Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 september 2015
Tijdens het wetgevingsoverleg van 7 september jl. is een amendement op de Wijzigingswet
financiële markten 2016 ingediend. Ook is een aantal moties ingediend. Ik ga hierna
kort in op deze moties en het amendement.1
Amendement De Vries (Kamerstuk 34 198, nr. 11)
Onderhavig amendement van het Kamerlid Aukje De Vries strekt ertoe een uitzondering
in de Wet financieel toezicht (Wft) op te nemen voor kredieten zonder rente en kosten
van ten hoogste € 750,–.
Zoals ik de Kamer in mijn brief van 1 juli jl.2 meldde, zal het voor commerciële partijen – economisch gezien – niet goed mogelijk
zijn om kredieten zonder rente en kosten aan te bieden. Er zijn risico’s en kosten
verbonden aan de verstrekking van krediet die niet volledig kunnen worden uitgesloten.
Hierbij kan worden gedacht aan het kredietrisico. Deze kosten zullen, direct of indirect,
via de maandelijkse betaling van abonnementsgelden, op (alle) klanten verhaald worden.
Zelfs wanneer de kredieten geen rente en kosten kennen, dragen deze toch bij aan stapeling
van kredieten en daarmee aan (mogelijke) overkreditering. Bovendien kan een uitzondering
zoals hier voorgesteld zorgen voor precedentwerking voor andere aanbieders van consumptief
(goederen)krediet.
Afsluitend ben ik, zoals hiervoor reeds is toegelicht, van oordeel dat de eisen die
de Wft stelt aan kredietverschaffing proportioneel zijn en ruimte bieden voor een
pragmatische invulling. Gelet hierop ontraad ik dit amendement.
Motie Omtzigt/Nijboer (Kamerstuk 32 545, nr. 36)
Ik heb kennisgenomen van het gewijzigde dictum van de motie Omtzigt/Nijboer over standaardisatie
van derivatentransacties. Ik beschouw dit dictum als ondersteuning van het huidige
beleid en derhalve laat ik het oordeel over deze motie aan de Kamer. Hierbij plaats
ik de expliciete kanttekening dat er ook voldoende ruimte moet zijn voor maatwerk,
zodat ook partijen die derivaten willen kopen waar weinig markt voor is en die derhalve
niet gestandaardiseerd kunnen worden, hun risico’s precies kunnen afdekken. Tevens
maak ik u erop attent dat het aan de European Securities and Markets Authority (ESMA)
is om vast te stellen welke derivatentransacties in aanmerking komen voor centrale
clearing en beursverhandeling. Hierbij houdt ESMA o.a. rekening met de liquiditeit
van het type derivaat.
Motie Omtzigt (Kamerstuk 32 545, nr. 37)
Ik heb kennis genomen van het gewijzigd dictum van de motie Omtzigt. Ik ben bereid
in overleg met de telecomsector de mogelijkheden te onderzoeken om tot een convenant
in de vorm van een gedragscode te komen dat zich primair richt op het voorkomen van
overkreditering. Eveneens ben ik bereid om een vrijstellingsregeling op grond van
de Wft vast te stellen indien een dergelijk convenant voldoende waarborgen biedt voor
de belangen die de Wft beoogt te beschermen. De Wft hoeft daarvoor niet te worden
aangepast. Graag laat ik het oordeel over de motie aan uw Kamer.
De Minister van Financiën,
J.R.V.A. Dijsselbloem