34 361 EU-voorstel: Wijziging van de Akte betreffende de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2018

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, over de voortgang van de besprekingen in de Raad over het voorstel tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement (hierna: Kiesakte).

Uw Kamer is al enige keren geïnformeerd, laatstelijk bij brief van 21 augustus 20171 (Kamerstuk 34 361, nr. 11), over de voortgang van de besprekingen in raadsverband inzake het voorstel tot wijziging van de Kiesakte. In de laatste brief heeft de regering erop gewezen dat het Maltees voorzitterschap heeft getracht overeenstemming te bereiken tussen de lidstaten door een aantal aanpassingen van de artikelen voor te stellen. Het betroffen zuiver redactionele aanpassingen dan wel aanpassingen waarvan de inhoud volledig aansluit bij de Nederlandse situatie of daaraan in ieder geval niet in de weg staan. Die overeenstemming is vooralsnog niet bereikt, ook niet onder het Ests voorzitterschap. Met het oog op de aanstaande verkiezingen van het Europees Parlement in 2019, heeft het Estse voorzitterschap de lidstaten eind oktober 2017 om een overzicht verzocht met de nationale termijnen voor de implementatie van een hervormde Kiesakte (mocht hierover in de Raad overeenstemming worden bereikt). Voor Nederland is kenbaar gemaakt dat de implementatie van de wijzigingen in de Kiesakte voor de komende Europese verkiezingen alleen mogelijk wordt geacht indien het wijzigingen betreffen die geen aanpassing van de nationale Kieswet vereisen2. Pas na overeenstemming over de wijziging van de Kiesakte is vast te stellen of de implementatie ervan wijziging van de Nederlandse wet- en regelgeving vergt en zo ja, hoe ingrijpend de wijzigingen zullen zijn. Hoewel Nederland niet de enige lidstaat is die bedenkingen heeft of tijdige implementatie mogelijk is, heeft dit (nog) niet tot de conclusie geleid dat een (eventuele) wijziging van de Kiesakte geen betrekking kan hebben op de Europese verkiezingen van 2019.

Begin december is in Coreper3 de voortgang van de wijziging van de Kiesakte besproken. Daarnaast heeft Frankrijk toen een voorstel voor de introductie van transnationale lijsten bij Europese parlementsverkiezingen in het vooruitzicht gesteld. Deze voorstellen, welke weliswaar zijn voorgesteld, zijn echter nog niet in detail besproken in de Raad en maken op dit moment geen deel uit van de voorgestelde wijzigingen van de Kiesakte. Transnationale lijsten, en het daaraan gekoppelde vraagstuk over herverdeling van de zetels in het Europees Parlement na de Brexit, zullen onderwerp van discussie zijn tijdens de informele Europese Raad op 23 februari aanstaande. Het kabinet zal in de geannoteerde agenda voor de informele Europese Raad de Kamer nader informeren over de kabinetsinzet dienaangaande.

Wijziging Kiesakte

In Coreper is er gesproken over een achttal voorstellen. Over zeven van de voorstellen is binnen de Raad overeenstemming bereikt.4 Het betreffen voorstellen met redactionele aanpassingen van artikelen dan wel om aanpassingen waarvan de inhoud volledig binnen de reikwijdte van het BNC-fiche vallen:

  • Artikel 1 (1) – toevoeging dat leden van het Europees Parlement als vertegenwoordigers van burgers van de Unie worden gekozen.

    Dit voorstel betreft geen wijziging in materiële zin. In artikel 14, tweede lid, van het EU-verdrag is immers reeds bepaald dat het Europees Parlement bestaat uit vertegenwoordigers van de burgers van de Unie. De Kieswet hoeft er niet voor te worden aangepast. Het kabinet onderschrijft het uitgangspunt van dit voorstel.

  • Artikel 3a – een termijn van ten minste drie weken voor het indienen van kandidaturen.

    Het kabinet steunt het doel van deze bepaling, namelijk het gelijktrekken van de campagneperiode. Op grond van de Kieswet vindt de kandidaatstelling in Nederland plaats op de 44e dag (iets meer dan 6 weken) voor de stemming. Kieswet hoeft derhalve niet te worden aangepast.

  • Artikel 3e (1) – verwijzing naar de mogelijkheid voor lidstaten om een vermelding van de naam of het logo van Europese politieke partijen op stembiljetten toe te staan; en

  • Artikel 3e (2) – een nieuwe bepaling die regelt dat de regels betreffende het verzenden van kiezersmateriaal, door overheidsinstanties, naar kiezers bij verkiezingen voor het Europees Parlement gelijkwaardig zijn aan die welke gelden voor nationale verkiezingen, onverminderd de middelen waarmee deze materialen worden verzonden en alle mededelingen betreffende de organisatie van de verkiezingen.

    Het kabinet kan deze bepalingen steunen. Op dit moment hebben politieke partijen de keuze of zij op het stembiljet vermeld willen hebben aan welke Europese familie in het Europees Parlement zij verbonden zijn. Dit blijft ongewijzigd. Het kabinet vindt dit passend in het kader van de autonomie van politieke partijen. In Nederland heeft de overheid geen bemoeienis bij campagnes van politieke partijen. In de kiezersmaterialen (stempassen) die worden verzonden maakt Nederland al geen onderscheid naar het soort verkiezing.

  • Artikel 4a – verwijzing naar de mogelijkheid voor lidstaten om onder bepaalde voorwaarden kiezers vooraf, per post, elektronisch of via internet te laten stemmen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.

    Het voorstel betreft een kan-bepaling en heeft daarmee geen verbindend karakter. Het kabinet acht het van belang dat elke lidstaat eigen afwegingen kan maken in de wijze waarop de stemmen kunnen worden uitgebracht, mede in het licht van de regelingen bij andere verkiezingen.

  • Artikel 9, nieuwe tweede alinea – verplichting voor de lidstaten om te zorgen voor doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties in geval van dubbele stemming; en

  • Artikel 9b – verplichting voor de lidstaten om een contactautoriteit aan te wijzen voor de uitwisseling van gegevens over kiezers en kandidaten en een termijn voor de start van een dergelijke uitwisseling van gegevens.

    Het kabinet hecht eraan dat dubbelstemmen wordt voorkomen en dat lidstaten zelf invulling kunnen geven aan desbetreffende sancties. Nederland heeft dubbelstemmen bij de Europese verkiezingen al strafbaar gesteld. Bij het uitwisselen van gegevens werkt Nederland in de praktijk al met een vast aanspreekpunt.

Het achtste voorstel betreft de invoering van een verplichte kiesdrempel. Het Bulgaars voorzitterschap heeft aangegeven dat het een formule betreft die materieel gezien alleen Spanje en Duitsland zal treffen. Het gaat om de invoering van een kiesdrempel vanaf een nationaal zetelaantal van meer dan 32 zetels. Dat aantal is thans niet op Nederland van toepassing. Het aantal zetels voor invoering van een kiesdrempel, moet Nederland echter ook in de toekomst vrijwaren van een verplichte kiesdrempel. Voor het kabinet is dit een essentieel gegeven. Binnen de Raad is er zeer beperkte steun voor een algehele afwijzing van een kiesdrempel, aangezien de meeste andere lidstaten niet geraakt worden, reeds een kiesdrempel kennen, of deze in de toekomst zijn in te voeren. Voor andere grote lidstaten is de invoering van de kiesdrempel een belangrijk gegeven, teneinde de verdragsrechtelijke bepaling in de kiesakte in lijn te kunnen brengen met nationale bepalingen ten aanzien van de invoering van een kiesdrempel.

Conform afspraken met uw Kamer, o.a. in de motie Taverne c.s. (Kamerstuk 34 361, nr. 3), zal het kabinet de Kamer steeds informeren over belangrijke ontwikkelingen rond de Kiesakte.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Eerder is de Tweede Kamer over de voortgang geïnformeerd met brieven d.d. 28 april 2016 (Kamerstuk 34 361, nr. 9) en d.d. 6 oktober 2016 (Kamerstuk 34 361, nr. 10).

X Noot
2

Opgemerkt wordt dat de (eventuele) wijziging van de Kiesakte wel tijdig door alle lidstaten moet zijn geratificeerd.

X Noot
3

Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) Hoog ambtelijke commissie, bereidt de vergaderingen van de Raad van Ministers voor.

X Noot
4

Zie voor een overzicht van de raadsbesprekingen: DP 15241/17.

Naar boven