Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2015
In het ordedebat van 16 december 2014 (Handelingen II 2014/15, nr. 37, item 13) heeft uw Kamer mij verzocht om aan te geven hoe ik uitvoering ga geven aan de motie
Smaling, die de regering verzoekt in de huidige kabinetsperiode geen proefboringen
naar schaliegas te laten plaatsvinden (Kamerstuk 33 952, nr. 28). Via deze brief geef ik invulling aan dit verzoek geven. Tevens geef ik invulling
aan het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken om aan te geven hoe
ik het Compendium van de Concerned Health Professionals of New York zal betrekken
bij de verdere onderzoeken naar en besluiten over onconventionele fossiele winningen
in Nederland (ingezonden op 17 december 2014).
Het kabinet staat neutraal tegenover schaliegaswinning in Nederland. Voor het kabinet
een besluit neemt over het al dan niet toestaan van schaliegaswinning in Nederland,
wordt eerst nader onderzoek gedaan. Op dit moment doe ik onderzoek naar innovatieve
technieken en ontwikkelingen voor het verminderen van (rest)risico’s bij schaliegaswinning.
Dat onderzoek is bijna gereed. Daarnaast laat ik een planMER opstellen dat erop gericht
is duidelijkheid te verschaffen over de milieueffecten van schaliegas- en oliewinning
in Nederland. Tevens doe ik een verkenning naar de maatschappelijke effecten van schaliegaswinning
(ook wel «nut en noodzaak» genoemd). De planMER en de verkenning van de maatschappelijke
effecten zullen in het tweede kwartaal van 2015 gereed zijn.
Zoals ik tijdens het VSO schaliegas van 11 december jl. heb aangegeven (Handelingen
II 2014/15, nr. 36, item 6), ga ik niet direct een structuurvisie opstellen zodra de rapporten gereed zijn,
maar wil ik eerst op zorgvuldige wijze conclusies trekken en een standpunt bepalen
over schaliegas. Op basis daarvan zal ik bezien of ik een structuurvisie ga opstellen.
Uiteraard zal ik uw Kamer hierover informeren.
Voor de planning betekent deze aanpak dat ik de drie genoemde onderzoeken samen met
het kabinetsstandpunt over schaliegas in de zomer van 2015 naar uw Kamer zal sturen.
Indien het kabinet besluit tot het opstellen van een structuurvisie, verwacht ik in
het najaar een ontwerpstructuurvisie aan uw Kamer te kunnen voorleggen.
Pas op dat moment is onder meer een besluit over het al dan niet toestaan van proefboringen
naar en winning van schaliegas aan de orde. Vaststelling van de structuurvisie zal
op zijn vroegst eind 2015 aan de orde zijn, in lijn met de eerder aangegeven planning.
Verder heeft de vaste commissie voor Economische Zaken mij verzocht het Compendium of scientific, medical and media findings demonstrating risks and harms
of fracking1 van de Concerned Health Professionals of New York te betrekken bij de verdere onderzoeken
naar en besluiten over onconventionele fossiele winningen in Nederland. Een groot
deel van de thema’s uit het Compendium sluit goed aan op het lopende planMER-onderzoek
en de verkenning naar de maatschappelijke effecten van schaliegaswinning in Nederland.
Daarom heb ik de bureaus die deze onderzoeken uitvoeren, respectievelijk Arcadis en
CE Delft, gevraagd kennis te nemen van het Compendium en relevante onderdelen te betrekken
in hun analyses.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp