34 458 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 27 september 2016

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel B, subonderdeel 2, wordt «de artikelen 31a, en 38b tot en met 38u» vervangen door: de artikelen 31a, en 38b tot en met 38v.

B

In artikel I, onderdeel D, subonderdeel 2, wordt «vier weken» vervangen door: een maand.

C

Artikel I, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het voorgestelde artikel 38g wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van het eerste lid, onderdeel f, vervalt «en»;

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel g, door «; en», wordt aan het eerste lid een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. gegevens betreffende de herregistratie waaronder, indien van toepassing, de aantekening, bedoeld in artikel 38l, tweede lid.

c. In het tweede lid wordt «het eerste lid, onderdelen c tot en met g» vervangen door: het eerste lid, onderdelen c tot en met h.

2. Het voorgestelde artikel 38i wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt na «de basisregistratie personen» ingevoegd: indien de leraar als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen.

b. Het tweede lid komt te luiden:

2. Indien de leraar niet als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen, worden de desbetreffende gegevens verkregen uit de levering op grond van artikel 38h.

3. Het voorgestelde artikel 38n, vierde lid, komt te luiden:

4. Indien op grond van artikel 38h gegevens worden verstrekt voor heropname van een leraar in het lerarenregister, worden door Onze Minister van deze leraar de bewaarde gegevens als bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onderdelen e tot en met h, opgenomen in het lerarenregister.

4. Onder vervanging van de punt aan het slot van het voorgestelde artikel 38o, tweede lid, onderdeel d, door «; en», wordt aan dit lid een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. overige gegevens betreffende de herregistratie.

5. Het voorgestelde artikel 38q, eerste lid, komt te luiden:

1. Het registervoorportaal bevat voor elke daarin opgenomen leraar de basisgegevens, die op grond van artikel 38r worden geleverd, waaronder in ieder geval het gegeven betreffende het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming.

6. Het voorgestelde artikel 38r, eerste lid, komt te luiden:

1. Het bevoegd gezag verstrekt aan Onze Minister de basisgegevens van leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming of onderwijs verzorgen op grond van de artikelen 32 en 3, eerste lid, onderdeel b, onder 3, tweede lid, aanhef en onderdeel b, en vierde lid, en draagt zorg voor het correct bijhouden van die gegevens ten behoeve van het registervoorportaal.

7. Het voorgestelde artikel 38t wordt als volgt gewijzigd:

a. Het tweede lid, onder b, komt te luiden:

b. overige gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming; en

b. In het achtste lid wordt «het vierde en vijfde lid» vervangen door: het zesde en zevende lid.

D

Artikel II, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede subonderdeel komt te luiden:

2. In het achtste lid wordt «de artikelen 118j tot en met 118s, van de Wet op het voortgezet onderwijs» vervangen door: de artikelen 41a tot en met 41u en 118j tot en met 118s, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

2. In subonderdeel 3, wordt «artikelen 31a, 31b, en 38b tot en met 38u» vervangen door: artikelen 31a, en 38b tot en met 38v.

E

In artikel II, onderdeel D, subonderdeel 2, wordt «vier weken» vervangen door: een maand.

F

Artikel II, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het voorgestelde artikel 38b, eerste lid, vervalt: artikelen.

2. In het voorgestelde artikel 38b, eerste lid, en tweede lid, onder a, het voorgestelde artikel 38c, vijfde lid, en het voorgestelde artikel 38h, eerste en derde lid, wordt «32, vijfde lid, en die bevoegd zijn tot het geven van onderwijs op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onder a, derde, vierde, of achtste lid, aanhef en onderdeel a» telkens vervangen door: artikel 32 en die bevoegd zijn tot het geven van onderwijs op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onder a, lid 2a, derde lid of vierde lid.

3. Het voorgestelde artikel 38g wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van eerste lid, onderdeel f, vervalt «en»;

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van eerste lid, onderdeel g, door «; en», wordt aan het eerste lid een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. gegevens betreffende de herregistratie waaronder, indien van toepassing, de aantekening, bedoeld in artikel 38l, tweede lid.

c. In het tweede lid wordt «het eerste lid, onderdelen c tot en met g» vervangen door: het eerste lid, onderdelen c tot en met h.

4. Het voorgestelde artikel 38i wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt na «de basisregistratie personen» ingevoegd: indien de leraar als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen.

b. Het tweede lid komt te luiden:

2. Indien de leraar niet als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen, worden de desbetreffende gegevens verkregen uit de levering op grond van artikel 38h.

5. Het voorgestelde artikel 38n, vierde lid, komt te luiden:

4. Indien op grond van artikel 38h gegevens worden verstrekt voor heropname van een leraar in het lerarenregister, worden door Onze Minister van deze leraar de bewaarde gegevens als bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onderdelen e tot en met h, opgenomen in het lerarenregister.

6. Onder vervanging van de punt aan het slot van het voorgestelde artikel 38o, tweede lid, onderdeel d, door «; en», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. overige gegevens betreffende de herregistratie.

7. Het voorgestelde artikel 38q, eerste lid, komt te luiden:

1. Het registervoorportaal bevat voor elke daarin opgenomen leraar de basisgegevens die op grond van artikel 38r worden geleverd, waaronder in ieder geval het gegeven betreffende het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming.

8. Het voorgestelde artikel 38r, eerste lid, komt te luiden:

1. Het bevoegd gezag verstrekt aan Onze Minister de basisgegevens van leraren die zijn benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming of onderwijs verzorgen op grond van de artikelen 32 en 3, eerste lid, onderdeel b, onder 3, tweede lid, aanhef en onderdeel b, vijfde lid of zesde lid, en draagt zorg voor het correct bijhouden van die gegevens ten behoeve van het registervoorportaal.

9. In het voorgestelde artikel 38s, derde lid, wordt «verwijdert» vervangen door: verwijderd.

10. Het voorgestelde artikel 38t, tweede lid, onder b, komt te luiden:

b. overige gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming; en

G

In artikel III, onderdeel C, wordt «vier weken» vervangen door: een maand.

H

Artikel III, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het voorgestelde artikel 41f wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van het eerste lid, onderdeel f, vervalt «en»;

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel g, door «; en», wordt aan het eerste lid een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. gegevens betreffende de herregistratie waaronder, indien van toepassing, de aantekening, bedoeld in artikel 41k, tweede lid.

c. In het tweede lid wordt «het eerste lid, onderdelen c tot en met g» vervangen door: het eerste lid, onderdelen c tot en met h.

2. Het voorgestelde artikel 41h wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt na «de basisregistratie personen» ingevoegd: indien de leraar als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen.

b. Het tweede lid komt te luiden:

2. Indien de leraar niet als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen, worden de desbetreffende gegevens verkregen uit de levering op grond van artikel 41g.

3. Het voorgestelde artikel 41m, vierde lid, komt te luiden:

4. Indien op grond van artikel 41g gegevens worden verstrekt voor heropname van een leraar in het lerarenregister, worden door Onze Minister van deze leraar de bewaarde gegevens als bedoeld in artikel 41f, eerste lid, onderdelen e tot en met h, opgenomen in het lerarenregister.

4. Onder vervanging van de punt aan het slot van het voorgestelde artikel 41n, tweede lid, onderdeel d, door een puntkomma, wordt aan dat lid een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. overige gegevens betreffende de herregistratie.

5. Het voorgestelde artikel 41p, eerste lid, komt te luiden:

1. Het registervoorportaal bevat voor elke daarin opgenomen leraar de basisgegevens die op grond van artikel 41q worden geleverd, waaronder in ieder geval het gegeven betreffende het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming.

6. In het voorgestelde artikel 41r, derde lid, wordt «verwijdert» vervangen door: verwijderd.

7. Het voorgestelde artikel 41s, tweede lid, onder b, komt te luiden:

b. overige gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming; en

I

Onder verlettering van artikel III, onderdeel G, tot artikel III, onderdeel F, wordt in artikel III, onderdeel F (nieuw) «41a tot en met 41t» vervangen door: 41a tot en met 41u.

J

In artikel IV, onderdeel C, wordt «vier weken» vervangen door: een maand.

K

Artikel IV, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het voorgestelde artikel 4.4.6 wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van het eerste lid, onderdeel f, vervalt «en»;

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel g, door «; en», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. gegevens betreffende de herregistratie waaronder, indien van toepassing, de aantekening, bedoeld in artikel 4.4.11, tweede lid.

c. In het tweede lid wordt «het eerste lid, onderdelen c tot en met g» vervangen door: het eerste lid, onderdelen c tot en met h.

2. Het voorgestelde artikel 4.4.8 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt na «de basisregistratie personen» ingevoegd: indien de docent als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen.

b. Het tweede lid komt te luiden:

2. Indien de docent niet als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen, worden de desbetreffende gegevens verkregen uit de levering op grond van artikel 4.4.7.

3. Het voorgestelde artikel 4.4.13, vierde lid, komt te luiden:

4. Indien op grond van artikel 4.4.7 gegevens worden verstrekt voor heropname van een docent in het lerarenregister, worden door Onze Minister van deze docent de bewaarde gegevens als bedoeld in artikel 4.4.7, eerste lid, onderdelen e tot en met h, opgenomen in het lerarenregister.

4. Het voorgestelde artikel 4.4.14 wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder vervanging van de punt aan het slot van het tweede lid, onderdeel d, door een puntkomma, wordt aan het tweede lid een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. overige gegevens betreffende de herregistratie.

b. In het achtste lid wordt «het vierde lid, onder b, en vijfde lid,» vervangen door: het zesde lid, onder b, en zevende lid,.

5. Het voorgestelde artikel 4.4.16, eerste lid, komt te luiden:

1. Het registervoorportaal bevat voor elke daarin opgenomen docent de basisgegevens die op grond van artikel 4.4.17 worden geleverd, waaronder in ieder geval het gegeven betreffende het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming.

6. In het voorgestelde artikel 4.4.18, derde lid, wordt «verwijdert» vervangen door: verwijderd.

7. Het voorgestelde artikel 4.4.19 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het tweede lid, onder b, komt te luiden:

b. overige gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming; en

b. In het achtste lid wordt «het vierde en vijfde lid» vervangen door: het zesde en zevende lid.

L

Onder vernummering van artikel VI tot artikel VII, wordt na artikel V een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VI. Samenloop met het wetvoorstel van het lid Van Nispen tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES ter invoering van regels over de kwalificatie van docenten en het vaststellen van een minimum aantal uren voor wat betreft het bewegingsonderwijs (Kamerstukken II, 2015/16, 34 420, nr. 2)

1. Indien het bij geleidende brief van 25 februari 2016 ingediende voorstel van wet van het lid Van Nispen tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES ter invoering van regels over de kwalificatie van docenten en het vaststellen van een minimum aantal uren voor wat betreft het bewegingsonderwijs (Kamerstukken II, 2015/16, 34 420, nr. 2) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel A, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel B, van deze wet, komt artikel I, onderdeel B als volgt te luiden:

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Het onderwijs in de onderwijsactiviteit zintuiglijke en lichamelijke oefening wordt uitsluitend gegeven door degene die voldoet aan de in het eerste lid bedoelde eisen en,

a. in het bezit is van een bij ministeriële regeling aangewezen getuigschrift dat specifiek is gericht op de bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs, of

b. onderwijs volgt ter verkrijging van een dergelijk getuigschrift, in welk laatste geval betrokkene het onderwijs in deze onderwijsactiviteit mag geven gedurende ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren, gerekend vanaf het moment waarop betrokkene het onderwijs ter verkrijging van dit getuigschrift voor de eerste maal volgt.

2. Er wordt een lid toegevoegd:

5. Op de inzet van een leraar voor schoolonderwijs zijn de artikelen 31a, en 38b tot en met 38v van toepassing.

2. Indien het bij geleidende brief van 25 februari 2016 ingediende voorstel van wet van het lid Van Nispen tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES ter invoering van regels over de kwalificatie van docenten en het vaststellen van een minimum aantal uren voor wat betreft het bewegingsonderwijs (Kamerstukken II, 2015/16, 34 420, nr. 2) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel A, van die wet later in werking treedt dan artikel I, onderdeel B, van deze wet, komt artikel I, onderdeel A, van die wet als volgt te luiden:

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

2. Het onderwijs in de onderwijsactiviteit zintuiglijke en lichamelijke oefening wordt uitsluitend gegeven door degene die voldoet aan de in het eerste lid bedoelde eisen en,

a. in het bezit is van een bij ministeriële regeling aangewezen getuigschrift dat specifiek is gericht op de bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs, of

b. onderwijs volgt ter verkrijging van een dergelijk getuigschrift, in welk laatste geval betrokkene het onderwijs in deze onderwijsactiviteit mag geven gedurende ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren, gerekend vanaf het moment waarop betrokkene het onderwijs ter verkrijging van dit getuigschrift voor de eerste maal volgt.

Toelichting

Deze nota van wijziging bevat een aantal technische wijzigingen voor het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal (Kamerstukken II 2015/16, 34 458, nr. 2). Deze nota van wijziging regelt de volgende (technische) punten:

Onderdelen A, D, I: Op het geven van onderwijs aan een entreeopleiding in het voortgezet speciaal onderwijs zijn de benoemingsbepalingen uit de Wet op het voortgezet onderwijs van toepassing. De voorgestelde wijziging van artikel 3, achtste lid, van de Wet op de expertisecentra expliciteerd dat het lerarenregister en het registervoorportaal op dat uitgangspunt aansluiten. Met de opsomming van artikelen is aangegeven dat het lerarenregister en het registervoorportaal ook voor het onbekostigd onderwijs van toepassing zijn. Per abuis is hier de schakelbepaling niet aan toegevoegd. Deze wijziging herstelt dat.

Onderdelen B, E, G en J: In verband met de uitvoerbaarheid van het lerarenregister en het registervoorportaal is de vier weken termijn voor het aanleveren van de gegevens vervangen door een maand.

Onderdelen C, F, H en K: Aan de opsomming van gegevens wordt een onderdeel toegevoegd, namelijk de gegevens betreffende de herregistratie. Dit is niet een nieuw gegeven dat wordt toegevoegd, maar hiermee wordt expliciet gemaakt dat naast de gegevens over activiteiten voor herregistratie er gegevens in het lerarenregister zijn opgenomen over de herregistratie van de leraar, zoals de aantekening die als gevolg van het besluit van de Minister bij de vermelding van de leraar in het lerarenregister wordt geplaatst. Omdat de gegevens betreffende de herregistratie, net als de andere gegevens ook in een algemene maatregel van bestuur nader gespecificeerd moeten kunnen worden, wordt in het tweede lid van dat artikel de grondslag uitgebreid. Omdat dit gegeven wel wordt bewaard, maar niet door de leraar wordt aangeleverd, is een aanpassing nodig in de bepaling over het terugzetten van gegevens in het lerarenregister van de herintredende leraar.

Een ander gegeven dat wordt geëxpliciteerd in het registervoorportaal is het gegeven betreffende het onderwijs waarvoor de leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming. Het gaat om een specificatie van het basisgegeven «gegevens betreffende de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming». Dit gegeven wordt in het wetsvoorstel al genoemd voor de gegevensverstrekking uit het registervoorportaal, waaruit blijkt dat het ook een gegeven in het registervoorportaal moet zijn. Met deze technische wijziging wordt dat ook inzichtelijk.

Verder wordt een wijziging aangebracht vanwege het onderscheid in «ingezetenen» en «niet-ingezetenen» in de basisregistratie personen. Alleen de gegevens van ingezetenen uit de basisregistratie personen zijn voldoende actueel en betrouwbaar voor het gebruik in het lerarenregister en het registervoorportaal. Indien een leraar niet een ingezetene is in de zin van de Wet basisregistratie personen, bijvoorbeeld omdat hij zijn woonadres buiten Nederland heeft, dan worden de basisgegevens in het lerarenregister opgenomen zoals deze door het bevoegd gezag van de leraar zijn verstrekt. Indien een leraar in het buitenland verhuist, dan moeten de basisgegevens via het bevoegd gezag worden aangepast.

Tot slot zijn een aantal foutieve verwijzingen naar artikelleden gerepareerd en verschrijvingen hersteld. Het gaat hier bijvoorbeeld om een toegevoegde verwijzing in artikel 38b, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra naar artikel 3, lid 2a, van de Wet op de expertisecentra en een verwijzing in artikel 38r, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra naar artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet op de expertisecentra. Deze aanpassing is noodzakelijk om (conform de in de wet geregelde systematiek) aan te geven dat een leraar die aan de bekwaamheidseisen voldoet, in het lerarenregister komt (bijvoorbeeld een leraar die op grond van de artikelen 32 en 3, lid 2a, van de Wet op de expertisecentra benoemd wordt). Een leraar die daar nog niet aan voldoet, komt volgens de systematiek in het registervoorportaal (bijvoorbeeld een leraar die op grond van de artikelen 32 en 3, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet op de expertisecentra benoemd wordt).

Onderdeel F, eerste lid: Per 1 augustus 2015 is in artikel 33 van de Wet op de expertisecentra een lid 2a ingevoegd (zie Stb. 2015, 150). Deze wijziging zorgt ervoor dat de groep leraren die onder lid 2a vallen (leraren zintuiglijke oefening en lichamelijke oefening in groepen bestemd voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs) niet onbedoeld buiten het lerarenregister vallen.

Onderdeel L: In de Tweede Kamer is een initiatiefwetsvoorstel van het Kamerlid Van Nispen ingediend ter invoering van regels over de kwalificatie van docenten en het vaststellen van een minimum aantal uren voor wat betreft het bewegingsonderwijs (Kamerstukken II, 2015/16, 34 420, nr. 2). Ook dit initiatiefwetsvoorstel stelt voor om artikel 3 van de Wet op het primair onderwijs aan te passen. Om strijdigheid van wijzigingen bij inwerkingtreding te voorkomen wordt deze samenloopbepaling ingevoegd.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven