33 576 Natuurbeleid

30 825 Ecologische hoofdstructuur

Nr. 60 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 februari 2016

Hierbij meld ik u dat de Europese Commissie op 12 januari 2016 haar besluit heeft gepubliceerd over de subsidies die Rijk en provincies in de periode van 1993 tot 2012 hebben verleend aan de terreinbeherende natuurorganisaties voor het verwerven van natuurgrond (C(2015) 5929, PbEU 2016/C 009/2).

De Europese Commissie oordeelt in het besluit dat natuurbeheer een exclusief sociaal en niet-economisch karakter heeft. De natuurorganisaties voeren evenwel ook secundaire economische activiteiten uit zoals de verkoop van hout, waardoor zij aan te merken zijn als ondernemingen in de zin van het staatssteunrecht en de subsidies voor het verwerven van natuurgrond aan te merken zijn als staatssteun. De Europese Commissie toetst de subsidies vervolgens aan het geldende staatsteunkader voor diensten van algemeen economisch belang en komt op basis daarvan tot het oordeel dat de subsidies verenigbaar zijn met de interne markt. De Europese Commissie betreurt het dat Nederland de subsidieregeling niet bij haar gemeld heeft voordat de regeling ten uitvoer werd gelegd.

Het besluit van de Europese Commissie heeft enkel betrekking op tussen 1993 en 2012 verleende subsidies op grond van de Regeling subsidiëring particuliere terreinbeherende natuurorganisaties (hierna: de PNB-regeling) en op grond van provinciale PNB-verordeningen door provincies. Deze regeling en verordeningen zijn inmiddels ingetrokken. Nederland heeft in 2009 de Modelsubsidieregeling grondaankopen EHS (zie bijlage bij Kamerstuk 30 825, nr. 181), die open staat voor eenieder, gemeld bij de Europese Commissie, die deze regeling verenigbaar heeft verklaard met de interne markt. Dit is de regeling die provincies thans kunnen inzetten voor het subsidiëren van het verwerven van natuurgrond.

De op grond van de oude PNB-regeling en oude provinciale PNB-verordeningen verleende subsidies waren voorwerp van een klachtprocedure die de Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters sinds 2008 voerde bij de Europese Commissie. Deze klachtprocedure heeft verscheidene malen de aandacht van uw Kamer gehad (zie laatstelijk Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 38).

Ik hoop dat dit besluit van de Europese Commissie bijdraagt aan een natuurbeleid waarin overheden, terreinbeherende organisaties en particulieren gezamenlijk en voortvarend verder werken aan de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven