34 252 Evaluatie Aanbestedingswet 2012

Nr. 20 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2020

Met deze brief informeer ik u over de voortgang van enkele onderling samenhangende onderwerpen op het terrein van aanbesteden: de stand van zaken van de uitwerking van maatregelen ter versterking van de rechtsbescherming bij aanbesteden, waarbij ik ook in ga op de observaties uit de zevende periodieke rapportage van de Commissie van Aanbestedingsexperts en de stand van zaken van het vervolgprogramma Beter Aanbesteden1.

Tussenstand rechtsbescherming bij aanbesteden

In het algemeen overleg Aanbesteden2 van 31 oktober 2019 heb ik met uw Kamer van gedachten gewisseld over mijn beleidsreactie op het onderzoek van KWINK groep naar rechtsbescherming bij aanbesteden3 en over extra maatregelen die ik in antwoord op vragen van het lid Palland4 heb aangekondigd om zorgen van ondernemers weg te nemen. Zoals ik in dat overleg heb aangegeven, moet de balans tussen de belangen van ondernemers en overheid centraal staan in de uitwerking van die maatregelen. Ondernemers hebben belang bij transparantie en gelijke kansen en de overheid moet overheidsgeld ook doelmatig en doeltreffend kunnen besteden. Ik schets hieronder welke stappen de afgelopen maanden zijn gezet in de uitwerking van de plannen en hoe ik hiermee verder ga.

Klankbordgroep

Bij de uitwerking van de maatregelen heb ik de hulp van een klankbordgroep ingeroepen. Dit traject is eind vorig jaar gestart en in oktober afgerond. De klankbordgroep bestond uit zowel vertegenwoordigers van ondernemers, aanbestedende diensten als leden vanuit de wetenschap en advocatuur. In een serie bijeenkomsten, die werden voorbereid door werkgroepen bestaand uit deelnemende partijen, is de klankbordgroep op constructieve wijze gekomen tot concrete uitwerking van maatregelen op deelgebieden, zoals klachtafhandeling vóór het moment van inschrijving. Hier gaat het om klachten die gaan over het ontwerp van de opdracht, zoals de eisen die gesteld worden aan de opdrachtnemer, en om de rol van klachtenloketten en de Commissie van Aanbestedingsexperts (hierna: de Commissie) daarin. Hoewel er wat vertraging is opgetreden als gevolg van de coronacrisis, heeft de klankbordgroep daarmee een belangrijke bijdrage geleverd aan het uitwerken van de vraagstukken die op tafel lagen. Door deze werkwijze hoop ik te zorgen voor uitwerkingen van de maatregelen die uitvoerbaar zijn, zowel voor ondernemers als aanbestedende diensten. Het proces met de klankbordgroep heeft daarnaast geleid tot meer wederzijds begrip tussen partijen.

De klankbordgroep heeft niet voor alle onderwerpen een oplossing gevonden.

Dit geldt met name voor de wens van ondernemers voor laagdrempelige geschilbeslechting bij gunnings- en selectiebeslissingen. Dit is geschilbeslechting op het moment dat er een voorlopig gunningsbesluit ligt, en er dus al een winnaar is aangewezen. In deze gevallen is er sprake van een meerpartijenverhouding: naast de klagende partij is ook de winnaar direct belanghebbende. Dit is complexe materie die nog nader verkend moest worden. Momenteel worden de afrondende gesprekken gevoerd met stakeholders.

Ik verwerk alle uitkomsten in een integraal plan om rechtsbescherming bij aanbesteden te verbeteren dat ik in het eerste kwartaal van 2021 aan de Kamer verwacht aan te bieden. In deze uitwerking houd ik tevens rekening met de observaties uit de zevende periodieke rapportage van de Commissie.

Zevende periodieke rapportage van de Commissie van Aanbestedingsexperts

De Commissie vervult een belangrijke rol in de aanbestedingspraktijk door gezaghebbende adviezen uit te brengen en door ondernemers een laagdrempelige mogelijkheid te bieden om klachten aanhangig te maken. In de bijlage van deze brief bied ik u de zevende periodieke rapportage van de Commissie aan over de periode 1 maart 2019 tot 1 maart 2020. De Commissie publiceert deze rapportage ook op haar website. Met de toezending van deze rapportage aan uw Kamer geef ik invulling aan de toezegging hierover in het verslag van het Schriftelijk Overleg over de Commissie van 8 april 20135 en geef ik uitvoering aan de motie van het lid Bruins6.

De jaarrapportage laat zien dat het aantal klachten dat bij de Commissie is ingediend in het afgelopen jaar (57) nagenoeg gelijk was aan het jaarlijks aantal klachten in de voorafgaande drie jaren. De Commissie heeft het voorliggende rapportagejaar echter ongeveer de helft minder adviezen uitgebracht. De Commissie geeft aan dat dat komt door onderbezetting op haar secretariaat, waardoor zij noodgedwongen heeft moeten besluiten om zaken met een kritieke termijn te prioriteren. Op die manier is de Commissie erin geslaagd die zaken te behandelen waarin haar advies nog verschil kon maken. Klachten zonder kritieke termijnen zijn langer blijven liggen, met een stijging in doorlooptijden als gevolg. De gemiddelde doorlooptijd van een advies over klachten met een kritieke termijn is in het rapportagejaar licht gedaald naar 33 dagen, ten opzichte van 40 dagen vorig jaar. De gemiddelde doorlooptijd van klachten zonder een kritieke termijn is in dit rapportagejaar daarentegen gestegen naar 176 dagen. De Commissie heeft na afsluiting van dit rapportagejaar met tijdelijke ondersteuning en extra inspanningen de opgelopen achterstanden grotendeels weggewerkt.

De voorzitter van de Commissie, de heer prof. mr. C.E.C. Jansen, heeft mij daarnaast per brief d.d. 19 november 2020 medegedeeld per 1 januari 2021 te zullen stoppen als voorzitter van de Commissie. Hij heeft mij aangegeven dat hij de ambities die hij vanaf de start bij de Commissie voor ogen had, heeft kunnen waarmaken en dat hij graag tijd wil vrijmaken om nieuwe wegen in te kunnen slaan. Ik ben hem zeer erkentelijk voor zijn grote inzet bij de opbouw van de Commissie en zijn grote bijdrage en getoonde betrokkenheid door de jaren heen.

Ik neem de observaties uit de jaarrapportage van de Commissie mee in de uitwerking van de maatregelen rechtsbescherming en in het bijzonder bij mijn uitwerking van de motie van de leden Palland en Aartsen.7 In dat kader zal ik ook kijken naar de capaciteit bij de Commissie en naar de opvolging van prof. mr. C.E.C. Jansen. Ik ben voornemens zijn opvolging op korte termijn voor een interim-periode vorm te geven tot de aangepaste rol van de Commissie vorm gekregen heeft.

Vervolgprogramma Beter Aanbesteden

Hoe belangrijk geschilbeslechting bij aanbestedingen ook is, liever voorkom ik geschillen door de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven te verbeteren. Meer en beter contact kan leiden tot begrip. Een goed inkoopproces op basis van dialoog tussen overheden en bedrijfsleven kan helpen bij verschillende knelpunten. Denk aan hoge tenderkosten, inschrijvingen die niet aansluiten bij de vraag en gebrek aan kennis van wat de markt te bieden heeft bijvoorbeeld op het gebied van innovatie.

De afgelopen periode heb ik daarom samen met VNO-NCW/MKB-Nederland en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) gewerkt aan het vervolgprogramma Beter Aanbesteden. Tot de zomer van 2019 liep het traject Beter Aanbesteden. Dit traject was gericht op het verbeteren van de aanbestedingspraktijk door dialoog tussen overheden en ondernemers. Bij vertegenwoordigers van overheden en ondernemers bestond de behoefte hier een structureel vervolg aan te geven. Dit vervolg heb ik in september 2019 bij uw Kamer aangekondigd8.

Begin dit jaar hebben VNO-NCW/MKB-Nederland en de VNG aangegeven het opstellen van het vervolgprogramma te willen trekken. Ik vind het positief dat beide partijen samen de handschoen hebben opgepakt en aan de slag zijn gegaan met het vervolgprogramma, samen met mijn ministerie. Het is geen vanzelfsprekendheid dat overheden en ondernemers op het onderwerp aanbesteden samen optrekken. Daarom heb ik hun initiatief ondersteund en ligt er een vervolgprogramma dat een samenwerking vormt tussen VNO-NCW/MKB-Nederland, de VNG en mijn ministerie.

Doelen programma

Het programma zal zich onder andere richten op dialoog en samenwerking tussen overheden en ondernemers en het creëren van bewustwording over hoe aanbesteden kan bijdragen aan het ondersteunen van het MKB en aan maatschappelijke doelen. Dit alles is extra relevant in het licht van de coronacrisis. Overheidsopdrachten die aansluiten op de behoefte en capaciteiten van het MKB kunnen het MKB immers aan de slag houden en zo een bijdrage leveren aan de herstelagenda van Nederland.

Budget en uitvoering door PIANOo

Tijdens de begrotingsbehandeling (Handelingen II 2020/21, nrs. 20 en 21, Debat over de begroting Economische Zaken en Klimaat 2021) hebben de leden Palland en Amhaouch (beiden CDA) een amendement9 ingediend. Met dit amendement wordt voor 2021

1,5 miljoen euro vrijgemaakt, met de intentie om ook voor de periode 2022–2024 1,5 miljoen euro per jaar beschikbaar te stellen. Met dit budget kan het vervolgprogramma worden opgestart. Ik heb het amendement tijdens de begrotingsbehandeling dan ook «oordeel Kamer» gegeven.

Ik spreek op dit moment met de VNG en VNO-NCW/MKB-Nederland over de precieze besteding van het budget. PIANOo, het expertisecentrum aanbesteden, zal landelijke ondersteuning gaan bieden aan initiatieven uit (vooral) de regio. PIANOo gaat bijvoorbeeld ondersteunen bij het opzetten van marktdagen, het delen van goede voorbeelden, informatievoorziening voor overheden en bedrijven en het uitvoeren van pilots.

De uitwerking van concrete activiteiten zal gebeuren in samenwerking met en op basis van de behoefte van de regio. De gemeentelijke inkooppraktijk staat daarbij centraal, maar deelname van andere overheden is ook welkom. Ik zal met het oog daarop contact houden met het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen. De verwachting is dat PIANOo in het eerste kwartaal van 2021 kan starten. Dan zal ik uw Kamer ook informeren over de definitieve inhoud en activiteiten van het programma.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 34 252, nr. 18.

X Noot
3

Kamerstuk 34 252, nr. 13.

X Noot
4

Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 582.

X Noot
5

Kamerstuk 32 440, nr. 84.

X Noot
6

Kamerstuk 34 329, nr. 18.

X Noot
7

Kamerstuk 34 252, nr. 15.

X Noot
8

Kamerstuk 34 252, nr. 14.

X Noot
9

Kamerstuk 35 570 XIII, nr. 11.

Naar boven