34 361 EU-voorstel: Wijziging van de Akte betreffende de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen

Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2016

Tijdens het Algemeen Overleg over het kabinetsstandpunt inzake het voorstel tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezingen van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen (verder de Kiesakte) op 28 januari 2016, heb ik u toegezegd om u tussentijds te informeren over de voortgang van de besprekingen over de Kiesakte1. Bij brief van 28 april 2016 heb ik u voor het eerst geïnformeerd2. Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, wederom over de voortgang.

In mijn brief van 28 april jl. heb ik u geïnformeerd over het feit dat gedurende de eerste fase van de besprekingen in Raadsverband naar voren is gekomen dat de appreciatie van het voorstel en de verschillende onderdelen daarvan sterk uiteenloopt. Nadien is de Kiesakte in de maanden mei en juni onder Nederlands voorzitterschap verder behandeld in Raadsverband. Hiermee is in grote lijnen in kaart gebracht waar breed gedeelde bezwaren van de lidstaten liggen. De besprekingen hebben niet tot een voltooiing van het onderhandelingsproces geleid. Op dit moment is er nog geen formeel standpunt van de Raad.

Onder Slowaaks voorzitterschap zijn de besprekingen volgens een artikelsgewijze benadering voortgezet en zijn inmiddels alle artikelen van het voorstel de revue gepasseerd. De nadruk in de besprekingen is gelegd op de artikelen waar breed gedeelde bezwaren tegen bestaan, zoals regels over het vaststellen van kandidaatlijsten, de verplichte zichtbaarheid van Europese politieke partijen op stembiljetten of de openbaarmaking van de verkiezingsresultaten. Hieronder vallen artikelen van het voorstel waar het kabinet en uw Kamer bezwaren tegen hebben. Tijdens deze artikelsgewijze behandeling is tot nu toe gebleken dat nagenoeg alle artikelen verschillend worden gewogen door de lidstaten. De bezwaren en kanttekeningen die tijdens de besprekingen naar voren worden gebracht zijn ten dele van principiële aard, bijvoorbeeld de invoering van een kiesdrempel in relatie tot de politieke cultuur. Voor een ander deel gaat het om meer praktische bezwaren en kanttekeningen, bijvoorbeeld over het huidige (ineffectieve) systeem ter voorkoming van dubbelstemmen. Het Slowaakse voorzitterschap poogt met concrete tekstvoorstellen waar mogelijk tegemoet te komen aan de bezwaren en kanttekeningen. Hier lijkt men op onderdelen in te slagen. Het kabinet beoordeelt deze tekstvoorstellen aan de hand van het kabinetsstandpunt van 3 december 2015 (Kamerstuk 34 166, nr. 23) en legt hierbij in het bijzonder de nadruk op het belang van het waarborgen van de vrijheid van vereniging door politieke partijen en de vrijheid van nieuwsgaring. Voorstellen die hier niet mee in overeenstemming zijn worden niet gesteund.

Op basis van het verloop van de besprekingen tot nu toe concludeer ik dat het niet in de lijn der verwachting ligt dat er in Raadsverband op korte termijn een akkoord over het gehele voorstel zal worden bereikt. Desalniettemin sluit ik niet uit dat er vanuit lidstaten die belang hechten aan een spoedig akkoord over (onderdelen van) het voorstel, zoals de kiesdrempel, politieke druk zal gaan worden uitgeoefend, onder andere op het huidige voorzitterschap, met het doel om alsnog op korte termijn tot een onderhandelingsresultaat te komen. In het geval dat dit tot een significante wijziging van het krachtenveld in raadsverband en/of het bereiken van een volgende fase in de besprekingen leidt, zal ik u hier zo spoedig mogelijk over informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstuk 34 361, nr. 7

X Noot
2

Kamerstuk 34 361, nr. 9

Naar boven