Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2015
Hierbij zend ik u de antwoorden op vragen, gesteld tijdens de eerste termijn van de
begrotingsbehandeling Defensie op 11 november jongstleden (Handelingen II 2015/16,
nr. 23, begroting Defensie), alsmede de reactie op twee ingediende amendementen.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
Amendement van de leden Knops en Dijksgraaf over een verhoging van artikel 12 Nominaal
en onvoorzien met € 200 miljoen (Kamerstuk 34 300 X, nr. 8)
Dit amendement beoogt om in het kader van de trendbreuk ten aanzien van het defensiebudget
€ 200 miljoen extra toe te voegen aan het defensiebudget voor 2016. Deze extra middelen
moeten worden benut voor verbetering van de inzetbaarheid, de versterking van de basisgereedheid,
het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht, maar ook voor noodzakelijke investeringen
en inlichtingencapaciteit. Dekking wordt gevonden door een verhoging van de kansspelbelasting
(€ 100 miljoen), het afschaffen van het rentevoordeel voor bankmedewerkers (€ 50 miljoen)
en de prijsbijstelling voor het jaar 2016 (€ 50 miljoen).
De Minister van Financiën heeft tijdens de algemene financiële beschouwingen van 1 oktober
jl. al gereageerd op dit amendement. Hij heeft toen gezegd dat dit op zichzelf in
lijn is met het beleid van het kabinet. Wanneer de internationale ontwikkelingen dit
noodzakelijk maken en er financiële mogelijkheden zijn, zal het kabinet vervolgstappen
zetten in het verhogen van het defensiebudget. Hij heeft echter ook kanttekening geplaatst
bij de dekking van het amendement. Een verhoging van de belasting is in strijd met
de begrotingsregels. Voor het afschaffen van het rentevoordeel voor bankmedewerkers
verwees hij naar het debat over de wijziging van enkele belastingwetten met de Staatssecretaris
van Financiën op 8 september jl. Een korting van de prijsbijstelling voor andere departementen
is onwenselijk. Hij heeft het amendement om die redenen ontraden.
De Staatssecretaris van Financiën heeft verder in zijn brief van 6 november jl. (Kamerstuk
34 302, nr. 25) een reactie gegeven op de motie-Omtzigt/Dijkgraaf ter verhoging van kansspelbelasting
(Kamerstuk 34 302, nr. 10). Het is in strijd met de begrotingsregels over de scheiding tussen inkomsten en
uitgaven, is een forse lastenverzwaring voor kansspelen, leidt tot een aanzienlijke
toename van uitvoeringskosten voor de Belastingdienst en tot substantiële negatieve
effecten voor de staatsdeelnemingen.
Amendement van de leden Segers en Schouten over een verhoging van artikel 12 Nominaal
en onvoorzien met € 100 miljoen (Kamerstuk 34 300 X, nr. 9)
Dit amendement beoogt het defensiebudget met € 100 miljoen te verhogen. Deze extra
middelen moeten worden aangewend voor de verbetering van de inzetbaarheid van de krijgsmacht,
aanvulling van het tekort aan munitie en versterking van de inlichtingencapaciteit.
Dekking wordt gevonden in het gedeeltelijk terugdraaien van de intensivering voor
de nieuwe geïntegreerde regeling voor aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk.
Ook op dit amendement heeft de Minister van Financiën tijdens de algemene financiële
beschouwingen van 1 oktober jl. al gereageerd. Inhoudelijk heeft hij daarbij verwezen
naar zijn reactie op het vorige amendement. Ook hier is de dekking een fiscale regeling,
dus dit is eveneens in strijd met de begrotingsregels en bovendien niet gewenst. Hij
heeft dit amendement om deze redenen eveneens ontraden.