30 825 Ecologische hoofdstructuur

Nr. 181 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 20 september 2012

De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de brief van 20 juni 2012 inzake de verkoop van gronden van Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) en van gronden buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van Staatsbosbeheer (Kamerstuk 30 825, nr.179).

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 19 september 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, P. Jansen

Adjunct-griffier van de commissie, Peen

1.

Waarom bevat de nota minder informatie over de grondposities van Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) en Staatsbosbeheer dan eerder is toegezegd?

In verband met de demissionaire status van het kabinet heb ik besloten om de grondbrief beknopt te houden en niet in te gaan op toekomstige grondposities.

2, 76.

Hebben de Dienst Landelijk Gebied (DLG) (die de verkoop van BBL-gronden uitvoert) en Staatsbosbeheer een plan van aanpak gemaakt over hoe de financiële taakstelling wordt gerealiseerd? Bent u bereid om deze plannen tegelijkertijd met de begroting van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) naar de Kamer te sturen? (2)

Welke rol speelt DLG bij de verkoop van gronden van Staatsbosbeheer? Op welke termijn verwacht u dat er afspraken zijn gemaakt tussen DLG en Staatsbosbeheer? Kunt u deze afspraken tegelijkertijd met het plan van aanpak van Staatsbosbeheer naar de Kamer sturen en wanneer verwacht u dat de enkele regionale pilots van start kunnen gaan om de marktvraag van dit soort objecten te verkennen? Bent u bereid om de resultaten van deze pilots de Kamer te doen toekomen? (76)

Er wordt door Staatsbosbeheer (SBB) en DLG wordt momenteel gewerkt aan de voorbereiding van de verkoop van gronden. Na overleg met de provincies over de herijking van de EHS zal ik u informeren over de plannen van SBB en DLG.

3.

Welke gronden komen in Brabant in aanmerking voor verkoop die onder de oude Ecologische Hoofdstructuur (EHS) vallen?

Het is (nog) niet bekend welke van die gronden in Noord-Brabant voor verkoop in aanmerking komen.

4.

Is er een doorrekening van het gehele voorgestelde model dat gebaseerd wordt op marktwerking, dat aantoont dat dit beter en efficiënter zal functioneren? Zo nee, wat zijn de verwachten kosten van het marktwerkingmodel?

Een doorrekening is er nu niet. In de provincie Overijssel wordt met een pilot gestart om grote particuliere investeringen in de EHS te stimuleren en gelijktijdig grote oppervlakten EHS te realiseren. Ik zal deze pilot met belangstelling volgen. Provincies zullen al werkende weg ervaring moeten ontwikkelen over het functioneren van het marktwerkingmodel. Ik verwacht dat het model efficiënt en effectief zal zijn.

5, 10, 24, 39 en 91.

Het Rijk gaat bij de realisatie van het natuurbeleid uit van gelijkberechtiging van alle natuurbeheerders en van marktwerking. Welke organisatorische en financieringsconsequenties heeft dit voor Staatsbosbeheer? (5)

Welke financiële consequenties verbindt u eraan dat Staatsbosbeheer kan meebieden op aangeboden gronden ter afronding van natuurgebieden? (10, 91)

Hoe denkt u dat Staatsbosbeheer kan bieden op gronden die in de openbare verkoop komen? Welk budget kan daarvoor gebruikt worden? (24)

Het Rijk gaat bij de realisatie van het natuurbeleid uit van gelijkberechtiging van alle natuurbeheerders en van marktwerking, welke organisatorische en financieringsconsequenties heeft dit voor Staatsbosbeheer? (39)

Ook Staatsbosbeheer kan meebieden, op dezelfde manier waarop een ieder dat kan. Het is aan de provincies om wel of niet een subsidieverordening op te stellen voor grondaankopen. In geval een subsidieverordening is opgesteld is de prijs (die door marktwerking tot stand is gekomen en door Staatsbosbeheer wordt betaald) onder voorwaarden subsidiabel. Evenals andere natuurorganisaties bereidt ook Staatsbosbeheer zich voor op de nieuwe situatie

6, 87.

Hoe verhoudt zich de in de brief over financiering Staatsbosbeheer gekozen positie als beheerder van topgebieden van (inter)nationaal belang met de doorleveringfilosofie in de grondbrief? (6, 87)

Staatsbosbeheer beheert momenteel diverse topgebieden van (inter-)nationaal belang. Onder het model van marktwerking en gelijkberechtiging kan het de voor haar belangrijke gebieden verder ontwikkelen.

7, 8, 9, 88, 89 en 90.

In hoeverre kan er van een gelijk speelveld sprake zijn als de spelers respectievelijk overheidsorganisaties, verenigingen, stichtingen en particulieren betreft? (7, 88)

Wat zijn de financiële consequenties van het inrichten van een gelijk speelveld en kunt u daarbij ingaan op de vangnetfunctie, het beheer en dergelijke? (8, 89)

Leidt een gelijk speelveld ook tot gelijke spelregels voor alle spelers? Hoe gaat u dit bereiken? (9, 90)

Alle geïnteresseerde partijen kunnen bieden op de beschikbare grond, mits zij voldoen aan de vooraf vastgestelde voorwaarden voor duurzaam natuurbeheer. Het onderscheid in organisatievorm doet er niet toe. Hierdoor is een gelijk speelveld gecreëerd: dezelfde regels voor alle spelers. De financiering is in beginsel voor rekening van de koper. Subsidiëring kan als vangnet fungeren. De «markt» voor natuurgrond bepaalt de grondprijs.

11, 92.

Hebt u met de provincies overlegd over het juridisch kader voor de te introduceren nieuwe regeling? Zo ja, wat is dan het resultaat van deze afspraken? Zo nee, hoe ziet u dan deze nieuwe regeling succesvol tot stand komen? (11, 92)

De Modelsubsidieregeling grondaankopen EHS is mede in overleg met de provincies tot stand gekomen. In hoeverre de provincies de goedgekeurde Modelsubsidieregeling in gebruik zullen nemen, hangt mede af van de wijze waarop de provincies de resterende middelen voor de realisatie van de herijkte EHS willen inzetten.

12, 93.

Is in het kader van de deregulering wel gewenst om een nieuwe regeling te maken terwijl sommige zaken ook in de bestaande regeling hadden kunnen worden doorgevoerd? Wat zijn de argumenten om niet de bestaande regeling aan te passen? (12, 93)

In de Verklaring van Linschoten hebben alle betrokken partijen afspraken gemaakt over gelijkberechtiging in het natuurbeheer. Om de gelijkberechting te realiseren is – in overleg met de provincies – een Modelsubsidieregeling grondaankopen EHS opgesteld door EL&I ter vervanging van de PNB-regeling. Alle provincies hebben de oude PNB-regeling inmiddels ingetrokken of zullen dit op korte termijn doen. Per saldo is derhalve geen sprake van een verdere regulering.

13, 14, 21, 40, 94.

Wat betekent deze nieuwe doorleveringsregeling voor gebiedsontwikkeling in de provincies? (13, 40)

In hoeverre is er met de openbare aanbesteding ruimte voor regionaal maatwerk? Worden gebieden die worden als ontbrekende schakels (bijvoorbeeld een landbouwenclave in een gebied van een terreinbeherende organisatie) ook via openbare inschrijving verkocht? Hoe wordt omgegaan met de hierdoor inefficiënte beheersomstandigheden? Kunt u aangeven of en tot welke meerkosten in het beheer dit gaat leiden? (21)

Wat betekent de nieuwe regeling voor de efficiency van het beheer van natuurgebieden? (14, 94)

Naar mijn mening betekent de nieuwe subsidieregeling een impuls voor gebiedsontwikkeling. De door te leveren grond kan door middel van openbare aanbesteding/inschrijving nu bij een ieder die aan de voorwaarden voldoet in eigendom komen. Daardoor komt er meer ruimte voor regionaal maatwerk, waardoor efficiency in de beheeromstandigheden kan worden geoptimaliseerd. Ook ontbrekende schakels, zoals bijvoorbeeld landbouwenclaves, zullen indien zij zijn verworven door BBL via openbare inschrijving worden verkocht.

Nu iedereen van de regeling gebruik kan maken, zullen er meer particuliere eigenaren natuurgebieden gaan beheren. Dat komt de efficiency van het beheer ten goede omdat deze eigenaren, waaronder landgoedeigenaren, als ondernemers hun kosteneffectiviteit goed in de gaten zullen houden. De kwaliteit van het beheer wordt gegarandeerd door de beheervoorwaarden van de SNL-subsidie en de kwalitatieve verplichting bij de doorlevering van de grond.

15, 57.

Waarom kiest u ervoor grond die nodig is voor wegen en waterveiligheid eerst ter verkoop aan te bieden aan de betreffende overheid? (15)

Gronden die op korte termijn nodig zijn de realisatie van overheidsprojecten worden eerst ter verkoop aangeboden aan de betreffende overheid. Kunt u een overzicht van deze projecten geven waarin is opgenomen over hoeveel gronden dit gaat en in welke provincies? (57)

BBL volgt hiermee de procedure uit de Regeling materieel beheer Rijksoverheid 2006. Deze regeling is in het leven geroepen om zogenaamd overtollig onroerend goed bij overheidsdiensten een optimale herbestemming te geven in de publieke sfeer. Het Rijk en decentrale overheden krijgen bij voorrang de gelegenheid het onroerend goed over te nemen. Welke gronden zullen worden verkocht is nog niet geografisch geduid. Het Rijk zal daarnaast ook – binnen het kader van de decentralisatieafspraken – aangeven welke gronden met het oog op de langere termijn beleidsdoelen bij voorkeur in rijkseigendom blijven.

16, 65, 72.

Waarom gaat u er vanuit dat de te verkopen grond een bestemming natuur houden als die bestemming een verantwoordelijkheid is van gemeenten en provincies? (16)

Is de bestemming van de gronden de verantwoordelijkheid van de provincies? (65)

U gaat er van uit dat de gronden in het algemeen natuur blijven. Wat wordt bedoeld met «in het algemeen?» Is het mogelijk dat deze gronden geen natuur meer blijven? In welke gevallen? Kan de Kamer een overzicht ontvangen welke grond gegarandeerd natuur blijft, en welke niet? (72)

Het uitgangspunt dat de gronden in het algemeen natuur blijven heb ik gehanteerd in de context van verkoop van gronden van Staatsbosbeheer die buiten de EHS zijn gelegen. Met de verkoop beoog ik meer particulieren te betrekken bij het natuurbeheer. Met de verkoop beoog ik geen bestemmingswijziging van de betreffende gronden. De bestemming is een zaak van gemeenten/provincies. Omdat de bestemming geen verantwoordelijkheid is van het Rijk kan ik geen garanties geven dat alle gronden natuur blijven. Vandaar dat ik de term «in het algemeen» heb gehanteerd.

17, 18, 19, 47.

Is het gezien het Lenteakkoord nog steeds nodig om Staatsbosbeheergronden te verkopen? (17)

Wat is het effect van het Lenteakkoord voor de verkooptaakstelling van de BBL-gronden? (18)

Waarom kiest u ervoor om een Grondnotabrief te versturen met beleidbeslissingen als de nadere uitwerking van het Lenteakkoord nog niet helemaal uitgewerkt zijn? (19)

Hebben de afspraken uit het natuurakkoord invloed op het behalen van de verkooptaakstelling gronden uit de BBL-voorraad? Zo ja, welke risico's zijn er en welke (aanvullende) maatregelen heeft u genomen zodat de geconstateerde risico's zoveel mogelijk zijn afgekaart? (47)

Ik heb u de afspraken met betrekking tot de intensivering natuur uit het begrotingsakkoord toegezonden op 4 juni 2012 (Tweede Kamer vergaderjaar 2011–2012, 33 280 XIII nr. 3). In het begrotingsakkoord zie ik geen aanwijzingen om de financiële taakstelling van 100 miljoen euro voor Staatsbosbeheer niet te handhaven. Dit geldt ook voor de verkooptaakstelling van de BBL-gronden. Om die reden heb ik gemeend de grondbrief reeds te kunnen versturen.

20.

Is het juridisch verplicht op basis van de regels van de Europese Commissie rond staatssteun om te verkopen via openbare inschrijving? Is het ook mogelijk om te kiezen voor onderhandse verkoop tegen marktconforme grondprijzen en kunt u aangeven in welke gevallen dit aantrekkelijker kan zijn?

De Europese Commissie heeft bepaald dat de door te leveren grond tegen marktconforme prijzen moet worden verkocht. Om hier aan te voldoen heeft, bij de realisatie van het natuurbeleid, het openbaar verkopen van Rijksgronden mijn voorkeur, waardoor alle geïnteresseerden kans krijgen de grond te kopen. Bovendien wordt met openbare verkoop in alle gevallen voorkomen dat ondernemingen een economisch voordeel verkrijgen dat ze onder normale marktomstandigheden niet zouden hebben verkregen. Dit is een van de voorwaarden op basis waarvan de Europese Commissie moet beoordelen of er is sprake is van geoorloofde staatssteun, zoals is neergelegd in artikel 107 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie.

22.

Kunt u onderbouwen hoe wordt voorkomen dat de verkoop van de BBL-gronden geen negatief effect heeft op de grondmarkt?

Een negatief effect op de grondmarkt, in casu een grondprijsdaling, zal worden voorkomen door de te verkopen gronden in tijd en ruimte gespreid op de markt aan te bieden.

23.

Hoe zorgt u ervoor dat de verkoop van Staatsbosbeheergronden aan particulieren niet ten koste gaat van de biodiversiteit? Is het effect op de biodiversiteit doorgerekend? Kunt u het behoud van de biodiversiteit garanderen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? Is dit in strijd met Europese afspraken?

De verkoop van gronden van Staatsbosbeheer betreft gronden die buiten de Ecologische Hoofdstructuur liggen. Ik verwacht dat particulieren zich melden om de gronden te verwerven en als natuur te beheren. Zo hoop ik meer particulieren te betrekken bij het natuurbeheer. In het bestuursakkoord natuur met de provincies is bepaald dat het behalen van internationale verplichtingen buiten de Ecologische Hoofdstructuur een verantwoordelijkheid van het Rijk is. Hiertoe bezie ik mede in het licht van de motie-Van Veldhoven (Tweede Kamer vergaderjaar 2011–2012, 33 000 XIII, nr. 151) met welk instrumentarium het Rijk dat het beste kan vormgeven.

25.

Ontvangen particulieren aankoopsubsidie (of een andere vergoeding) voor het verwerven van gronden van Staatsbosbeheer? Zo ja, is dit geen rondpompen van overheidsgeld?

Hier beslissen de provincies over.

26.

Ontvangen particulieren in de toekomst een beheervergoeding voor de vervreemde Staatsbosbeheergronden? Kunt u inzichtelijk maken wat het beheer van Staatsbosbeheer nu kost, en door particulieren in de toekomst?

In 2013 verandert er niets wat betreft het beheer buiten de EHS ten opzichte van de huidige situatie. Vanaf 2014 zijn de provincies geheel verantwoordelijk voor het beheer binnen de EHS. Of particulieren vanaf 2014 een beheervergoeding kunnen krijgen voor gronden buiten de EHS is op dit moment onderwerp van nadere verkenning binnen mijn departement. In het kader van het begrotingsakkoord zal nadere invulling worden gegeven aan «natuur buiten EHS», waaronder ook agrarisch natuurbeheer. Staatsbosbeheer ontvangt voor het jaar 2012 en 2013 nog een bijdrage van 11,5 miljoen euro per jaar voor de activiteiten buiten de EHS, waaronder het beheer.

27.

Kunt u een overzicht geven van de verdeling van de 3 000 à 3 500 hectare BBL-gronden over de verschillende provincies?

Een verdeling van de verkooptaakstelling BBL over de provincies kan nog niet worden gemaakt omdat nog niet duidelijk is welke gronden uit de grondvoorraad van BBL nodig zijn voor de realisatie van de herijkte EHS. De ontwikkelopgave herijkte EHS wordt thans door de provincies nader uitgewerkt.

28, 64, 71.

In hoeverre is het in crisistijd kansrijk om een constructie met particuliere investeerders via het Groenfonds op te zetten? (28)

Welke rol speelt het groenfonds exact bij de verkoop van BBL-gronden? (64)

Wanneer is meer bekend over het voorfinancieringsconstructiemodel? (71)

Zoals ik in mijn brief heb aangekondigd, wordt de kansrijkheid van zo’n constructie door het Groenfonds verkend. Of het Groenfonds, en zo ja, op welke manier het Groenfonds een rol zal spelen bij de verkoop van de BBL-gronden, is onderdeel van de verkenning. Naar verwachting zal nog dit najaar de verkenning zijn afgerond.

29.

In uw brief wordt verwezen naar de verklaring van Linschoten, is er over de interpretatie van deze verklaring in de brief overleg geweest met de ondertekenaars van de verklaring?

Nee, omdat de gelijkberechtiging een uitwerking is van een belangrijk onderdeel van de Verklaring van Linschoten.

30.

In uw brief staat dat het Rijk bij de realisatie van het natuurbeleid uitgaat van gelijkberechtiging van alle natuurbeheerders en van marktwerking. Sinds wanneer gaat het Rijk uit van marktwerking in natuurbeheer en hoe wordt dit vormgegeven? Is dit nieuw beleid? Leidt dit tot perverse prikkels? Zo ja, tot welke? Zo nee, waarom niet?

Gelijkberechting bij de realisatie van het natuurbeleid is ingezet met de Verklaring van Linschoten die door de voormalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is ondersteund. De in de grondnota uitgezette strategie geeft uitwerking aan gelijkberechtiging. Dit leidt niet tot perverse prikkels, maar eerder verwacht ik een impuls om de grondmarkt voor natuurrealisatie te stimuleren.

31.

Kunt u een overzicht verschaffen van welke gronden sinds 2005 per provincie zijn doorgeleverd, hoeveel er hiervan naar terreinbeherende organisaties en hoeveel naar particulieren gingen? Wat is uw inschatting hoe dit in de toekomst zal zijn, wanneer de nieuwe Modelsubsidieregeling in werking is getreden?

In de periode 2007 t/m 2010 is aan Staatsbosbeheer 3 055 ha overgedragen en aan private terreinbeherende organisaties is in die jaren vanuit ILG-nieuw 1 765 ha. overgedragen. Daarnaast hebben overdrachten vanuit het Project Ontwikkeling Militaire Terreinen aan zowel Staatsbosbeheer als private terreinbeherende organisaties (en particulieren) plaatsgevonden en hebben terreinbeheerders ook zelf verwervingen gerealiseerd. Een inschatting van de door te leveren gronden in de toekomst is niet te doen, omdat niet bekend is wie het meest biedt en de herbegrenzing van de EHS nog niet is afgerond.

32, 53.

Hoe groot is de grondportefeuille in BBL bezit? (32)

Nu ten behoeve van de verkooptaakstelling gronden uit BBL-voorraad worden geen gronden uit de 6 000ha BBL-oud gronden (input decentralisatieakkoord) en geen van de resterende 8 000ha BBL oud gronden ingezet: Wie weet waar welke gronden en met welke titel liggen, wie is verantwoordelijk voor de resterende gronden welke niet onder het decentralisatieakkoord vallen en waarvoor worden deze gronden dan ingezet? (53)

De inzet van de 20 000 ha BBL-oud gronden is niet op perceelsniveau bepaald. Ik stem met provincies nader af over de realisatie van de verkooptaakstelling in verband met het provinciale gebiedsproces en een zorgvuldig verkoopbeleid zonder markverstorende effecten.

Over de inzet van het BBL bezit (ca 38 000 ha op 1 jan 2011) zijn afspraken gemaakt. Grofweg zijn 11 000 hectare gefinancierd door provincies. Provincies kunnen deze gronden inzetten voor de herijkte EHS. Er is 7 000 hectare gefinancierd met opdrachten van derden.

De inzet van deze gronden is beperkt beïnvloedbaar; de overige ca 20 000 hectare BBL bezit is gefinancierd door het Rijk (pre ILG). Het Rijk zet hiervan 6 000 hectare in voor harde rijksopgaven (verkooptaakstelling, Westerschelde en convenantsverplichtingen). Provincies zetten tot en met 2016 ter grootte 6 000 hectare in voor de ontwikkelopgave herijkte EHS. Over de inzet van de resterende ca 8 000 hectare ten behoeve van de herijkte EHS wordt na de evaluatie in 2016 een besluit genomen.

33.

Hoeveel ha Staatsbosbeheergronden is er buiten de EHS?

Staatsbosbeheer bezit buiten de EHS ruim 17 000 hectare.

34.

Waar komen de 17 000 ha. en de 40 000 ha uit voort? Staan deze vast of kan het minder of meer worden?

De ontwikkelopgave van 17 000 ha grondverwerving en 40 000 ha inrichting is afgesproken in het bestuursakkoord natuur en zal zijn afgerond in 2021 met de internationale doelen als uitgangspunt en een goede balans tussen de ambities en de beschikbare middelen. Bij de evaluatie in 2016 zal bepaald worden of deze opgaven bijstelling behoeven.

35.

Wat zijn de succes- en of faalfactoren met betrekking tot grond-voor-grond-principe, en houden provincies daar alleen toezicht op of heeft het Rijk de hand aan de kraan?

De provincies zijn verantwoordelijk voor de uitwerking van het afgesproken grond-voor-grond-principe. In de evaluatie in 2016, die door het Rijk en de provincies gezamenlijk wordt uitgevoerd, wordt getoetst of de financiële dekking door inzet van de beschikbare categorieën van het grond-voor-grond-principe toereikend is voor het realiseren van de ontwikkelopgave. Hiermee houdt het Rijk de hand aan de kraan.

36, 37, 38.

Op welke manier wordt uitvoering gegeven aan de motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 24)? Is er een inventarisatie gemaakt van gebieden die hiervoor in aanmerking komen? (36)

Wat is de ontwikkeling geweest in huizenprijzen voor woonhuizen rond Recreatie om de Stad (RodS)-gebieden, graag een specificatie per RodS-gebied en een vergelijking met vergelijkbare huizenprijzenontwikkeling en hoe is onderzocht of de betreffende huizenprijsdaling verband houdt met het niet doorgaan van RodS? (37)

Op welke manier is geïnventariseerd welke afspraken en beloften er reeds gemaakt zijn betreffende het realiseren van recreatienatuur (motie van het lid Van Gerven, Kamerstuk 32 500-XIII, nr. 24)? Graag een lijst per RodS. (38)

Ik heb de Kamer eerder per brief (Tweede Kamer vergaderjaar 2010–2011, 32 500 XIII, nr. 66) aangegeven dat er geen Rijksmiddelen meer voor RodS beschikbaar zijn.

Met het bestuursakkoord natuur is het aan de provincies of zij de zorg voor deze recreatiegebieden tot hun verantwoordelijkheid rekenen. Aanvullend is in de uitvoeringsafspraken bij het bestuursakkoord natuur van 8 februari 2012 afgesproken dat maximaal 1 200 ha aan BBL-bezit zonder provinciale bijdrage beschikbaar is voor het nakomen van juridisch harde verplichtingen, die zijn aangegaan voor verwerving of inrichting vóór 20 oktober 2010.

41.

Indien de herijking van de EHS door provincies leidt tot een minder groot areaal natuur buiten de EHS, heeft dat dan gevolgen voor de financiële taakstelling van Staatsbosbeheer?

Nee.

42.

Is het reëel dat het Rijk verlies leidt op de grondverkoop? Kan de Kamer hierover een overzicht per provincie ontvangen? Hoe gaat het Rijk om met dit verlies?

Voor de verkooptaakstelling BBL worden gronden aangewend die vóór het ILG (1/1/2007) zijn verworven. Sinds 1 januari 2007 is sprake geweest van een substantiële grondprijsstijging. Een verlies op de te verkopen gronden wordt daarom niet verwacht.

43, 85.

Kan de Kamer een overzicht ontvangen van de overhead kosten die de verkoop van de BBL- en Staatsbosbeheergronden met zich meebrengt? (43)

Welke overhead brengt de openbare inschrijving met zich mee? Wat zijn de geschatte kosten hiervan (zowel juridisch, ambtelijk als voor de partijen die inschrijven)? (85)

Op basis van ervaringscijfers uit het verleden zijn de overheadkosten voor de verkooptaakstelling BBL geschat op ca. 5% van de verkoopopbrengst.

Ten aanzien van de verkoop van SBB-objecten (landschapselementen en natuurterreinen) is geen sprake van een bestaande markt. De overheadkosten per hectare zijn ongeveer hetzelfde als bij de verkoop van de BBL-gronden.

44, 50.

Waarom wordt het besluit over verkoop van grond van Staatsbosbeheer binnen de EHS waaronder de waterwingebieden doorgeschoven naar een volgend kabinet? (44)

Wat is de huidige lijn met betrekking tot de Staatsbosbeheergronden binnen de EHS, waaronder de waterwingebieden? (50)

Staatsbosbeheer heeft momenteel diverse gebieden in eigendom die in beheer zijn bij waterwinbedrijven ten behoeve van drinkwaterwinning. Deze gebieden zijn in het algemeen gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur. De huidige lijn ten aanzien van de gebieden van Staatsbosbeheer binnen de Ecologische Hoofdstructuur, inclusief de waterwingebieden is dat ze geen onderdeel uitmaken van de financiële taakstelling van 100 miljoen. Deze is immers gekoppeld aan de gronden van Staatsbosbeheer buiten de Ecologische Hoofdstructuur. Eventuele standpuntvorming over de waterwingebieden laat ik verder over aan het nieuwe kabinet.

45.

De grond-voor-grond-afspraken worden komende tijd samen met de provincies uitgewerkt, welke afspraken heeft u hierover al gemaakt met de provincies?

De door u bedoelde afspraken zijn vastgelegd in de Uitvoeringsafspraken bij het bestuursakkoord natuur.

46.

Waarom wordt er geen grond verkocht uit de resterende 8 000 hectare BBL oud-gronden?

Het is op dit moment nog niet duidelijk of de resterende 8 000 ha ook daadwerkelijk nodig zijn om de herijkte EHS door middel van het grond-voor-grond-principe te realiseren. Naar aanleiding van de door het Rijk en de provincies uit te voeren evaluatie in 2016 zal worden besloten of de inzet van deze voorraad noodzakelijk is.

48.

Waarom vindt de verkoop van gronden voor de jaren 2012 – 2015 pas plaats na overleg met de provincies terwijl voor de provincies al duidelijk is welke BBL-gronden beschikbaar zijn ten behoeve van de herijking van de EHS?

Over de inzet van BBL ruilgronden voor enerzijds de herijkte EHS en anderzijds de verkooptaakstelling zijn afspraken gemaakt met provincies. Nadere afstemming met provincies over de verkooptaakstelling is noodzakelijk in verband met het provinciale gebiedsproces en een zorgvuldig verkoopbeleid.

49.

Hoeveel grond van Staatsbosbeheer moet er in totaal worden verkocht om de afgesproken financiële taakstelling van € 100 miljoen (2013–2017) te halen?

Omdat er ten aanzien van natuurterreinen en landschapselementen geen feitelijke markt bestaat (zie ook vraag 43) is het niet mogelijk om op basis van ervaringscijfers (gemiddelde verkoopprijzen per ha.) een inschatting te maken hoeveel hectares nodig zijn voor de taakstelling van € 100 mln.

51.

Wat is het verschil en/of overeenkomst tussen de Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG)-oud gronden en de BBL-oud gronden, en waar zijn deze zichtbaar?

Er is bij het grond voor grond principe onderscheid gemaakt tussen enerzijds de BBL gronden die door provincies zijn gefinancierd met ILG middelen en anderzijds de BBL gronden die door het Rijk zijn gefinancierd voor de start van het ILG. De financiering van het BBL bezit is zichtbaar in de Rekening & Verantwoording BBL, die jaarlijks is toegevoegd aan de begrotingsstukken van EL&I.

52.

In 2011 zijn 15 miljoen aan inkomsten gegenereerd door verkoop van 385 ha gemiddeld dus bijna 39 000 euro/ha, dat is fors lager dan de gemiddelde grondprijs uit de grondprijsmonitor 2010 te weten ruim 48 000 euro/ha: wat is het effect op de taakstelling?

De 15 miljoen euro van 2011 zijn opgebracht uit de opbrengst van doorleveringen aan natuurbeheerders. Die doorleveringen vonden plaats tegen de historische kostprijs. Bij openbare verkoop op de markt mag als opbrengst de actuele verkeerswaarde in het agrarisch verkeer worden verwacht. Natuurlijk zullen bij lagere grondprijzen meer hectares moeten worden verkocht.

54.

Op welke wijze en in overleg met welke partijen vindt de dosering plaats?

De te verkopen gronden zullen in de tijd en ruimte gespreid (gedoseerd) op de markt worden gebracht. Over die dosering vindt geen overleg met externe partijen plaats, dat zou averechtse effecten op de opbrengst kunnen hebben. Afhankelijk van verkooptaakstellingen van andere rijksvastgoeddiensten zal worden afgestemd.

55.

Hoe zorgt u ervoor dat de verkoop van de BBL-gronden niet de tussen het Rijk en provincies afgesproken ontwikkelopgave beïnvloedt? Is over de inzet van deze gronden overleg geweest met de provincies? Zo ja, met welk resultaat? Zo nee, waarom niet?

De afspraken over de inzet van BBL ruilgronden voor enerzijds de herijkte EHS en anderzijds de verkooptaakstelling zijn vastgelegd in de Uitvoeringsafspraken bij het bestuursakkoord natuur. Ik stem met provincies nader af over de realisatie van de verkooptaakstelling in verband met het provinciale gebiedsproces en een zorgvuldig verkoopbeleid zonder markverstorende effecten.

56, 59.

Het is momenteel niet duidelijk welke grond de provincies nodig hebben voor de realisatie van de herijkte EHS, is het dan al mogelijk om BBL of Staatsbosbeheergronden te verkopen? (56)

Kunt u een overzicht verschaffen van welke gronden die eigendom zijn van BBL bestuurlijke of gebiedsafspraken zijn gemaakt. In hoeverre wenst u van deze bestuurlijke afspraken eenzijdig af te wijken en waarom? (59)

Een dergelijk overzicht kan ik nu niet verschaffen. Met de provincies zullen afspraken worden gemaakt welke hectares voor de herijking en welke voor de verkooptaakstelling zullen worden ingezet.

58.

Bij DLG is sprake van een grootschalige reorganisatie en reductie van personeel. Is DLG voldoende toegerust op de verkoop van de BBL-gronden?

Ja, DLG is voldoende toegerust om de verkooptaakstelling van BBL-gronden te realiseren. Dit neemt niet weg dat de reorganisatie ingrijpende gevolgen zal hebben op de organisatie en het betrokken personeel.

60.

Waarom worden door DLG en Staatsbosbeheer bijna exact dezelfde criteria gebruikt bij de verkoop van gronden terwijl de BBL-gronden vaak een andere bestemming hebben dan de gronden van Staatsbosbeheer?

Criteria voor verkoop hebben betrekking op het voorkomen van ongewenste effecten van de verkoop, zoals grondprijsdaling en het doorkruisen van gemaakte afspraken (zie vraag 59) en op de zuiverheid van het proces (zoals openbare verkoop). Criteria voor de verkoop van gronden hebben als zodanig geen verband met de bestemming van de gronden.

61.

Er wordt geen voorkeur gehanteerd bij de verkoop ten aanzien van de kopers, maar worden de BBL- en/of Staatsbosbeheergronden wel met bepaalde voorwaarden verkocht?

Voor wat betreft de verkooptaakstellingen worden in zijn algemeenheid worden bij openbare verkoop van gronden geen voorwaarden geformuleerd. In voorkomende gevallen kan wel een meerwaardeclausule worden opgenomen.

Bij de verkoop van de SBB-gronden buiten de EHS ga ik er van uit dat de meeste gronden de bestemming natuur houden.

62, 66, 67, 74.

De minister van Financiën doet bij verkoop een prijstoets, wat houdt de prijstoets precies in? Hoe gaat u de procedure rond de prijstoets vereenvoudigen en binnen welke tijdstermijn? (62)

Waarom doet de minister van Financiën bij verkoop van Staatsbosbeheergronden wel een prijstoets en bij BBL niet? Wat houdt een prijstoets in? Aan welke vereenvoudiging wordt gedacht en wie geeft daarop advies? (66)

Zijn de eisen van Staatsbosbeheer onderdeel van de prijstoets? Op basis waarvan kan Staatsbosbeheer dergelijke eisen stellen en is het Rijk betrokken bij het samenstellen van de verkooppakketten? (67)

Hoe ziet de prijstoets van het ministerie van Financiën eruit? Hoeveel tijd neemt deze prijstoets in beslag en wat kost dit? (74)

De prijstoets bestaat eruit dat het Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB) de verkoopprijs toetst op marktconformiteit. Dat doet de RVOB op basis van de criteria, zoals die zijn vastgelegd in de Regeling Materieel Beheer Rijksoverheid. In de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer is opgenomen dat vervreemding van objecten en andere onroerende zaken de voorafgaande goedkeuring van de Minister van Financiën behoeft. De achtergrond van deze toets was dat de wetgever bij de verzelfstandiging van Staatsbosbeheer wilde voorkomen dat er met de gronden uitverkoop zou worden gehouden. Een dergelijke prijstoets vindt niet plaats bij de verkoop van BBL-gronden, omdat dat niet is opgenomen in de Wet agrarisch grondverkeer. De prijstoets behoort tot de wettelijke taken van de Minister van Financiën en wordt uitgevoerd door de RVOB. Het uitvoeren van een prijstoets is opgenomen in de algemene werkzaamheden van de RVOB en wordt niet specifiek gemaakt. Of en op welke wijze de prijstoets nader kan worden vereenvoudigd dient nog nader te worden verkend.

63, 73.

Het verdienvermogen van Staatsbosbeheer wordt in stand gehouden, waarom wordt er niet gekeken naar mogelijkheden om het verdienvermogen van Staatsbosbeheer te vergroten en welke mogelijkheden ziet u zelf om het verdienvermogen van Staatsbosbeheer te vergroten? (63)

Hoe wordt het verdienmodel van Staatsbosbeheer in stand gehouden? Hoe wordt gezorgd dat ook het verkopen van lastig te beheren grond aantrekkelijk is voor mogelijke andere beheerders? (73)

Het is de bedoeling dat Staatsbosbeheer in de toekomst een groter deel van haar budget uit de markt haalt. Hierover heb ik u bericht met mijn brief van 20 juni 2012 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012. 29 659 nr. 84).

Met het in de grondnota bedoelde criterium «het verdienvermogen van Staatsbosbeheer wordt in stand gehouden» duid ik erop dat het voor Staatsbosbeheer een reden kan zijn om bepaalde gronden – ook al liggen ze buiten de EHS – niet te koop aan te bieden als ze nodig zijn om een gezonde financiële basis onder Staatsbosbeheer te behouden. Natuurlijk wordt er ook naar gekeken om het verdienvermogen van Staatsbosbeheer te vergroten, maar dat is – gezien de zelfstandige positie van Staatsbosbeheer – ten eerste een verantwoordelijkheid van Staatsbosbeheer zelf.

68.

Van welke Europese regelgeving betreffende staatssteun is sprake?

Het verbod op ongeoorloofde staatssteun is neergelegd in artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

69, 86.

Wat houdt een meerwaardeclausule in? (69)

Hoe wordt de meerwaardeclausule uitgewerkt? (86)

Een meerwaardeclausule houdt in dat bij een verkooptransactie wordt vastgelegd dat indien koper op afzienbare termijn verkoopt en daarbij een hogere prijs realiseert, de «winst» geheel of gedeeltelijk ten goede komt aan de oorspronkelijke verkoper. Veelal beslaat een meerwaardeclausule een periode van 10 jaar waarbij het aan de oorspronkelijke verkopen af te dragen percentage van de «winst» afneemt van 100% (eerste jaar) naar 10% (laatste jaar).

70.

Gesteld wordt dat afhankelijk van de verkoopprijs naar schatting 3000–3500ha BBL-grond wordt verkocht, hoeveel rek/ruimte zit in de verkoop van BBL-gronden?

Voor een opbrengst van 115 miljoen euro betekent 3 000 ha een gemiddelde verkoopprijs van ruim 38 000 euro/ha en 3 500 ha een verkoopprijs van bijna 33 000 euro/ha. Met een actueel landelijk gemiddelde hectareprijs voor courante landbouwgrond van meer dan 45 000 euro/ha én de onderkenning dat de oudere BBL-gronden (verworven voor 2007) niet direct de meest courante landbouwgronden betreft, is het realistisch dat met de geprognosticeerde hoeveelheid hectares de beoogde opbrengst kan worden gerealiseerd.

75.

Kan Staatsbosbeheer ook gronden verkopen aan terreinbeherende organisaties met aangrenzende percelen zodat het beheer goedkoper wordt? Kunt u een overzicht geven op welke plekken dit tot goedkoper beheer kan leiden en wat dit mogelijk oplevert?

Veel gronden van het Staatsbosbeheer die buiten de EHS zijn gelegen zijn landschappelijke elementen, die niet grenzen aan natuurgebieden. Alle gronden die Staatsbosbeheer verkoopt zullen echter wel openbaar worden verkocht. Dit is in lijn met het principe van gelijkberechtiging. Er vindt geen onderhandse levering meer plaats aan andere terreinbeherende organisaties. Ik begrijp dat dit op gespannen voet kan staan met de wens om te streven naar grotere beheerseenheden. In dit geval vind ik het principe van gelijkberechtiging zwaarder wegen dan het streven naar grotere beheerseenheden. Maar ik ga er vanuit dat, als terreinbeherende organisaties aangrenzende percelen bezitten, zij volop mee zullen doen in het biedproces.

77.

Wat is verschil tussen de Regeling subsidies particuliere terreinbeherende organisaties (PNB-regeling) en de Modelsubsidieregeling grondaankopen EHS?

De Modelsubsidieregeling grondaankopen EHS – in tegenstelling tot de oude PNB-regeling – staat open voor eenieder die in staat is duurzaam natuurbeheer te verrichten overeenkomstig het natuurbeheertype zoals voorgeschreven in natuurbeheerplan opgesteld door de provincies.

78.

Worden de middelen van de PNB-regeling overgeheveld naar de Modelsubsidieregeling grondaankopen EHS? Hoeveel middelen zijn er per jaar tot 2017 gereserveerd in de begroting van EL&I voor de modelsubsidieregeling?

Het is aan de provincies om een subsidieverordening voor grond aankopen vast te stellen, conform de door Brussel goedgekeurde modelverordening. De provincies bepalen hoeveel middelen zij daarvoor beschikbaar stellen. Op de EL&I-begroting zijn hiervoor geen afzonderlijke middelen gereserveerd.

79.

De PNB-regeling is stopgezet, waarom heeft u dan aan betrokkenen medegedeeld dat in indien de PNB-regeling na de herijking van de EHS nog nodig is om uitvoering te geven aan rijksprojecten, de regeling dan alsnog zal worden opengesteld?

Aan de betrokken partijen is doorgegeven dat de projecten die via de PNB-regeling van het Rijk werden gefinancierd momenteel worden herijkt. Indien de PNB-regeling na de herijking van de EHS nog nodig is om uitvoering te geven aan de rijksprojecten, dan zal de regeling alsnog worden opengesteld. De PNB-regeling zal dan tevens in overeenstemming met de Modelsubsidieregeling worden gebracht.

80.

Waarom wordt er gewacht met de verkoop van gronden van Staatsbosbeheer tot 2013? Waarom wordt er niet gekozen om de gronden vanaf nu al gefragmenteerd op de markt te brengen, dit in het licht dat een te groot aanbod van gronden invloed heeft op de prijsvorming?

De financiële taakstelling voor Staatsbosbeheer gaat over de periode 2013–2017, conform het regeerakkoord.

81.

Krijgen Terreinbeherende Organisaties (TBO), particulieren en Staatsbosbeheer dezelfde rechten en plichten zowel betreffende doorlevering van gronden als bij beheer?

Ja. Wat betreft de doorlevering krijgen de TBO’s, particulieren en Staatsbosbeheer dezelfde mogelijkheden om gronden te verwerven. Ook wat betreft het beheer is het de bedoeling dat TBO’s, particulieren en Staatsbosbeheer onder dezelfde SNL komen te vallen.

82.

De systematiek van doorleveren is dus veranderd, hoe wordt omgegaan met eerdere eigenlijk onjuiste doorleveringen? De PBN-regeling is stopgezet om dezelfde reden, worden eerdere subsidiebedragen teruggevorderd?

De Modelsubsidieregeling grondaankopen EHS is naar aanleiding van de Verklaring van Linschoten1 tot stand gekomen. De discussie rond de rechtmatigheid van de subsidies verleend onder de oude PNB-regeling komt voort uit de klacht van de Vereniging Gelijkberechting Grondbezitters bij de Europese Commissie over de oude PNB-regeling en staat in principe los daarvan. Er wordt momenteel gesproken met de Europese Commissie over de klacht.

83.

Is in de modelsubsidieregeling de eerdere omissie van de PBN-regeling hersteld?

De door de Europese Commissie goedgekeurde Modelsubsidieregeling is – overeenkomstig de Verklaring van Linschoten – zodanig opgesteld dat eenieder in aanmerking kan komen voor subsidie, mits die aantoont in staat te zijn duurzaam natuurbeheer te verrichten overeenkomstig het natuurbeheertype zoals voorgeschreven in natuurbeheerplan opgesteld door de provincies.

84.

Kan de systematiek van de modelsubsidieregeling ook de provinciale PNB-regeling vervangen? Zo, nee waarom niet?

De Modelsubsidieregeling is primair bedoeld ter vervanging van de provinciale PNB-regeling. De provincies zijn met de decentralisatie van het natuurbeleid immers primair verantwoordelijk voor de realisatie van de EHS. In hoeverre de provincies de Modelsubsidieregeling in gebruik zullen nemen hangt mede af van de wijze waarop de provincies de resterende middelen voor de realisatie van de herijkte EHS willen inzetten.

95.

In de toekomst vindt de huidige wijze van doorlevering door het Rijk niet meer plaats. Kunt u aangeven welke bestaande contracten er op basis van de huidige wijze van doorlevering zijn en of deze nog aangegane afspraken worden nagekomen? Welke financiële gevolgen heeft dit en wie is verantwoordelijk voor nakoming, Rijk of provincie?

Alle nog door te leveren gronden aan eindbeheerders zullen moeten voldoen aan de Europese staatssteunregels. De financiële gevolgen zijn niet aan te geven omdat de prijs voor de door te leveren grond wordt bepaald door de markt.

96.

Hoe ziet de Modelsubsidieregeling eruit en wanneer wordt deze naar de Kamer gezonden?

De Modelsubsidieregeling grondaankoop is bijgevoegd.*)

97.

Alle provincies hebben de provinciale PNB-regelingen inmiddels ingetrokken of zullen dit op korte termijn doen, hoe voorkomt het ministerie tijdens de verdere uitwerking van de nieuwe plannen verdere stilstand in het buitengebied?

De provincies zullen op de kortst mogelijke termijn aangeven waar de herijkte EHS wordt gerealiseerd. Binnen dat proces wordt bezien welke gronden nodig zijn om de herijkte EHS te realiseren en op welke wijze deze gronden via het grond-voor-grond-principe worden gefinancierd. Daarna kunnen provincie en de betrokkenen in het gebied voortvarend de gebiedsontwikkeling ter hand nemen.

*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer


X Noot
1

De Verklaring van Linschoten is op 12 juni 2009 door de voormalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangeboden aan de Kamer (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 30 825 nr. 31).

Naar boven