35 029 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019)

Nr. 18 AMENDEMENT VAN HET LID STOFFER C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 161

Ontvangen 14 november 2018

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel VII wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel A wordt «€ 31,39» vervangen door «€ 32,12».

2. Na onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Na artikel 29a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 29b

  • 1. Vrijgesteld is de afgifte ter verwijdering of overbrenging ter verwijdering van afzonderlijk aangeboden asbest en asbesthoudende producten die toegepast zijn geweest als dakbedekking.

  • 2. Bij of krachtens op voordracht van Onze Minister vast te stellen algemene maatregel van bestuur worden voorwaarden en beperkingen gesteld waaronder de vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend.

II

In artikel IX wordt «€ 31,39» vervangen door «€ 32,12».

Toelichting

Verwering van asbestdaken en het vrijkomen van asbestdeeltjes kan risico's opleveren voor de volksgezondheid. Asbestdaken moeten, onder voorbehoud van definitieve besluitvorming, uiterlijk eind 2024 gesaneerd zijn. Het zal een grote uitdaging worden om de sanering op tijd te realiseren. Niet voor niets is de datum een jaar naar achteren verplaatst. Een knelpunt is de hoge kostprijs van sanering. Provincies verwachten dat zo’n 5 tot 10% van de eigenaren onvoldoende draagkracht heeft om sanering te financieren. De afvalstoffenbelasting vormt een onderdeel van de kosten. Vanwege vergroeningsmaatregelen gaat de afvalstoffenbelasting fors omhoog. Maar als het gaat om asbestdaken is er geen sprake van het stimuleren van minder gebruik, het is immers al lang verboden. In plaats daarvan wordt de sanering onnodig extra duur gemaakt. Met als bijkomend risico dat (meer) asbest illegaal gedumpt wordt in de vrije natuur. Er wordt daarom voorgesteld om een vrijstelling voor asbestdaken op te nemen om daarmee het saneringsbeleid te ondersteunen, in plaats van tegen te werken, en dumpingen in de vrije natuur te voorkomen.

Met dit amendement wordt in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) een vrijstelling van afvalstoffenbelasting opgenomen voor de afgifte ter verwijdering of overbrenging ter verwijdering van afzonderlijk aangeboden asbest en asbesthoudende producten afkomstig van asbestdaken die uiterlijk eind 2024 gesaneerd moeten zijn. Daartoe wordt een onderdeel Aa ingevoegd in artikel VII van het voorstel van wet.

In onderdeel Aa van artikel VII van het voorstel van wet wordt in de Wbm een nieuw artikel 29b ingevoegd, inhoudende dat de afgifte ter verwijdering of overbrenging ter verwijdering van afzonderlijk aangeboden asbest en asbesthoudende producten die toegepast zijn geweest als dakbedekking is vrijgesteld. Dit wordt geregeld in het eerste lid van artikel 29b Wbm. Voor het begrip asbest zij verwezen naar artikel 1, onderdeel a, van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 of, wanneer het bij koninklijke boodschap van 2 februari 2017 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Wet milieubeheer tot wet is verheven en in werking is getreden2, naar artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer. De vrijstelling geldt niet voor grond die met asbest is verontreinigd of voor te verwijderen asbesthoudende dakbedekking die na afneming van het dak is vermengd met andere stoffen. Hiermee wordt voorkomen dat puin en bouwafval worden vermengd met asbest en asbesthoudende producten om ook dat puin en bouwafval onder de vrijstelling te laten vallen. Overigens is het niet toegestaan asbestdaken zodanig onzorgvuldig te verwijderen dat asbest of asbesthoudende producten in ander puin en sloopafval terechtkomen. Ingevolge het tweede lid van genoemd artikel 29b wordt de vrijstelling verleend onder bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden en beperkingen. Naast voorwaarden die een juiste toepassing en handhaving van de vrijstelling verzekeren, zal de vrijstelling daarbij nader worden afgebakend. Zo zal de vrijstelling beperkt kunnen worden tot asbest en asbesthoudende producten die met inachtneming van de daarvoor geldende regels van een asbesthoudend dak zijn verwijderd door daartoe gecertificeerde bedrijven, met een melding in het Landelijk Asbestvolgsysteem. Dit betekent dat de vrijstelling niet zal gelden voor asbest en asbesthoudende producten die door een ander dan een daartoe gecertificeerd bedrijf van een asbesthoudend dak zijn verwijderd. De vrijstelling zal mede van toepassing zijn op de overbrenging ter verwijdering buiten Nederland van afzonderlijk aangeboden asbest en asbesthoudende producten. Op dit moment is het weliswaar op grond van de Europese verordening voor de overbrenging van afvalstoffen (EVOA)3 niet toegestaan om te storten afvalstoffen zoals asbest en asbesthoudende producten en stoffen ter verwijdering over te brengen uit Nederland, maar mocht dit veranderen dan geldt de vrijstelling ook in die situatie.

De vrijstelling leidt met betrekking tot de in de jaren 2019 tot en met 2024 nog te saneren asbesthoudende daken tot een derving van in totaal zo’n € 38 miljoen. Dit betreft asbest en asbesthoudende producten die toegepast zijn geweest als dakbedekking en die naar verwachting in de jaren 2019 tot en met 2024 ter verwijdering zullen worden aangeboden bij stortplaatsen. De insteek is om de regeling eind 2024 te beëindigen. Ter dekking van deze maatregel wordt in artikel VII, onderdeel A, van het voorstel van wet het tarief van de afvalstoffenbelasting verhoogd met 73 cent tot € 32,12 per 1.000 kilogram afvalstoffen. Artikel IX van het voorstel van wet wordt overeenkomstig aangepast met betrekking tot de wijziging van het tarief bij overbrenging van afvalstoffen ter verwijdering buiten Nederland, opgenomen in artikel IX, onderdeel H, van het Belastingplan 2018.

Stoffer Omtzigt Ziengs


X Noot
1

Vervanging in verband met een wijziging in de ondertekening.

X Noot
2

Wijziging van de Wet milieubeheer (verwijdering asbest en asbesthoudende producten), Kamerstukken II 2016/17, 34 675, nr. 2.

X Noot
3

Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europese parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU 2006, L 190).

Naar boven