34 420 Voorstel van wet van het lid Van Nispen tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES ter invoering van regels over de kwalificatie van docenten en het vaststellen van een minimum aantal uren voor wat betreft het bewegingsonderwijs

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES een bepaling op te nemen waardoor door goed geschoolde docenten ten minste drie uur lichamelijke opvoeding per week wordt gegeven in het basisonderwijs;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het onderwijs in de onderwijsactiviteit zintuiglijke en lichamelijke oefening wordt uitsluitend gegeven door degene die voldoet aan de in het eerste lid bedoelde eisen en in het bezit is van een bij ministeriële regeling aangewezen getuigschrift dat specifiek is gericht op de bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs, of onderwijs volgt ter verkrijging van een dergelijk getuigschrift, in welk laatste geval betrokkene het onderwijs in deze onderwijsactiviteit mag geven gedurende ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren, gerekend vanaf het moment waarop betrokkene het onderwijs ter verkrijging van dit getuigschrift voor de eerste maal volgt.

B

In artikel 9 wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2a. Onderwijs in zintuiglijke en lichamelijke oefening als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt gespreid verzorgd over alle schooljaren. Dit onderwijs beslaat in een schooljaar gemiddeld ten minste drie klokuren per schoolweek. Onder onderwijs in de lichamelijke oefening kan ook zwemles worden begrepen. Artikel 3, tweede lid, is op zwemles niet van toepassing.

ARTIKEL II

De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het onderwijs in de onderwijsactiviteit zintuiglijke en lichamelijke oefening in het speciaal onderwijs wordt uitsluitend gegeven door degene die voldoet aan de in het eerste lid bedoelde eisen en in het bezit is van een bij ministeriële regeling aangewezen getuigschrift dat specifiek is gericht op de bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs, of onderwijs volgt ter verkrijging van een dergelijk getuigschrift, in welk laatste geval betrokkene het onderwijs in deze onderwijsactiviteit mag geven gedurende ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren, gerekend vanaf het moment waarop betrokkene het onderwijs ter verkrijging van dit getuigschrift voor de eerste maal volgt.

B

In artikel 13 wordt na het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 5a. Onderwijs in zintuiglijke en lichamelijke oefening als bedoeld in het eerste en vijfde lid, onderdelen a en b, wordt gespreid verzorgd over alle schooljaren. Dit onderwijs beslaat in een schooljaar gemiddeld ten minste drie klokuren per schoolweek. Onder onderwijs in de lichamelijke oefening kan ook zwemles worden begrepen. Artikel 3, tweede lid, is op zwemles niet van toepassing.

ARTIKEL III

De Wet primair onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het onderwijs in de onderwijsactiviteit zintuiglijke en lichamelijke oefening wordt uitsluitend gegeven door degene die voldoet aan de in het eerste lid bedoelde eisen en in het bezit is van een bij ministeriële regeling aangewezen getuigschrift dat specifiek is gericht op de bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs, of onderwijs volgt ter verkrijging van een dergelijk getuigschrift, in welk laatste geval betrokkene het onderwijs in deze onderwijsactiviteit mag geven gedurende ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren, gerekend vanaf het moment waarop betrokkene het onderwijs ter verkrijging van dit getuigschrift voor de eerste maal volgt.

B

In artikel 11 wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2a. Onderwijs in zintuiglijke en lichamelijke oefening als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt gespreid verzorgd over alle schooljaren. Dit onderwijs beslaat in een schooljaar gemiddeld ten minste drie klokuren per schoolweek. Onder onderwijs in de lichamelijke oefening kan ook zwemles worden begrepen. Artikel 3, tweede lid, is op zwemles niet van toepassing.

ARTIKEL IV

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Naar boven