33 763 Toekomst van de krijgsmacht

Nr. 41 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 mei 2014

Tijdens het algemeen overleg personeel van 23 januari jl. (Kamerstuk 33 763, nr. 38) heb ik toegezegd u nader te informeren over wat mijn ambtsvoorganger heeft geschreven over Halt-afdoeningen in relatie tot de verklaring van geen bezwaar (VGB). Daarnaast heb ik u een reactie toegezegd op de publicatie «Nog altijd onvoldoende waarborg consultatierecht militair op missie...» van de Algemeen Christelijke Organisatie van Militairen (ACOM). Hierbij voldoe ik aan beide toezeggingen.

Halt-afdoening in relatie tot de VGB

In zijn brief van 18 juni 2012 (Kamerstuk 29 924, nr. 88) heeft mijn ambtsvoorganger u laten weten dat een VGB niet wordt geweigerd uitsluitend vanwege het feit dat iemand in het verleden een Halt-afdoening heeft aanvaard. Ik houd onverkort vast aan dit uitgangspunt. Een Halt-afdoening is in geen enkel geval doorslaggevend voor het weigeren of intrekken van een VGB.

Consultatierecht van een militair op missie

Voor mijn reactie op de publicatie van de ACOM over het consultatierecht van een militair op missie verwijs ik kortheidshalve naar de beantwoording van de feitelijke vragen van 9 april jl. over de status van militairen in Mali en de tenuitvoerlegging van het Salduz-arrest door de Minister van Veiligheid en Justitie en ondergetekende (Kamerstuk 29 521, nr. 239).

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven