Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 april 2016
Hierbij stuur ik u mijn waardering van drie gewijzigde amendementen die na het plenaire
debat op 7 april 2016 (Handelingen II 2015/16, nr. 74, autoriteit Nucleaire Veiligheid
en Stralingsbescherming) over het wetsvoorstel tot wijziging van de Kernenergiewet in verband met de instelling van de Autoriteit
Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming zijn ingediend.
AMENDEMENT met Kamerstuk 34 219, nr. 17
Indieners: Dik-Faber/Remco Dijkstra
Dit amendement is een wijziging van amendement met Kamerstuk 34 219, nr. 11 in verband met de ondertekening. De waardering van dit amendement, ondersteuning van beleid, geldt ook voor dit amendement.
AMENDEMENT met Kamerstuk 34 219, nr. 18
Indieners: Dik-Faber/Van Veldhoven
Het amendement geeft de ANVS de taak om als waarnemer op te treden bij gezamenlijke
inspecties van in het buitenland gelegen inrichtingen in de nabijheid van Nederland
als dit met de vergelijkbare buitenlandse autoriteiten is overeengekomen. De ANVS
heeft voor nucleaire inrichtingen echter al tot taak het samenwerken met vergelijkbare
buitenlandse autoriteiten zoals het FANC in België. Deze taak volgt ook uit de Euratom-richtlijn
nucleaire veiligheid. Met België, Duitsland en in Benelux-verband zijn sinds lange
tijd afspraken vastgelegd in zogenoemde MOU’s (Memoranda of Understanding). De specifieke taak waar het amendement op ziet is daarmee
overbodig. Daarom ontraad ik het amendement.
AMENDEMENT met Kamerstuk 34 219, nr. 19
Indieners: Van Veldhoven
Dit amendement beoogt voor het functioneren van de ANVS de tweede evaluatie twee jaar
na de eerste te laten plaatsvinden en vervolgens elke 5 jaar overeenkomstig artikel
39, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (Kaderwet zbo’s). De
eerste evaluatie moet volgens het amendement plaatsvinden een half jaar nadat de ANVS
een zbo is geworden (vermoedelijk in 2017) in plaats van in 2018 zoals in de nota
naar aanleiding van het verslag is toegezegd (Kamerstuk 34 219, nr. 7).
Op grond van de Kaderwet zbo’s zou de eerste evaluatie pas in 2022 plaatsvinden. Ik
heb besloten om al in 2018 te evalueren, dan heeft de ANVS een volledig jaar als zbo
gewerkt. Daarnaast komt in 2018 de IAEA weer met een missie naar Nederland. De uitkomsten
van die missie kunnen dan worden meegenomen in de eerste evaluatie. Als de ANVS een
half jaar nadat het een zbo is geworden, de eerste evaluatie gereed moet hebben, begint
de evaluatie al direct na de oprichting van de ANVS als zbo.
De Tweede Kamer kan vervolgens altijd verzoeken om een volgende evaluatie na twee
jaar, maar dat kan ook worden bekeken na de eerste evaluatie. In de praktijk neemt
een goede evaluatie ruim een half jaar in beslag. Daarna moeten de uitkomsten worden
geïmplementeerd. Een tweede evaluatie twee jaar na de eerste evaluatie betekent een
grote belasting voor de organisatie. Die capaciteit is bestemd voor het toezicht op
de veiligheid. Daarom ontraad ik dit amendement.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus