging of asbestafval. Toch biedt deze wetswijziging die mogelijkheid wel. Hoe kijkt de regering inhoudelijk aan tegen mogelijke vervolgstappen en hoe denkt zij het parlement bij eventuele vervolgstappen te betrekken?

Met name particuliere dakeigenaren roeren zich. Zij ervaren druk van meerdere kanten. De subsidiepot is inmiddels leeg en wordt volgens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat niet meer aangevuld. Het vervangen van een asbestdak wordt duurder. De beperkt beschikbare periode tot 1 januari 2025 leidt tot druk op de markt, met als gevolg een schaarste aan asbestverwijderaars en dakdekkers en een verhoging van de prijzen. De tierende economie versterkt dit effect. Verzekeringsmaatschappijen verlagen per jaar hun dekkingspercentage en de waarde van het betreffende vastgoed daalt. Tegelijkertijd erkennen de betreffende eigenaren en hun belangenbehartigingsorganisaties dat er een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid bestaat om tot sanering van asbestdaken te komen. Samengevat luiden hun randvoorwaarden als volgt:

  • Een integrale aanpak om eigenaren te ontzorgen en hen te ondersteunen bij het organiseren van een gemeenschappelijke aanpak op straat- of wijkniveau en te voorzien van de noodzakelijke deskundige hulp.

  • Een subsidieregeling en/of financieringsregeling met toereikende bedragen en randvoorwaarden. De oorspronkelijke kostenberekeningen dienen hierbij te worden geactualiseerd. Ook dient er duidelijkheid te komen over om hoeveel vierkante meter dakoppervlak het überhaupt gaat.

  • Een vrijstelling van btw.

  • Een combinatieregeling met energiebesparing (dakisolatie/PV7-panelen), zodat sanering en investeren in duurzaamheid hand in hand kunnen gaan: een regeling die veel provincies jaren geleden al kenden voor agrarische asbestdaken.

Hoe kijkt de regering aan tegen deze door velen onderschreven randvoorwaarden voor een succesvolle saneringsoperatie? Acht zij deze wensen tegen de achtergrond van een positieve grondhouding van dakeigenaren reëel, en zo ja (de regering spreekt tot nu toe alleen van maatwerk in hele specifieke gevallen), hoe zou zij hier vervolgens vorm aan willen geven?

Ook de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: Afdeling) vraagt aandacht voor de mogelijke wenselijkheid van een specifieke regeling voor een financiële tegemoetkoming voor betreffende dakeigenaren.8 In de Tweede Kamer is een motie aangenomen die extra inspanning van de kant van het Rijk bepleit voor een asbestfonds voor eigenaren die asbestsanering niet kunnen betalen.9 De vraag van de VVD-fractieleden luidt welke partijen zo’n fonds zouden gaan volstorten volgens de regering.

De te maken kosten betreffen niet alleen de verwijdering van het asbestdak, maar vaak ook het aanbrengen van een zwaardere dakconstructie dan noodzakelijk was voor het lichte asbest. Zijn deze bedragen meegenomen in de financiële berekeningen van de regering?

Vaak zijn schuren of loodsen met asbestdaken inmiddels in bedrijfsmatige zin van marginaal belang. Eigenlijk zou de geplande sanering in die gevallen moeten leiden tot afbraak en herbestemming van de grond. Is door de regering ook naar dit type samenloop van (ruimtelijk gewenste) ontwikkelingen gekeken?

Kan de regering aangeven wat op dit moment precies de verschillen zijn met betrekking tot de bestaande financiële mogelijkheden tussen eigenaren van een particuliere woning en agrarisch vastgoed?

Een saneringsplicht kan ook leiden tot het grootschalig dumpen van asbestafval op landbouwgronden en natuurterreinen. Nu geldt geen verwijderingsverplichting, behalve voor de meestal onbekende dader. Het wetsvoorstel biedt een grondslag om terreineigenaren te verplichten het gedumpte afval te verwijderen. Hoe kijkt de regering hier nu tegenaan? De leden van de VVD-fractie zijn bekend met het op 16 november 2018 aangenomen amendement10, waarbij in de Wet belastingen op milieugrondslag een vrijstelling van afvalstoffenheffing opgenomen wordt voor de afgifte van asbest afkomstig van daken.

Klopt het dat eigenaren van terreinen, waar kleinere asbestdeeltjes na bijvoorbeeld een brand terechtgekomen zijn, wel verplicht zijn tot verwijdering? Zo ja, welke criteria worden hierbij gehanteerd?

Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie hoe de voorgestelde versnellingsaanpak zich verhoudt tot de ontwikkelingen op dit punt in Europa. Er lijken geen andere landen te zijn met een asbestdakenverbod.

De leden van de VVD-fractie wachten de antwoorden van de regering met belangstelling af.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

Tot 1993 was het toepassen van asbest in Nederland toegestaan en deze wetswijziging beoogt binnen enkele jaren het aantal asbestdaken in Nederland te minimaliseren. Allereerst is het de CDA-fractieleden nog niet duidelijk wat precies de omvang van het probleem is. Volgens de laatste bespiegeling van de Staatssecretaris in de Tweede Kamer zou het gaan om circa 80 miljoen vierkante meter asbest op daken van zowel particulieren als ondernemers en instellingen.11 Is er inmiddels een meer exact beeld te geven? Dit laatste is van belang omdat de Tweede Kamer terecht om een tussentijdse evaluatie van de saneringsambitie heeft gevraagd.

Voorts is het niet duidelijk welke stimuleringsmaatregelen de regering in voorbereiding heeft. Weliswaar wordt gesproken over het uitwerken van een zogenaamd revolverend fonds, maar biedt dit voor iedereen soelaas? Ook zijn de CDA-fractieleden benieuwd of het mogelijk is om samen met het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) afspraken te maken over collectieve of gezamenlijke ondersteuningsmaatregelen. Is het voor het draagvlak wenselijk dat er per regio verschillen ontstaan in bijvoorbeeld subsidieregelingen, terwijl er tegelijkertijd sprake is van een wettelijk verbod op asbestdaken? Kan inmiddels worden aangegeven wat de gemiddelde saneringskosten zijn en hoe wordt omgegaan met huishoudens, bedrijven en instellingen die de verplichte sanering niet kunnen betalen?

Uit de discussie in de Tweede Kamer concluderen de CDA-fractieleden dat als uiterste datum 31 december 2024 wordt genoemd. Wat zijn de consequenties, zowel praktisch als van rechtswege, als de sanering op dat moment nog niet is gerealiseerd?

Voorts is bekend dat in veel gebouwen niet alleen op daken maar ook elders asbest is gebruikt. Is het juridisch verdedigbaar dat asbest elders wordt geaccepteerd, terwijl asbestdaken worden verboden? En hoe zit het met asbesthoudende platen onder bijvoorbeeld dakpannen of een andere vorm van dakbedekking?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Dit wetsvoorstel zou ervoor moeten zorgen dat we naar een asbestvrij Nederland gaan. Een mooi streven waar de overheid druk op moeten blijven zetten. Vanaf 1 januari 2024 moeten alle daken en dakbedekkingen asbestvrij zijn. De leden van de D66-fractie zijn benieuwd of de regering zicht heeft op de personele inzet die nodig is om de doelstellingen van asbestsaneringen te halen. Blijft 1 januari 2024 dan reëel? Hebben de huidige gecertificeerde bedrijven voldoende ruimte om de opdrachten aan te kunnen? Zijn er bijvoorbeeld ideeën om de certificering op zo’n manier in te richten dat meer dakbedekkers in aanmerking komen voor deze opdrachten, bijvoorbeeld door deelcertificaten te verstrekken voor eenvoudige verwijderingsopdrachten?

De leden van de D66-fractie beseffen dat er veel kosten aan deze wet verbonden zouden zijn. Heeft de regering een inschatting van de kosten voor verschillende sectoren, zoals particulieren, overheidsgebouwen en agrarische bedrijven?

De regering heeft ervoor gekozen geen extra delegatiegrondslag op te nemen voor een vergoeding in de kosten. Wel wordt er al vaak gesproken over «asbest eraf en zon erop». De fractieleden van D66 willen graag weten of de regering al concrete ideeën heeft over het invullen van «asbest eraf en zon erop». Wordt er gedacht aan een stimuleringsfonds of worden er andere stappen gezet? Zijn er al voorbeelden bekend waar dit op lokaal of provinciaal niveau wordt toegepast? Ligt de focus dan vooral op «grote dakeigenaren»? Welke mogelijkheden zijn er voor eigenaren van daken met asbest in de particuliere sector?

In het kader van de circulaire economie en duurzaamheid is het goed te constateren dat de regering gaat onderzoeken hoe ervoor gezorgd kan worden dat zo veel mogelijk asbest verwerkt kan worden tot een nuttige grondstof. De D66-fractieleden horen graag welke voortgang is geboekt op dit onderzoek.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

Asbest kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Daarom stelt de overheid regels voor het gebruik en verwijdering van asbest. Kan de regering aangeven wie verantwoordelijk is of blijft, tijdens en na het verwerken van het asbest? Wat is de verantwoordelijkheid van de eigenaar, de vervoerder, de verwerker en de ontvanger van de vervuiling?

Kan de regering aangeven of er ook is gekeken naar alternatieven, zoals het insealen van een dak?

Met de aanpassing van de wet kan op grond van een AMvB het voorhanden hebben van asbestproducten verboden worden. Echter, deze regering heeft vooralsnog geen plannen om AMvB’s vast te stellen ten aanzien van de verwijdering van asbest uit objecten, de aanpak van asbestverontreiniging of verwijdering van asbestafval. Impliceert dit dat de termijn van 1 januari 2024 voor haar geen harde termijn is? De PVV-fractieleden denken dat deze deadline niet haalbaar is. Kan de regering aangeven, gezien het tekort van gekwalificeerde capaciteit, of het stellen van een verder weg liggend tijdstip niet realistischer is? Heeft zij op huisniveau inzicht om welke panden het gaat?

Wat zijn mogelijke sancties indien iemand zijn object niet wil of kan (door een gebrek aan financiën) saneren van asbest of asbesthoudend materiaal?

Behalve in daken is asbest soms ook aanwezig in baggerspecie. Bij een gemiddelde concentratie van minder dan 100 mg/kg hoeft dit asbest niet verwijderd te worden. Het gaat hier echter om brokken asbestcement, die per stuk een doorsnee van tientallen centimeters kunnen hebben. Het asbest in baggerspecie is veelal afkomstig van gesloopte asbestdaken dat illegaal in vaarwater is gestort. Bij gebruik van baggerspecie als grondophogingsmateriaal komt dit asbest in of op de bodem terecht. Bij betreden kunnen asbestdeeltjes in de lucht komen. Zou dit asbestprobleem niet even streng moet worden aangepakt als de asbestdaken?

Er is nog bijna 100 miljoen vierkante meter aan asbestdaken te saneren. Kan de regering aangeven wat dit de burger gaat kosten? En kan zij aangeven hoeveel subsidie hiervoor beschikbaar wordt gesteld? In de provincies bestaat vaak een subsidie voor boeren die hun schuur asbestvrij maken en daarna volleggen met zonnepanelen. Kan de regering aangeven hoeveel hiermee is gemoeid en of daar vanuit het Rijk rekening mee is gehouden?

In het wetsvoorstel staat bij het nieuwe artikel 9.2.2.1a te lezen: «De regels, bedoeld in artikel 9.2.2.1, eerste lid, kunnen met betrekking tot het voorhanden hebben van asbest of asbesthoudend product waardoor mensen het risico lopen aan asbestvezels te worden blootgesteld [...]». Kan de regering aangeven wat exact moet worden verstaan onder «het voorhanden hebben»?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De regering rekent voor dat het verwijderen van asbest voor een tot enkele tientjes per vierkante meter mogelijk is. Zij schrijft namelijk dat er nog 80 tot 90 miljoen vierkante meter asbestdak resteert.12 Uit de geactualiseerde MKBA13 blijkt dat de totale kosten 882 miljoen euro bedragen inclusief de vervangingskosten.14

Echter, particuliere huiseigenaren krijgen op offerteaanvragen heel andere bedragen te horen. Die lopen tot tussen de 235 en 295 euro per vierkante meter. Op deze manier worden huiseigenaren fors op kosten gejaagd. Hoe komt de regering tot de prijs van pakweg 10 tot 30 euro per vierkante meter? Waar kunnen particuliere huiseigenaren zich melden om voor dit bedrag hun daken asbestvrij te laten maken?

De regering meent dat particulieren te maken hebben met een geringere oppervlakte, zodat de kosten van verwijdering en vervanging doorgaans beperkt zijn. Echter, een groep van vijftien huiseigenaren heeft al te maken met een oppervlakte van 1.600 vierkante meter en loopt hiermee tegen een kostenpost van rond de 400.000 euro aan. De regering meent dat huiseigenaren van tijd tot tijd tegen onderhoudskosten aanlopen. Welk onderzoek heeft zij hiernaar gedaan? En hoe legt zij dit uit aan eigenaren van wie het dak gerust nog een levensduur van twintig jaar heeft?

Al tientallen jaren, zeker sinds 1976 toen de regering uiteindelijk toch geen verbod op asbest effectueerde, is bekend hoe schadelijk en dodelijk asbest is of kan zijn. Toch werd deze wetenschap niet breed bekendgemaakt, noch werd het verder gebruik van asbest verboden. Sterker nog: lange tijd werd asbest willens en wetens voor meerdere doeleinden gebruikt. Ook in de tijd dat er voor de (particuliere) huizenmarkt werd gebouwd. Kopers zitten nu met een dak waarin asbest is verwerkt en lopen tegen een kostenpost van (verplichte) verwijdering op. Waarom is er geen tegemoetkoming voor particuliere huiseigenaren, om ook hen in staat te stellen voor een nette prijs van het asbest af te komen? Is de regering het met de SP-fractieleden eens dat wanneer er in 1976 wel een verbod van kracht geworden was, de eigenaren van huizen van na die datum nu geen probleem hadden gehad? En dat de regering dus (mede) verantwoordelijk is voor de kostenpost die hierdoor ontstaat? Welke overwegingen liggen ten grondslag aan het besluit om een compenserende regeling (btw-teruggave, subsidie «zon erop dak eraf» en fiscale voordelen) wel in het leven te roepen voor (boeren)bedrijven en niet voor particuliere huiseigenaren en hen slechts een volstrekt niet-dekkende tegemoetkoming in de vorm van een aanjaagsubsidie van 4,50 per vierkante meter aan te bieden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

Uit de memorie van toelichting blijkt dat asbest 500 à 1.000 mensenlevens per jaar kost.15 De genoemde cijfers van het aantal doden worden in twijfel getrokken door enkele deskundige artsen.16 Kan de regering een uitsplitsing geven van het aantal (potentiële) slachtoffers als gevolg van arbeidsomstandigheden in de afgelopen decennia en de prognose van het aantal dat door diffuse verontreiniging in de buitenlucht, veroorzaakt door erosie van asbestdaken, het komend decennium naar verwachting zal overlijden? En kan zij een voorspelling doen over de reductie van deze aantallen na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel?

Saneringscapaciteit is schaars. Er moet nog zeker 80 miljoen vierkante meter aan asbesthoudende daken worden gesaneerd, terwijl in het jaar 2017 11 miljoen vierkante meter gesaneerd is en deze snelheid verre van voldoende is om de asbestdaken voor 2025 te saneren. Het aantal asbestsaneerders daalt vanwege uitstroom naar de bouwsector en zware opleidings- en certificeringseisen. Verder is het nog wachten op een landelijke dekking van voldoende, financiële arrangementen en op belangrijke aanpassingen (versimpeling) in het stelsel die versnelling mogelijk maken.

De leden van de PvdA-fractie hechten groot belang, voor afronding van dit wetsvoorstel in de Eerste Kamer, aan toezending van de informatie met betrekking tot de programmatische aanpak en de financiële arrangementen die in samenspraak met de VNG worden voorbereid. Kan de regering deze informatie op korte termijn ter beschikking stellen? Zo nee, waarom niet?

De huidige handhaving op asbestsanering is voor de leden van de PvdA-fractie een zorg. Kan de regering hierover actuele informatie verstrekken? Wat gaan gemeenten doen om te handhaven? Hoeveel capaciteit gaan ze beschikbaar stellen? Heeft dit handhavingsprioriteit?

Hoe is het gesteld met de naleving van de (complexe) asbestregels? Hoeveel overtredingen zijn er in de afgelopen jaren geweest? Wat zijn de gezondheidseffecten hiervan? Zijn deze meegewogen? Wat is het effect van dit naleefgedrag (of het ontbreken ervan) bij invoering van een saneringsplicht?

Door partijen wordt gewaarschuwd voor een toename van illegale dumpingen. Onder andere in de natuur. Is er zicht op deze schadepost en wie betaalt deze rekening in de huidige situatie? Wat zijn de effecten (financieel, gezondheid, mens en dier) hiervan? Is er een weging gemaakt van deze effecten versus de effecten van een verbod? In welke mate wegen de voor- en nadelen tegen elkaar op?

Is de regering ook voornemens te investeren in de handhaving van illegale dumpingen? Zo nee, waarom niet? Heeft de regering een risicoanalyse gemaakt van deze effecten als de pakkans klein is en kosten van sanering hoog zijn?17

Daarnaast moet in de op te stellen AMvB duidelijk worden welke afweging de regering maakt inzake de proportionaliteit van de kosten. Bij de opstelling van een AMvB op grond van artikel 9.2.2.1 juncto 9.2.2.1a van de Wet milieubeheer zal bekeken moeten worden hoe de afweging tussen algemene en individuele belangen uitvalt op financieel vlak. Kan de regering nu reeds helderheid geven over de afweging die zij hierbij maakt, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. Zal zij hierbij onderscheid maken tussen burgers en (agrarische) ondernemers gelet op het feit dat voor de laatste categorie fiscale aftrekmogelijkheden bestaan die niet beschikbaar zijn voor burgers/huishoudens? Zo nee, waarom niet?

De leden van de PvdA-fractie kijken met belangstelling uit naar de beantwoording van de regering.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

Blijkens het debat in de Tweede Kamer is er nog veel onzekerheid over de uitvoerbaarheid van de verplichte verwijdering van asbest in daken door particulieren en bedrijven, zoals waar het asbest zich bevindt, de totale hoeveelheid te verwijderen asbest, de toekomstige invulling van ondersteunende financiering, de haalbaarheid van strakke tijdsschema van zes jaar voor 80 tot 120 miljoen vierkante meter asbestdaken zonder Rijksfinanciering, de leegloop van geschikt personeel naar de reguliere bouw en de noodzaak aan juist meer personeel vanwege de grote opgave. Gelet op al deze uitdagingen maken de GroenLinks-fractieleden zich zorgen over de uitvoerbaarheid en betaalbaarheid van de opgave. Deelt de regering deze zorgen?

Weet de regering intussen hoeveel miljoen vierkante meter er nog gesaneerd moet worden? Welke provincies hebben wel/niet gegevens beschikbaar gesteld? De huidige subsidiepot voor compensatie van 4,50 euro per vierkante meter asbestdak is bijna op en daarbij nooit toereikend geweest voor de tientallen euro's per vierkante meter die de markt vraagt. Klopt het dat er nog 7,5 miljoen euro subsidie van de 75 miljoen euro in totaal over is? Zo nee, hoeveel is er dan nog over? De regering verlengt deze subsidie niet omdat het een aanjaagsubsidie voor eerdere jaren betrof. In haar beantwoording wijst de regering op financiering vanuit decentrale overheden en op leningen via de provincie die particulieren of bedrijven kunnen afsluiten om hun dak te vernieuwen. Weet de regering wat de gemiddelde vierkante meterprijs is voor het vervangen van een asbestdak en hoe verhoudt dit zich tot de grootte van het dak? En hoe verhoudt zich dat tot de toekomstige financiering?

Is de regering ook bereid om daarnaast een subsidie te verlenen als tegemoetkoming voor bepaalde niet-draagkrachtige groepen die hun dak moeten laten vervangen? Sommige groepen hebben immers niets aan een lening, omdat ze soms hun huidige leningen al niet meer kunnen betalen. Uit berekeningen blijkt nu al dat 5 tot 10 procent dit niet zal kunnen betalen. Hoe kijkt de regering hier tegenaan? En hoe kijkt zij tegen de boeren met grote daken aan die nu financieel al moeilijk het hoofd boven water kunnen houden? Hoe garandeert de regering dat de verplichte asbestverwijdering voor iedereen mogelijk en betaalbaar is? Overweegt zij om de oude subsidieregeling op een of andere wijze te verlengen, in ieder geval tot de geplande evaluatie, zodat deze financiële prikkel om het asbestdak zo snel mogelijk te verwijderen, niet vervalt? Dit is immers in het verleden ook al een aantal keer gebeurd in de vorm van een verhoging van de subsidie.

Volgens de toelichting bij het ontwerpbesluit over het asbestdakenverbod bedragen de kosten van het voorgenomen verbod voor particulieren en bedrijven, op basis van de geactualiseerde MKBA uit 2015, ongeveer 882 miljoen euro.18 Het verbod zal dus een groot aantal particulieren en bedrijven rechtstreeks treffen. Gelet op het bijzondere karakter van het verbod – een directe verplichting om in het verleden veelal rechtmatig aangebrachte asbestdaken te verwijderen – en het grote aantal belanghebbenden dat het treft, is niet uitgesloten dat velen, al dan niet succesvol, een beroep zullen doen op de algemene regeling van artikel 15.21 van de Wet milieubeheer. Hoe kijkt de regering hier tegenaan?

De Afdeling ziet hierin aanleiding om in overweging te geven om voor het asbestdakenverbod in een specifieke regeling van vergoeding van kosten en schade te voorzien.19 Een dergelijke regeling, waartoe in het wetsvoorstel een delegatiegrondslag zou moeten worden opgenomen, biedt als voordeel dat aan de hand van voor categorieën van gevallen eenduidig vastgestelde criteria op de aanvragen kan worden beslist. Daarmee is ook de rechtszekerheid van belanghebbenden gediend. Waarom kiest de regering niet voor een dergelijke regeling?

Wie is verantwoordelijk voor het opruimen en betalen van illegale dumpingen van asbest? De regering schrijft in haar beantwoording dat verlaging van de belasting op asbest dat naar de milieustraat wordt gebracht, zorgt voor vermenging van asbest met andere materialen.20 Waar baseert zij dit op? De mogelijkheid om het gratis aan te bieden is heel zinvol als we willen voorkomen dat die kleine, ongeregistreerde hoeveelheden verkeerd terechtkomen. De GroenLinks-fractieleden achten de kans klein dat door de belasting asbest met ander afval wordt gemengd. Hoe ziet de regering dit?

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de handhaving. Hebben zij daar momenteel middelen en budget voor? Of is het Rijk bereid om de lagere overheden financieel tegemoet te komen en voor te bereiden op deze klus? Hoe zorgt de regering ervoor dat er geen te grote verschillen ontstaan tussen gemeentes? Bepaalde gemeenten lijken al verder te zijn dan andere wat betreft ondersteuning, regionale fondsen en het in kaart brengen van de locaties met asbest en de totaliteit van het aantal asbestdaken.

Hoe gaat de regering inzetten op verduurzaming in combinatie met asbestverwijdering? Kan zij aangeven hoe duurzame meekoppelkansen gestimuleerd kunnen worden, zodat er naast de lasten ook lusten ontstaan, zoals energiebesparing? Welke provincies hebben al zogenoemde revolverende fondsen (al dan niet in combinatie met energiebesparing), welke willen dat nog gaan doen? Wat zijn de opbrengsten tot nu toe?

Waar is het geld aan besteed de afgelopen jaren? Welke soort daken? Hoe heeft de regering voorkomen dat vooral het laaghangend asbestfruit is gesubsidieerd en de moeilijkere daken over zijn gebleven, zoals asbestleien en asbestgevelbeplating? Welke rol kan het landelijk Programmabureau Versnellingsaanpak Asbestdaken sanering spelen en wat zijn resultaten van de afgelopen twee jaar?

Door de vele vragen over het aantal vierkante meters asbestdaken, de onzekerheden over de uitvoering en betaalbaarheid, achten de GroenLinks-fractieleden het opportuun om de evaluatie van 1 januari 2022 te vervroegen met minimaal een jaar. Hierdoor ontstaat er meer ruimte tot bijsturing van de hierboven omschreven onzekerheden. Hoe kijkt de regering daar tegenaan? Kan zij aangeven op welke aspecten de evaluatie van toepassing gaat zijn? Kan zij toezeggen dat hierbij ook specifiek wordt gekeken naar de impact voor personen en bedrijven die financieel in de problemen komen door de verplichting het asbest te verwijderen? Komt er daarnaast ook de mogelijkheid om realtime te volgen hoe het is gesteld met de verwijdering van asbest gedurende de periode tot het verbod? Wat doet de regering als bij de evaluatie blijkt dat er niet genoeg progressie is geboekt?

De regering is in het kader van het verwijderen van asbesthoudende producten in bouwwerken voornemens een AMvB vast te stellen die het voorhanden hebben van een asbestdak per 31 december 2024 verbiedt. Asbestdaken zijn namelijk volgens haar de laatste grote asbestbronnen. Vooralsnog lijkt de regering geen concrete plannen te hebben om AMvB's vast te stellen ten aanzien van de verwijdering van asbest uit objecten, de aanpak van asbestverontreiniging of verwijdering van asbestafval. Is dit momenteel nog steeds het geval? En zo ja, waarom is hiervoor gekozen? Zou het niet logisch zijn om juist een integraal plan op te stellen om asbest te verwijderen, mede gelet op de deels inherente relatie tussen het verbieden van asbestdaken enerzijds en het aanpakken van asbestverontreiniging of verwijderding van asbest anderzijds? Kan de regering daarnaast ingaan op waarom de grens om zelf te verwijderen is vastgesteld op 35 vierkante meter?

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 11 januari 2019.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Nooren

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, De Boer


X Noot
1

Samenstelling:

Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Kuiper (CU), Schaap (VVD), Flierman (CDA), P. van Dijk (PVV), Atsma (CDA), D.J.H. van Dijk (SGP), Don (SP), Jorritsma-Lebbink (VVD) (vice-voorzitter), N.J.J. van Kesteren (CDA), Köhler (SP), Meijer (SP), Nooren (PvdA) (voorzitter), Pijlman (D66), Schaper (D66), Stienen (D66), Verheijen (PvdA), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV),Van der Sluijs (PVV), Van Zandbrink (PvdA), Fiers (PvdA), Van Leeuwen (PvdD), Binnema (GL).

X Noot
2

Kamerstukken II 2018/19, 34 675, nr. 18.

X Noot
3

Kamerstukken II 2014/15, 25 834, nr. 93.

X Noot
4

Kamerstukken II 2018/19, 34 675, nr. 18.

X Noot
5

Kamerstukken II 2014/15, 25 834, nr. 93.

X Noot
6

Handelingen II 2018/19, 11, item 6, p. 36.

X Noot
7

Photo Voltaic; zonnepanelen.

X Noot
8

Kamerstukken II 2016/17, 34 675, nr. 4, p. 3.

X Noot
9

Kamerstukken II 2018/19, 34 675, nr. 23.

X Noot
10

Kamerstukken II 2018/19, 35 029, nr. 18.

X Noot
11

Handelingen II 2018/19, 11, item 6, p. 18.

X Noot
12

Kamerstukken II 2017/18, 34 675, nr. 7, p. 4.

X Noot
13

Maatschappelijke kosten baten analyse.

X Noot
14

Kamerstukken II 2017/18, 34 675, nr. 7, p. 2.

X Noot
15

Kamerstukken II 2016/17, 34 675, nr. 3, p. 2–3.

X Noot
18

Kamerstukken II 2014/15, 25 834, nr. 93.

X Noot
19

Kamerstukken II 2016/17, 34 675, nr. 4, p. 3.

X Noot
20

Kamerstukken II 2017/18, 34 675, nr. 7, p. 24.

Naar boven